Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

50 Tinten Bier
50 Tinten Bier
50 Tinten Bier
Ebook335 pages5 hours

50 Tinten Bier

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De auteur laat de lezer op een leuke manier inkijken in zijn verleden als persoon, laten we zeggen een hilarische bibliografie, waar bieren de leidraad vormen.

Als bier-avonturier en liefhebber vertelt hij zijn mening over de bieren die hij de laatste 40 jaar heeft gedronken en geproefd. Hij schrijft over 50 willekeurig gekozen bieren die een herinnering hebben achtergelaten in zijn geest.

Dat kunnen bieren zijn die hij 40 jaar geleden geproefd heeft en die nog steeds op de markt zijn. Er zijn ook buitenlandse bieren bij waar soms nogal smalend over gelachen wordt, maar daar is niets mis mee. Hij is een wereldreiziger en ook daar is bier de leidraad.

In die tijdsgeest heeft hij hilarische, bijna ongelofelijke en grappige verhalen beleefd die hij wil delen met de lezer. Ze zijn heel herkenbaar op enkele uitzonderingen na omdat hij ook uitzonderlijke dingen heeft meegemaakt. De feiten zijn waar, maar aangepast aan de fantasie van de schrijver. Alles wordt geschreven in de taal zoals we het op een proeverij zouden doen, of zoals we er over praten in een cafe: luchtig en met een flair.

Alle bieren die beschreven zijn, worden via de research die hij gedaan heeft, uitgelegd. Dat gaat over de leuke weetjes van de bieren, de smaak, kleur en geur, het glas, de mensen achter de bieren, en ook de locaties. Elk bier heeft een legende. Het zijn interessante weetjes voor de bierliefhebber die dit boek in handen krijgt op een of andere manier.

Bier is een wetenschap en een commerciële business, dat weten de meesten, maar er mag ook eens gelachen worden.

LanguageNederlands
PublisherJAN SWERTS
Release dateNov 19, 2020
ISBN9781393978213
50 Tinten Bier
Author

JAN SWERTS

Na zijn studies hotelschool te Anderlecht in Ceria-Coovi (1977), veranderde hij zijn carrière naar het dentaal gebied (1978) als tandtechnicus, waar hij 33 jaar in actief was. Hij verhuisde naar Nepal (2011) waar hij de promotie van dentale implantaten bevorderde en ook reizen organiseerde voor de Europese toeristen. Hij kwam terug naar Belgie (2012) waar hij als biergids in Brussel rondleidingen gaf aan toeristen. Na 3 jaar werd hij biergids in brouwerij het Anker te Mechelen. Hij verhuisde naar Mexico (2016) waar hij 2 jaar als manager van een 5* hotel ging werken. Hij was ook gerant van een van de beste restaurants van de Riviera Maya in Mexico. Hij keerde terug naar Mechelen (2018) als biergids in de brouwerij Het Anker te Mechelen, waar hij nu nog steeds werkt. Bijkomend geeft hij als freelancer presentaties in binnen en buitenland over foodpairing m.b.t. bier-kaas-whiskey-en chocolade. Hij schrijft nu meerdere boeken over verschillende interesses waaronder spirituele boeken, sprookjes en bierboeken. The SoulMatter(s) 2017 50 Tinten Bier (2019) 50 Shades of Beer (2020) Anne heeft een Grote Broer (2020) Anne en de Woordjesfee Anne en het Paardenkamp Anne en het Blauwe Wolkje Anne en het Land van Mittitanië Anne en de Dansende Trein

Read more from Jan Swerts

Related to 50 Tinten Bier

Related ebooks

Related articles

Reviews for 50 Tinten Bier

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    50 Tinten Bier - JAN SWERTS

    EEN WOORDJE VOORAF

    Bier: voor sommigen een passie en voor een minderheid dan weer een nachtmerrie. Maar voor de meesten onder ons een genot dat zijn grenzen niet kent. Het Belgische bier is een prachtig product dat zijn weg gevonden heeft over heel de wereld.  Het is niet alleen een product, maar ook een ingrediënt op zich. Het is één van de smaakmakers dat ons samenbrengt. Het brengt mensen dichter bij elkaar. Het is een manier om af te spreken en het is een product waar sommigen lyrische beschrijvingen over kunnen geven over hoe het te drinken. Bier bepaalt ook de plaats waar men afspreekt en met wie.

