Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Zittingszaal 14
Zittingszaal 14
Zittingszaal 14
Ebook229 pages2 hours

Zittingszaal 14

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Dag in, dag uit ziet rechtbankverslaggever Rob Zijlstra – de Martin Bril van het hoge Noorden - het in Zittingszaal 14 van de Groninger rechtbank voorbijkomen: van eenvoudige diefstallen tot verkrachting en moord. Bizarre zaken en bijzondere mensen spelen steeds weer de hoofdrol in zijn verhalen. Sommige verdachten zijn onverbeterlijk, anderen begaan slechts eenmaal de fout van hun leven. Maar mensen zijn het allemaal. En zo beschrijft Rob Zijlstra ze ook. Hij observeert zonder vooroordelen en geeft zo een opmerkelijke en verhelderende kijk op de bijzondere wereld van kleine en grote criminaliteit en de moeilijke beslissingen die de Groninger rechters keer op keer moeten nemen.
NRC Handelsblad over Zijlstra’s populaire weblog zittingszaal14.nl: “Spannend, goed geschreven en onthutsend...”
De Groninger Gezinsbode: “Doe maar gewoon, anders schrijft Rob over je. En dat moet je niet willen.”
Rob Zijlstra is sinds 2004 rechtbankverslaggever voor Dagblad van het Noorden. Zittingszaal 14 is een heruitgave van de eerste bundeling van zijn beste verhalen.

LanguageNederlands
PublisherFosfor
Release dateAug 25, 2013
ISBN9789462250277
Zittingszaal 14
Author

Rob Zijlstra

Rob Zijlstra (Harlingen 1963) werkt als journalist in Groningen. Hij begon als regioverslaggever bij Nieuwsblad van het Noorden, dat later opging in Dagblad van het Noorden. Voor deze krant is hij sinds 2004 rechtbankverslaggever, een van de laatsten van Nederland. Zijlstra beschrijft de harde en soms kille feiten, maar heeft altijd oog voor de menselijke maat in het strafrechtproces. Of het nu om een moord of een winkeldiefstal gaat, altijd vindt Zijlstra de nuance. In 2011 won hij met zijn rechtbankverhalen de Groninger Persprijs, toegekend door vakgenoten.

Related to Zittingszaal 14

Related ebooks

Related articles

Reviews for Zittingszaal 14

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Zittingszaal 14 - Rob Zijlstra

    Rob Zijlstra

    Zittingszaal 14

    Schurken, schlemielen en geboren pechvogels in de Groninger rechtbank

    Smashwords edition.
    Copyright 2013 Rob Zijlstra

    Amsterdam, 2013

    Dank voor de aankoop van dit e-boek van Uitgeverij Fosfor

    Wilt u op de hoogte blijven van nieuwe uitgaven van Fosfor?

    Meldt u zich dan hier aan voor onze nieuwsbrief.

    U mag dit e-boek voor eigen gebruik vrijelijk kopiëren zodat u het op elk apparaat dat u bezit kunt lezen. Elke andere verspreiding of openbaarmaking zonder voorafgaande toestemming van de uitgever is verboden.

    Heeft u dit e-boek in uw bezit zonder dat u daarvoor heeft betaald? Overweeg het dan alsnog aan te schaffen. Daarmee steunt u de auteur van dit werk. De opbrengst van dit e-boek wordt gelijkelijk verdeeld tussen auteur en uitgever. Oftewel: van elke euro die dit boek opbrengt, gaat 50 cent naar de auteur en 50 cent naar de uitgever.

    Meer informatie over Fosfor vindt u op www.uitgeverij-fosfor.nl

    Volg ons op twitter of facebook

    Eerste druk 2007

    E-boek versie 2013

    © 2007-2013 Rob Zijlstra

    Foto's Corné Sparidaens

    E-boekontwerp Fosfor

    Vormgeving omslag Zinnebeeld

    ISBN 978-94-6225-027-7

    Uitgeverij Fosfor Amsterdam

    Zittingszaal 14 verscheen eerder bij Uitgeverij Noordboek. 

    Voorwoord

    Thuis zeiden ze: Hoe je het gisteren vertelde, was leuker. Leuker, bedoelden ze, dan het rechtbankverslag in de krant. Na een paar maanden in zaal 14 te hebben doorgebracht, zat mijn hoofd vol verhalen.

    Het waren bizarre verhalen, vaak naar, soms ontroerend, af en toe lelijk en gemeen.

