Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Alleen Moord (Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1)
Alleen Moord (Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1)
Alleen Moord (Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1)
Ebook262 pages3 hours

Alleen Moord (Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1)

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

ALLEEN MOORD (een Sadie Price FBI Suspense Thriller-Boek 1) is de debuutroman in een nieuwe reeks van mysterie- en thrillerauteur Rylie Dark.

Special agent Sadie Price, een 29-jarige rijzende ster op het departement Gedragsanalyse van de FBI, verbluft haar collega's door overplaatsing aan te vragen naar het afgelegen regiokantoor van de FBI in Alaska. Terug in haar thuisstaat, een plek waarnaar ze had gezworen nooit meer terug te keren, wordt Sadie, die een geheim uit haar recente verleden ontvlucht, geconfronteerd met haar demonen, waaronder de onopgeloste moord op haar zus. En tegelijkertijd krijgt ze opdracht een nieuwe seriemoordenaar op te sporen.

Twee vrouwen worden dood aangetroffen in een afgelegen gebied in Noord-Alaska, in de buurt van Sadie's geboorteplaats, drijvend onder het ijs, hun lichamen geconserveerd, min of meer op dezelfde manier als Sadie's eigen vermoorde zus - een herinnering die haar nog steeds achtervolgt. De zaak komt veel te dicht bij huis, vertroebelt Sadie's oordeel, en roept herinneringen op aan haar vervreemde vader en vermoorde zus, herinneringen waar ze nog niet klaar voor is.

Dit deel van Alaska - ijzig, ruig, afgelegen, bevolkt door verstotenen - blijkt zelfs voor een doorgewinterde FBI-agent als Sadie ondoordringbaar. Evenals zijn landschap spreidt de moordenaar meer boosaardigheid en sluwheid ten toon dan Sadie ooit eerder gezien heeft. Temidden van verbijsterende aanwijzingen weet Sadie maar één ding zeker: hij slaat opnieuw toe.

Tegen haar wil moet Sadie samenwerken met sheriff Logan Cooper - vrijgezel, onwillig en zelf ook met een duister verleden. Samen moeten ze de paden van de verwrongen geest van deze moordenaar betreden en de hulp inroepen van de lokale bevolking, hoe vijandig ook, om het patroon van deze moorden op te lossen voordat een ander meisje van het leven wordt beroofd.

Kan Sadie de moorden oplossen voordat het te laat is, terwijl er ook nog een grote storm op komst is? Of eindigt ze als het volgende lichaam onder het ijs?

De SADIE PRICE-reeks is een meeslepende misdaadthriller boordevol actie, spanning, verrassingen en wendingen die je niet ziet aankomen. Word verliefd op een briljant, getekend nieuw personage en laat je uitdagen te midden van een onherbergzaam landschap een ondoordringbare misdaad op te lossen.

Boeken #2 en #3 uit de reeks - ALLEEN RAZERNIJ en ALLEEN VAN HEM - zijn nu ook verkrijgbaar.
LanguageNederlands
PublisherRylie Dark
Release dateJun 16, 2022
ISBN9781094356051
Alleen Moord (Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1)

Related to Alleen Moord (Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1)

Titles in the series (1)

View More

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Alleen Moord (Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1)

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Alleen Moord (Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1) - Rylie Dark

    cover.jpg

    A L L E E N   M O O R D

    Een Sadie Price FBI-thriller – Boek 1

    R y l i e   D a r k

    Rylie Dark

    Debuutauteur Rylie Dark is de auteur van de SADIE PRICE FBI-THRILLER-reeks, bestaande uit zes boeken (en daar wordt aan toegevoegd) en de CARLY SEE FBI-THRILLERS, bestaande uit drie boeken (en daar wordt aan toegevoegd).

    Rylie is fervent lezer en levenslang fan van het mysterie- en thrillergenre. Rylie vind het heerlijk om van jou te horen, ga dus meteen naar www.ryliedark.com om op de hoogte te blijven van alle nieuwtjes.

