Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Heen en Onweer
Heen en Onweer
Heen en Onweer
Ebook406 pages6 hours

Heen en Onweer

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Def P wil zijn huwelijksreis onvergetelijk maken. Samen met zijn vrouw Fenske heeft hij het plan om een avontuurlijke wereldreis per trein te maken. De reis geeft Def P de tijd en de mogelijkheid om terug te blikken op zijn leven tot dan toe en deze verhalen te combineren met de avonturen die hij meemaakt tijdens zijn wereldreis over het noordelijk halfrond.

 

Inmiddels is zijn grote en succesvolle avontuur van twintig hectische jaren met zijn band Osdorp Posse ten einde. De band bepaalde zijn halve leven en Def P maakte met deze groep de meest bizarre dingen mee.

 

In Heen en Onweer worden de avonturen van zijn wereldreis gekoppeld aan verhalen uit de jeugd van Def P en de succesperiode met de Osdorp Posse. Ook bijzondere uitstapjes naar onder meer het Cuba van Fidel Castro, een Bosnië in puin, het Spanje van de toeristen, de achterbuurten in de VS begin jaren '90 en de sloppenwijken van Zuid-Afrika komen aan bod.

 

Ervaren reizigers zullen zich ongetwijfeld herkennen in enkele situaties die Def P meemaakt. Anderen zullen zich juist verbazen over de soms bijzondere 'normale' gang van zaken in onder meer Duitsland, Polen, Wit-Rusland, Rusland, Siberië, Mongolië, Tibet, China, Japan en Canada.

 

In Heen en Onweer denderen de verhalen net zo hard voorbij als de trein zelf. Met vaart en humor neemt Def P de lezer mee op een bijzondere wereldreis en ontstaat er gaandeweg een kijkje in zijn persoonlijke leven.

 

Def P (Pascal Griffioen, Amsterdam, 1969) is vooral bekend als rapper van de Osdorp Posse. Hij was daarmee de grondlegger van de Nederlandstalige hiphop. Daarnaast is Def P schrijver, taalvernieuwer, kunstenaar, grafisch vormgever, schilder en nu ook wereldreiziger.

LanguageNederlands
Release dateNov 13, 2020
ISBN9781393327615
Heen en Onweer

Related to Heen en Onweer

Related ebooks

Related articles

Reviews for Heen en Onweer

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Heen en Onweer - Def P

    Inleiding – Rondje veertigste

    Dit is een geweldige openingszin voor een boek! schreeuwt mijn maat met alcoholisch opgevoerd enthousiasme. Ja, die moet ik onthouden, zeg ik nog. Maar ja, ik ben inmiddels veertiger en dan weet je de ochtend na een nachtje zuipen vaak niet precies meer wat voor briljants er is geopperd. Het plan voor een boek is in ieder geval blijven hangen. Dus hier zit ik dan, achter mijn toetsenbord als verse veertiger.

    Een leuke contradictie op zich. Dit moet dan zo’n beetje de leeftijd zijn dat men terug gaat kijken op de plannen en idealen van vroeger en wat er al dan niet van terecht is gekomen. Wat bij velen uitloopt op een midlifecrisis of een onstuitbare drang om te bewijzen dat ze nog jong, hip, fit, snel, ondernemend en bij de tijd zijn. Je bent zo jong als de vrouw die je neukt, zei de legendarische Herman Brood me ooit in levende lijve. En ja, vele mannelijke veertigers verkiezen deze aangename verjongingskuur boven rauwkost consumeren en peentjes zweten in de sportschool.

    Bovenstaand beschouwend ben ik misschien geen typische veertiger. Ik voel me nu gelukkiger dan ooit, zit lekker in mijn vel en ben zelfs getrouwd. Dat was typisch zo’n ding waarvan ik altijd zei dat ik het nooit zou doen. Maar mocht het mij gegeven zijn om nog eens veertig jaar op deze planeet rond te lopen, dan wil ik dat absoluut met mijn vrouw doen. Met haar wil ik mijn grootste wensen in vervulling brengen. Zo wordt onze huwelijksreis straks de wereldreis die ik mijn hele leven al hoop te maken.

    We gaan per trein een heel rondje rijden over de breedste stukken land van het noordelijk halfrond. We maken tussenstops in interessante steden als Berlijn, Warschau, Minsk en Moskou. We rijden door gebieden als Siberië, Mongolië, Tibet, China en Japan, om vervolgens nog dwars door Canada te trekken. Ondanks dat we de oceanen per vliegtuig oversteken, moet dat toch wel een goed beeld geven van hoe groot (of hoe klein) onze planeet nou eigenlijk is. Daarbij vind ik de trein een uitermate relaxte manier van reizen. Terwijl de wereld haarscherp op breedbeeld en in 3D aan je voorbij trekt, kun je ondertussen heerlijk wegdromen, nadenken, praten en schrijven.

