De dood van een buitenstaander - Hamish Macbeth
By M.C. Beaton
()
About this ebook
Read more from M.C. Beaton
Hamish Macbeth
Related to De dood van een buitenstaander - Hamish Macbeth
Titles in the series (3)
De dood van een roddeltante - Hamish Macbeth Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe dood van een hufter - Hamish Macbeth Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe dood van een buitenstaander - Hamish Macbeth Rating: 0 out of 5 stars0 ratings
Related ebooks
De boeken van Dhûbh, Schutsheer: De boeken van Dhûbh, #3 Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe dodelijke quiche - Agatha Raisin Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe dood van een hufter - Hamish Macbeth Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Stagecoach: Far West (n), #5 Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsLord Lister: De dubbelganger van den bankdirecteur Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe vroolijke tocht Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsEthan Frome Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsEen huwelijk in Indië Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsKinderschuld Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsHet wassende water Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Zonderlinge Lotgevallen van Gil Blas van Santillano, deel 2 van 2 De Spaansche Avonturier Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Godin van de Flaporen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsHet vuur brandde voort: levensherinneringen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsMax Havelaar Of de koffiveilingen der Nederlandsche Handelsmaatschappy Rating: 3 out of 5 stars3/5De duivelse dierenarts - Agatha Raisin Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Groote Onbekende Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsIn furie en vlam Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsWitte geef geld Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsSchepen vergaan Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsJörgensen jaagt op seriemoordenaar: Hamburgse thriller Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsMax Havelaar Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe bloednacht van Indian Wells: Western Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsAlleen op de Wereld Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsPlus-Que-Parfait Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe duizendentweede nacht van Sheherazade Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDokter Helmond en zijn vrouw Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsMarions sluier Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsCarmen Rating: 3 out of 5 stars3/5De bruidstijd van Annie de Boogh Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe zonderlinge avonturen van "Zijne Excellentie de Generaal" Rating: 0 out of 5 stars0 ratings
Reviews for De dood van een buitenstaander - Hamish Macbeth
0 ratings0 reviews
Book preview
De dood van een buitenstaander - Hamish Macbeth - M.C. Beaton
M.C. Beaton
De dood van een buitenstaander
Hamish Macbeth
SAGA Egmont
De dood van een buitenstaander - Hamish Macbeth
Original title: Death of an Outsider
Original language: English
Copyright © M.C. Beaton Limited 1988.
The names M.C. Beaton and Hamish Macbeth are trademarks of M.C. Beaton Limited. All rights reserved. The right of M.C. Beaton to be identified as the author of the work has been asserted by her in accordance with the Copyright Designs and Patents Act 1988 and equivalent laws worldwide.
Copyright ©1988, 2023 M.C. Beaton and SAGA Egmont
All rights reserved
ISBN: 9788728347539
1st ebook edition
Format: EPUB 3.0
No part of this publication may be reproduced, stored in a retrieval system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.
www.sagaegmont.com
Saga is a subsidiary of Egmont. Egmont is Denmark’s largest media company and fully owned by the Egmont Foundation, which donates almost 13,4 million euros annually to children in difficult circumstances.
HOOFDSTUK EEN
Kijk, de blije sukkel
Niks brengt hem van de kook
Ach, was ik maar zo’n sukkel
Wellicht ben ik dat ook!
- Anoniem
Agent Hamish Macbeth zat in een kleine regionale bus die hem wegvoerde uit Lochdubh – weg van de westkust van Sutherland, weg van zijn woning in het politiebureau. Zijn hond Towser, een geelachtige bastaard, legde een grote poot op zijn knie, maar de agent merkte het niet. De hond zuchtte en hees zich op de plaats naast hem, om net als zijn baasje uit het raam te kijken.
De buschauffeur was nieuw. Geen honden op de banken,
gromde hij over zijn schouder, vastbesloten om niet geïntimideerd te worden door het uniform van Hamish. Maar de agent keek hem zo dom en leeg aan dat de chauffeur, een Schot uit de laaglanden die alle Hooglanders als inteelt beschouwde, besloot dat het zinloos was om hierop door te gaan.
Door de ellende zag Hamish er inderdaad dom uit. Het leek alsof hij nog maar kort geleden gelukkig en comfortabel in zijn eigen politiebureau in Lochdubh had gezeten, totdat hij opdracht had gekregen om hoofdagent MacGregor te gaan vervangen in Cnothan, een agrarisch stadje in het centrum van Sutherland. Hij had tevergeefs een misdaadgolf in Lochdubh verzonnen. Ze hadden hem gezegd dat als je zo af en toe een mishandelde vrouw beschermde en elke twee maanden een dronkenlap arresteerde, dat niet beschouwd werd als misdaadgolf. Hij moest het politiebureau afsluiten en met de bus gaan, want hoofdagent MacGregor wilde dat zijn vervanger de auto klaar liet staan.