    Thuis zei: Schrijf ze op. Zo ontstond mijn weblog over de strafzaken in zittingszaal 14 van de rechtbank in Groningen.

    Natuurlijk stonden de verhalen ook in de krant. Maar anders, feitelijker en bondiger.

    De krant is niet van elastiek, kreeg ik vaak te horen op de redactie als ik mij weer eens beklaagde over de aan mij toebedeelde ruimte, te weinig voor het verhaal dat ik wilde vertellen.

    Dat is geen kritiek op de krant. De krant zei: Rechtbankverslaggever, schrijf ze op, die verhalen.

    Een weblog is welkome aanvulling op de krant van papier. Zo kreeg ik de door mij gewenste ruimte om verslag te doen van de feiten én om mijn verhalen te vertellen. Dat was drie jaar geleden minder vanzelfsprekend dan vandaag.

    In die drie jaar heb ik een kleine duizend strafzaken in zittingszaal 14 bezocht.

    Een enkele keer kostte het moeite de ogen geopend te houden, maar meestal zat ik, vlak achter de beklaagde, op het puntje van de stoel. Dat resulteerde in zo’n driehonderd weblog-verhalen waarvan een selectie is opgenomen in dit boek.

    Het is geen boek over de grote criminaliteit, hoewel het over moord en doodslag gaat, over gewapende roofovervallen, over inbrekers, verkrachters, over handelaren in drugs. De verhalen gaan over schurken en schlemielen, over mensen die in de war zijn en de weg kwijt, over geboren pechvogels die door het leven worden belazerd waar ze bij staan.

    Zittingszaal 14 vormt het toneel van een even fascinerende als lelijke wereld. Er is geen openbare ruimte waar een mens die wordt verdacht van een misdaad, zo naakt wordt neergezet als in een rechtszaal.

    Aan de borreltafel weten we raad. De borreltafel zegt: Weet je wat rechtvaardig is? We sluiten ze op en de sleutels, die gooien we weg.

    We denken eerder slachtoffer te kunnen worden dan dader. Na al die uren in zittingszaal 14 heb ik daarover mijn sterke twijfels.

    Daar gaan de verhalen ook over.

    De namen van verdachten zijn meestal door mij verzonnen. In een aantal zaken die in dit boek staat beschreven, is de verdachte in hoger beroep gegaan tegen het vonnis van de rechtbank. De uitkomsten daarvan zijn niet in dit boek opgenomen.

    Rob Zijlstra 

    Groningen, mei 2007 

    www.robzijlstra.nl

    Zittingszaal 14

    Zittingszaal 14 van de rechtbank in Groningen.

    Foto: Corné Sparidaens

    Broekriem

    Ik kan mij geen andere plek voorstellen waar de mens, de mens die wordt verdacht van een strafbaar feit, zo naakt wordt neergezet als in de rechtszaal.

    Bennie is 36 jaar en al acht jaar bewoner van de dr. S. van Mesdagkliniek in Groningen. In die acht jaar is hij de wereld alleen maar meer gaan haten, zegt hij tegen de rechters.

    ‘Ik minacht iedereen en ik ben wie ik ben.’

    Aan vrijwel alle stoornissen die in tbs-klinieken voorhanden zijn, lijdt Bennie in meer of mindere mate. Zijn advocaat spreekt van een triest geval, zo triest kom je maar zelden tegen.

    Een paar maanden geleden verkocht hij een medewerker van de kliniek twee klappen, vuistslagen op het linkeroog, op een moment dat het hem allemaal even te veel werd.

    Een rustgevend pilletje viel verkeerd.

    Er waren acht mensen nodig om hem te overmeesteren.

    De twee klappen komen hem duur te staan.

    Het openbaar ministerie ziet er een poging tot doodslag in en eist achttien maanden gevangenisstraf.

    De Van Mesdag heeft hem de deur gewezen.

    Bennie zit nu in De Grittenborgh, het huis van bewaring in Hoogeveen.

    Voordat Bennie in de Van Mesdag belandde, zat hij lange gevangenisstraffen elders uit. In de voorbije twintig jaar is hij nooit echt vrij geweest.

    Hij heeft één levensdoel: voor zijn veertigste wil hij op verlof.

    Dat is tussen nu en vier jaar.