    Ik probeer om tijdens deze reis elke avond de discipline op te brengen om op te schrijven wat we die dag hebben gedaan. Meteen ook een mooie gelegenheid om de ruim eerste veertig jaar van mijn leven eens goed te bekijken en die door middel van flashbacks op een rijtje te zetten. Terwijl me nu al allerlei geinige of bijzondere herinneringen te binnen schieten, ga ik deze nu ook chronologisch archiveren. Het spoor dat mij rond de wereld leidt zal deze toevalligheden en gekke gebeurtenissen als een rode draad aan elkaar rijgen en zo de bindende factor worden van allerlei waargebeurde verhalen. ‘Toeval per Express,’ zeg maar.

    Het heeft ook wel iets symbolisch. Zowel mijn leven als deze wereldreis beginnen in Amsterdam en zullen daar, als alles goed gaat, ook weer eindigen. Ik heb ooit eens geroepen in één van mijn liedjes dat ik er in mijn kist pas weer vandaan zal gaan, maar met mijn reislust en voorkeur voor mooi weer maak ik ook wel een kans om op één of ander tropisch eiland het loodje te leggen. En dan gebruiken ze me daar maar als haaienvoer, want met oude lijken rondvliegen om ze aan de andere kant van de wereld te cremeren is ook zo slecht voor het milieu.

    Maar ik zal hoe dan ook niet meer klagen. Voorlopig ben ik (hopelijk) ongeveer op de helft van mijn leven en kan ik, vooral dankzij mijn twintig hectische jaren met de Osdorp Posse, terugkijken op een leven vol maffe avonturen en grappige anekdotes. Laat de reis maar beginnen.

    Amsterdam - Berlijn

    De toekomst is aangebroken! Mijn hele leven droom ik al van een wereldreis en ik kan nog nauwelijks bevatten dat deze nu echt begonnen is. Ik zit nu te schrijven in de trein. En ik heb het gedaan! Ik ben getrouwd! Het deed niet eens pijn. Vroeger wilde ik het nooit en nu ben ik er trots op. Sterker nog, ik wist niet dat het zo’n goed gevoel kon geven om iemands grootste wens uit te laten komen. Vooral als het gaat om de wens van iemand waar je zo zielsveel van houdt.

    De manier waarop ik haar ten huwelijk vroeg was zo spontaan dat ik niets had voorbereid. We zaten romantisch op een terrasje met ondergaande zon in Venetië en het gesprek ging over trouwen. Voordat ik het besefte zei ik: waarom zouden we het eigenlijk niet doen? Hierop reageerde Fenske zo emotioneel, dat ik echt niet meer terug kon of wilde. Om het enigszins officieel te laten lijken heb ik haar later die avond midden op het San Marcoplein nog eens ‘echt’ ten huwelijk gevraagd. Nooit gedacht dat ik zoiets ooit zou doen. Toen we het plein weer afliepen moest ik heel hard lachen, want ik realiseerde me opeens dat het die dag 1 april was. Maar nee, zo’n gemene grap kon ik mijn emotionele meisje niet aandoen. We gingen ervoor!

    Ik mag mijn vriendin Fenske nu officieel mijn ‘vrouw’ noemen en dat is best even wennen. 25 april was onze grote dag en het was een prachtig feest. Zonder overdrijven was het een onvergetelijke avond. Ik moet bekennen dat ik zelfs een beetje emotioneel word als ik er aan terugdenk. De plechtigheid vond plaats op het podium van de Toomler in Amsterdam. Een mooi comedypodium met een fijne ‘jazzy’ nachtclubsfeer. Meteen na ons jawoord kon onze eigen Osdorp Posse-dj Daan het feest muzikaal openen door Bob Marley’s ‘One Love’ er in te knallen. Later die avond kwamen de Beatbusters en speelden ze de sterren van de hemel. Ik was zo trots op ze! Op de valreep kwam het Bas van Lier-trio (rechtstreeks vanuit Dubai!) ’s nachts nog een spetterend optreden geven, wat het muzikaal gezien sowieso al een topfeest maakte. Familie, vrienden, iedereen was er. Een prachtige opkomst. Jong en oud liepen de hele avond met een grote glimlach rond en ’s nachts ging iedereen dronken, doorgerookt en tevreden de deur weer uit.