Hamish had bijna net zo’n hekel aan verandering als hij aan werken had. Hij pachtte wat grond naast het politiebureau in Lochdubh, waar hij een kleine kudde schapen hield die nu door een buurman verzorgd werd. Hij verdiende goed bij met een beetje werk als boer, stropen en het geld dat hij ’s zomers won met crosscountry lopen bij de Highland Games. Al het geld dat hij daarmee verdiende, ging naar zijn ouders en zijn broers en zussen in Cromarty. Hij verwachtte niet op een makkelijke manier bij te kunnen verdienen in Cnothan.
Pachters, oftewel de boeren uit de hooglanden, hebben er altijd een andere baan bij nodig, omdat gewoonlijk de pacht- of keuterboerderij te klein is om van te leven. Dus pachters werken dus ook als postbode, bosarbeider, winkelier en, wat zelden voorkomt, agent, zoals Hamish.
Het was eind januari en het noorden van Schotland was nog steeds in de greep van een bijna voortdurende nacht. De zon kwam even na negenen ’s morgens op, waarna hij een paar uur mokkend boven de horizon hing, voordat hij om twee uur weer verdween. De akkers waren bruin en kaal, de heidevelden treurige, doorweekte stukken braakliggend land, en er hingen spookachtige flarden mist langs de hellingen van de hoge bergen.
Er zaten maar een paar mensen in de bus. De gezusters Currie, twee vrijgezelle inwoonsters van Lochdubh, praatten met harde, schelle stemmen. Ik zeg het je toch, Nessie?
hoorde hij Jessie zeggen. Ik ben naar de dierenbescherming geweest en ik zeg tegen dat mannetje, ‘Ik zoek een diervriendelijke manier om die fret te vangen die onze eenden bijt.’ Hij geeft mij die val en zegt, ‘Hier is je diervriendelijke val en jij gaat die fret diervriendelijk vangen, om daarna, als je mijn advies wilt, dat kreng diervriendelijk dood te meppen.’ Stel je voor! En die moet dan dierenleed bestrijden. Ik heb een ernstige klacht naar ons parlementslid gestuurd.
Dat heb je al honderd keer verteld,
gromde Nessie. Misschien had hij wel gelijk. Want het enige dat je in die diervriendelijke val gevangen hebt, was de kat van de dominee. Waarom vertel je het niet aan Mr. Macbeth?
Die!
gilde Jessie. Die agent is zelf een stroper en misschien was het zijn fret wel.
De bus kwam gierend tot stilstand en de zussen stapten al kibbelend uit.
Drie maanden in Cnothan, dacht Hamish en krabde afwezig Towser achter zijn oor. Ze zeggen wel dat er nooit iets gebeurt in Lochdubh, maar in Cnothan gebeurt er ook niets en er gaat ook nooit wat gebeuren. En ik heb toch mooi wel twee moorden gehad, in Lochdubh.
Hij dacht aan de moord die afgelopen zomer had plaatsgevonden en hoe die hem dichter bij de liefde van zijn leven, Priscilla Halburton-Smythe, had gebracht. Maar Priscilla, de dochter van de plaatselijke landeigenaar, was toen weggegaan, net voor de kerst, naar Londen om daar te gaan werken. Ze bleef nooit lang weg. Misschien was ze nu wel op weg naar het noorden en zou ze bij thuiskomst in Lochdubh merken dat hij er niet was.
En dat kan haar dan niets schelen!
zei Hamish ineens hardop. De buschauffeur boog zich over zijn stuur en feliciteerde zichzelf met zijn beslissing om die gekke agent met rust te laten.
Hamish kende Cnothan en vond het de saaiste plek ter wereld. Hoewel het een stad genoemd werd, was het niet groter dan een klein Engels dorp. Hij herinnerde zich dat de inwoners een hecht, gesloten en vroom stelletje waren, dat iedereen van buiten als een indringer beschouwde.
Op het laatst was hij de enige passagier die over was in de bus. De bus slingerde en gierde door de haarspeldbochten en kwam uiteindelijk uit de schaduw van de hoge steile bergen om de vallei waarin Cnothan lag in te duiken, midden in Sutherland.
