Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Hannelore: kind van een Duitse moeder in oorlogstijd, 1940-1947
Hannelore: kind van een Duitse moeder in oorlogstijd, 1940-1947
Hannelore: kind van een Duitse moeder in oorlogstijd, 1940-1947
Ebook113 pages1 hour

Hannelore: kind van een Duitse moeder in oorlogstijd, 1940-1947

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Toen de Tweede Wereldoorlog uitbrak woonde Hannelore Meijaard in het Zuid-Bevelandse dorp Oudelande. Haar moeder was een Duitse. Het huis van de Meijaards brandde in 1941 af, brandstichting werd vermoed. Moeder Olga kon haar kinderen ternauwernood redden van de dood. De Duitse afkomst van zijn vrouw speelde vader Jan Meijaard óók parten. Kort na de bevrijding van Midden-Zeeland werd hij op grond van een valse beschuldiging van NSB-lidmaatschap gearresteerd. Meijaard zat anderhalf jaar zonder officiële tenlastelegging gevangen in het beruchte Fort Ellewoutsdijk.

De fouten van de Bijzondere Rechtspleging, die moest afrekenen met collaborateurs en politieke delinquenten, waren kort na de bevrijding al onderwerp van publicaties en politieke bemoeienis. De laatste tijd staat dit pijnlijke onderwerp opnieuw in de belangstelling. Ook in Zeeland heersten wantoestanden. Het lot van de familie Meijaard staat model voor dat van vele andere gezinnen.

LanguageNederlands
Release dateMar 3, 2012
ISBN9781465954053
Hannelore: kind van een Duitse moeder in oorlogstijd, 1940-1947
Author

Jan J.B. Kuipers

JAN J.B. KUIPERS (Zaamslag 1953) is een ‘multi-genreauteur’. Hij publiceerde ongeveer meer dan 80 (papieren) boeken en vele honderden bijdragen op het gebied van geschiedenis, archeologie, letteren, SF & fantasy, thrillers en jeugdliteratuur. In 2005/2006 was hij stadsdichter van Middelburg. Prijzen: King Kong Award (1983 [met Gert P. Kuipers] en 1987), Millennium Award (1997), Zeeuwse Boekenprijs (2005), Gorcumse Literatuurprijs 2004-2005. Hij was/is redacteur of medewerker van o.m. Ballustrada, Archeologie Magazine, Zeeuws Erfgoed, Zeeuws Tijdschrift. Hij publiceerde ook publieksbiografieën: Der Kaiser! (2015), Willem III. De weerspannige koning (2017), Willem van Oranje, alle bij Walburg Pers. Recente titels zijn Dwepers en dromers en De vlucht naar boven, die sub- en tegenculturen in Nederland behandelen in de perioden 1890-1940 en de jaren zestig en zeventig van de twintigste eeuw.JAN J.B. KUIPERS is a prolific writer of fiction and non-fiction. His writings include literature for adults and children, poetry, works on history and archaeology, the Dutch province of Zeeland, pop music and pop culture, essays, thrillers, science fiction and fantasy. He won several awards for fiction and non-fiction. His more than 80 published books are all in the Dutch language; some stories, articles and poems were translated in English, German, French and Rumanian.

Read more from Jan J.B. Kuipers

Related to Hannelore

Related ebooks

Reviews for Hannelore

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Hannelore - Jan J.B. Kuipers

    Inleiding

    Dit is het verhaal van Hannelore Meijaard. Zij was een kind gedurende de Tweede Wereldoorlog. Toen deze op 10 mei 1940 uitbrak, woonde ze met haar ouders, broer en zusje in het Zuid-Bevelandse dorp Oudelande. Haar vader, Jan Meijaard (1899-1991), was commissionair in groenten en fruit.

    Haar moeder, Olga Westerfeld, was een Duitse.

    Vooral als gevolg van dit laatste feit behoort Hannelore Meijaard, die in haar latere leven een loopbaan opbouwde als galeriehoudster en kunsthandelaar, tot de duizenden Nederlanders bij wie de herinneringen aan de oorlog en de bevrijding wrange gevoelens oproepen om andere redenen dan die van de algemene miserie van de bezetting en bijbehorende onderdrukking. Zoals alle herinneringen, zijn ook die van Hannelore Meijaard subjectief en fragmentarisch. Er ligt een zee van tijd tussen de gebeurtenissen en de herinneringen daaraan. Maar die herinneringen, en bewaard gebleven documenten zoals brieven en officiële stukken, werpen licht op aspecten van onze recente geschiedenis waarbij de geschiedschrijving en de communis opinio zich nog altijd ongemakkelijk voelen.