    Copyright © 2021 door Rylie Dark. Alle rechten voorbehouden. Behalve zoals toegestaan onder de US Copyright Act van 1976, mag geen enkel deel van deze publicatie gereproduceerd, gedistribueerd of verzonden worden  in welke vorm of op welke manier dan ook, of opgeslagen in een database of zoeksysteem, zonder voorafgaande toestemming van de auteur. Dit e-boek is alleen voor persoonlijk plezier gelicentieerd. Dit e-boek mag niet doorverkocht worden of worden weggegeven aan andere mensen. Als je dit boek met een andere persoon wilt delen, koop dan voor elke ontvanger een extra exemplaar. Als je dit boek leest en het niet hebt gekocht of het niet alleen voor jouw gebruik is gekocht, stuur het dan terug en koop je eigen exemplaar. Bedankt voor het respecteren van het harde werk van deze auteur. Dit is een fictief werk. Namen, personages, bedrijven, organisaties, plaatsen, evenementen en incidenten zijn ofwel het product van de verbeelding van de auteur of worden fictief gebruikt. Elke gelijkenis met werkelijke personen, levend of dood, is geheel toevallig. Kaftafbeelding Copyright Ervin-Edward, gebruikt onder licentie van Shutterstock.com.

    BOEKEN VAN RYLIE DARK

    EEN SADIE PRICE FBI-THRILLER

    ALLEEN MOORD (boek 1)

    INHOUDSOPGAVE

    HOOFDSTUK EEN

    HOOFDSTUK TWEE

    HOOFDSTUK DRIE

    HOOFDSTUK VIER

    HOOFDSTUK VIJF

    HOOFDSTUK ZES

    HOOFDSTUK ZEVEN

    HOOFDSTUK ACHT

    HOOFDSTUK NEGEN

    HOOFDSTUK TIEN

    HOOFDSTUK ELF

    HOOFDSTUK TWAALF

    HOOFDSTUK DERTIEN

    HOOFDSTUK VEERTIEN

    HOOFDSTUK VIJFTIEN

    HOOFDSTUK ZESTIEN

    HOOFDSTUK ZEVENTIEN

    HOOFDSTUK ACHTTIEN

    HOOFDSTUK NEGENTIEN

    HOOFDSTUK TWINTIG

    HOOFDSTUK EENENTWINTIG

    HOOFDSTUK TWEEËNTWINTIG

    HOOFDSTUK DRIEËNTWINTIG

    HOOFDSTUK VIERENTWINTIG

    HOOFDSTUK VIJFENTWINTIG

    HOOFDSTUK ZESENTWINTIG

    HOOFDSTUK ZEVENENTWINTIG

    HOOFDSTUK ACHTENTWINTIG

    HOOFDSTUK NEGENENTWINTIG

    HOOFDSTUK DERTIG

    HOOFDSTUK EEN

    Geen kip te bekennen.

    Deze tijd in de ochtend was hem dierbaar. De stilte die even allesomvattend was als het ijs dat alles om hem heen bedekte, de lucht die nog die inktkleur had die het onmogelijk maakte te kunnen zien zonder zijn hoofdlamp. Het was minstens een uur voor zonsopgang en hij was de enige visser op het meer. Dat was precies hoe Tom Willoughby het graag zag.

    Hij vond een vreemde troost in de stilte, of tenminste, misschien niet zo heel vreemd gezien het feit dat hij zijn huis deelde met een praatgrage vrouw en dochter, en twee eindeloos kwebbelende kleinkinderen. Het bevroren meer en de duisternis voor zonsopgang waren zijn ontsnapping geworden. Omgeven door niets dan ijs en bergen bezaaid met pijnbomen. Een hard en meedogenloos landschap. Toch was het voor hem de mooiste plek ter wereld.

    Tom neuriede zachtjes in zichzelf terwijl hij dezelfde voorbereidingsroutine doorliep die hij al jaren uitvoerde; eerst een mooi gat maken, dan lokaas aan de haken plaatsen en dan ervoor zorgen dat de hengels en haspels in de perfecte positie zaten. Deze routine was hem inmiddels een tweede natuur en vereiste weinig bewust nadenken. Al snel was hij klaar. Het enige wat hij nu hoefde te doen, was wachten.