    Het Belgische gouden vocht bepaalt in meerdere mate soms je uitspraken en je invloed en perceptie over anderen. Het tovert ongewild een glimlach op je gezicht en dat van anderen. Dit fenomeen wordt nog versterkt wanneer men de hoeveelheid opdrijft en dat soms tot hilarische situaties kan leiden. En dan kan het ook zijn dat de glimlach verandert in een grimas. Die dingen gebeuren ook.

    Vanwaar komt dit fenomeen? En waarom in België?

    In vroegere tijden en dan spreek ik over de middeleeuwen, waren het de monniken die brouwden. Het water was bevuild en om bier te maken, moet je water koken. Dat was puur uit hygiënische noodzaak. Ook de vrouwen brouwden in huis. Het was voor hun één van de huishoudelijke taken in het gezin. De kinderen dronken ook bier: het was een bier met een laag alcoholgehalte. Tijdens de middeleeuwen was het een drank van het volk. De edelen bepaalden hun ‘meerwaarde’ door het drinken van wijn. Dat was zo al in de tijd van de Romeinen. Ze vonden dat deze drank tot het gewone volk behoorde en verlaagden zich niet tot het gebruik ervan. Bier werd in die tijd vergeleken met vrouwen: het was nat en koud. Wijn daarentegen was mannelijk: warm en droog. Zo dachten de Grieken en Romeinen toch in ieder geval, ik niet uiteraard. Het fenomeen ‘bier’ werd al 8000 jaar geleden toevallig ontdekt in Irak, toen Mesopotamië, door de vrouwen. Gerst werd gebakken in een soort emmer. De buitenkant was gebakken en de binnenkant was week. Men voegde water toe tot een papje verkregen werd (verknauwen).

    Dit werd in andere kleipotten gedaan en door spontane gisting ontstond er een alcoholische drank. Soms werd er honing of fruit toegevoegd voor de smaak. Let op: zeker niet te vergelijken met de bieren die we vandaag kennen.

    Waar gaat dit boek over?

    Dit boek is een amuse-geule voor bierliefhebbers. Het is een ‘persoonlijkebeschrijving van een 50-tal bekende en minder bekende bieren en over mijn ervaring bij het drinken en proeven ervan. Het is zeker geen wetenschappelijk boek want zo zijn er al meerdere geschreven. Dat zijn boeken die geschreven zijn door brouwers, ingenieurs en andere professoren.

    Die mannen kennen alles van buiten en achterstevoren en wij zijn maar gewone stervelingen die toevallig aan de juiste kant van de toog staan. De kant van het genot en niet aan de kant van het brouwen en het schoonmaken van de installaties, de commercialisatie ervan en de marketing. Dat neemt niet weg dat ik er op een passionele manier ben ingerold. Ik hou van wijn, maar ik heb een speciale band met bier.

    Elk bier heeft een verhaaltje. Als je een boek leest over bier en wetenschap, heb je kennis. En dan moet je nog alles onthouden ook nog: een zowaar zware opgave. Dit boek is geschreven op een luchtige manier zoals we het in het café zouden beschrijven en zoals we het op een proeverij zouden leren, zoals we met elkaar over bier praten. Het is een persoonlijke ontdekking en ervaring, en op een persoonlijke manier geschreven. Het verklaart de geschiedenis.

    Hoe wordt dat bier nu gebrouwen? Even in het kort...

    De formule is vrij simpel. We hebben 4 basisproducten nodig: water, graan, hop en gist. Onder de granen is de gerst belangrijk, maar ook tarwe en haver bijvoorbeeld. Maïs en rijst worden ook wel gebruikt. Kortom, alles waar aren opstaan en op een veld groeit, kan je gebruiken in het brouwerswereldje. De gisten zullen de suikers in de granen omzetten in alcohol en koolzuur. Gerst wordt bevochtigd met water om het vochtgehalte te doen stijgen. We hebben de enzymen nodig om het zetmeel om te zetten in vergistbare suikers. Het graantje kiemt en dan wordt het proces stopt gezet door het te drogen. Zo verkrijgen we dan mout. Doen we dat niet, dan krijgen we een plant en dat is niet echt de bedoeling. Deze mouten worden in België gemaakt door gespecialiseerde bedrijven en we hebben er zo een zestal.

