Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Bacalao
Bacalao
Bacalao
Ebook480 pages6 hours

Bacalao

Rating: 2.5 out of 5 stars

2.5/5

()

Read preview

About this ebook

Boek beschrijving:

In het begin ziet Lawrence Miller USS Bacalao, een Gato klasse vloot onderzeeër, als een hoop gebogen stalen platen op de scheepswerf. Behalve voor een jaar als bevelhebber van een antieke S-boot in Alaska, blijft hij bij Bacalao doorheen de oorlog, klimmend van derde luitenant naar luitenant commandant, en wordt op zijn laatste terugkeer naar de boot haar laatste oorlogs bevelhebber. Critici hebben Bacalao ingehaald als de beste Onderzeeërsroman van de Tweede Wereldoorlog sinds Run Silent, Run Deep, en voormalige onderzeelui hebben zoals het verhaal and de technische getrouwheid van het boek geprezen. 

LanguageNederlands
PublisherBadPress
Release dateOct 4, 2017
ISBN9781507193792
Bacalao

Related to Bacalao

Related ebooks

Reviews for Bacalao

Rating: 2.6666667 out of 5 stars
2.5/5

3 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Bacalao - J.T. McDaniel

    Toewijding:

    Deze is voor Mam.

    I

    Veranderingen

    VICE ADMIRAAL LAWRENCE MILLER, VSZ (GEP) reed zijn auto de parkeerplaats in, ervoor zorgend dat het voertuig exact in het midden stond. Hij bekeek zichzelf even in de achteruitkijkspiegel. Hij vond dat hij er helemaal niet slecht uitzag voor een man die net 85 geworden was. Nog altijd een goede chauffeur ook, dacht hij.

    Hij was informeel gekleed, met canvas dekschoenen, een kaki broek en een kaki hemd met korte mouwen. De broek had plooien en het hemd was vanzelfsprekend één in burgerstijl, met slechts één zak zonder klep in plaats van het paar zakken met kleppen op een hemd van een zeemacht uniform. Miller was bereid voor zichzelf toe te geven de keuze van kaki op deze dag niet willekeurig was geweest. Hij zou heel wat oude vrienden zien en de kleur was een connectie met hun gedeelde verleden.

    Hij raapte de marineblauwe honkbal pet op van het midden van de voorzetel en plaatste ze op zijn hoofd. Op de voorzijde van de pet prijkten de geborduurde gouden dolfijnen van onderzeelui en de naam van zijn oude boot. Vroeger droegen officieren geen honkbal petten. De tijden waren echter aan het veranderen en nu zag je nog zelden de correct gepunte kepie aan boord.

    Miller stapte uit en liep rond de wagen om de deur te openen voor zijn vrouw. Terwijl hij de deur openhield, keek hij door het gaashekwerk naar de kaaimuur aan het meer en de de oude onderzeeër die er aangemeerd lag.

    Zo veel zoals de oude meid, dacht hij. Er waren natuurlijk verschillen. Deze boot had een moderner dekkanon, en de waterkering van haar controletoren was beschilderd met de eretekens, zegevlaggen en het rompnummer van de oude vlootboot. Zijn oude boot had daarvan niets gedragen behalve het nummer, en dat was overschilderd geweest de dag dat de oorlog begon.

    Maar de waterkering en de brug waren hetzelfde. Beiden periscopen waren volledig uitgestoken. Net achter periscoop nummer twee kon hij de SJ radar antenne zien. Die had zich voor de periscoop behuizing bevonden op zijn oude boot. De SD dipool op zijn vrijstaande mast was echter hetzelfde. De controle toren had dezelfde huifkar vorm en dezelfde 40-millimeter kanonnen waren voor- en achteraan gemonteerd.

    Hij stak zijn hand uit om zijn vrouw uit de auto te helpen. Ze was nog steeds mooi na al die jaren. Niet zoals hij. Hij was nu een ouwe kwibus, en zijn korte zelf-inschatting in de achteruitkijkspiegel was meer dan een beetje optimistisch geweest. Soms moest hij eerlijk met zichzelf zijn. Met al die oude scheepsmakkers die zich verzamelden voor deze reünie van half juli, vond hij dat een beetje eerlijkheid eraan te pas moest komen.

