Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Boek Drie - Bovennatuurlijk: Het Leven Van William Branham: Het Leven Van William Branham: De  Man En Zijn Opdracht (1946 - 1950)
Boek Drie - Bovennatuurlijk: Het Leven Van William Branham: Het Leven Van William Branham: De  Man En Zijn Opdracht (1946 - 1950)
Boek Drie - Bovennatuurlijk: Het Leven Van William Branham: Het Leven Van William Branham: De  Man En Zijn Opdracht (1946 - 1950)
Ebook363 pages5 hours

Boek Drie - Bovennatuurlijk: Het Leven Van William Branham: Het Leven Van William Branham: De Man En Zijn Opdracht (1946 - 1950)

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Meteen nadat de engel William Branham had bezocht en hem had gezegd, dat hij geroepen was om een gave van genezing aan de volken van de wereld te brengen, verscheen het eerste teken: wanneer hij de hand aanraakte van iemand die leed aan een ziekte die veroorzaakt werd door een ziektekiem, dan ontstond er een lichamelijke reactie

LanguageNederlands
Release dateApr 1, 2021
ISBN9781955401258
Boek Drie - Bovennatuurlijk: Het Leven Van William Branham: Het Leven Van William Branham: De  Man En Zijn Opdracht (1946 - 1950)

Related to Boek Drie - Bovennatuurlijk

Titles in the series (5)

View More

Related ebooks

Reviews for Boek Drie - Bovennatuurlijk

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Boek Drie - Bovennatuurlijk - Owen Jorgensen

    BOVENNATUURLIJK

    Het Leven van

    William Branham

    Boek 3

    De Man en Zijn Opdracht

    (1946-1950)

    Owen Jorgensen

    BOVENNATUURLIJK:

    Het Leven van William Branham

    Boek 3: De Man en Zijn Opdracht

    (1946 – 1950)

    Auteursrechten © 2021

    Alle rechten zijn voorbehouden onder Internationale- en PanAmerikaanse Auteursrechtenverdragen. Geen gedeelte van dit boek mag worden gereproduceerd in welke vorm ook, zonder dat eerst een geschreven toestemming van de auteur wordt verkregen. Dit omvat alle vermenigvuldigings-technieken, hetzij elektronische- of mechanische-, inclusief fotokopiëren, bandopnamen, of welke andere wijze van gegevensopslag of zoeksystematiek ook. Het zonder toestemming dupliceren van dit boek is een overtreding van internationale Auteursrechtenwetten.

    ISBN: 978-1-955401-25-8

    Gepubliceerd door: Supernatural Christian Books

    560 S 8th St. Silsbee, Texas 77656

    william@supernaturalchristianbooks.com

    +1 409 234 3921

    Gedistribueerd door: Supernatural Christian Books

    Ergens in de wereld zoekt een ernstige tiener naar antwoorden op vragen, zoals: Bestaat God werkelijk? Zo ja, wie is Hij dan? En wáár is Hij ? En is deze God geïnteresseerd in mijn leven?

    Aan jou, jonge zoeker, is dit boek opgedragen, Want eens was ik óók zo.

    INVOERING

    Vijfentwintig jaar zijn verstreken sinds BOVENNATUURLIJK Het leven van William Branham voor het eerst werd gedrukt in 1993. Het lezerspubliek en de invloed ervan blijven zich uitbreiden. Het is in het Engels geschreven en is nu in meer dan een dozijn talen vertaald. Sommige van deze talen worden veel gesproken, zoals Chinees, Frans, Duits, Russisch en Spaans. Maar mensen in kleinere landen hebben het ook willen delen door het te vertalen in talen die zo divers zijn als het Noors, Farsi en Vietnamees.

    In het najaar van 2015 reisde ik door Oost-Europa waar ik een aantal van deze vertalers ontmoette. Vanuit Duitsland bezocht ik Tsjechië, Slowakije, Polen, Kroatië, Roemenië en Hongarije. Ik heb nooit iemand gevraagd om mijn biografie van William Branham te vertalen. Mensen zien gewoon de waarde ervan en doen vrijwilligerswerk. In de afgelopen zes maanden heb ik een verzoek gekregen uit Zweden om het in het Zweeds te vertalen en uit Pakistan om het in het Urdu te vertalen. De lijst met talen wordt steeds groter. Deze biografie is een wereldwijd project geworden. (Mijn oprechte dank aan iedereen die in welke hoedanigheid dan ook aan dit project heeft bijgedragen.) Een man in Zimbabwe heeft zelfs een app ontwikkeld waarmee deze boeken gratis op smartphones kunnen worden gelezen of beluisterd om mensen in achtergestelde landen te helpen.