    Vroeger deden de brouwers dit zelf, maar was wegens de hoge productie te omslachtig. Het nam veel tijd in beslag. We noemen dit eesten. Om bleke mouten te verkrijgen worden de granen gedroogd tussen de 70 en 90 graden, de amberkleurige op 110 graden. De donkere mouten, die we karamelmouten noemen, worden gedroogd op 150 graden. Dan heb je nog de zwarte mouten die tot 240 graden gedroogd worden en daar maken ze dan bieren van zoals Stouts en Guinness bijvoorbeeld. De mout bepaalt dus de kleur van het bier. Weet dat alle donkere bieren gemaakt zijn van bleke mout. Het suikergehalte en het zetmeel in de bleke mout hebben de hoogste waarde.

    De brouwer gaat dan een ongeveer een 10% karamelmout toevoegen en zo verkrijgt men een donker bier. Wanneer ze bijvoorbeeld een 2% gaan toevoegen, verkrijg je een amberkleurig bier. De brouwer kan dus aan de slag door de granen te malen (schroten) en in de kuip te kieperen. Water wordt toegevoegd en opgewarmd in stappen van gemiddeld 55, 65, 72 tot 78 graden. Dat heet maischen. In Engeland doen ze dat anders. Daar gaan ze maischen van 55 graden tot 80 graden in één stap. We verkrijgen een zowat zoetere vloeistof met vaste bestanddelen.

    De vaste bestanddelen worden eruit gefilterd en worden gebruikt als eiwitrijk veevoeder. Dat heet dan draf. Het wort (het suikerwater van de granen) gaat dan minstens een uur opgewarmd worden tot het kookpunt. Bittere en aromatische hoppen worden toegevoegd en dienen meteen ook als bewaarmiddel. Er bestaan zo een 180 verschillende soorten hop in de wereld. Er zijn drie categorieën: bittere hoppen, aromatische hoppen en dubbeldoelhoppen. Er worden op het einde van het kookproces andere ingrediënten zoals kruiden en gedroogde vruchten toegevoegd voor de smaak. Dit beslag noemt men wort. Dit wordt gefilterd en verdwijnt dan in gistingstanks waar de gist wordt toegevoegd. De gist gaat de suikers omzetten in alcohol en koolzuur. Dat neemt zo een 6 tot 7 dagen in beslag. Op deze manier wordt een biertje geboren. Daarna volgt het bewaren van het bier op een koele temperatuur om het te laten rusten. Het is tenslotte een chemisch proces. Dat gebeurt op min 1 of 2 graden en voor een speciaal bier duurt het rusten een tweetal weken.

    Het bier wordt dan gefilterd, gebotteld en wel of niet gepasteuriseerd. Vervolgens worden gist en suikers toegevoegd om een hergisting op fles te krijgen. De kratten worden daarna in warme kamers geplaatst voor enkele weken (3) op een temperatuur van 24 graden. We kunnen stellen dat de ganse productie voor een speciaal bier ongeveer 7 tot 8 weken duurt. Voor gewone pilsener en lagers is dat een drietal weken. Heineken en Budweiser twee dagen. Dit is uiteraard een grapje. We mogen ook eens lachen. Ik vertel dat wel eens op een rondleiding als ik Nederlanders of Amerikanen in de groep heb. Altijd gieren. Daarbij, waarom hebben we van die grappen over zulke bieren? We komen ze overal ter wereld tegen. Meestal zijn ze niet zo goed en wat flauwtjes. De enige reden daarvoor is de logistiek. Stel je bijvoorbeeld voor dat een Heineken van Amsterdam naar Nepal zou getransporteerd moeten worden. Dat komt per container dan aan in Oost-India. Na het lossen en wie weet in welke omstandigheden gaat het per vrachtwagen over hobbelige wegen naar Nepal. Daar wordt het gelost en staat er denkelijk een paar weken te wachten bij de douane in volle zon tot het geleverd kan worden ergens in Kathmandu.

    De vervaldata van pilsbieren en aanverwanten zijn maar 4 tot maximum 6 maanden. Die flesjes zijn meestal transparant of groen. Hop verdraagt geen zonlicht. Het vervoer per boot duurt meestal wel een paar weken tot een paar maanden. De kwaliteit gaat dan erop achteruitgaan. Ik ga ook niet echt een Stella drinken in Hong Kong. Dat is not done.

    Feiten.