    Het lijkt erop dat er al een paar zijn, zei zijn vrouw, naar de duikboot gebarend.

    Inderdaad, dacht hij. Er stonden verscheidene bejaarde mannen in een groep bij de boeg. Miller herkende verscheidenen van hen. Anderen zouden het komende uur of zo arriveren. Het plan was dat ze met zijn allen de onderzeeër zouden bezoeken, een lichtelijk nieuwere zuster van hun eigen boot, en dan samen een picnic lunch zouden nemen.

    Er stak heel wat grijs en wit haar vanonder hun min of meer identieke honkbal petten – de voormalige gewone manschappen hadden zilveren dolfijnen in plaats van gouden – en vele van die petten bedekten nu waarschijnlijk kale hoofden. We zijn allemaal zo oud nu, dacht Miller. Zelfs de jongsten van zijn voormmalige scheepsmakkers was in de zeventig. De meesten waren in hun mid tachtiger jaren, zoals hijzelf en tenminste één, gezeten in een rolstoel in het midden van de groep, was meer dan 90.

    We zijn een troep overbodige ouwe rakkers geworden, zei Miller.

    Niet voor mij. Zijn vrouw leek hem nog steeds te zien als de knappe, jonge onderzeeman die hij ooit was geweest. Misschien had ze betere ogen dan hij.

    De boot ziet er goed uit, zei hij. Een beetje hoog in het water, maar voor de rest ziet ze er heel goed uit. Ze is waarschijnlijk een paar honderd ton te licht zijn zonder de batterijcellen. Hij glimlachte. Schilder de controle toren grijs en zet een oude 4/50 op het voordek en je zou de oude meid terug bij ons kunnen hebben."

    Miller merkte een hand die werd opgestoken in de menigte, en dan bewoog zich een zware figuur naar hem toe langs het gangpad. Daar is Bill, zei hij.

    Ja, dacht hij. Een hoop oude mannen. Maar ze waren niet altijd oud geweest. Ooit, lang geleden, waren ze jong en een andere boot als deze vertegenwoordigde hun toekomst en niet hun verleden.

    

    Luitenant  Lawrence Miller’s eerste zicht op de Bacalao was ver van indrukwekkend. Op de dag dat hij arriveerde bij de Electric Boat Company in Groton, Connecticut, was hij al zes jaar uit de Zeemacht Academie, waarvan de laatste drie in onderzeeërs. Als het van hem had afgehangen, had hij de volle zes jaar onder water doorgebracht, maar in die dagen moest een officier drie jaar in de oppervlakte vloot dienen voor hij zich mocht melden  voor de Onderzeeboot School.

    Hij had nooit iets anders willen zijn dan een onderzeeman, zelfs zo ver terug als zijn eerste jaar in Annapolis, wanneer één van zijn instructeurs de klas in zijn ban had gehouden met verhalen van dienst in de oude L-boten tijdens de oorlog. Indien hij had het kunnen regelen om meteen naar New London te gaan, zou het gedaan hebben en zichzelf gelukkig gevoeld. Maar regels waren regels, dus spendeerde hij zijn eerste drie jaar van actieve dienst aan boord van een torpedojager, met basis in San Diego.

    Het was niet dat hij die jaren als verloren beschouwde. Hij had veel geleerd over het jagen op onderzeeërs. Weten hoe de vijand denkt, is altijd een waardevolle eigenschap, dus zelfs terwijl hij leerde hoe een onderzeeër tot zinken te brengen, dacht hij over de beste manieren om deze technieken tegen te werken. Tegen de tijd dat hij eindelijk het klaslokaal op de Onderzeeboot School in New London binnenliep, dacht hij dat hij het allemaal wist.