    IJsvissen kon een moeizame en soms ondankbare taak zijn, maar Tom was een van de besten. Hij kende de ideale tijden om te vissen en de beste plekken, en waar je een goede school ridderforel, de grootste snoeken en zelfs wat zoetwaterzalmen kon vinden. Het was alweer een tijdje geleden dat hij een smakelijke zalmbuit mee naar huis had genomen. Tom kende ook de kunst van het stilzijn, in tegenstelling tot sommige toeristen die hier op bezoek kwamen, met hun glimmende nieuwe uitrusting en dure sneeuwschoenen, en hun gretige pogingen een goede vangst uit de bevroren meren te halen.

    Tom zat in gedachten verzonken toen een van zijn lijntjes bleef haken en hem dwong weer op te letten. Met geoefende vaart begon hij zijn vangst binnen te halen, maar merkte toen dat de hengel omboog en zijn rug kromde onder het gewicht ervan. Hij voelde de opwinding erin hakken; wat dit ook was, het was groot, groter nog dan de enorme snoek die hij nu vijf jaar geleden had gevangen, waar heel Anchorage het toen over had gehad.

    Net als die snoek wilde deze niet gevangen worden, en de zware weerstand belastte zijn spieren en deed het zweet op zijn voorhoofd uitbreken. Terwijl hij worstelde met het wezen aan het uiteinde van zijn haak en de hengel uit zijn handen dreigde te springen, vroeg Tom zich af of het wel een vis was die hij had gevangen. Het stribbelde niet tegen, het gaf geen wanhopige rukken om zich los te worstelen. Het voelde als een dood gewicht.

    Terwijl hij het naar het gat sleurde, spanden zijn spieren zich tot het uiterste en begon Tom een onheilspellend gevoel gewaar te worden, naarmate het dichterbij kwam.

    Dat gevoel werd realiteit toen zijn vangst eindelijk te zien kwam. Van onder het oppervlak van het gat kwam het tevoorschijn, blauw en opgeblazen met een vreemde glans op de wasachtige huid.

    Tom kon de dood herkennen, en zijn ogen spanden zich in om te kunnen zien in wat voor soort dierenkarkas zijn haak genesteld zat. Welk zielig wezen was vast komen te zitten onder het bevroren meer totdat hij het terug naar het licht had gesleept?

    Toen zag hij de lange lokken donker haar en trok zijn maag zich samen. Instinctief riep hij om hulp, hoewel hij wist dat er niemand in de buurt was om hem te horen, en plotseling leek de stilte helemaal niet meer zo troostend.

    HOOFDSTUK TWEE

    Jessica!

    gilde Sadie terwijl ze de heuvel af rende, slippend op het ijs. Achter haar riepen haar vrienden dat ze terug moest komen, dat ze niet moest gaan kijken, maar Sadie voelde de hoop in haar opkomen, hoewel ze ergens al wist dat het zinloos was.

    Jessica was al drie dagen vermist, middenin een winter die zelfs naar de begrippen van het achterland streng was. Als het inderdaad haar zus was die ze uit het bevroren meer onderaan de heuvel aan het vissen waren, dan kon ze onmogelijk nog in leven zijn.

    En toch had Sadie nog hoop.

    Jessica kon niet weg zijn. Haar oudere zus was haar rots in de branding, de persoon op wie ze vertrouwde en degene die haar beschermde tegen de dronken woedeaanvallen van hun vader die om de een of andere reden altijd Sadie als doelwit hadden. Na een paar glazen gaf hij Sadie de schuld van alles.

    Hij zou een manier vinden om haar dit ook kwalijk te nemen. Dat deed hij altijd.

    Het sprankje hoop veranderde in wanhoop toen Sadie de bodem van de heuvel bereikte en op het meer af rende. Een menigte toeschouwers had zich verzameld om te zien wat – of wie – het Duikopsporingsteam had gevonden. Gezichten draaiden zich om toen ze dichterbij kwam, en ze hoorde een gemompel door de menigte gaan.

    Ze hoorde het medelijden in hun stem nog voordat ze kon verstaan wat ze zeiden, en toen wist ze het. Wist ze het echt.

    Jessica was er niet meer. Maar het lichaam dat ze uit het meer haalden, dat ze nu kon zien, dat kon niet haar zus zijn. Onder de blauwe tint en de opzwelling kon het misschien op haar lijken, kon het misschien haar lange donkere haar hebben, maar Jessica was het niet. Een bevroren stapel vlees kon niet haar levendige, mooie zus zijn. Misschien was ze daar ooit gehuisvest, maar Jessica was er niet meer.