    We mogen uiteindelijk plechtig verklaren dat België het centrum van het universum der bieren is. Zo zie ik het tenminste. Ik heb al redelijk veel van de wereld gezien en overal de lokale bieren wel eens geproefd. Vele bieren zijn uitstekend, maar de meeste zijn veel minder in kwaliteit en sommige zijn zelfs niet te drinken. Alles wordt bepaald door hun cultuur, achtergrond en uiteraard de nodige ingrediënten. En niet alle ingrediënten zijn hetzelfde zoals in België. Het water alleen al bepaalt een groot deel van de smaak. Het is het belangrijkste ingrediënt en water is overal verschillend in de wereld. Tijdens mijn verblijf in Nepal dronk ik soms wel eens een Tuborg of Karlsberg die ter plaatse gebrouwen waren. Het water is daar anders, maar de bewaring en rijping gebeurt onder andere omstandigheden dan elders. Dat is niet helemaal hetzelfde als in Denemarken.

    In België drinken we nogal veel liters bier en ik ben er trots op er een mooie schakel in te zijn samen met veel collegae’ proevers en liefhebbers. Gelukkig worden het aantal liters per persoon in ons land niet bepaald door hoeveel ik drink. De ‘drink’-hoeveelheid voor pils mag dan wel gedaald zijn de laatste jaren, de kwaliteit en kwantiteit van speciaal bieren daarentegen is gestegen. Er verschijnen vele nieuwe brouwerijen op het toneel. Het zijn veelal microbrouwerijen die een plaats in dit gele universum willen veroveren. En terecht vind ik. Ik juich alles toe zolang het me kan inspireren en laten genieten. De prikkeling over je tong, de explosies van bitterheid en de lange of soms korte afdronk maken me een gelukkig mens. Als je maar in de mood bent. En mocht ik dat niet zijn, kom ik er automatisch in net door dat granenvocht door mijn mond te spoelen, de hemel te aanschouwen en zeggen dat het verdorie toch lekker is. En zolang je dat met vrienden, vriendinnen of familie doet, is het leven toch mooi.

    We tellen 308 werkende brouwerijen (sinds maart 2019) in ons land die dan ongeveer 2 miljard liter produceren waarvan zestig procent naar het buitenland gaat. Dit cijfer kan variëren naargelang het jaar. Er komen er nog altijd meer brouwerijen bij. Onder de nieuwkomers zijn er veel microbrouwerijen. In 2017 waren dat er 34 die erbij kwamen en tot half 2018 zijn er nog eens een twintigtal bijgekomen. Dit is ons cultureel erfgoed en ondertussen Unesco Erfgoed (sinds 2017). Dat maakt dat we een 75 liter aan pils per persoon naar binnen slurpen per jaar. Vroeger was dat een 115 liter per persoon. Je kan dat met bier. Je kan dat drinken, proeven en savoureren, zuipen, snuiven, opzuigen met een rietje, mixen met wat anders, likken, bekijken, ruiken en ga zo maar door. Wij, de Belgen, zijn niet alleen wereldkampioenen in het voetbal, maar ook in het drinken van bier. Het OESO (organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling) heeft berekend dat we 12,6 liter per persoon drinken per jaar. Hiermee bedoel ik pure alcohol! We laten de Polen (12,3L) en Fransen (11,9L) achter ons op dat vlak. En die mannen kunnen er ook wat van, geloof me. Hoeveel is dat in pinten? Niet moeilijk, gewoon vermenigvuldigen met 80: een slordige 1000 pintjes (duh!). Tip: voor wijn vermenigvuldig je dat met 8.

    Een 70% van de Belgische bieren bestaat uit pilsbieren, maar de volgorde van voorkeur voor de mensen zijn toch de trappistenbieren, dan de abdijbieren, streekbieren en dan de sterke blonde bieren. Wij - met glorierijke Galliërs als voorouders - drinken een 900 miljoen liter per jaar. En dat is toch heel wat. Er zijn de laatste 20 jaar wat dingen veranderd. Vroeger dronk men op restaurant praktisch geen bier, maar enkel wijn. Die 15% bierdrinkers op restaurant is ondertussen gestegen naar 25%. Restauranthouders gaan ook meer en meer speciaal-bieren combineren met hun gerechten. Voor mij zijn de kazen en bieren een perfecte combinatie. Je kan daar heel ver in gaan.