    Tegen de tijd dat hij afstudeerde, als vierde van zijn klas, was hij er zeker van. De volgende drie jaar maakten hem het tegengestelde duidelijk. Maar hij was er op één of andere manier in geslaagd om van een onwetende jonge eerste luitenant, die ongeveer 98% minder wist dan hij dacht, te veranderen in een bekwame volle luitenant en tweede officier van S-35.

    In die dagen voor de oorlog kostte het een gemiddelde officier of opgeroepen man ongeveer een jaar om zich te kwalificeren in duikboten en het recht te verwerven om het trotse dolfijn insigne op zijn uniform te dragen. Het kostte Miller acht maanden, maar hij dacht graag dat hij een natuurlijke aanleg had. Hij was acht maanden de tweede officier van S-35 geweest, toen hem de positie aangeboden werd van elektrische officier in de nog in aanbouw zijnde Bacalao.

    Bevordering ging traag in vredestijd. Miller wist dat hij waarschijnlijk een jaar of zo verwijderd was van het verkrijgen van het bevelspositie indien hij bij de S-boten bleef, waar de bemanningen klein waren en de bevelvoerende officier normaal een luitenant was. Dus de positie op de Bacalao aanvaarden zou hem vertragen. Hij ging van tweede officier naar vierde.

    En het bevel van vlootboten ging naar luitenant-commandanten en commandanten, niet naar eenvoudige luitenenanten. Zelfs niet briljante luitenanten.

    Maar hij vond dat het de moeite waard was. Hij zou nu dienen in een compleet moderne boot. De Bacalao zou luchtverversing hebben – ze noemden de oude S-boten niet zonder reden varkensboten – tien torpedobuizen in plaats van vier, en een gevorderd brandcontrole systeem, en al de gemakkken een jonge officier maar kon wensen. Hij zou elke paar dagen een douche kunnen nemen terwijl ze op zee waren, en zou met slechts twee andere officieren een kajuit delen.

    Een burger zou waarschijnlijk een blik werpen op de kajuiten van een officier van een vlootboot en hen  kasten van gemiddelde grootte noemen met drie smalle legplanken met matrassen erop, maar vergeleken met de krappe en ongemakkelijke officiersmess in een S-boot waren de kleine kamers net paleizen.

    Dus aanvaardde Miller de positie op de nieuwe Bacalao die nu vorm begon te krijgen op de werf van Electric Boat. Ze was een boot van de nieuwe Gato klasse, één van de modernste onderzeeërs in de wereld.

    Zijn eerste zicht van haar was echter een lange stalen balk, die rustte op houten blokken op de bouwhelling. De balk zou de kiel van de boot worden. Op het moment, dacht hij, leek niet erg veel op een onderzeeër – of op eender wat dat ooit zou kunnen drijven trouwens.

    Tijdens de volgende paar maanden kreeg de boot stilaan vorm. Gebogen platen van 1,8 cm dik staal werden aan het de kiel en het kader gelast, en al snel werd de basisvorm van de drukbestendige romp, een lange cilinder met kegelvormige einden die eindigden in ronde kappen, duidelijk waarneembaar. Over de drukbestendige romp, die de echte onderzeeër was, het deel waar mensen konden leven onder water, voegde de werf de uitwendige ballast tanks toe in de dubbele romp sectie in het midden, evenals het kader voor de bovenbouw die de bekende scheepsvorm van de afgewerkte boot zou bepalen.

    Na een tijd werden die uitwendige kaders bedekt met stalen platen, met perforaties bovenin om lucht en water vrij in en uit te laten lopen wanneer de boot dook. Deze bovenbouw verborg de pijpen en leidingen en bood ook een dek waar de bemanning kon werken wanneer de boot aan de oppervlakte was. Voor de bovenbouw was toegevoegd, hadden de meeste luiken in de lucht gestoken bovenop hun behuizingen. Nu waren ze allemaal gelijk met het niveau van het dek.