    We werden overladen met positieve reacties op ons feest, want laten we eerlijk zijn, bruiloften zijn lang niet altijd leuk. Ons feest kickte ass! Fens en ik vonden dit ons leukste feest ooit en we waren dolblij dat we getrouwd waren. We kregen van iedereen een enveloppe met geld om te besteden op onze wereldreis. Dat hebben we vlak daarna op een rekening gestort om er onderweg dankbaar gebruik van te kunnen maken. Nou was het alleen nog een kwestie van tassen inpakken, het huis afsluiten en gaan. Maar niet voordat we Koninginnedag uitbundig hadden gevierd op onze traditionele feestboot, waarmee we meestal met een mannetje of tachtig dansend door de Amsterdamse grachten varen. Elk jaar weer een feestelijk hoogtepunt dat we voor geen goud willen missen. Maar nu is het dan echt zover!

    We zitten in de trein naar Duitsland. Onze wereldreis is begonnen en ik luister het ene Beatle-album na het andere. Muziek die mij met de paplepel is ingegoten. De internationale trein is nog maar net de grens over, of ik zit al aan mijn eerste Duitse biertje. Nou ja, ‘biertje’: eerder een flinke jongen. Je kent die Duitse biertjes wel. Ik zit net samen met Fenske rustig te genieten van het landschap, als de trein opeens een noodstop maakt. De reden is ons volstrekt onduidelijk. De glazen vliegen rinkelend door de hele bar heen door de plotselinge kracht. De potten en de pannen rammelen schel in het kleine keukentje achter de bar. Gelukkig heb ik mijn glas net vast en kan ik gewoon doordrinken. Even later lopen er met pistool gewapende douaniers haastig door de trein. Wat de fok? Een onverwachte sensatie die niet nader wordt uitgelegd. Het kan onze pret niet drukken, dus het zal allemaal wel. Even later rijdt de trein weer gewoon verder alsof er niets aan de hand is. Wij zijn in de euforie van een beginnende wereldreis en hoe dan ook op weg naar Berlijn. Op naar de eerste landsgrens!

    Eenmaal op het Centraal Station van Berlijn aangekomen, moeten we ons hotel in Oost-Berlijn zien te vinden. Het grauwe plattegrondje dat ik thuis heb uitgeprint is erg onduidelijk, maar we kunnen in ieder geval zien dat het vlakbij een metrostation moet zijn. Maar welke? Verder is het kaartje eigenlijk waardeloos als je de stad niet op je broekzak kent. We hebben geen zin in moeilijk gedoe, dus Fenske gaat naar een officieel informatiepunt. Er staat een lange rij, maar dit kan ons ook veel tijd schelen. Ironisch genoeg worden we juist hier op het verkeerde been gezet door foute informatie. Een chagrijnige baliebrompot met een kale kop en een walrussnor laat ons een halte te vroeg uitstappen, waardoor we even later met volle bepakking door de regen sjouwen. We kijken goed om ons heen, maar zien alleen maar een vreemde stad onder donkere regenwolken. Er is op deze plek van alles en nog wat, maar niet ons hotel. Meteen een goede gelegenheid dus om een paar Duitse mensen aan te spreken. Misschien dat zij ons kaartje wel kunnen ontcijferen. Gelukkig zijn onze oosterburen over het algemeen zeer behulpzaam. Na twee keer vragen lopen we de goede kant op.

    Een half uur ploeteren en sjouwen later komen we nat, koud en moe bij ons hotel aan. Dat blijkt dus gewoon op een steenworp afstand van de Ostbahnhof af te liggen! Lekker dan. We hadden bijna voor de deur kunnen uitstappen. Het is dan wel een zeer grauwe dag, maar ik word heel blij als ik een groot gebouw in vrolijke kleuren zie opdoemen, met daarop een groot bord met de juiste hotelnaam. Eindelijk! Na het inchecken komen we binnen in een vrolijke designkamer met overwegend oranje en bruine kleuren en allerlei grappige jaren ’70 attributen. Een bijna exacte kopie van een radio die mijn oma vroeger ook had, blijkt nog te werken ook. Alleen aan de moderne muziek die uit de speakers jengelt, kan je merken dat het hier stiekem toch de jaren ’10 al zijn. Lady Gaga voor en nana. We trekken onze natte kleren uit en voelen ons meteen thuis. Even lekker opwarmen en bijkomen!