    Het is niet de bedoeling van dit boek alles over ‘het maken’ van bieren uit te leggen. Daar is betere en meer gespecialiseerde literatuur over geschreven. Het boek is een private ervaring over bieren die ik gedronken heb. Ik beschrijf de bieren zoals ik ze heb leren kennen en zoals ze voor mij proefden toen ik ze dronk. Er is bij elk bier dat ik bespreek een verhaal verbonden over wat er toen gebeurd is met het degusteren en/of drinken van die bieren. De soms sarcastische visie en seksistische beschrijvingen van de verhalen zijn in de tijdsgeest van toen beschreven, dus neem de schrijver niet kwalijk over sommige uitspraken.

    Elk bier dat in België gebrouwen wordt, heeft een verhaal dat soms honderden jaren teruggaat. Sommige bieren zijn verbonden aan oude legendes, sommigen verhalen zijn pure fantasie.

    In dit boek beschrijf ik leuke, spannende en soms hilarische verhalen die ik heb meegemaakt tijdens mijn toevallig onderzoek naar dit geweldige product. Sommige verhalen zijn waar, andere verhalen zijn dan weer volledig verzonnen. Dat laat ik aan de fantasie van de lezer over. ‘The story’ aan het einde van de beschrijving van het bier is in de ik vorm geschreven. Dit heb ik gedaan voor het gemak en het schrijft gemakkelijker. Alle namen van de personages zijn uiteraard fictief. Elke ‘Story’ is gemarkeerd met één, twee of drie sterren. Dat vind je in de Chinese restaurants ook terug. Het bepaalt de graad van de ‘kruidigheid van de tekst’. Kijk maar eens naar nummer 38 van het menu van je favoriet Chinees restaurant.

    Sommige verhalen gaan 40 jaar terug en andere zijn dan eventueel van vorig jaar of waarom niet vorige week. Want uiteindelijk drink ik elke dag mijn biertje. De bieren die ik uitleg zijn kleurrijk uitgelegd: een beetje informeel en met een Vlaamse toets. Ik vertel kleine weetjes die je misschien nog niet wist. Het boek moet ook een leerzame ontdekking zijn en het zou je moeten stimuleren andere bieren te ontdekken met de eventuele geschiedenis erbij. Afhankelijk van de datum van aankoop van het boek kunnen er afwijkingen zijn over de feiten van de bieren omdat het een snelle wereld in verandering is.

    Of je daarbij de verhalen die eraan gekoppeld zijn ook moet uitvoeren, is volledig op eigen risico waar ik niet de verantwoordelijkheid kan voor dragen. In het kort gezegd: het moet aangenaam en luchtig blijven. Want uiteindelijk is bier dat voor mij ook.

    ––––––––

    Veel leesplezier!

    En vooral: geniet van elk bier, vanwaar het ook komt...

