Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De dood van een roddeltante - Hamish Macbeth
De dood van een roddeltante - Hamish Macbeth
De dood van een roddeltante - Hamish Macbeth
Ebook182 pages2 hours

De dood van een roddeltante - Hamish Macbeth

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

'De dood van een roddeltante' is een bijzonder moordmysterie dat fans van Agatha Christie, Rhys Bowen en Simon Brett, en liefhebbers van Schotland, ongetwijfeld zal aanspreken.Roddeljournaliste Lady Jane Winters neemt geen blad voor de mond en dat komt haar duur te staan! Met haar vlijmscherpe opmerkingen maakt ze zich niet geliefd onder haar medecursisten tijdens een cursus vliegvissen. Maar wanneer op een dag haar levenloze lichaam uit het water gevist wordt, staat dorpsagent Hamish Macbeth voor een groot raadsel. Wie haatte haar zó erg, dat ze vermoord moest worden? 'De dood van een roddeltante' is een komische misdaadroman en het eerste deel in de bekende Hamish Macbeth-reeks van M.C. Beaton. De langlopende serie Hamish Macbeth werd bewerkt tot een succesvolle BBC-serie met Robert Carlyle in de hoofdrol. De Hamish Macbeth-serie is een verzameling mysterieromans geschreven door de veelbekroonde Schotse auteur M.C. Beaton. De serie draait om het personage Hamish Macbeth, een politieagent in het fictieve dorp Lochdubh in de Schotse Hooglanden. Macbeth is een uniek personage dat bekend staat om zijn luiheid en onwil om meer verantwoordelijkheid op zich te nemen dan nodig is. Maar hij is ook erg intelligent en heeft een diep begrip van de menselijke natuur, eigenschappen die hem tot een zeer goede detective maken.Gedurende de serie onderzoekt Macbeth een verscheidenheid aan misdaden, variërend van moorden tot diefstallen.Een van de unieke kenmerken van de Hamish Macbeth-serie is de focus op de kleine, hechte gemeenschap van Lochdubh. Terwijl Macbeth misdaden onderzoekt, raakt hij vaak verwikkeld in het persoonlijke leven van zijn buurtbewoners, en Beaton balanceert behendig het grotere mysterieplot met deze kleinere, meer intieme dorpsverhalen. Dit geeft de serie een gezellig, bijna charmant gevoel, ondanks de vaak gruwelijke misdaden die Macbeth moet oplossen.Al met al is de Hamish Macbeth-serie een heerlijke verzameling knusse mysteries die fans van het genre zal aanspreken, evenals lezers die houden van verhalen met sterke, boeiende karakters en levendige beschrijvingen van het leven op het Schotse platteland.
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateJul 14, 2021
ISBN9788726582482

Read more from M.C. Beaton

Related to De dood van een roddeltante - Hamish Macbeth

Titles in the series (3)

View More

Reviews for De dood van een roddeltante - Hamish Macbeth

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De dood van een roddeltante - Hamish Macbeth - M.C. Beaton

    De dood van een roddeltante

    Translated by H.G. Fonteyn

    Original title: Death of a Gossip

    Original language: English

    Copyright © M.C. Beaton Limited 1985.

    The right of M.C. Beaton to be identified as the author of the work has been asserted by her in accordance with the Copyright Designs and Patents Act 1988 and equivalent laws worldwide.

    Copyright © 1985, 2021 M.C. Beaton and SAGA Egmont

    All rights reserved

    ISBN: 9788726582482

    1st ebook edition

    Format: EPUB 3.0

    No part of this publication may be reproduced, stored in a retrievial system, or transmitted, in any form or by any means without the prior written permission of the publisher, nor, be otherwise circulated in any form of binding or cover other than in which it is published and without a similar condition being imposed on the subsequent purchaser.

    www.sagaegmont.com

    Saga Egmont - a part of Egmont, www.egmont.com

    Ter herinnering aan de tijd in Fleet Street,

    voor mijn beste vriendin,

    Rita Marshall, met liefde

    Personages (in volgorde van optreden)