    Waarom is er zoveel belangstelling voor het leven van William Branham? Het is natuurlijk een spannend verhaal - een van de meest intrigerende waargebeurde verhalen die je ooit zult lezen. Maar er zijn veel interessante verhalen in de wereld. Wat onderscheidt dit verhaal? De reden is simpel. Zijn verhaal spreekt tot het hart op een manier die maar weinig andere dingen doen. Het lijkt mensen oneindig toepasbaar op hun eigen leven - zo erg zelfs dat velen het meer dan eens lezen. Met wat extra aandacht en gebed kan het verhaal van William Branham veel van de grootste levensvragen beantwoorden - zowel spiritueel als praktisch.

    Uiteindelijk zijn het waarschijnlijk de eeuwige antwoorden die het meest overtuigend zijn. Ik heb het zo in mijn leven gevonden. Ik hoop dat jij dat ook zult doen.

    -Owen Jorgensen, 2018

    INHOUDSOPGAVE

    Invoeringvii

    31. De Vreemde Droom Van Een Blinde Man 11

    32. Uitdagende Krankzinnigheid 19

    33. Een Gebedsrij Van Acht Dagen 31

    34. Een Schokkende Thuiskomst 45

    35. Een Cheque Van $1.500.000,- Geweigerd 53

    36. Apache Geloof 63

    37. De Bestraffing Van De Engel 71

    38. De Wonder-Rij 77

    39. De Rocky Mountains Van Colorado 85

    40. De Grote Test 91

    41. De Bosworth Connectie 103

    42. Gebroken En Hersteld 115

    43. Het Tweede Teken Verschijnt 125

    44. Zijn Bediening Begrepen 133

    45. De Fort Wayne Fenomenen 147

    46. Engel Gefotografeerd In Houston 163

    47. De Wanhopige Vlucht Van Een Nachtegaal 181

    48. Opwekking Van Een Dode Jongen Door Een Visioen 189

    49. Vrienden En Vijanden 205

    50. Een Wasvrouw Dwingt Zijn Vliegtuig Tot Landen 217

    51. Visioenen Uitgelegd 223

    52. Een Adelaar Op Het Troublesome River Pad 231

    Bronnen En Eindnoten241

    Over De Auteur247

    HOOFDSTUK 31

    DE VREEMDE DROOM VAN EEN BLINDE MAN

    1946

    GEÏNSPIREERD door de verbazingwekkende genezingen in St. Louis, verspreidde het nieuws zich als een lopend vuurtje, met uitlo- pers naar de staten van het Zuiden en Mid-westen: het verhaal ver- spreidend dat een onbekende prediker uit Indiana, genaamd William Branham, een engel had ontmoet, die hem had opgedragen om een gave van Goddelijke genezing tot de lijdende mensheid te brengen. Niet lang nadat Bill thuis kwam uit St. Louis, kwam er een telegram van een andere prediker die hij niet kende - ene Reverend (Letterlijk: „Eerwaarde heer?; - Vert.) Adams uit Camden, Arkansas, die Bill wil- de ondersteunen voor een weeklange genezingscampagne in zijn stad. Bill stemde ermee in en afspraken werden afgerond voor begin augus- tus 1946.

    Omdat Bill zelf geen kostuum bezat, nam hij een tweedehands pak aan, van een van zijn broeders. Dit pak had geleden tijdens een auto ongeval en was door het ongeluk op verschillende plekken ge- scheurd. Meda repareerde de pantalon met een paar opstrijkbare stuk- jes stof, terwijl Bill een grote, tamelijk in het oog springende scheur dichtnaaide in de rechterzak van het colbert. Daarna pakte Meda zijn twee witte overhemden, verwijderde voorzichtig het stiksel van de ver- sleten kragen, keerde de kragen, en stikte ze er weer op. Bill pakte één klein koffertje in, gooide hem achter in zijn oude Ford en zette koers naar het zuiden.