    ––––––––

    Woord vooraf     p. 04

    Waar gaat het over?    p. 05

    Hoe wordt bier gebrouwen?   p. 05

    Feiten      p. 07

    ––––––––

    De bieren

    ––––––––

    Jupiler     p. 12   België

    Stella     p. 16  België

    Maes     p. 19  België

    Watneys    p. 22  UK

    Westmalle Tripel   p. 25  België

    Westmalle donker   p. 31  België

    Chimay blond (wit)   p. 35  België

    Chimay donker (blauw)  p. 39   België

    Chimay amber (rood)   p. 43  België

    Westvleteren XII   p. 46  België

    Lupulus Blond    p. 51  België

    Gouden Carolus Classic  p. 54  België

    Gouden Carolus Tripel   p. 58  België

    Gouden Carolus Whisky Infused p. 62  België

    Bourgogne des Flandres  p. 67  België

    Lambiek    p. 71  België

    Vedett Wit    p. 75  België

    Cristal Alken    p. 78  België

    Kathmandu Premium Lager  p. 82  Nepal

    Bavaria     p. 85  Nederland

    Franziskaner Weissbier    p. 90  Duitsland

    Gouden Carolus Hopsignoor  p. 94  België

    La Corne du Bois des Pendus  p. 98  België

    Hopus     p. 105  België

    Rochefort 10    p. 109  België

    Ocho Reales    p. 114  Mexico

    Sint-Bernardus 12    p. 118  België

    Saison Dupont    p. 122  België

    Ghorka    p. 125  Nepal

    Guinness    p. 128  Ierland

    Tuborg    p. 134  Denemarken

    Moinette   p. 140  België

    Budweiser   p. 143  USA

    Peroni    p. 147  Italië

    Tre Fontane   p. 150  Italië

    Duvel tripel hop  p. 154  België

    Mort Subite Oude Geuze p. 159  België

    Sint-Bernardus tripel  p. 164  België

    Brugge Tripel   p. 169  België

    Bush Amber   p. 174  België

    Gulden Draak   p. 177  België

    Kasteel Donker  p. 181  België

    Karmeliet Tripel  p. 185  België

    Judas    p. 189  België

    Ename Tripel   p. 194  België

    Augustijn Grand Cru  p. 197  België

    Heineken   p. 202   Nederland

    Valdieu donker   p. 206  België

    Brigand   p. 210  België

    Orval    p. 213  België

    ––––––––

    Hoe proef ik bier?   p. 220

    Hoe bewaar ik bier?   p. 222

    Hoe drink ik bier? Bier en Kazen p. 224

    Koken met bier?    p. 225

    Bier gadgets    p. 226

    Mijn persoonlijke Top-10  p. 227

    ––––––––

    https://encrypted-tbn3.gstatic.com/images?q=tbn:ANd9GcTVTWd0mifcnpywQFH7xmDD7vNgGDZex5iSztKF4KCXVdLjGejN4w

    Jupiler

    Wie kent dit bier niet? We zijn er mee opgegroeid samen met zijn tegenhanger Stella. Zo was dat in onze studententijd. Het was het bier bij uitstek om uit te gaan. Het was toen een uitstekende prijs-kwaliteitverhouding voor studentenverenigingen en werd (nog steeds) genuttigd tijdens vele concerten. (Aangelengd met water of niet?)

    Dit bier wordt veel gedronken in België: toch een 20 miljoen liter per jaar. Je hebt er voorstanders van, anderen gaan meer voor een Stella. Het is een Pale Lager gebrouwen met een extra ingrediënt, nl. mais. De brouwerij heet Piedboeuf en startte hun brouwactiviteiten in 1966. Sommigen onder ons herinneren nog dat onze ouders het tafelbier kochten voor de kinderen. Ik heb het kortgeleden nog gekocht om de smaak nog eens te proeven. Het smaakte nog steeds hetzelfde en dat vond ik een leuke nostalgische ervaring.

    Als je sterke bieren gewoon bent, komt de smaak natuurlijk nogal flauw over. Maar voor elke gelegenheid is er een bier. Jupiler gaat goed met een mosseltje of een biefstukje van het huis. Persoonlijk heb ik het liever van het vat. Als je een echte proeverij doet met dit bier kan je de mais erdoor proeven. Het is heel mild aanwezig. De afdronk is helemaal niet te vergelijken met een sterker bier. De bedoeling van zulke bieren is om de dorst te lessen. Vandaar dat de glazen dan ook recht zijn. Dit idee kwam vroeger van de brouwerijen omdat het niet de bedoeling was dit bier lang in je glas te houden. Toen de mensen vroeger op de velden werkten, waren de glazen ook rechttoe rechtaan zodat ze vlug leeg waren en ze weer vlug aan het werk konden. Dat was een typisch glas voor een seizoensbier op dat moment en dat is het volgens de traditie nog steeds.

    We kennen dit bier ook als sponsor van het Nationale voetbalteam, de Rode Duivels. Het is ook sponsor van de Pro League en van de Nederlandse eerste Divisie. Ze hebben ook een niet alcoholisch bier van 0,5%, maar niet echt mijn favoriet. Bieren zonder alcohol gebruiken we om je handen of haar te wassen (dat vertel ik toch steeds), of je tanden te poetsen.

    Dan zijn ze uitgekomen met de Blue-versie: een licht bier van 3,3%. (Ook tandenborstel). Dat was in 2006. De Jupiler Tauro is dan in 2008 uitgebracht met een straffer ABV van 8,3%. Ook niet mijn favoriet. Maar zoals ik al zei: er is voor elke gelegenheid een bier. Het leuke van dit bier zijn de blikjes. Ik ben nu niet helemaal een fan van bier in blik, maar de kleintjes zijn handig (20cl), want eenmaal wanneer het gras afgedaan in de volle zon, kan je het in één keer leegdrinken. Mannen weten waarom!

    The story **

    Het was in de tijd van eind jaren ’70 dat de eerste pinten door mijn slokdarm een weg baanden naar mijn maag ten einde mijn hersenen te benevelen met gestoorde handelingen en uitspraken. Ik speelde in die tijd basgitaar, had lange haren en had de eerste oorbel laten prikken zoals Rob de Nijs ze droeg in die tijd. De eerste lederen broeken waren een feit en qua kledij was het motto: hoe vettiger, hoe prettiger.