    John Cartwright: eigenaar van de Lochdubh School voor Zalm- en Forelvissen

    Heather Cartwright: zijn vrouw en mede-eigenaar van de school

    Marvin Roth: Amerikaans zakenman en beoogd congreslid

    Amy Roth: zijn vrouw

    Lady Jane Winters: weduwe uit de betere klasse

    Jeremy Blythe: een Londense advocaat

    Alice Wilson: een secretaresse uit Londen

    Charlie Baxter: een twaalfjarige jongen uit Manchester

    Majoor Peter Frame: gepensioneerd legerofficier, ervaren visser

    Daphne Gore: debutante uit Oxford

    Hamish Macbeth: dorpsagent

    Priscilla Halburton-Smythe: dochter van een plaatselijke grootgrondbezitter

    Inspecteur Blair: hoofd van de recherche van Strathbane

    Rechercheurs Jimmy Anderson en Harry McNab: zijn assistenten

    John Harrington: maakt Priscilla Halburton-Smythe het hof

    Kolonel en mevrouw Halburton-Smythe: de ouders van Priscilla

    Meneer Johnson: hotelmanager

    Angus MacGregor: stroper

    In het bos zat je ongevraagd naast mij.

    Je zei: ‘Een prachtig uitzicht hebben wij!’

    Je zei: ‘Heerlijk, eventjes alleen te zijn.’

    En: ‘Wat gaat de tijd toch snel.’

    Mijn hemel, zeg, ik wens je naar de hel!

    Vrij naar Rupert Brooke

    Dag 1

    Vissen: eindeloze verwachting en eeuwige teleurstelling

    - Arthur Young

    ‘Ik haat die eerste dag van de week,’ zei John Cartwright knorrig. ‘Weer beginnen met zo’n nieuwe groep. Alsof ik het podium op moet. Ik heb altijd het idee dat ik me moet verontschuldigen voor het feit dat ik Engels ben. Mensen die helemaal naar de Schotse wildernis hier komen verwachten dat ze les krijgen van een behaarde Rob Roy, die met een rollende r grove grappen maakt en ruige kreten slaakt.’

    ‘Klets niet,’ zei zijn vrouw Heather rustig. ‘Het gaat elke keer weer goed. We hebben deze visschool nu al drie jaar en we hebben nog nooit ontevreden klanten gehad.’

    Ze keek haar echtgenoot liefdevol aan. John Cartwright was klein, mager en pezig, en nerveus. Hij had zandkleurig piekhaar en opvallende lichtblauwe ogen. Heather was een van zijn eerste cursisten geweest op de Lochdubh School voor Zalm- en Forelvissen.

    Hij was gevallen voor haar achterwaartse worp. Haar andere lichamelijke kwaliteiten had hij pas na hun huwelijk leren kennen.

    Heather gold als de betere hengelaar, hoewel ze haar grotere bekwaamheid tactvol verborg achter een plezierige, moederlijke wijze van optreden. Ondanks het enorme verschil in temperament waren zowel Heather als John toegewijde, fanatieke hengelaars.

    Vissen was hun hobby, hun werk, hun obsessie. In de zomer kwam er elke week een nieuwe groep cursisten aan in het Lochdubh Hotel. Zo’n groep bestond vrijwel nooit uit alleen amateurs; vaak waren er ervaren vissers bij, die op deze wijze voor een redelijke prijs in uitstekend viswater konden vissen. John hield zich dan gewoonlijk met de experts bezig, terwijl Heather moederde over de beginnelingen.

    De groep bestond altijd uit maximaal tien personen. Dit keer waren er op het laatste moment twee afvallers, zodat ze er slechts acht verwachtten.