    Nadat het dek op zijn plaats zat werd de controletoren met een grote kraan naar zijn positie gehesen en bevestigd aan het kader. Dit was een grote stalen cilinder, die op niets meer leek dan de grote stalen tanks die onder benzinestations begraven lagen, alhoewel het eind van de controletoren naar binnen was gebogen in plaats van naar buiten. Één behuizing, aan bakboord, verbond de commando toren met de drukbestendige romp beneden, terwijl een andere naar boven stak aan het voorste eind, aan stuurboord. Die zou uiteindelijk naar de brug leiden.

    Dan werden de commando toren en de dikke, paddestoelvormige stomp van de hoofd luchtklep net erachter, overdekt met de waterkering. Dit was het deel waarvan burgers gewoonlijk dachten dat het commando toren was maar in werkelijkheid was dat niet zo. De eigenlijke commando toren zat erbinnen in.

    De open brug bevond zich ver naar achter en in de hoogte, net voor de gestroomlijnde periscoop behuizing. De waterkering was massief en vrij goed beschermd, met een overdekte brug vooraan, en de kleine, open brug erboven en erachter.

    Terwijl de boot vorm kreeg op de helling, verviel Miller in de eigenaardige routine van een officier die dient in een in aanbouw zijnde onderzeeër. Het was een vreemde combinatie van een gemakkelijk leven aan wal met de stipte noodzaak om een oogje op de werkers te houden, want het was hun vakkennis die uiteindelijk zou bepalen of Miller, en de andere ongeveer 70 officieren en manschappen die in de boot zouden dienen, zouden leven of sterven.

    Terwijl dit alles plaatsgreep, begon de bemanning te arriveren. De officieren waren de eersten die opdaagden. Zij waren er allemaal, bijna vanaf de eerste constructie dag.

    Luitenant Commandant Karl Hammersmith, die was geselecteerd om Bacalao’s eerste bevelvoerende officier te worden, arriveerde eerst. Hij kwam aan op dezelfde dag als Luitenant Commandant William Dunstan, die de tweede officier zou zijn. Zij waren aanwezig geweest wanneer de kiel werd gelegd.

    Miller daagde drie dagen later op, één dag voor Luitenant William Morgan. Morgan zou de derde officier en hoofdwerktuigkundige zijn. He was een jaar voor Miller geweest in Annapolis.

    Als er ooit een officier was die voorbestemd was om een werktuigkundige te worden, dacht Miller, dan was het Bill Morgan. In de meeste andere zeemachten zou hij zonder twijfel een specialist geworden zijn, en zijn volledige loopbaan hebben doorgebracht met het werken aan machines en turbines. Maar de Zeemacht van de Verenigde Staten had nooit het nut ingezien van een gespecialiseerde werktuigkundige afdeling. Iedereen die het bevel wou voeren over een Amerikaans oorlogsschip, moest eerst een werktuigkundige zijn.

    Je moest ook iets weten over hetgene waarover je het bevel zou voeren. De kapitein van een vliegdekschip moest een piloot zijn, en de kapitein van een onderzeeër moest een onderzeeman zijn, met een goede achtergrond van de ingewikkelde werktuigkundige systemen aan boord.

    Terwijl de boot in aanbouw was, deelde Miller een kamer met Morgan in het Officers Kwartier op de Onderzeeërsbasis van New London, een paar kilometer stroomopwaarts langs de Thames rivier van de scheepswerf. Wanneer de boot klaar zou zijn, zouden zij twee een kajuit delen samen met Orville Hanson, de hoogste eerste luitenant.

    Miller kende Morgan al lang. Ze waren goede vrienden geworden op de Academie, waar de relatie begon toen Morgan besefte dat Miller voor hem nuttig zou kunnen zijn, kadet of niet. Miller had gevaren sinds hij een kind was, daar hij opgroeide binnen loopafstand van het Erie Meer in Cleveland, terwijl Morgan van een boerderij in Iowa kwam, waar de lokale maritieme voorzieningen zich beperkten tot een lekkende roeiboot op een klein meer.

    Miller was een obsessieve jongen geweest en was er in geslaagd te leren navigeren met behulp van de sterren tegen de tijd dat hij een tiener was en had de laatste twee zomers van de middelbare school doorgebracht als deel van de dekbemanning van een ertsboot die tussen Cleveland en Duluth voer.