    Hannelore’s moeder, vóór 1940 een geziene en actieve figuur in de dorpssamenleving, werd na het uitbreken van de oorlog gemeden en doodgezwegen in Oudelande.

    Het huis van de familie Meijaard aan de Slikstraat (tegenwoordig Stationsstraat) brandde in de nacht van 27 op 28 juni 1941 finaal af. Vader was niet thuis, moeder Olga kon haar kinderen ternauwernood redden van de dood. De omstandigheden en oorzaak van de brand zijn nooit opgehelderd. Brandstichting wordt vermoed.

    Tot de dag van vandaag spoken de brand en de naweeën daarvan door het hoofd van Hannelore Meijaard.

    En die naweeën waren aanzienlijk. De Duitse afkomst van zijn vrouw speelde Jan Meijaard óók parten, en niet zo weinig ook. Kort na de bevrijding van Midden-Zeeland werd hij op grond van een valse beschuldiging van NSB-lidmaatschap gearresteerd, vrijgelaten en kort nadien opnieuw op zeer vage gronden aangehouden, waarna hij anderhalf jaar geïnterneerd zat in het beruchte Fort Ellewoutsdijk. Eind 1947 volgde pas een definitief vonnis: een uitspraak die in geen verhouding stond tot de feiten, na een krakkemikkig proces op basis van slechts twee onbenullige processtukken, met een draconische strafmaat, exact toegesneden op de doorgebrachte tijd van internering.

    Dit boek gaat vooral over de herinneringen van Hannelore Meijaard aan de gebeurtenissen. De schaduwzijden van de Bijzondere Rechtspleging, waarbij is afgerekend met collaborateurs en politieke delinquenten, waren kort na de bevrijding al onderwerp van controversen, publicaties en politieke bemoeienis. De Parlementaire Enquêtecommissie Regeringsbeleid 1940-1945 leidde een onderzoek, maar tegen de tijd dat de commissie haar verslag voorbereidde en publiceerde was het merendeel van de kampen al opgeheven; de misstanden waren verdwenen en met het grote deksel van de nationale doofpot bedekt. In zijn boek In plaats van bijltjesdag noemde de jurist A.D. Belinfante het rapport ‘een gemiste kans’. Pas in de jaren tachtig groeide de aandacht voor de ‘tweede generatie’ aan de andere kant van, of middenin de grote grijze strook tussen ‘goed’ en ‘fout’. Onschuldig gedetineerden of veel te zwaar gestraften zijn tot dusver vrijwel buiten de kleine lichtkring van deze aandacht gebleven.

    De brand in Oudelande is geblust, maar woedde voort in het hoofd van Hannelore Meijaard. Ze wil dit boek opdragen aan de nagedachtenis van haar moeder Olga Othilde, ‘een kunstzinnige, vrolijke vrouw’ die door de brand en de verdere oorlogsjaren ziekelijk en nerveus werd. ‘Twee jaar zenuwziek,’ meldt Jan Meijaard in één van zijn uit Kamp Ellewoutsdijk gesmokkelde brieven in de periode 1944/46. Ook hebben de brand en de latere gebeurtenissen Hannelore’s broer Cor beziggehouden en gekweld tot zijn dood. Hannelore leeft met onbeantwoorde vragen en pijnlijke herinneringen. Maar oordelen en beschuldigen wil ze niet. Illusies heeft Hannelore Meijaard ook niet. Kijk om je heen naar Irak, Iran, Afghanistan, zegt ze. Mensen leren nooit. Fanatisme, moord en doodslag zijn van alle tijden. Het menselijk tekort.

    ‘Overal vuur’

    De brand

    Van ons huis was alleen een stinkende puinhoop over. Een vreemde gewaarwording. Ik zie me daar nog doorheen klauteren, op zoek naar mijn popje. Ja, raar, dat je als kind alleen daaraan denkt. Nee, ik heb mijn popje niet teruggevonden. Wel de verwrongen resten van mijn poppenwagen. Alles was kapot, weg, verbrand, behalve de bijbel en de kinderbijbel. Die hadden alleen wat rookschade. Onbegrijpelijk... Daar waar enkele uren daarvoor nog de keuken was, werd ons hondje Bobby gevonden, verkoold in zijn mandje.