    Iemand kwam voor haar staan met de  handen uitgestrekt, waardoor ze niet dichterbij kon komen.

    'Sadie, lieverd,' herkende ze de stem van een van haar vaders vrienden, 'blijf hier. Zo wil je haar niet zien.'

    'Het is Jessica niet,' zei ze koppig, terwijl ze zich een weg probeerde te banen. Handen grepen haar armen vast. Er waren nu andere volwassenen om haar heen die haar aanspraken op een gedempte toon die haar woest maakte. Ze vocht tegen hen. Een agent van de staatspolitie kwam op haar af, zijn gezicht getekend door hetzelfde medelijden als de anderen.

    'Laat me los!' schreeuwde ze. Ze wilde niet met hem praten, met geen van hen. Ze wilde het niet horen.

    Ergens vandaan klonk een luid snikkend kabaal, een geluid dat leek te echoën rond de meren, losgekomen van de bron. Het duurde even voordat Sadie besefte dat het bij haar vandaan kwam.

    Toen zakte ze ineen en viel op de grond in de zachte sneeuw. Iemands armen werden om haar heen geslagen, maar Sadie duwde ze weg. Iemand praatte tegen haar en probeerde haar te kalmeren. Haar te vertellen dat alles goed zou komen.

    Sadie wist dat de persoon loog.

    Niets kwam ooit nog weer goed.

    *

    Sadie schrok wakker, keek wild om zich heen in de verwachting het meer en de menigte mensen te zien. Verward besefte ze dat ze in een taxi zat.

    Het was maar een droom, hield ze zichzelf voor terwijl ze diep ademhaalde en probeerde haar bonzende hartslag te kalmeren. Alleen maar een droom.

    Het was lang geleden dat ze daarover had gedroomd. Een glimp uit een verleden dat ze met veel moeite in haar geheugen had weggestopt.

    Maar nu reed ze het rechtstreeks weer binnen.

    Sadie zag de taxichauffeur haar met bezorgde ogen in de achteruitkijkspiegel aankijken. Ze hoopte dat ze niet in haar gebroken slaap had liggen spartelen of praten.

    Het was negen uur geleden dat de taxi haar had opgehaald van het vliegveld van Juneau, en afgezien van een paar plaspauzes had ze niet de kans gehad haar benen te strekken. Voordat ze had gedroomd had ze geprobeerd om af en toe wat te slapen, maar werd ze wakker toen haar hoofd tegen het raam bonkte en haar herinnerde aan waar ze was en waar ze heen ging.

    Naar huis.

    Grappig, het voelde helemaal niet aan als thuis.

    Aan weerszijden van haar strekte het landschap van Alaska strekte zich mijlenver uit. De met sneeuw bedekte bergen torenden boven haar uit en lieten haar zich zoveel kleiner voelen dan in de stad. Het pikkedonker van de nacht had plaatsgemaakt voor het doffe grijs van de vroege ochtend en haar omgeving begon vorm aan te nemen. In deze tijd van het jaar was het hele gebied bedolven onder verschillende tinten wit, van de bedrieglijk pluizige sneeuwdekens die de groenblijvende planten bedekten, tot de blauwwitte bergtoppen boven haar. Het was zowel vertrouwd als vreemd, een andere wereld dan die waaraan ze, in de tien jaar sinds ze was vertrokken, gewend was geraakt.

    Aan weerszijden van de weg werden ze ingesloten door sneeuwbanken die twee keer zo hoog waren als zijzelf. Er waren die ochtend maar weinig andere auto's op de weg, afgezien van een enkele sneeuwvrachtwagen en een andere, eenzame taxi die in de tegenovergestelde richting reed. Zij verlieten Anchorage, net op het moment dat Sadie terugkeerde.

    In tegenstelling tot haar was het landschap onveranderd. Lang nadat ze weg was, zouden dezelfde bergen hier nog staan, onbewogen neerkijkend op de reizigers beneden, niet in het minst onder de indruk van hun komen en gaan. Even ongevoelig voor Sadies terugkeer als op de dag dat ze was vertrokken, de dag waarop ze had gezworen ze nooit meer terug te zien.

    Maar in tegenstelling tot vele anderen die Alaska verlieten, was het niet het meedogenloze landschap of het barre klimaat dat haar ertoe had aangezet om te vertrekken.