    Kadetten van Annapolis arriveerden gewoonlijk niet met praktische ervaring in het manoeuvreren van een vaartuig van de grootte van een vliegdekschip, en Morgan had snel uitgedokterd dat Miller hem graag wou helpen met zijn navigatie en praktisch zeemanschap zo lang hij een beetje bescherming bood. Dus hielp hij Miller het ergste van de ontgroening te vermijden en Miller hielp hem om te slagen in astronomie.

    De andere twee officieren in de bemanning van de Bacalao waren Lyle Winston en Tom Hartman, die beiden eerste luitenanten waren. Hartman was een jaar jonger dan Winston en ook de enige officier aan boord die zich nog moest kwailificeren. De Bacalao was zijn eerste boot. Volgens de traditie kreeg hij de bijnaam George , en kreeg de positie van assistent torpedo en wapen officier. De logica hierachter was dat zelfs een niet gekwalificeerde officier nog altijd een kanonsteam kon leiden.

    Wat betreft de torpedo’s was er aan de boot natuurlijk een hoofd torpedoman’s maat verbonden, samen met een ervaren team, dus was het onwaarschijnlijk dat zelfs een compleet onervaren officier erin zou slagen om de zaken te verknoeien. Zijn bemanning zou voor hem zorgen, net als Winston, die de eigenlijke torpedo en wapen officier was.

    Er kwam heel wat bij kijken om een boot af te werken en klaar te krijgen voor dienst. Er was ook heel wat te lezen. Één bepaalde avond waren Miller en Morgan aan het ontspannen in hun kamer in de officierskwartieren. Miller zat op zijn bed en bestudeerde de handleiding voor de Algemene Elektrische hoofd controle eenheid van die binnen enkele dagen in de controle kamer van de Bacalao zou worden geïnstalleerd. Morgan zat aan zijn werktafel en schreef in een notitieboekje, met een dikke motor handleiding geopend voor zich.

    Deze nieuwe motoren, zei Morgan,zijn absoluut fascinerend. Een grote verbetering tegenover de oudere types.

    Miller keek op van zijn eigen handleiding, volstrekt bereid om een tijdje afgeleid te worden. Hij wist dat hij zo veel mogelijk moest weten van het controlepaneel van een theoretisch standpunt, maar er was praktisch geen sprake van dat hij het ding ooit echt zou moeten bedienen. Daar hadden ze een elektricien ‘s maat voor. Zouden ze hebben tenminste – ze waren nog noet gearriveerd.

    "Zowat alles zal beter zijn dan die oude M.A.N.s die we in de S-35 hadden",zei Miller.

    Larry, het is een pracht ontwerp. Niets zoals hen gehad voordien.

    Nieuw is niet altijd beter, weet je. En ik denk niet dat deze echt nieuw zijn.

    Wel, ik denk alleen maar dat het fantastisch idee is. Een dubbele actie diesel vuurt tijdens zowel de op- als de neerslag, dus er wordt stuwkracht gegegenereerd ongeacht de richting waarin de piston beweegt. Het is een beetje als een stoom zuigermotor, als je erover nadenkt. Je krijgt het dubbele van de stuwkracht in pakketje van dezelfde grootte.

    Natuurlijk, maar ze hebben die dingen al geprobeerd en het werkte niet. Het is me niet duidelijk waarom ze onze boot hebben gekozen om mee te experimenteren. Het zou net zo makkelijk geweest zijn om ons een mooi stel Wintons te geven, net als de rest.

    "Nee, Larry, deze zijn anders. Het originele ontwerp was een acht cilinder en deze zijn er negen, wat je hetzelfde energie rendementt geeft als een ontwerp met 18 cilinders. En na de eerste levering ontdekte de fabriek dat ze een beetje voorzichtiger moesten zijn met hun productie methodes. De eerste keer verknoeiden ze de hitte behandeling op de distributietandwielen – ze maakten ze te hard, dus werden ze broos en waren geneigd te bereken tijden het gebruik. Dat wordt nu allemaal verholpen."