Hamish klom stijfjes de bus uit en pakte zijn spullen en een oude leren koffer bij elkaar, die in een plunjezak zaten. De bus vertrok met veel lawaai. Hamish duwde zijn pet achterover op zijn rode haar en keek om zich heen.
Lunchtijd in Cnothan,
mompelde hij.
Het was lunchtijd, en dat betekende dat alle winkels gesloten waren en de hoofdstraat verlaten was. Een wilde wind geselde de stad. Er woei nog geen snippertje papier rond. De stad zag er grijs en steriel uit.
Cnothan stond aan de rand van een kunstmatig meer, veroorzaakt door een van de lelijkste waterkrachtdammen die Hamish ooit gezien had. Dit was alles wat er was. Er waren geen grillige steegjes of bochtjes. Eén rechte hoofdstraat leidde naar het loch. Er waren vier kruideniers, die allemaal zo ongeveer hetzelfde verkochten, een ijzerwinkel, een garage en een hobbywinkel, een hotel, een fish-and-chips-tent, een slagerij, een kroeg en een enorme kerk. De door de overheid gesubsidieerde huurhuizen waren weggestopt aan de andere kant van het loch, gescheiden van de koophuizen, die allemaal klein en grauw waren en verwonderlijk genoeg erg op de huurhuizen leken.
De stad was zo kaal, zo leeg, dat hij Hamish deed denken aan een scène uit een sciencefictionfilm die hij ooit eens gezien had.
En toch merkte hij dat er ogen waren, ogen die naar hem keken, ogen die verstopt zaten achter de strak dichtgetrokken kanten vitrage.
Hij deed het hek open van de dichtstbijzijnde bungalow, die Grazige Weiden heette, liep ernaartoe en luidde de scheepsbel die voor de deur hing. Stilte. Een gipsen dwerg staarde hem aan vanuit de tuin en de wind loeide jammerlijk.
Er stak een postordercatalogus uit de vuilnisbak naast de deur. Hamish hield zijn hoofd schuin en las de naam die erop stond. Mrs. A. MacNeill. Op het laatst hoorde hij voetstappen naderen. De deur ging een paar centimeter open en er gluurde een vrouwengezicht door die spleet, zo’n vaal Spaans type dat je in de Schotse Hooglanden ziet.
Wat is er?
vroeg ze.
Op dat moment wist Hamish dat de vrouw precies wist wie hij was. Ze deed te kalm. Want in een buurt waar betrekkelijk weinig criminaliteit was, zou de komst van een agent normaal gesproken angst aanjagen, omdat dat nieuws betekende over een sterfgeval of een ongeluk.
Ik ben agent Macbeth,
zei Hamish vriendelijk. Ik kom agent MacGregor vervangen, die op vakantie gaat. Waar is het politiebureau?
Weet ik niet,
zei de vrouw. Misschien de heuvel op.
Aan het eind van de hoofdstraat?
vroeg Hamish. Hij wist dat de vrouw precies wist waar het politiebureau was, maar Hamish kwam van buiten en in Cnothan vertelde je mensen van buiten nooit iets, als je dat kon vermijden.
Zou kunnen, waarom vraag je het niet aan iemand anders?
klonk er vanachter de deur.
Hamish leunde tegen de deurpost en bestudeerde de lucht. Ja, het gaat vast waaien,
zei hij met zijn zachte Schotse stem, die meer ging slissen als hij boos was of in de war. Ja, agent MacGregor gaat naar Florida om zijn broer Roy te bezoeken. Het zal daar wel heet zijn, deze tijd van het jaar.
Aye, vast wel,
zei de vrouw.
En ik weet nog dat hij ook een zuster in Canada heeft.
De ketting viel eraf en de deur ging een paar centimeter verder open. Dat is Bessie,
zei de vrouw. Die zit in Alberta.
Dat klopt,
zei Hamish. En u bent Mrs. MacNeill?
Hoe weet jij dat nou?
vroeg Mrs. MacNeill, nu met de deur wijd open.
Ach, iedereen heeft toch van Mrs. MacNeill gehoord,
zei Hamish. Daarom belde ik hier aan. Mensen willen vaak de weg niet wijzen, maar ik zei tegen mezelf, die Mrs. MacNeill, een wat wereldser type, zal me vast wel verder helpen.