    Hoewel het niet koud was in de taxi, huiverde Sadie en trok ze haar jas strakker om zich heen, alsof ze zo kon voorkomen dat de herinneringen haar overweldigden. Hoe dichter ze bij haar ouderlijk huis kwam, hoe scherper die werden. Waarom had ze toch gedacht dat ze met het verstrijken van de tijd gemakkelijker te verdragen zouden zijn? Niet voor de eerste keer trok ze haar beslissing om terug te keren in twijfel. Dat ze nu net wilde ontsnappen naar de eerste plek waaruit ze ooit had moeten ontsnappen.

    'We zijn er bijna, mevrouw,' zei de chauffeur nors, haar gedachten onderbrekend. Sadie mompelde een bedankje, terwijl ze haar ogen van de bergen en het ijs afwendde. Ze keek voor zich uit terwijl ze iets begonnen te naderden dat in de buurt van beschaving kwam.

    Ze sloegen de hoofdweg af naar de stad. De sneeuwbanken en de groenblijvende bergtoppen vormden het decor voor rijen grijze gebouwen en hier en daar wat lokale bedrijfjes. Een man op een hondenslee stak de weg voor hen over en de taxichauffeur maakte geïrriteerde geluiden. Hij had duidelijk haast om Sadie af te zetten zodat hij kon gaan slapen.

    Ze moest we plotseling aan denken hoe ze met haar vader over deze weg had gereden, op weg naar het stadscentrum om de maandelijkse inkopen te doen en goederen in te slaan die ze door een strengere winter dan deze door moest helpen. Niet dat de winters in Alaska ooit mild waren.

    Hij had tegen haar zitten schreeuwen, de knokkels wit van het vastgrijpen van het stuur, en speeksel dat uit zijn razende mond vloog en op het dashboard voor hem terechtkwam. Sadie kon zich niet herinneren waar hij over had geschreeuwd, maar dat deed er niet toe. Hij was altijd aan het schreeuwen.

    Vooral tegen haar. Op de een of andere manier was alles altijd Sadies schuld geweest, tenminste in de ogen van haar vader.

    Ze stopten voor het vierkante, bruine gebouw van het FBI-regiokantoor in Anchorage, en Sadie slaakte een zucht waarvan ze niet eerder had beseft dat ze die inhield. Ze was er, op haar nieuwe basis. De gevolgen van haar beslissing om van Washington, D.C. helemaal naar Alaska te verhuizen werden plotseling heel echt voor Sadie. Maar voordat ze de deur van de taxi opendeed rechtte ze haar schouders, trok haar capuchon en sjaal op en herinnerde zichzelf eraan dat haar beslissing de juiste was geweest. Ze stapte naar buiten, de hoofdstraat op. Haar beenspieren protesteerden na urenlang stil te hebben gezeten in de taxi.

    Sadie hapte naar adem toen de kou haar trof als een klap in het gezicht.

    Ze had het natuurlijk verwacht, maar was vergeten dat het woord koud hier, diep in Alaska, heel andere connotaties had dan in het zuiden. Zeker midden in de winter. Dit was een gevoelloosheid tot op het bot die ijzel op haar wimpers achterliet, ondanks de bontkap die ze op had en de dikke sjaal die om haar gezicht was gewikkeld. Haar keel bevroor bij elke inademing toen ze haar koffer van de taxichauffeur aannam en hem bedankte voor zijn diensten.

    En het effect was niet alleen lichamelijk. De temperatuurschok na de warmte in de taxi leek haar denken te bevriezen, en het duurde een paar minuten waarin Sadie zich moest herstellen voor ze het kantoor betrad, alwaar ze een lege receptie aantrof.

    Sadie stampte met haar voeten op het plastic rooster dat als welkomstmat diende om de sneeuw van haar laarzen te schudden, en wierp haar eerste blik op het regiokantoor van Anchorage.

    Het was een stuk kleiner en sjofeler dan ze gewend was, een heel eind verwijderd van de glanzende en gepolijste zalen van het hoofdkwartier in D.C. Daar was Sadie een van de honderden ronddrentelende mensen, allemaal met een air van belangrijkheid terwijl ze hun federale taken uitvoerden. Dit kantoor was bijna griezelig stil, en het leek alsof er een laag stof zich aan elk beschikbaar oppervlak had gehecht. Haar stelligheid over haar beslissing knipperde even toen ze om zich heen keek en besefte wat ze had achtergelaten.