    Die avond struinen we op de bonnefooi door Oost-Berlijn. Nadat we ergens een hapje eten, blijft het weer gelukkig zo goed als droog. Nu kunnen we ons echt onderdompelen in de sfeer van Berlijn. De architectuur maakt nog steeds een grauwe Oostblok-indruk, maar omdat de vele uitgaansgelegenheden supergezellig zijn, geeft dat de stad ook wel een bepaalde charme. Zo grauw als de geschiedenis, zo mooi lijkt de toekomst voor Berlijn en dat voel je aan de sfeer die daar hangt. De cafés en terrasjes worden drukbezocht en tot onze verrassing rookt iedereen daar nog overal binnen. Schijt aan de Europese betutteling dus.

    Als we wat drinken in een typisch buurtcafé, komt er een man binnenlopen die iedereen begroet door even met zijn knokkels op alle tafeltjes te kloppen waar mensen zitten. Ook bij ons, dus niet alleen bij bekenden. Een aparte gewoonte die mij vreemd is. Het heeft wel iets sympathieks. Als we later ’s avonds uitgaan op Boxhagenerplatz, komen we een drietal Nederlanders tegen, waar we in de trein ook al de bar mee deelden. Ze bonken hard op het raam van een kroeg waar we net naar binnen willen. Ze hebben me in de trein al als Def P herkend, maar nu we een halve dag verder zijn, hebben ze een niet te zuinige slok op en begroeten ons uitbundig. We raken aan de praat over onze plannen in Berlijn. De heren hebben een leuke tip voor ons. Ergens in Berlijn moet die avond een concert van Bonobo plaatsvinden. Toevallig is dat een band die Fenske en ik allebei goed vinden en die we altijd al live hebben willen zien. Via onze Lonely Planet komen we er achter dat de concertzaal vlakbij ons hotel is. Ideaal!

    Zo zoeken we dus even later naar het Maria am Ostbahnhof, waar het concert zal plaatsvinden. In het donker lopen we langs één van de weinige originele stukken van de Berlijnse Muur die nog overeind staat. Het is een ongure verschijning in het bleke stadslicht. De zaal blijkt inderdaad vlakbij ons hotel te liggen, maar het is toch even zoeken, omdat het een heel groot en grauw gebouw is, dat er vanaf de buitenkant niet bepaald uitziet als een concertgebouw. Het lijkt meer op een beschimmeld en verlaten pakhuis aan de rivier. En dat is het waarschijnlijk ook. Om de hoek vinden we de ingang met een portier voor de deur. Het is een vriendelijke vent. De portier vertelt ons dat iedereen al binnen is en dat de hele tent is uitverkocht. Hij heeft wel door dat we geen Duitsers zijn en dat we speciaal voor het concert komen, maar vol is vol. Jammer.

    Een beetje teleurgesteld lopen we weer weg. Net als we het hoekje omgaan, hoor ik de portier ons iets naroepen. Ik kijk om en hij staat te zwaaien naar ons. Als we weer teruglopen, zegt hij dat hij ons er nog wel bij kan laten als er een paar mensen naar buiten gaan. En dat duurt niet zo lang, dus we hebben mazzel. We kopen twee kaartjes, geven onze jassen af bij een grote garderobe en komen binnen in een gebouw, waarvan de sfeer zich het beste laat omschrijven als een onderaardse vleermuisbunker, die ouderwets blauw staat van de sigarettenrook. Als ik een paar drankjes wil halen, moet ik verplicht kennismaken met een vreemd muntensysteem waarvan de logica mij compleet ontgaat. Maar ‘was immer’, we zijn binnen! We nemen net onze eerste slok en de band begint. Wat een timing! Dit concert is echt een te gekke afsluiting van de eerste dag van onze wereldreis. Een goed begin, maar hopelijk niet het halve werk.

    ’s Nachts komen we vrolijk en een tikkeltje aangeschoten terug in onze oranje jaren ’70 kamer. Ik voel gewoon dat we aan het begin staan van een mooi avontuur en denk terug aan het begin van mijn eigen leven. Ik heb de jaren ’60 nog net meegemaakt, maar mijn geheugen was toen nog niet zo actief. Maar zoals oude hippies soms zeggen: wie zich de jaren ’60 nog kan herinneren, heeft ze niet echt meegemaakt!

    Geboortegrond

    Negen maanden lang zat ik veilig en warm in een zacht, donker wereldje te bubbelen op de relaxte geluiden van een hartslag en pruttelende buikbelletjes. Tot ik op een decembernacht in 1969 ruw naar buiten werd gedrukt in een TL-verlichte ruimte waar het een stuk kouder was en het naar ziekenhuis rook. Ik keek even goed om me heen en constateerde dat ik in Amsterdam was geboren. Tevreden scheet ik mijn luier vol en wist ik dat ik goed zat.