    Toen hij Camden bereikte, begroette Bill Rev. Adams met een te- rughoudende handdruk, met de woorden: Verontschuldig mij voor mijn linkerhand, maar die is nader tot mijn hart. In werkelijkheid schaamde hij zich gewoon voor de slordige reparatie die hij aan zijn colbertzak had uitgevoerd, wat hij met zijn rechterhand wilde bedek- ken. Dit zou voor de volgende paar maanden zijn standaard gewoonte zijn.

    Camden, vlakbij de zuidelijke grens van Arkansas, had een be- scheiden bevolking van 15.000 mensen. Maar toen de samenkomsten aanvingen, werd al spoedig duidelijk dat er van overal uit het zuiden mensen kwamen. Voorganger Adams had een grote gymnastiekzaal van een school gehuurd en de eerste avond was het afgeladen vol. Bill trachtte de mensen te bemoedigen om God te geloven, hun eraan her- innerend dat bij God alle dingen mogelijk zijn. (Matth. 19: 26;- Marc 9: 23); maar de stemming onder de toehoorders bleef stijf en sceptisch. Ze leken gekomen te zijn uit nieuwsgierigheid en zaten er nu met een houding van bewijs het maar! Bill smeekte hen om hun geest open te stellen, zeggende: Dierbare vrienden, ik ben slechts een mens, maar ik probeer u uit te leggen dat God Zijn engel heeft gezonden en hij bíj mij is geweest.

    Een ogenblik later merkte Bill dat de atmosfeer veranderde. Hij kon die aanwezigheid voelen die hij ook in zijn grot bij Tunnel Mill gevoeld had. Blijkbaar merkte het gehoor het ook, want de mensen begonnen verwonderd om zich heen te kijken. Toen zag Bill die draaiende vuurcirkel de deuren achterin het gymnasium binnenkomen. Ik hoef er niet meer over te spreken, zei Bill, want hij komt hier nu.

    Dat bovennatuurlijke vuur bewoog zich over het gangpad heen, vlak boven de hoofden van de mensen. Ademloze verwondering ver- spreidde zich door de menigte. Vrouwen en kinderen schreeuwden, vielen flauw, of deinsden ontzet terug. Er was een kreupele Baptisten predikant die in een rolstoel zat, die in het gangpad stond; een heel eind naar voren. Toen de Vuurkolom over hem heen kwam, sprong hij uit zijn rijdende gevangenis en duwde de rolstoel door het gangpad voor zich uit, God lovend zo luid hij maar juichen kon. Dat haalde het gehoor met een schok uit het scepticisme.

    Ondertussen was het amberkleurige licht verder naar voren ge- komen, waar het stilstond; zwevend vlak boven Bills hoofd. Pastor Adams stond aan de andere kant van de preekstoel, toen een fotograaf van een krant een foto maakte, het bovennatuurlijke licht vastleggend op film. Het volgende ogenblik naderde Rev. Adams het fenomeen alsof hij het zou gaan aanraken, roepend: Ik zie dat! Het licht vlam- de helderder en pastor Adams deinsde terug, tijdelijk verblind. Toen verdween de ster.

    Vanaf dat moment smolt de twijfel van de menigte en gedurende de rest van de avond rees het geloof als een vloedgolf. Bill vroeg de mensen die gebed wensten, om aan de zijkant van de zaal een rij te vormen. Honderden stonden op en drongen zich in wat enigszins op een rij leek. Bill wilde dat de mensen van de rechterkant naar hem toe kwamen, omdat hij de druk voelde van de engel des Heren die daar stond. Bill zou de rechterhand van een persoon in zijn linkerhand ne- men. Bij hen die ziekten hadden die verband hielden met ziektekie- men, zou dit veroorzaken dat zijn hand elke keer rood opzwol. Na het gebed wist hij dat deze mensen genezen waren als zijn hand weer normaal werd. Voor diegenen die andere kwalen hadden, klopte het geloof in hun harten zo sterk, dat een eenvoudig gebed in Jezus? Naam vaak alles was, wat er nodig was om te bereiken wat voordien onmogelijk mocht hebben geleken.

    Die avond vonden er wonderen plaats in honderden levens. Bill bad voor de zieken, één voor één, tot diep in de nacht. Tegen de tijd dat hij eindelijk stopte, voelde zijn linkerarm zo verdoofd, dat hij, toen hij weer terug in zijn hotelkamer was, hem een half uur onder stromend water moest houden om het gevoel in zijn spieren weer te- rug te krijgen.