    In het zuiden werd Anchorage gezien als een doodlopende weg als het op carrièreverloop aankwam, maar Sadie wist dat dat geen afspiegeling was van het kaliber van de agents. Uit ervaring wist Sadie dat Alaskanen ruige, veerkrachtige mensen waren, en ze maakte zich er geen illusies over dat dit een gemakkelijke post zou zijn, hoewel het wel rustiger zou zijn dan ze gewend was.

    Die stilte, herinnerde ze zichzelf, was waarom ze dit had aangevraagd. Alaska was wat haar moeder altijd een 'gebied van uiteinden' had genoemd, en met de eindeloze witheid die zich uitstrekte tot aan de Noordelijke IJszee, had het voor Sadie altijd als de rand van de wereld aangevoeld.

    En dan waren er natuurlijk nog de mensen. 'Op het randje' was een goede omschrijving. Naast het harde uithoudingsvermogen van de inboorlingen, de vissers en de medewerkers van het booreiland, waren er mensen die vanuit andere plaatsen hierheen waren verhuisd, op zoek naar de stilte en de sneeuw. Buitenbeentjes, meestal, of bandieten. Mensen die ergens voor wegliepen.

    Sadie dacht dat ze er misschien eigenlijk toch wel naadloos tussen zou passen.

    'Kan ik u helpen?'

    Een jonge veldagent kwam door een aangrenzende deur de receptie binnen. Helderblauwe ogen keken Sadie achterdochtig aan. Ze haalde haar penning onder de dikke randen van haar jas vandaan.

    'Special agent Price meldt zich voor dienst,' zei Sadie, en ze zag het respect in de ogen van de andere agent glinsteren. Hij leek jong en pas gekwalificeerd, zonder de afgematte blik die alle agents vroeg of laat kregen.

    Geef hem tijd, dacht Sadie. De tien jaren die ze in deze baan had besteed waren voldoende om iedereen af te matten. Hij stuiterde bijna op haar af om haar de hand te schudden, een hand die nog steeds in haar gewatteerde handschoen was gestoken. Ze kon zich niet voorstellen dat ze het ooit warm genoeg zou hebben om ze uit te trekken.

    'Veldagent O'Hara,' zei hij. Sadie zag de piekerige stoppels op zijn kin. 'We zullen op een gegeven moment vast wel samenwerken.'

    Sadie glimlachte beleefd en wilde het niet voor de jongere agent verpesten door hem te vertellen dat ze, als het even kon, het liefst alleen werkte. Dezer dageb, in ieder geval.

    O'Hara had waarschijnlijk een enthousiastere reactie verwacht, want zijn glimlach vervaagde een beetje. 'Oké, ik zal u verder leiden,' zei hij. Sadie ging achter hem aan, door de deur waaruit hij binnen was gekomen, en de gang op naar het kantoor van de ASAC, oftewel Assistant Special Agent-in-Charge, de special agent die de leiding had over het kantoor. Anchorage was niet groot genoeg om een adjunct-directeur te rechtvaardigen, ook al name het de hele staat waar.

    Sadie had haar huiswerk gedaan voordat ze aankwam, en ze wist dat de ASAC, Paul Golightly, een ervaren agent was met tientallen jaren ervaring in het veld. Oorspronkelijk afkomstig uit Ketchikan, was hij zijn hele leven in Alaska gebleven en weigerde hij koppig overplaatsing naar andere staten, hoewel Sadie vermoedde dat hij een hogere rang had kunnen bereiken als hij het wel had gedaan.

    Plotseling nerveus, vroeg ze zich af hoe ze zou worden ontvangen en hoe Golightly het zou vinden dat een van Quantico's toppertjes op zijn kantoor kwam te werken. Ze was zo gefocust geweest op het achterlaten van haar oude functie dat ze weinig had nagedacht over de nieuwe, waaronder haar nieuwe collega's. Maar nu voelde ze haar handpalmen klam worden van verwachting.

    Golightly's koele grijze ogen namen haar op toen ze zijn kantoor binnenkwam.

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1