    De meeste mensen hebben stukken minder mazzel met hun geboorteplek. Je wordt ergens willekeurig uit de baarmoeder getrokken en daar moet je als baby maar genoegen mee nemen. Tot je je eigen boontjes kunt doppen, want het verbaast me soms hoeveel volwassen Nederlanders liever ergens anders hadden gewoond. Doe dat dan! De meeste mensen accepteren hun geboorteland als dagelijkse realiteit en gaan hier onder het motto ‘het is nou eenmaal zo’ nooit meer vandaan. Nou heb ik natuurlijk makkelijk praten als geboren Nederlander met een Europees paspoort, maar soms vraag ik mij wel eens af hoe mijn leven was verlopen als ik in een ver land als Mongolië was geboren. Best een gek idee dat ik daar straks dwars doorheen trek. Zeer waarschijnlijk was ik daar straatarm geweest. Nee, dan is het leven in het veel bekritiseerde Amsterdam zo slecht nog niet. Toch schijnt Mongolië een prachtig land te zijn. Ik ga straks waarschijnlijk heerlijk genieten van alle ruimte en uitgestrekte landschappen in Mongolië.

    Maar veel Nederlanders willen niet weg en veel buitenlanders hebben geen keus. Politieke vluchtelingen, economische motieven, of een combinatie daarvan. Meestal een triest verhaal, maar heel soms ook erg grappig. Zo was ik ooit op ziekenbezoek bij een heftig gewonde roadie van de Heideroosjes in een Limburgs dorpje. Toen we daar in de straat kwamen aanrijden, zagen we dat één van de portieken zeer uitbundig was versierd met allerlei Oosterse tempelornamenten, beelden en pilaren. Toen ik hierover een opmerking maakte tegen een jongen uit de buurt, vertelde hij mij een bizar verhaal over de prins van Mongolië. Die scheen dus om één of andere vage reden niet meer welkom te zijn in zijn eigen land en daarom zat hij ondergedoken in Limburg. Het moest dus wel een beetje geheim blijven (vertellen jullie het ook niet verder?).

    Verder vertelde hij dat de beste man gewoon door het dorp liep in een lange jurk met een tulband om, dat hij drie Duitse vrouwen had en dat zij allemaal een peperdure eigen sportauto voor de deur hadden staan. Meneer de onderduiker kwam natuurlijk wel uit een rijke familie. Ik wist niet of ik dit allemaal moest geloven, maar ik zag het al helemaal voor me. Die vent had daar een soort quasi-geheim minikoninkrijkje in Limburg gesticht. En maar denken dat hij niet opvalt! Hij scheen zelfs huurmoordenaar te zijn geweest. Het was maar te hopen dat ze geen gewapende revolutie of iets dergelijks in de straat kregen. Ik schoot spontaan in de lach om dit sappige verhaal van deze droge Limburger. Hij wist het allemaal mooi te vertellen. Ik vroeg me alleen af waarom de hoogheid juist in dit kleine dorpje zou gaan wonen. Was daar een speciale reden voor? Nou, waarschijnlijk had hij gehoord dat in Nederland elke mongool een uitkering krijgt!

    Berlijn - Slapen op de grond

    Vandaag is het nog steeds erg grauw en bewolkt, maar gelukkig is het wel de hele dag zo goed als droog. Een weertje dat eigenlijk heel goed past bij de sfeer van Berlijn. We grijpen meteen de kans aan om de stad zoveel mogelijk lopend te bekijken. Lekker een beetje bewegen na een dag in de trein. Eerst lopen we een heel stuk naar het noordwesten in de richting van het Alexanderplatz. Daar nemen we een pauze op een terrasje met een hapje en een drankje. Hierna lopen we langs het Marx-Engels Forum met een groot monumentaal standbeeld van deze twee heren (Karl Marx en Friedrich Engels). Vanaf hier lopen we verder over Unter den Linden naar de Brandenburger Tor, dat daar neergezet lijkt als een bescheiden poortje naar ‘Hitlers kantoortje,’ oftewel de enorme en imposante Reichstag. Er staat een rij voor de deur alsof ze er gratis Volkswagens weggeven, dus naar binnen gaan zien we niet zitten. Een rondje er omheen wandelen is genoeg. Ik heb dat al wel eens eerder gedaan, maar als Fenske en ik er samen een rondje omheen lopen, ben ik toch weer verbaasd over de enorme omvang en de statigheid van dit gebouw. Het geheel is een soort moderne opzet van een machtswellusteling die ooit ‘Romeins Rijkje’ wilde spelen en daar nog aardig in slaagde. Alles straalt er macht en status uit.