    De volgende morgen na het ontbijt, toen Bill in zijn hotelkamer aan het bidden was, hoorde hij een gesprek, net buiten zijn deur. Een man zei: Wel, ik wil even een woord met broeder Branham spreken. Ik ben verslaggever en ik wil hem iets laten zien.

    Een medewerker van het hotel die opdracht had om Bills deur in de gaten te houden, antwoordde: Ik kan het niet helpen dat u dat bent. Mijn opdracht is om niemand daar binnen te laten. Het is ge- bedstijd.

    Bill liep naar de deur en nodigde de verslaggever uit om binnen te komen. De reporter stapte opgewonden naar binnen. Hij haalde een foto te voorschijn en reikte haar aan. Broeder Branham, kijk hier.De foto aanpakkend, bestudeerde Bill wat er op stond. Het was een zwart-wit foto van de samenkomst van de afgelopen avond. Bill zag zichzelf achter de preekstoel staan. Boven hem pulseerde dat boven- natuurlijke licht en aan de linkerkant stond Rev. Adams.

    Broeder Branham, zei de verslaggever, Ik moet toegeven dat ik gisteravond binnen kwam als scepticus. Ik dacht dat al dit gepraat over een engel en genezing gewoon maar psychologie was. Maar hier staat het op de foto! Let op de vier lichten even ver van elkaar net on- der het balkon. Dit waren de enige lichten achter u. Dat betekent dat dit licht dat boven u en rond uw hoofd gloeit boven-natuurlijk moet zijn.

    Bill knikte. Het lijkt beslist op het licht dat ik gezien heb.

    De verslaggever zei: Ik hoor zelf bij de Baptistenkerk, maar ik wil de Heilige Geest op de manier zoals u het heeft.

    Voordat Bill kon antwoordden werd er aan de deur geklopt. Ver- wachtend dat het een kamermeisje zou zijn, was Bill verrast toen het de hoteldirectrice bleek te zijn. Ze liep naar binnen, nerveus een sleu- tel aan haar vinger ronddraaiend. Bill liet haar de foto van de engel des Heren zien.

    Dat is de reden waarom ik u kwam opzoeken, zei ze. Broeder Branham, ik was daar gisterenavond en ik heb dat licht ook gezien. Kijk… Ze scheen zich niet op haar gemak te voelen, alsof ze moeite had om de juiste woorden te vinden. Broeder Branham, ik… ik wil wederom geboren worden.

    Als antwoord deed Bill het zonnescherm omhoog en wees naar een paar heuvels buiten de stad. Ziet u die witte weg die tussen die pijnbomen door naar beneden loopt? Een paar dagen geleden ben ik daarboven ongeveer vier uur lang geweest, vurig biddend dat God Zijn engel deze stad zou laten bezoeken en als nooit tevoren de harten van de mensen zou aanraken. Nu is het gebeurd. Het is niet moeilijk om wederom geboren te worden. Het is gewoon eenvoudig zaak om uw leven volkomen over te geven aan Jezus Christus.

    De drie knielden neer op de hotelkamervloer en zowel de direc- teur als de verslaggever werd opnieuw geboren in het gezin van God.

    Een uur later kwam een jongen aan de deur met een telegram van een andere prediker, Reverend G. Brown, die Bill vroeg om samen- komsten in Little Rock, Arkansas te komen houden. De jongen die het telegram afleverde bleef in de gang dralen alsof hij nog iets meer te zeggen had. Bill vroeg hem of er nóg iets was. De jongen zei: Mijn vader had al jaren iets niet in orde met zijn rug. Afgelopen avond werd hij genezen en vandaag is hij anders. Het is alsof ik een nieuwe vader heb. Ik wil óók Jezus kennen.

    Je hart zij gezegend, zoon. Kom hier binnen en sluit de deur. Je kunt Jezus hier meteen vinden. Het is niet moeilijk.

    De jongeman knielde neer, legde zijn pet op de vloer en gaf zijn hart aan Christus.

    Tijdens heel de rest van de week in Camden, groeide de mensen- massa naarmate de mensen over hun genezing getuigden tegen vrien- den en buren, en er bij hen op aandrongen om zelf te gaan kijken hoe God hun stad bezocht had door een engel. Avond aan avond bad Bill voor een eindeloze rij mensen totdat de klok voorbij middennacht stond. Tegen de tijd dat Bill op zaterdag de laatste genezingssamen- komst van de week hield, voelde hij zich uitgeput.