    Hij zegt: ‘Ik moet een toekomstperspectief hebben, anders heeft het geen zin meer.’ Om zijn doel te bereiken is hij bereid ‘het spelletje met zijn behandelaars mee te spelen.’ Niet dat hij daar enig vertrouwen in heeft. ‘Psychiaters en psychologen zijn idioten en hun therapieën zijn achterlijk. Dikke nep.’

    Lukt het hem niet, verlof binnen vier jaar, dan is het afgelopen, deelt hij mee.

    ‘Dan wil ik dood.’

    Bennie meent dat. Onlangs heeft hij een testament opgesteld en zijn advocaat opdracht gegeven daar na zijn dood uitvoering aan te geven.

    Hij laat één ding na.

    De rechters willen weten wat.

    Bennie trekt zijn T-shirt iets omhoog en zegt: ‘Mijn broekriem. Die is voor mijn broer.’

    Het is het enige dat hij bezit: een broer, een broekriem en nog een beetje hoop.

    ••

    vonnis

    De rechtbank veroordeelt hem tot 134 dagen, de tijd die hij in voorarrest heeft gezeten, wegens een poging tot zware mishandeling.

    Plastic Zakje

    De meeste verdachten bekennen in de rechtszaal schuld. Onder de kleine groep verdachten die ontkent het misdrijf te hebben gepleegd, bevinden zich geboren fantasten.

    Ik herinner mij de jonge Groninger die werd verdacht van een gewapende overval op een tankstation. Stug hield hij zijn onschuld vol. Hij was ten tijde van de overval niet eens in Groningen. Hoe kon hij het dan gedaan hebben?

    Maar hij had geen schijn van kans.

    De overval was opgenomen en de beelden van de beveiligingscamera waren haarscherp. Duidelijk was te zien dat de jongen die het vuurwapen gericht hield op het hoofd van de angstige medewerker dezelfde jongen was die in zittingszaal 14 van de rechtbank van Groningen ongeloofwaardig zat te wezen.

    Hij zei: ‘Tja, dat moet ik wel zijn. Nee, ik snap ook niet hoe het komt dat ik op die video sta. Want ik heb het niet gedaan.’ 

    Twee jaar cel.

    Nu luister ik naar een 24-jarige inwoner van Groningen. Hij staat terecht wegens brandstichting met geducht gevaar voor goederen en personen. De man had zijn woning in brand gestoken met de bedoeling verzekeringsgeld te innen, zo is de stellige overtuiging van de officier van justitie.

    Zijn eis: vijftien maanden gevangenisstraf.

    De man ontkent. Niks brandstichting. Hij had wat gedronken bij vrienden, was thuisgekomen, nipte aan nog een paar glazen whisky om uiteindelijk in benevelde toestand met een brandende sigaret op de bank in slaap te vallen. Na enige tijd was hij wakker geschrokken van vlammen in zijn gezicht, waarop hij in paniek de woning ontvluchtte. Zonder iets of iemand te waarschuwen was hij naar een kennis gegaan.

    De officier gelooft geen barst van dit verhaal en zo kijkt hij er ook bij. Zelfverzekerd: de technische recherche heeft op diverse plekken in de woning bestanddelen van benzine aangetroffen. Alles wijst er op dat de verdachte benzine over het tapijt heeft gesprenkeld.

    Maak een officier van justitie wat wijs.

    Maar de verdachte heeft een verklaring. De benzinemeter van zijn scooter was kapot. Uit voorzorg had hij altijd wat extra benzine in huis. Een kennis nam dat dan voor hem mee. In een plastic zakje. Bij het overgieten in lege colaflessen werd er wel eens wat gemorst. Vandaar, misschien.

    Ongelovige blikken in de rechtszaal. 

    De kennis is als getuige opgeroepen.

    Onder ede herhaalt hij het verhaal.

    Je ziet aan het hoofd van de officier van justitie dat hij alvast de procedure voor meineed doorneemt.

    Tegen de getuige: ‘Benzine in een plastic zakje… Wat is de naam van dat tankstation?’

    De getuige moet het antwoord schuldig blijven. Hij weet de naam van de wijk. Helpman.

    De voorzitter van de rechtbank: ‘De BIM?’

    De getuige: ‘Tegenover het tankstation is een chinees waar je ook patat kunt kopen.’

    De rechtbankvoorzitter: ‘Dat is de BIM!’

    De officier van justitie: ‘Kunnen we even schorsen? Ik wil een telefoontje plegen.’

    Een kwartiertje later keert de officier van justitie terug. Hij heeft de BIM gebeld.