    Na deze indrukwekkende plek lopen we via de Potsdamer Platz, met grote moderne kantorencomplexen, naar het ‘Museumplein van Berlijn’ met de Staatliche Museen Gemälde Gallerie. We bekijken daar vol bewondering allerlei beroemde doeken van de grote, oude meesters als Rembrandt, Rubens en Vermeer. Echt indrukwekkend hoe goed die gasten waren! Soms kan het me enorm inspireren om werk van oude meesters te zien, maar andere keren denk ik ook wel eens dat het nutteloos is om ooit nog een kwast op te pakken. Inspiratie en demotivatie liggen soms verrassend dicht bij elkaar.

    Aan het eind van de middag lopen we voor een beetje afwisseling door de Tiergarten, het ‘tuintje van Hitler.’ Eigenlijk is het meer een groot bos middenin de stad. Van hieruit lopen we naar de Zoologischer Garten, waar de Gedächtniskirche als een grote rotte kies de donkere oorlogsherinneringen levend houdt tussen uitbundig verlichte winkels. Bijna alles is al dicht tegen de tijd dat we daar zijn, maar dit soort Kalverstraat-achtige taferelen kennen we toch al. We eten er heerlijke tzatziki en drinken een aparte wijn, die volgens de verkoper niet van druiven, maar van boomhars is gemaakt. Of het dan officieel nog wel wijn is boeit niet, want ik word er lekker warm van.

    Na deze traktatie rijden we terug met de S-Bahn. Tijdens deze rit realiseren we ons dat we flink gewandeld hebben. Met behulp van ons kaartje rekenen we uit dat we ongeveer 25 kilometer hebben gelopen. Niet slecht! In ieder geval hebben we de meeste toeristische dingen meteen allemaal gehad in één welbestede dag. Hoeven we daar niet meer aan te denken.

    Al vanaf ons vertrek naar Berlijn spookt het liedje Over De Muur van het Klein Orkest door mijn hoofd. Ik betrap mezelf er nu op dat de meeste kennis die ik van Berlijn heb, regelrecht uit dit liedje komt. Een goed teken voor de prachtige tekst van Harry Jekkers, maar niet voor mijn kennis eigenlijk. Goed dat ik het op deze manier nog een beetje kan bijspijkeren.

    BOEM! Wat was dat? ’s Avonds hoor ik opeens een soort harde ontploffing buiten. Ik kijk uit het raam, maar wat het was, waar en waarom precies blijft een raadsel. Onweer?

    Eenmaal terug op onze kamer voelen we ons moe, maar voldaan. We hebben meer zin in elkaar dan om nog uit te gaan. Fenske heeft een goed idee. We gooien onze matrassen op de grond, want de doorgeragde bedden in dit retrohok slapen ook alsof ze daadwerkelijk uit de jaren ’70 komen. Als we de matrassen wegtrekken, zien we twee superdunne plaatjes hardboard tevoorschijn komen, die in het midden volledig zijn doorgekrakt. De losse stukken balanceren op gammele spiralen die helemaal verrot zijn. Vandaar. De vlakke grond ligt heerlijk vergeleken met het doorgezakte bed. We luisteren in bed nog even gezellig naar de moderne muziek uit de oude jaren ’70 radio. De ouderwetse sfeer van de kamer neemt me mee terug naar mijn vroegste jeugdherinneringen.

    Vroegste herinneringen

    Van welke leeftijd zijn jouw vroegste herinneringen? vroeg iemand aan tafel bij een gesprek op tv. Het valt me op dat bij veel mensen de herinneringen niet veel verder terug gaan dan de leeftijd van een jaar of vijf, af en toe vier. Kan het jonger? Ik weet zeker van wel. Vooral voor schrijvers die met hun biografie bezig zijn, is dit een relevante vraag. Weten ze nog dingen van voor hun vierde, dan is het vaak een kunstmatige herinnering die is opgewekt via foto’s, filmmateriaal of van horen zeggen. Al dan niet bewust. Want hoe betrouwbaar is een herinneringsbeeld van bijvoorbeeld een huis of school uit je vroegste kindertijd, terwijl je daar op latere leeftijd nog foto’s van hebt gezien? Ik denk dat je herinneringen daarom het beste kan toetsen op gebeurtenissen waar geen beeldmateriaal van is.