    Rev. Adams had geregeld dat Bill op zondagmorgen zou prediken in een plaatselijke kerk. Omdat het alleen prediking zou zijn en geen bidden voor de zieken, voelde Bill dat hij genoeg kracht had om het te doen. Natuurlijk kwamen meer mensen naar de kerk dan er in konden.

    Na de dienst hielpen vier potige politiemannen Bill en Reverend Adams door de menigte heen naar de rode auto van de voorganger. Mensen drongen zich naar voren om Bill te zien, sommigen probeer- den hem aan te raken. De agenten hielden hen weg. Bills hart voelde alsof het zou breken bij het zien van kreupelen en moeders met zieke baby?s die in de druilerige regen stonden, smachtend naar genezing. Hij wilde elk van ze aanraken en voor ze bidden tot hij geen adem meer in zijn lichaam had, maar hij wist dat hij het niet kon. Na een korte rust, had hij verplichtingen waaraan hij zich moest houden in Little Rock.

    Boven het rumoer van de menigte uit hoorde Bill iemand roepen: Heb medelijden! Heb medelijden! Hij keek rond en zag een oude kleurling man en vrouw staan, op een klein heuveltje achter de kerk - op behoorlijke afstand van de geheel uit blanken bestaande menigte. (In deze tijd waren de Jim Crow-wetten nog steeds van kracht in het zuiden, die het zwarte mensen verbood om zich op openbare plaatsen onder de blanken te mengen.) Deze oude zwarte man hield zijn pet in zijn handen, wat de regen toestond om een dun randje grijs haar bo- ven op zijn hoofd nat te maken. Hij bleef zijn klaagzang aanhouden:

    Medelijden! Medelijden! Heb medelijden!

    Arme kerel, dacht Bill, terwijl hij begon door te lopen. Toen stond hij plotseling stil en keek achterom naar de oude man. Er ge- beurde iets ongebruikelijks. Bill kon het voelen: als een druk die te- gen zijn huid aan duwde, iets wat zijn zintuigen prikkelde. Het was een goed gevoel; niet slecht, en Bill voelde dat het op één of andere manier te maken had met die kleurling man die naar hem riep van bo- ven op dat heuveltje. Bill begon in de richting van de oude man te lo- pen.

    Eén van de politiemannen die hem begeleidden, vroeg: Waar gaat u heen Eerwaarde?

    De Heilige Geest wil dat ik ga naar waar die kleurling man is, antwoordde Bill.

    De agent waarschuwde: Doe dat niet, jongen. Met al deze blanke mensen die aan je trekken zul je een rassenrel veroorzaken. Dit is het zuiden!

    Bill wees het gevaar van de hand. Ik kan niet helpen dat uw wet- ten dat zeggen. De Heilige Geest zegt mij om met die man te gaan praten.

    De vier politiemannen volgden Bill de kleine heuvel op, waar de zwarte man en vrouw stonden. Terwijl Bill dichterbij kwam, hoorde hij de vrouw tegen de man zeggen: Schat, hier komt de dominee.

    Bill kwam heel dichtbij, terwijl de agenten een kring om hen heen vormden om de menigte weg te houden. Kan ik u helpen oom? vroeg Bill.

    De man hield zijn hoofd scheef naar de verkeerde kant ten einde naar hem te kijken. Bill besefte dat de oude makker blind was. De man stotterde: Is... is dat u, dominee Branham?

    Ja, oom.

    De oude man hief zijn handen op en betastte zachtjes Bills ge- zicht.

    Oh, u is een jonge man.

    Niet al te jong, zei Bill. Ik ben 37.

    "Dominee Branham, heeft u even een moment om naar mij te luisteren?

    Ga maar door, oom.

    Ik heb al tien jaar lang blindenpensioen. Ik woon ongeveer 300 kilometer hier vandaan. Tot vanmorgen had ik nog nooit in mijn leven van u gehoord. Ongeveer om drie uur werd ik wakker in de kamer - natuurlijk, ik kan niets zien - maar kijkend, zag ik recht voor mij, mijn oude mamma. Ze is nu al vele jaren gestorven; maar toen ze leefde, had ze godsdienst zoals u heeft. Mijn mamma heeft mij tijdens haar leven nooit één leugen verteld. Vanmorgen stond ze daar en zei: „Lie- ve kind, sta op, doe je kleren aan en ga naar Camden, Arkansas. Vraag naar iemand die dominee Branham heet, en je zult je gezichts- vermogen ontvangen.? Dus hier is ik. Kunt u mij helpen?