    Zuinigjes deelt hij mee dat de BIM het verhaal van die plastic zakjes heeft bevestigd.

    De rechtbank zegt over twee weken uitspraak te zullen doen, maar laat doorschemeren dat een vrijspraak in het verschiet ligt.

    De verdachte mag nog diezelfde middag naar huis. Als dat tot hem doordringt, barst hij in tranen uit. Hij zat al zeven maanden in voorarrest.

    Rare verhalen kunnen waar zijn.

    ••

    vonnis

    De rechtbank gelooft het rare verhaal en spreekt de man vrij van brandstichting. Wel krijgt hij 87 dagen celstraf opgelegd, omdat hij onvoorzichtig is geweest. Die tijd heeft hij ruimschoots uitgezeten.

    Moeder

    Er is veel verdriet in de rechtszaal.

    Een paar maanden geleden woonde ik het proces bij van de jonge Turkse Achmed. Hij werd, met anderen, verdacht van een serie snoeiharde gewapende roofovervallen op fietsers in het Stadspark in Groningen. Een oudere man werd niet alleen beroofd van zijn portemonnee, maar moest ook door de knieën waarna hem een nekschot in het vooruitzicht werd gesteld.

    Ter extra vermaak.

    Op school was met ongeloof gereageerd. Achmed was niet alleen een uitmuntende leerling, maar ook nog eens het schoolvoorbeeld van voorkomendheid. De ouders van de jonge verdachte zaten vlak achter mij en moesten het allemaal aanhoren.

    Ze zaten hand in hand te huilen.

    Vandaag.

    Een 19-jarige slungel wordt door de parketpolitie zittingszaal

    14 van de Groninger rechtbank binnengebracht. Zijn proces dient pas over een paar weken. De verdenking is dat hij oudere dames op straat van tasjes heeft beroofd.

    Dennis zit niet alleen vast in De Grittenborgh in Hoogeveen, maar zit ook op het vwo en moet binnenkort examen doen. Daarvoor moet hij werkstukken inleveren. Het probleem is dat hij in zijn cel geen computer heeft. Daarom, pleit zijn advocaat, moet het voorarrest worden geschorst. Dan kan Dennis, in afwachting van het proces, naar school.

    Op de publieke tribune zit in haar eentje een vrouw. 

    Het is de moeder van Dennis, de bezorgde moeder. 

    Hij kijkt geen moment even op of om.

    Hij kijkt vooral naar beneden, naar zijn voeten. 

    Zo negeert hij haar.

    De advocaat zegt dat de studie erg belangrijk is voor zijn client.

    En dat zijn cliënt direct na schooltijd naar huis zal gaan en daar dan ook zal blijven.

    De officier van justitie werpt tegen dat het plegen van ernstige strafbare feiten nu eenmaal niet samengaat met het doen van examen op school. Van een schorsing van het voorarrest wil zij niets weten.

    De moeder slaat twee handen voor het gezicht.

    De rechtbank oordeelt, na kort beraad, dat haar zoon terug moet naar de computerloze cel. Zijn persoonlijke belangen wegen niet op tegen de belangen van de rechtspraak.

    Dennis richt zich op en wacht tot de parketpolitie hem afvoert.

    Zijn moeder blijft vier meter achter hem hoopvol naar haar zoon staren.

    Naar zijn rug.

    Dan verdwijnt hij achter de deur die is bestemd voor de verdachten.

    Hij gunt haar geen blik, helemaal niets.

    De moeder staat nu ook op, pakt haar tas, slikt radeloze tranen weg en verlaat, kijkend naar die deur, traag de zittingszaal. Alsof ze er stilletjes toch nog rekening mee houdt dat zoonlief zijn kinderhoofdje nog eventjes om het hoekje zal steken.

    Maar nee.

    Dennis

    Dennis moet nog twee werkstukken inleveren. Doet hij dat niet, dan kan hij volgende maand niet deelnemen aan het vwo-eindexamen.

    De poging, twee maanden eerder, hem uit de gevangenis te krijgen in het belang van zijn schoolcarrière, mislukte. Het ziet er naar uit dat de 19-jarige Groninger scholier zijn carrièreplanning moet herzien. De officier van justitie eist een gevangenisstraf van drie jaar (waarvan zes maanden voorwaardelijk) tegen hem.

    Dennis heeft, aldus het openbaar ministerie, twee mannen en een vrouw beroofd

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1