    Onze ‘band’ was een hardrockgezelschap met de illustere figuren uit die tijd. De spreuk: seks, drugs and rock ’n roll waren ons op het lijf geschreven tot grote spijt van de notabelen van de stad waar ook mijn ouders deel van uitmaakten. Als we ergens in de buurt gingen optreden, hielden de ouders hun dochters binnen want niemand was veilig voor onze exploten. We hadden een nogal woelige reputatie die meestal na de feiten in de plaatselijk krant verschenen, in een gekuiste versie weliswaar. Het was weer één van die optredens. We hadden twee groepen in het voorprogramma en alles werd in het werk gezet om een perfecte set af te leveren. Het kwam erop neer dat we eigenlijk alles zelf deden. Maar voor die tijd was dat goed genoeg en vrij normaal. Dat begon met een generale repetitie in ons lokaal: elke voormiddag op de dag van het concert. Dat lokaal bevond zich onder de parochiekerk. De pastoor had ons meermaals onderbroken tijdens de mis. Een schande dachten we toen. Wie onderbreekt er nu een repetitie van een rockband? Hij stond dan daar in zijn kazuifel met een rood hoofd, erg grappig. (Ik meen mij te herinneren dat hij ook zo heette: pastoor Roothooft).

    In de namiddag verhuisde het hele zootje -materiaal en onszelf- naar de zaal waar het concert doorging. Dat ging meestal gepaard met overmatig drankverbruik en veel gelal over hoe hard elk instrument uit de boxen zou knallen tot grote spijt van onze technicus Gilbert. Het was een avond waar we twee sets speelden. We begonnen meestal met een rustige set want dat was de volgorde als je er twee speelde. De ene nogal rustig en hippie-achtig en de volgende set knalden we keihard. We droegen jeans met brede pijpen en verlopen T-shirts waarop nog vaag te zien was wat erop gedrukt stond.

    Tijdens de pauze was het meestal het moment om een schare puberfans te verzamelen in de kleedkamers. Het was ook het moment om de joints te delen want wij waren toen de grote jongens. Dat dachten we althans, maar zo was dat in die tijd. Alles moest snel gaan want na drie kwartier pauze kwam de tweede set eraan. We consumeerden de meisjes en het bier aan een ijltempo. We deden dat met opzet zodat het publiek hetzelfde kon doen wat wij deden om in de sfeer te komen: veel bier hijsen. Ze wisten wat er ging komen wanneer we terug op dat podium verschenen. We waren dan onherkenbaar in de aanzet van de eerste noot om vooral loeiharde muziek door de luidsprekers te laten knallen.

    De meisjes die met veel gedrum naar binnen stroomden tijdens de pauze waren nogal ‘ver vooruit’ op hun leeftijd. En als je dan wat pils binnen hebt in combinatie met wat softdrugs gaan de zaken iets sneller vooruit. Je moest dan niet per se vragen: hoe heet je en vanwaar ben je? We gingen dan enkel meteen ‘to the point’ zoals ze plegen te zeggen.

    Ik herinner me Claudine. Ze was een leuke meid met donker lang haar in een froeke geknipt. Ze had altijd strakke kleding aan en haar jeans spande redelijk afgelijnd over haar billen. Ze had meestal een heel toegankelijk bloesje aan om zo geen tijd te verspillen voor het echte werk. Ik heb achteraf gehoord dat in de meisjesschool – een heel katholieke school toen - reeds werd afgesproken wie met wie de avond zou doorbrengen. Op die manier werden er geen verkeerde keuzen gemaakt zodat discussies achteraf vermeden konden worden.

    Ze kwam meteen naar me toe en sprong me rond de hals. Ik zat op een houten stoel en door haar kattensprong tuimelden we achterover tegen de vlakte. We vonden dat moment zo grappig dat we bleven liggen. Het was een overrompeling van meisjes die synchroon de andere bandleden overvielen. We deelden achter gesloten deuren met een acht tot negental meisjes de intensieve speeltijd die we voorzien hadden. Ik moet zeggen dat groupies altijd een leuke nevenactiviteit waren geweest.