    Ik ben geboren in het Wilhelmina Gasthuis in Amsterdam en heb daarna tot mijn derde in de Jacob van Lennepstraat gewoond. Er zijn daar een aantal dingen gebeurd die mij nog helder voor de geest staan. Zo zat ik een keer gezellig op het aanrecht, terwijl mijn moeder in de keuken bezig was. Ondertussen liep de kraan, en ik vond het wel leuk om even met de waterstraal te spelen. Tot mijn grote schrik was deze straal gloeiend heet! Ik verbrande mijn hand, en trok deze zo snel terug dat ik door de wilde beweging van het aanrecht afsodemieterde. En dat is een aardige hoogte voor een klein mannetje van een jaar of twee. Ik zie nog die rood-wit geblokte keukenvloer in vliegende vaart op mijn hoofd afkomen. Smak! Daar lag ik.

    Een andere keer had mijn moeder een grote fles Maggi aroma laten vallen. Er zat een barst in de fles, maar omdat ze het zonde vond om het spul weg te gooien, had ze de boel uit laten lekken in een glas. Toen ze even niet oplette, pakte ik het glas van tafel in de veronderstelling dat het cola was. Ik nam gulzig een slok en... Gadverdamme! Mijn maag draaide zich om. Mijn smaakpapillen trokken zich zo snel terug dat mijn tong bijna binnenstebuiten keerde. Jezus Christus, wat was dat een intens zoute slok!

    Ook sommige ‘geintjes’ van volwassenen kunnen je als kind nog lang heugen. Rond diezelfde leeftijd speelde ik een keer bij een kroeg voor de deur op de hoek van de Lijnbaangracht en de Looiersgracht. Een dronken kerel deed net of hij mij in de gracht wilde gooien en hield me ondersteboven vast, zodat ik met een rode kop schreeuwend boven het vieze grachtenwater bungelde. Ik vond er niets grappigs aan, maar vergeten ben ik het nooit.

    Ik heb ook wel leuke herinneringen uit die tijd, maar nare herinneringen blijven kennelijk toch het beste hangen op die leeftijd. En wat andere mensen ook beweren, ik herinner mij die shit levendig. Al was ik soms maar een mannetje van twee. Zo weet ik ook nog hoe ik als driejarige regelmatig bij vreemde kinderen thuis moest spelen die ziek waren. Ik kreeg namelijk nooit een kinderziekte, en volgens de dokter was het toch wel belangrijk dat je een ziekte als de bof niet op latere leeftijd kreeg. Het plan is echter nooit geslaagd, want ik heb tot op de dag van vandaag nooit een kinderziekte gehad. Ik schijn een bijzonder fanatiek afweersysteem te hebben. Sommige mensen geloven dit niet, maar het is echt zo.

    Nu blijft toch de vraag: tot hoe ver kunnen menselijke herinneringen teruggaan? En kun je dat wel op een objectieve manier onderzoeken? Ik zag dus een oude schrijver op tv in een boekenprogramma over zijn biografie praten. Het waargebeurde verhaal was in de ik-vorm geschreven en begon al in zijn babytijd. Toen de interviewer daar naar vroeg, beweerde de man dat hij zich dat echt nog levendig herinnerde. Zo zout had ik het nog nooit gegeten! Hoewel, die slok Maggi...

    Berlijn - Dancehall avondje

    Vandaag zijn we na het ontbijt weer naar het ‘Museumplein’ gegaan. Tenminste, zo noem ik het maar. Dit keer om de modernere kunstcollectie van Berlijn te aanschouwen. Heel erg tof en inspirerend vind ik dat. Het is een persoonlijk hoogtepuntje voor mij om voor het eerst in mijn leven een echte Salvador Dalí van dichtbij te kunnen bestuderen. Ik sta er met mijn neus bovenop en ben zwaar onder de indruk van de details in zijn schildertechniek. Wat een talent!

    Na het museumbezoek hebben we trek en eten we op het Alexanderplatz. Tot mijn verbazing krijg ik daar het wisselgeld letterlijk tot op de cent terug. Aan dat soort details merk je toch dat het hier net iets minder rijk is dan bij ons, waar de centen zijn afgeschaft en de mensen nog amper bukken voor een stuiver. Dat contrast zal, hoe meer we naar het oosten trekken, steeds duidelijker worden.