    Terwijl zijn hart pijn deed van sympathie, legde Bill een hand over de ogen van de oude man en bad: Hemelse Vader, ik begrijp niet dat zijn moeder aan hem verscheen in een droom, maar ik vraag u in de Naam van Jezus om zijn gezichtsvermogen weer terug te ge- ven.

    De massa was aan het opdringen. De politiemannen hadden moei- te om ze tegen te houden. Bill wist dat hij zo snel als hij kon bij de au- to moest komen, dus keerde hij zich om, om te vertrekken. De oude man glimlachte en begon met zijn hoofd te knikken, kalm en tevreden zeggend: Dank U Heere, dank U!

    Zijn vrouw keek hem met grote ogen aan. Schat, kun je zien?

    Jazeker, ik kan zien. Ik zei je, dat als ik hier kwam, dat ik zou zien. Kijk daar. Hij wees naar de auto waar Bill naar op weg was. Zie je die auto daar? Die is rood.

    Zijn vrouw schreeuwde: O, Jezus! terwijl die twee elkaar van blijdschap omhelsden.

    Hun beschermende kring steviger makend, haastten de vier poli- tiemannen zich om Bill door de opgewonden menigte heen naar de veiligheid van de rode sedan te begeleiden.

    HOOFDSTUK 32

    UITDAGENDE KRANKZINNIGHEID

    1946

    NA CAMDEN hield William Branham een week lang een gene- zings-campagne in Pine Bluff, Arkansas; ging toen door naar Little Rock, de hoofdstad van de staat. Rev. Brown had een grote gehoor- zaal gehuurd niet ver van het regeringsgebouw. Tegen deze tijd had Bills reputatie zich zo ver van mond op mond verspreid, dat de toe- hoorderscharen die de Little Rock samenkomsten bijwoonden, groter waren dan die in Camden. De gehoorzaal liep snel helemaal vol, ter- wijl men vele mensen buiten moest laten staan.

    Op de eerste avond legde Bill de opdracht van de engel uit en maakte hij de mensen deelgenoot van de getuigenissen uit Camden en Pine Bluff. Toen vroeg hij of al diegenen die gebed wilden, rechts van hem een rij wilden vormen. Honderden mensen gingen onmiddellijk staan en vormden, met behoorlijk wat verwarring, een rij. Steeds weer speelde de organist de melodie van „Geloven Alleen,? terwijl deze mensen een voor een naar voren kwamen voor gebed.

    Als iemand voor hem stond, zou Bill de rechterhand van de pa- tiënt pakken met zijn eigen linkerhand. Had die persoon een ziekte, dan zou Bill onmiddellijk trillingen, kloppend als een elektrische laagspannings-stroom, in zijn arm omhoog voelen gaan. Dan zou zijn hand rood opzwellen, alsof hij geïnfecteerd was, en zou er een serie witte knobbeltjes op de rug van zijn hand verschijnen. Uit het patroon van deze striemen kon Bill zeggen welke ziekte de persoon had. Spre- kend in de microfoon, zodat het gehoor het kon horen, zou hij het probleem identificeren: gezwel, tuberculose, kanker, enzovoort. Zijn diagnose was altijd correct. Dan zou hij bidden, demonen bestraffend in de Naam van Jezus Christus. Zodra de demonen de patiënt verlie- ten, zou Bills hand terugkeren tot zijn normale grootte en kleur. Dan zou hij de patiënt genezen verklaren en zich omkeren om de volgende persoon in de rij te ontvangen.

    Op dit punt zou dikwijls een spontaan gemompel van verbazing komen over de lippen van degenen die toekeken. Deze mannen en vrouwen hadden nooit tevoren zoiets dergelijks gezien. Hier was zichtbaar bewijs dat God in hun midden was. Het inspireerde velen tot tranen van ontzag.

    Bill was even verbaasd door zijn gave als ieder ander. Vóór zijn opdracht was het nooit bij hem opgekomen dat kiemen trilden van le- ven. Nu kon hij niet alleen de trillingen voelen, hij kon de lichamelij- ke reacties zien die ze in zijn linkerhand veroorzaakten – zowel de rode zwelling als de witte knobbeltjes die een patroon vormden al naar gelang van elke ziekte. Hoe meer Bill deze gave gebruikte, hoe meer hij leerde over de eigenschappen van demonen. Bijvoorbeeld, dat hij tegen deze tijd de reden wist waarom deze striemen aan de achterkant van zijn hand bewogen; het was omdat het demonische le- ven van de ziekte opgewonden raakte door de aanwezigheid van de engel.