    Hoewel ze nog klein was, herinnert Hannelore Meijaard zich die Oudelandse zomeravond van bijna zeventig jaar geleden nog goed. Het zijn hoog opschietende, verwarde beelden – als de grillige vlammen die ze hebben opgeroepen.

    De nacht van 27 op 28 juni 1941 is zacht en helder. Er staat een gering windje uit het noordwesten. Het is droog. Het is, kortom, ideaal weer.

    Wij waren al naar bed, zegt Hannelore. Ik had een heel dun nachtjaponnetje aan. Mijn vader was in Zeeuws-Vaanderen. Moeder had de hele avond bezoek gehad van een gezelschapsdame van de villa van de familie Jacobovits de Szeged in het dorp, een Hongaarse familie die deze villa als buitenverblijf had. Die dame verkeerde met mijn moeder omdat dat toch een vrouw van niveau was, hevig geïnteresseerd in kunst, literatuur, muziek. Toen de gast vertrokken was ruimde mijn moeder nog wat op en ging naar boven. Ze opende de deur van de badkamer, waarna de vlammen haar bijna in het gezicht sloegen. Een groot deel van de bovenverdieping stond al in lichterlaaie. De rest volgde razendsnel. Ze wekte direct mijn broer Cor en die rende onmiddellijk naar beneden om het hondje te redden. Door de dikke rook kon hij het dier niet vinden, het bleek al dood in zijn mandje te liggen. Mijn moeder wekte mijn zusje Marga en die ging ook onmiddellijk naar beneden.

    Moeder probeerde ook mij te wekken, maar ik werd niet wakker. Ze heeft mij toen over haar schouder gelegd en is naar beneden gevlucht - en naar buiten. Ik had op mijn rug al verschillende brandwonden. We stonden amper buiten toen achter ons het huis in elkaar stortte. Net op tijd. Het moet gebrand hebben, aan alle kanten. Aangestoken. Maar door wie en waarom? En toen dacht ik: ‘God… de wereld vergaat, de wereld vergaat.’ Ja, een kind. Je weet niet wat er aan de hand is, waarom, je kunt dat als kind ook niet begrijpen. Achter je stort letterlijk en figuurlijk je kinderwereldje in, terwijl de brandweer zijn slangen staat uit te rollen. Het huis waar je een gelukkige tijd hebt doorgebracht is opeens een vlammende en rokende puinhoop. En terwijl de dorpelingen arriveerden om toe te kijken zette ik het op een lopen, weg van die plek. Het was zo eng. Overal vuur. Mijn moeder haalde me terug, probeerde te troosten. Pappa, waar ben je. Uiteindelijk zijn we met z’n allen gaan lopen, de straat uit. Maar waar konden we heen.

    Ik zie m’n moeder daar nog staan… Ja, toen is het verdriet begonnen bij mij. Als je je moeder zo ziet staan en vader was er niet. Wat was dat verschrikkelijk.

    Later kwam de dominee en die heeft mamma, Cor en Marga meegenomen. Ik ging naar de burgemeester. Nieuwenhuize heette hij. Die had ook twee kinderen. Ze hebben een bedje voor me klaargemaakt. Ja, die mensen werden natuurlijk ook midden in de nacht uit hun bed getrommeld. Er was spoedoverleg: waar moet het gezin heen. In zo’n dorp is dat natuurlijk heel anders dan in een grote stad. Die vrouw was heel lief voor me. Ik kreeg een beker warme melk. Vond ik trouwens vreselijk, want ik lust geen gekookte melk. Maar dan begin je heel eenzaam te worden als kind.

    Probeer maar te slapen. Tot morgen,’ werd er gezegd. Daar lag je dan in een vreemd en donker huis, met alleen vuur in je gedachten.

    Vroeg in de morgen was ik al wakker. Vreemde wanden, spookbeelden. Wat is er gebeurd. Dan gaat de deur open. De vrouw van de burgemeester vraagt of ik wil eten. ‘Kom maar.’ Ze wijst me de weg in dat

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1