    John pakte een vel papier. ‘Ik denk dat ze allemaal gisteravond in het hotel zijn aangekomen. We hebben een Amerikaans echtpaar uit New York, meneer en mevrouw Roth; ene Lady Winters, weduwe van een politicus van de Labourpartij; Jeremy Blythe uit Londen; Alice Wilson, ook uit Londen; Charlie Baxter, een jongen van twaalf uit Manchester – die zit niet in het hotel, hij logeert bij een tante in het dorp; majoor Peter Frame. Donders, die doorgedraaide majoor hebben we hier eerder gehad. Zo’n vent die altijd zijn officiersrang blijft gebruiken en maar niet aan het leven in de burgermaatschappij kan wennen. En dan hebben we Daphne Gore uit Oxford. Ik zal de majoor er zo snel mogelijk in z’n eentje op uit laten gaan. Misschien kun jij het beste op de jongen letten.’

    John Cartwright keek uit het hotelraam en fronste: ‘Daar komt die klaploper van een dorpsagent aan. Ik heb tegen het hotel gezegd dat ik voor acht man koffie moet hebben. Maar Hamish zal hier als een hond blijven zitten tot hij ook koffie krijgt. Ik kan beter even bellen dat ze een extra kopje klaarzetten.

    Wat die agent nodig heeft, is een goede, sappige moord. Dan hebben wij geen last van hem. Hij heeft niets anders te doen dan wat in het dorp rondlummelen en iedereen voor de voeten lopen. Jimmy, de waterdrost, zei me onlangs dat hij denkt dat Hamish Macbeth stroopt.

    ‘Dat betwijfel ik,’ zei Heather. ‘Daar is hij te lui voor. Hij zou moeten trouwen. Hij moet minstens vijfendertig zijn. Hij heeft de meeste meisjes in het dorp al een gebroken hart bezorgd. Ik snap niet wat er zo aantrekkelijk aan hem is.’

    Ze kwam naast haar echtgenoot voor het raam staan en hij sloeg een arm om haar mollige schouders. Hamish, de dorpsdiender van Lochdubh, wandelde over de pier voor het hotel, zijn pet op het achterhoofd en zijn handen in z’n zakken. Hij was heel lang en dun en hij bewoog zich onhandig. Zijn uniform slobberde om zijn magere lijf en de te korte mouwen lieten een deel van zijn knokige onderarmen bloot. Boven zijn dienstlaarzen kwamen geitenwollen sokken tevoorschijn. Hij nam de pet van zijn hoofd en woelde door zijn felrode haar. Vervolgens reikte hij in zijn tuniek en krabde bedachtzaam onder een arm.

    De geur van verse koffie steeg op vanuit de hotellounge onder het slaapkamerraam van de Cartwrights. Blijkbaar bereikte deze ook de neusgaten van de politieman, want Hamish snoof plotseling als een hond en begon met vastberaden stappen richting het hotel te lopen.

    Het Lochdubh Hotel was in de vorige eeuw door de Hertog van Anstey gebouwd als een van zijn vele landhuizen. Het was ontworpen als een kasteel, met torens rondom. Aan de achterzijde waren aangelegde tuinen en aan de voorzijde grensde het aan het schone, heldere water van de Lochdubh. In de lobby en de eetzaal hingen opgezette hertenkoppen en oude wapens en er waren diverse open haarden. Bovendien zwaaide een van de beste chef-koks van Schotland de scepter in de keuken. De prijzen waren astronomisch, maar de toeristen kwamen bij bosjes, wat deels te verklaren was door het feit dat de hoofdweg nogal abrupt eindigde voor het hotel, dat daarmee de enige veilige haven was in een wildernis van heidevlakten en hoge bergen.

    Het dorpje Lochdubh lag aan de voet van twee grote bergen die de Twee Gezusters werden genoemd. Het bestond uit een verzameling huisjes, gebouwd in de achttiende eeuw om de visindustrie in de Hooglanden van een impuls te voorzien. De bevolking was sindsdien gestadig in aantal afgenomen.

    Er was een kleine supermarkt annex postkantoor, een bakkerij, een kunstnijverheidszaakje en er waren vier kerken, elk met ongeveer vijf parochianen.