    Na ons maaltje wandelen we weer een stevig stuk naar Kunsthaus Tacheles in de Oranienburgerstrasse. Dat is een soort 'Mad Max-achtig' krakersbolwerk, wat soms meer wegheeft van een vleermuisgrot met punkers. Dit bijzondere decor is deels binnen, deels buiten. Beneden staan overal grote kunstwerken van ijzer en is elk stukje gebouw bezaaid met wilde muurschilderingen. Je ziet er kleurrijke dj-booths en zelfgetimmerde barretjes, bevolkt door allerlei kunstzinnige types van de zwarte leren jassenbrigade. We zijn er overdag, maar aan de sfeer en de penetrante pislucht kan je merken dat hier ’s nachts hele wilde feesten moeten plaatsvinden. En waarschijnlijk met meer drank en drugs dan oom agent goed vindt. Dit is echt een bijzondere plek voor wat foto’s. Ik had voor Fenske een professionele camera gekocht om onze wereldreis goed vast te leggen. Ze heeft in de trein het hele instructieboekje van voor tot achter doorgespit en ze kan nu al aardig overweg met de nieuwe camera. Handig zo’n vrouw!

    Na dit kunstzinnige krakerspaleis lopen we door naar Checkpoint Charlie. Dat is natuurlijk een verplichte, edoch historisch verantwoorde ‘must see’ voor elke zichzelf respecterende Berlijntoerist.

    Na de zoveelste bak koffie gaan we onze laatste Berlijnse namiddag in. We hebben besloten deze door te brengen in Kreuzberg. Ik ben hier zo’n tien jaar geleden al geweest en deze wijk stond in mijn geheugen gegrift als een grauwe en armoedige wijk, waar vooral veel arme Turken op een kluitje wonen. Vandaag de dag is het westen van Kreuzberg volgens de verhalen een hele gezellige wijk vol winkeltjes, restaurants en drukke terrassen vol toeristen. En inderdaad, het is er nu een hele hippe boel. We struinen hier een paar uur rond en eten er heerlijk. Het weer is prachtig vandaag. De ondergaande zon heeft zo’n warme gloed dat onze foto’s iets filmisch krijgen. Na het eten wandelen we door een schitterend park met een heuse waterval en een soort Gothische kerk. Dit is zo’n beetje het tegenovergestelde van wat ik had verwacht van Kreuzberg. Toevallig stopt er ook een bus met ons adres (Ostbahnhof) als eindhalte. We willen netjes een kaartje kopen, maar mogen zonder reden gratis meerijden. Een mazzeltje. Dit is zo’n heerlijk dag waarop alles meezit: met een warme zon en blije mensen om ons heen. Mooi om zo van Berlijn te genieten.

    Die avond gaan we uit bij de Yaam. Dat is wederom een soort Ruigoord-achtige vrijplaats aan de rivier de Spree. Daar hebben ze een aangelegd strand met een volleybalveld, barretjes, podia, kampvuurtjes, woonwagens, lampionnetjes, standjes met Afrikaans eten... Alles erop en eraan. Kortom: een topsfeer. En dan hebben ze ook nog een hele batterij aan Jamaicaanse dj’s en mc’s uitgenodigd die daar zwaar de soundsystems staan te rocken. Het is één grote dancehall daarbinnen en iedereen gaat uit zijn dak. We zijn blij dat we deze bijzondere plek ontdekt hebben. Wat een fijne sfeer! Alleen dansen in de maat is er nog niet helemaal bij. Het blijft Oost-Duitsland: iedereen even ongelijk.

    Als we ’s avonds laat, licht aangeschoten, naar ons hotel teruglopen, geniet ik nog even na van de unieke atmosfeer van Berlijn. Wat een zichtbaar heftige geschiedenis heeft deze stad toch. En wat een hoop unieke plekken. We lopen tussen verlaten fabrieken door, langs leegstaande pakhuizen met ingegooide ramen, stukken overgebleven Berlijnse Muur en lekkende en roestige spoorwegovergangen. Lange schaduwen en flitsen van geel licht schieten beurtelings voorbij als er een trein langskomt. Het heeft iets spookachtigs.

    Geestig

    Toen ik nog klein was, las mijn moeder me wel eens spannende spookverhalen voor. Ik vond dat altijd leuk en intrigerend tegelijk. Dat ik er ’s nachts ook wel eens wakker van lag zei ik natuurlijk niet, want dan zou ze me vast niet meer van die spannende verhalen vertellen. Misschien had ze daardoor een wat stoerder beeld van mij dan dat ik werkelijk was. Zo mocht ik toen ik twaalf jaar was The Exorcist al zien, maar dat bleek achteraf toch niet zo’n geschikte leeftijd te zijn voor een film van dat kaliber, zeker in die tijd. Vaak schrok ik wakker van een enge droom en kon ik daarna weer moeilijk in slaap vallen. Eén keer droomde ik dat ik werd aangevallen. Ik schrok

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1