    Als de manager (dezelfde leeftijd als wij) dan binnenkwam om ons te waarschuwen dat we moesten afronden, riepen de meisjes in koor: nog even! Ze werden systematisch buiten gewinkeld met de resterende kleren nog in hun handen. Als het publiek dan helemaal opgehitst was door de gemaakte vertraging die we opliepen, barstte de hel los. Op het podium wel te verstaan. Het rockgedeelte werd steeds geopend met een ode aan Jupiler. Het hele publiek kende die tekst vanbuiten door steeds naar onze concerten te komen. De basdrum werd dan ingezet met 1 enkele spot op de drummer en op het ritme van deze drum ging het als volgt:

    "Heil, Heil, Heil Jupiler, I do swear,

    We never leave you, even if we have to.

    You are our best friend,

    Yes... yes... yes...

    Until the end"

    Cheeeeeeeeers!

    Bedenk even dat een duizend mensen dit meebrullen op de maten van een zware basdrum, een enkele licht, rook en zo de eerste loeiende gitaren werden ingezet zoals AC/DC zou doen: succes verzekerd!

    De ode aan het bier hadden we toen indertijd gestolen van de groep Normaal, een Hollandse rockband waar we eens in het noorden van Nederland een voorprogramma moesten spelen. Zij waren bekend voor de hit: Oerend Hard. Die mannen hadden hun eigen bierflesjes. We ruilden dan de meegenomen Jupiler voor hun bier als blijkt van een landen-bier-uitwisseling programma. Je kan dat met studenten doen tegenwoordig, maar wij deden het met bier.

    Her Erasmus Bier Programma, we waren ver voor op onze tijd.

    http://www.horecasupport.be/admin_assets/content/content_files/public/downloads/sa_downloads/packshots/stella-artois_met_fles.jpg

    ­­­­­­­­­­­­­­­­­­Stella Artois

    Hier hetzelfde als het vorige bier: je bent ervoor of je bent ertegen. Er doen vele verhalen de ronde dat je er hoofdpijn van krijgt. Dat zijn dus duidelijk de tegenstanders. Dat is dus niet waar. Wanneer je teveel drinkt, kan je hoofdpijn krijgen. Meestal komt dat door het hoge koolzuurgehalte of op de manier hoe het bier getapt wordt. Als je een Stella in de brouwerij zelf proeft dan zal je merken dat het een perfect biertje is wanneer je voorstander bent. Ik heb het eens mogen meemaken wanneer de wereldkampioen ‘tappen’ dit deed toen ik met een collega de brouwerij bezocht. Ik ben nu geen echte voorstander van Stella, maar had er toch maar drie na elkaar binnengeslagen zoals dat heet. Het smaakte gewoon goed en dan doe je niet flauw. Je moet je bier-ego dan even laten varen en niet bevooroordeeld zijn.

    Dit bier is uiteraard een groot exportproduct en een echt Pilsener bier. Ik kom het veel tegen op mijn reizen in de wereld. Ga ik het dan drinken? Neen, uiteraard niet, want ik ben altijd geïnteresseerd in de lokale bieren. Het wordt ook op ander plaatsen gebrouwen zoals in Engeland, Ierland en Canada. Dan is het alcoholgehalte ook lager: een 4%.

    Deze brouwerij is een icoon van een brouwerij vanwege het verleden en tegenwoordig door goede marketing wereldwijd bekend. Als je in Papoea-New Guinea vraagt wie of wat Stella is, zullen ze zeggen dat het een bier is. Wist je dat 1 bier op 3 in de wereld van deze brouwerij komt? Dat wil toch al wat zeggen.

    Vroeger heette deze brouwerij Den Hoorn, vandaar ook het embleempje op het etiket. Deze brouwerij ontstond in 1366 onder deze naam. In 1717 werd het Artois, omdat het Sebastian zijn achternaam was. Hij kwam in 1709 bij de brouwersgilde. Het bier werd als kerstgeschenk aan de Leuvenaars geschonken en vandaar dat er een ster op het label staat. Stella is Latijn voor: ster. Het wordt ook een beetje in Jupille gebrouwen, ja die van Jupiler. Het is tenslotte een grote familie. Het leuke aan Stella is dat het in alle vormen en maten op de markt gebracht wordt. Dat hou je niet voor mogelijk. De maten wereldwijd zijn 250ml, 275ml, 284ml, 330ml, 500ml, 568ml, 660ml, 700ml, 985ml, 1000ml. En dat is heel wat. Voor blikjes zijn dat 330ml, 440ml en 500ml. Als je dat allemaal bij elkaar doet heb je bijna 6 liter bier. Dat wist je niet! Nu wel, maar wat ben je ermee? Niets, uiteraard.

    Het is ook een bier dat gebrouwen is

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1