    Het politiebureau was een van de weinige moderne gebouwen. Het oude politiebureau was een soort van vocht doortrokken hut geweest. Agent Hamish Macbeth was als dorpsagent in dienst getreden, precies een jaar voordat de visschool was opgericht. Niemand wist precies hoe hij het voor elkaar gekregen had, maar in een mum van tijd had hij een keurig nieuw huis voor zichzelf gebouwd met daaraan grenzend een modern kantoor, inclusief een cel.

    De vorige diender had zijn rondes op de fiets gedaan. Agent Macbeth had een splinternieuwe Morris aan de autoriteiten weten te ontfutselen. Hij hield kippen en ganzen en had een grote, onderdanige waakhond van onbestemd ras, die luisterde naar de naam Towser.

    Lochdubh lag hoog in het noordwesten van Schotland. In de winter zonk het weg in een lange winterslaap, maar ’s zomers brachten de toeristen het weer tot leven. Die toeristen waren overwegend Engelsen, die door de plaatselijke inwoners behandeld werden met een vertoon van Hooglandse beleefdheid, hoewel onder dit laagje vernis de Hooglandse haat hoogtij vierde.

    John Cartwright wrong zich al een maand in allerlei bochten om de visschool rendabel te krijgen toen hij Heather ontmoette. Het was Heather die de boekhouding had overgenomen en advertenties in glossy tijdschriften geplaatst had. Het was Heather die Johns lage prijzen verdrievoudigd had, erop wijzend dat mensen graag betaalden als ze het idee hadden dat ze iets exclusiefs ontvingen en dat de prijzen trouwens toch nog redelijk waren, gezien het uitstekende zalmviswater waarin ze mochten vissen. Dankzij Heather werd het een succes. Ze was mollig, had grijze haren en was een moederlijk type. Haar huwelijk met John Cartwright was haar tweede. John dacht soms dat hij er wel nooit achter zou komen wat er achter haar bedaarde voorkomen omging, maar hij hield net zo veel van haar als van vissen en soms dacht hij, enigszins ongemakkelijk, dat de school zonder haar nooit van de grond gekomen zou zijn. Over het algemeen prees hij echter zijn eigen zakelijk inzicht en zijn vrouw deed alles om hem daarin te bevestigen.

    Hij trok zijn oude visjack met de vele zakken aan, pakte zijn aantekeningen en keek nerveus naar zijn vrouw.

    ‘Vind je niet dat we… dat we ze samen zouden moeten verwelkomen?’

    ‘Ga jij maar, lieverd,’ zei Heather. ‘Roep maar als je ze gaat uitleggen hoe ze knopen moeten leggen. Als je eenmaal begint te praten, vergeet je vanzelf hoe zenuwachtig je was.’

    John gaf haar een vlugge kus op de wang en ging de grote trap af. Hij hoopte maar dat het een leuke groep zou zijn. De majoor kende hij in elk geval, hoewel dat eigenlijk alleen betekende dat hij wist welke problemen hij kon verwachten. Hij duwde de deur naar de zaal open en keek nerveus naar de acht mensen die elkaar afwachtend stonden aan te kijken. Een slecht teken. Doorgaans hadden ze zichzelf al aan elkaar voorgesteld tegen de tijd dat hij zijn opwachting maakte.

    Agent Hamish Macbeth zat in een luie stoel bij het raam en deed de kruiswoordpuzzel in de Daily Telegraph, terwijl hij tussen zijn tanden door een irritant wijsje floot.

    John haalde diep adem. Licht, camera, actie. Hij kwam op.

    ‘We moeten elkaar eerst maar eens leren kennen,’ zei hij, en glimlachte nerveus naar de zwijgende groep. ‘Mijn naam is John Cartwright en ik ben uw instructeur. We hebben ontdekt dat het wel zo prettig is als we elkaar bij de voornaam noemen. Wie wil de eerste zijn?’