Mrs. MacNeill lachte vreselijk gemaakt. Je vroeg naar het politiebureau. Jawel, zoals ik al zei, dat is aan het eind van de hoofdstraat aan de linkerkant. Ze zijn al helemaal klaar om weg te gaan.
Dank u wel.
Hamish tikte zijn pet aan en wandelde weg. Chagrijnig wijf,
mompelde hij tegen Towser, Maar het had geen zin om het aan iemand anders te vragen, want ik denk dat ze allemaal zo zijn.
Aan het eind van de hoofdstraat stond een lange, lage grijze bungalow met een blauwe politielamp boven een bijgebouwtje aan de zijkant. Ervoor liep een kleine, boze hoofdagent heen en weer.
Waar bleef je?
snauwde hij. En daarna, voordat Hamish zijn mond kon opendoen, ging hij verder, Kom binnen. Kom binnen. Maar laat die hond buiten. Er staat een oude kennel aan de achterkant. Hij kan daar slapen. Geen honden hier in huis.
Hamish zei tegen Towser dat hij daar moest blijven en volgde de hoofdagent het huis in. Die leidde hem door het bijgebouwtje. Hier is het bureau, en zorg ervoor dat je mijn archiefsysteem niet verpest. En hier zijn de sleutels van de cel. Je zult problemen krijgen met Sandy Carmichael op zaterdag. Die krijgt dan vaak de kriebels van de drank.
Als iemand een delirium heeft, kun je hem dan niet beter naar het ziekenhuis brengen?
vroeg Hamish vriendelijk.
Zonde van het gemeenschapsgeld. Je bindt hem gewoon vast op die brits en laat hem tot in de ochtend uitrazen. Kom maar mee, dan zal ik je voorstellen aan mijn vrouw.
Hamish liep snel de drukke politieman achterna. Zij is in de salon,
zei hoofdagent MacGregor. Mrs. MacGregor stond op om hem te begroeten. Ze was een spichtige vrouw met bleke ogen en enorme rode handen. De beleefdheden waarmee Hamish kwam, werden afgekapt.
Ik wil het graag netjes houden hier,
zei Mrs. MacGregor. Ik wil niet thuiskomen uit Florida en de zaak hier als een vuilnisbelt terugvinden.
Hamish stond met de pet onder zijn arm, zijn bruine ogen werden per minuut neutraler. De huiskamer waarin hij stond, die door de MacGregors tot salon was uitgeroepen, was een lange, lage kamer met roze strookjesgordijnen voor het raam. Een zalmkleurig bankstel, dat eruitzag alsof het die dag bezorgd was, stond hem in al zijn overdreven dikheid van nylonvelours aan te staren. De muren waren versierd met felgekleurde religieuze afbeeldingen. Een blonde, blauwogige Jezus vroeg de kinderkens tot hem te komen, allemaal gekleed in schooluniformen uit de jaren dertig en allemaal opmerkelijk Angelsaksisch van uiterlijk. Een tapijt met een van de heftigste Schotse ruiten schreeuwde vanaf de grond. Er stond een glazen salontafel op smeedijzeren poten voor de sofa en in de hoek was een bar van glas en smeedijzer, de glazen planken erachter verlicht met roze, fluorescerende neonbuizen, waarop, zo leek het, alle vreemd gevormde flessen die ooit bedacht waren, stonden. Er was een elektrische open haard met nep-houtblokken erin. In de nissen van de kamer zaten glazen planken, waarop een ontstellende verzameling porseleinen beeldjes stond: gifgroene kannen in de vorm van een vis, kleine meisjes in pastelkleurige jurkjes die hun rok ophielden, schalen met porseleinen fruit, honden en katten met Disney-glimlachen op hun hoogglanzende gezichten, en rijen miniatuurtjes van gesponnen glas, het soort gesponnen glas dat je op de kermis ziet. Op tafel lag een forse Victoriaanse Bijbel, opengeslagen op een pagina met een staalgravure van een geslachtloze engel met geschubde vleugels, die hele kleine, bange mensjes in lendendoeken in het vuur gooide.
Mrs. MacGregor leidde hem van de ene overgemeubileerde slaapkamer met veel strookjes naar de andere. De bungalow had er wel vijf.
En waar is de keuken?
vroeg Hamish, die zijn stem terugvond.
Ze stapte op haar naaldhakken voor hem uit, het hoofd vooruit, alsof ze bezig was aan te vallen. Hier,
zei ze. Hamish onderdrukte een zucht van opluchting. De keuken was functioneel, en