    Ook het geestelijke belang van deze door ziektekiemen of virus- sen veroorzaakte trillingen begon duidelijker te worden. In zijn vrije tijd tussen de diensten las en herlas Bill het Nieuwe Testament, probe- rend de genezingsbedieningen te begrijpen van Jezus, Petrus en Pau- lus (en wel daarom, om die van zichzelf te begrijpen). De Schriften samenbrengend met zijn eigen gedachten over moderne medicijnen, scheen het hem toe of ziekten twee kanten hebben: de ene lichamelijk en de andere geestelijk. Het lichamelijk niveau was de werkelijke kiem (of het virus) dat een medisch wetenschapper kon zien door een microscoop. Maar waar kwamen deze kiemen of virussen vandaan? Zeker niet van God.

    Ziektekiemen en virussen trekken hun leven uit het van God ge- geven leven van de persoon die ze zijn binnengedrongen. Bij het lezen van Bijbelse verslagen van Jezus? eigen genezingsbediening, herken- de Bill, dat de kiemen of virussen de natuurlijke kanten waren van demonische krachten. Precies zoals elk levend schepsel een natuurlij- ke en een geestelijke kant heeft aan zijn leven, zo heeft elke ziekte dat eveneens. Doctors in de geneeskunde hielden zich bezig met de na- tuurlijke kant van een ziekte, terwijl Bill zich bezig hield met de de- monologie. Het teken in zijn hand pikte de trillingen op van dat demonische leven dat het God-gegeven leven van een menselijk we- zen aanviel.

    Bill wist dat het opzwellen van zijn hand niemand kon genezen, maar dat het gelóóf kon opbouwen. Te zien dat een ziekte bovenna- tuurlijk werd geopenbaard, kon het geloof van een persoon opbouwen tot het punt waar hij of zij God zou kunnen geloven voor genezing. Jezus zei: Als gij kunt geloven; alle dingen zijn mogelijk voor wie gelooft. (Marcus 9: 23; evenzo: Matthéüs 19: 26; Marcus 10: 27; Lucas 1: 37) En het was Jezus die het genezen deed – zowel toen als nu.

    Natuurlijk, niet ieders kwaal had een bovennatuurlijk teken nodig om het aan het licht te brengen. Sommige problemen waren voor de hand liggend. Een man had een groot, rood uitpuilend gezwel aan zijn nek. Zodra Bill Jezus vroeg om genezing van de man, werd het ge- zwel wit, viel op de vloer, en rolde tussen Bills voeten. Een kranten- verslaggever maakte een flitsopname met z?n camera en de volgende dag verscheen er een foto van dit wonder op de voorpagina.

    Een kreupele oude man, die jarenlang op krukken voortgehom- peld had, werd voor de ogen van iedereen genezen en liep het podium af, terwijl hij zijn krukken boven zijn hoofd droeg en luid Jezus Chris- tus prees. De volgende avond, toen de dienst begon, zat deze man vlak vooraan met een bord op zijn rug, waarop stond: JEZUS CHRISTUS, DEZELFDE, GISTEREN, HEDEN EN VOOR IMMER. Toen Bill eraan kwam op weg naar het podium, stond deze man op en riep: Zeg, prediker, ik wil u iets vragen.

    Bill antwoordde de man. Wat is er, pappa?

    Ik ben van de Nazarenerkerk, en toen ik u de eerste keer hoorde prediken, dacht ik dat u ook een Nazarener was. Toen, toen ik zag hoeveel Pinkstermensen er in de samenkomsten zijn, dacht ik: zeker, u moet een Pinksterman zijn. Toen hoorde ik u zeggen dat u Baptist bent. Ik begrijp het niet.

    Dat is simpel, pappa, antwoordde Bill. Ik ben een Pinkster- Nazarener-Baptist. Nadat het lachen in het gehoor over deze kleine grap was opgehouden, zei Bill: "In ernst: ik vertegenwoordig de Hee- re Jezus Christus in Zijn genade. De Schrift zegt, dat wij door één Geest allen in één lichaam gedoopt zijn en één volk worden.1 Jezus zal ons niet gaan vragen

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1