    ‘De eerste met wat?’ vroeg een zwaargebouwde dame gebiedend.

    ‘Ha, ha. Nou, met zichzelf voorstellen, bedoel ik.’

    ‘Ik ga wel eerst,’ klonk een stem met een Amerikaans accent. ‘Mijn naam is Marvin Roth en dit is mijn vrouw Amy.’

    ‘Ik ben Daphne Gore,’ zei een lange blondine lijzig, terwijl ze haar vingernagels bestudeerde.

    ‘Jeremy Blythe.’ Een knappe, stevig gebouwde jongeman met een vrolijk gezicht, blond krullend haar en helderblauwe ogen.

    ‘Charlie Baxter.’ De twaalfjarige knul. Mollig, gladde huid, donkere krullen en een opmerkelijk koele, onderzoekende blik voor iemand die nog zo jong was.

    ‘Mij kent u al. Majoor Peter Frame. Noem me maar majoor, dat doet iedereen.’ Klein grijs snorretje in een smal, gerimpeld gezicht; een weke, pruilende mond; splinternieuwe viskleding.

    ‘Alice Wilson.’ Aardig, blozend meisje, licht Liverpools accent; verkeerde kleren.

    ‘Ik ben Lady Jane Winters. Jullie mogen me Lady Jane noemen. Dat doet iedereen.’ De zwaargebouwde dame. Forse boezem, gehuld in een zijden blouse. Stevige dijen in een te strakke kniebroek, forse kuiten in geitenwollen kousen. Vlezig gezicht, grote blauwe ogen met overhangende oogleden. Kleine, kromme neus. Verongelijkte mond.

    ‘Mooi zo. En nu we elkaars namen kennen… eerst maar eens koffie,’ zei John opgewekt.

    Hamish maakte zich los uit de leunstoel en slenterde op het groepje af.

    Lady Jane zag hem misprijzend naderen.

    ‘Neemt de dorpsagent ook visles?’ vroeg ze. Haar stem was hoog en luid, haar toon opvallend scherp.

    ‘Nee, meneer Macbeth drinkt vaak koffie met ons op de eerste dag.’

    ‘Waarom dat?’ Lady Jane stond met haar handen in haar zij tussen Hamish en de koffietafel. De politieman rekte zijn nek en keek over haar aanzienlijke schouderpartij naar de koffiepot.

    ‘Nou,’ zei John kort, wensend dat Hamish voor zichzelf sprak, ‘we houden allemaal van een kopje koffie op z’n tijd en...’

    ‘Ik betaal geen belasting om de dienaren van de openbare orde te onderhouden,’ zei Lady Jane. ‘Ga aan je werk, agent.’

    De politieman glimlachte beminnelijk, een onnozele blik in zijn hazelnootkleurige ogen. Hij deed een pas naar voren en wilde haar passeren. Lady Jane blokkeerde zijn pad.

    ‘U drinkt uw koffie normaal, agent?’ vroeg Marvin Roth. Hij was een lange, peervormige man met een rond, kaal hoofd en hij droeg een dikke bril met een hoornen montuur. Hij leek zo te zijn weggelopen uit een van die cartoons in de New Yorker, waarin rijke Amerikanen uit de betere buurten op de hak genomen werden.

    Hamish maakte voor het eerst geluid. ‘Normaal drink ik eigenlijk thee,’ zei hij met zijn zachte Hooglandse accent, ‘maar als ik de kans krijg lust ik graag een bak koffie.’

    ‘Hij bedoelt: of je melk en suiker wilt,’ interrumpeerde John Cartwright, gewend aan het vertalen van Amerikaanse zegswijzen.

    ‘Ja, graag, meneer,’ zei Hamish. Lady Jane begon te blazen van woede toen Marvin een kop koffie inschonk en deze over haar schouder aan de diender aanreikte. Alice Wilson liet een nerveus gegiechel horen en sloeg haar hand voor haar mond om het te smoren. Lady Jane maakte een

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1