    Het is jouw afdeling, Bill, zei Miller. Maar ik denk dat ik even blij zou zijn met iets waarvan ik zeker weet dat het betrouwbaarder is. En je kan er zeker van zijn dat je machinekamer bemanning behoorlijk  geërgerd zal zijn wanneer ze een extra set gereedschappen bij zich moeten hebben om aan die motoren te kunnen werken.

    Morgan haalde enkel zijn schouders op. Ze zijn decimaal, ja – en dan? Toen ik het laatst naging was het nog steeds heel wat makkelijker om tot tien te tellen dan met fracties te werken.

    Natuurlijk, maar al de rest op de boot gebruikt normale hulpstukken. Ik denk gewoon dat het makkelijker zou zijn als dat met de motoren ook zo was.

    Morgan lachte. Jij maakt je gewoon te veel zorgen, Larry.

    Wel, zoals de zaken staan, verwacht ik dat we vrij snel in oorlog zullen zijn. Als dat gebeurt zal betrouwbaarheid heel wat nuttiger zij dan moderniteit.

    Zoals ik al zei, jij maakt je te veel zorgen. Ik ben er zeker van dat de motoren perfect zullen zijn, en we zullen zelfs een beetje meer ruimte hebben in de machine kamer om te bewegen. Het ontwerp is compacter dan elk ander.

    Miller schudde zijn hoofd en keerde terug naar het bestuderen van zijn handleiding. Morgan was al zo zolang hij hem kende. Hij keek altijd uit naar het laatste nieuwe, de nieuwste innovatie, en maakte er enthousiast reclame voor bij iedereen doe maar wou luisteren – tenminste tot het tegensloeg, wat regelmatig gebeurde.

    Miller was voorzichtiger. Hij nam graag een goede, grondige blik op iets voor hij besliste wat hij ervan dacht. Het was niet dat hij betwijfelde dat de motoren echt zouden werken. De Duitsers gebruikten een grotere versie in een lichte kruiser, en hij had niet gehoord dat ze één of ander speciaal probleem hadden. Het was slechts dat de eerste partij van de licensie motoren, geïnstalleerd in enkele eerdere boten, duidelijk minderwaardig waren geweest dan de meer conventionele modellen, wat iets van een reputatie van onbetrouwbaarheid had veroorzaakt.

    Toegegeven, het bedrijf dacht dat het het probleem had opgespoord en gerepareerd. Slechte hitte behandeling van de distributietandwielen, zeiden ze. Het was mogelijk, maar alleen het feit dat ze dachten dat het opgelost hadden, betekende niet dat dat inderdaad zo was. Als het afhing van Miller – wat vanzelfsprekend niet in het geval was – zou hij simpelweg hebben besloten die motor niet meer te gebruiken.

    Maar de Zeemacht had besloten de motoren met het nieuwe ontwerp te installeren in een Gato om te zien hoe ze het er vanaf zouden brengen in dienst en de Bacalao was de uitverkorene.

    Met een beetje geluk, dacht Miller, zouden eventuele problemen met de nieuwe motoren opduiken tijdens de eerste proefvaarten van de boot, alvorens hij aan de Zeemacht zou worden overgegeven. Electric Boat had hun eigen testbemanning voor proefvaarten, aangevoerd door een gepensioneerde kapitein, en voornamelijk samengesteld uit gepensioneerde onderofficieren met jaren van praktische ervaring.

    Terwijl er iets aantrekkelijks was aan het feit dat de bezetting die uiteindelijk de boot zou bemannen, de proefvaarten zou leiden, moest Miller toegeven dat het idee van EB veel zin had. Behalve de kapitein, die tweede officier was geweest in de Gar, hadden al de andere officieren het meeste van hun ervaring opgedaan in S-boten.

    Miller wist van die oude boten – zoals iedereen – en ze waren helemaal niet zoals een Gato. The Electric Boat proef bezettingen waren compleet vertrouwd met de nieuwere boten, wat hen veel beter voorbereid maakte om af te rekenen met een nood situatie.

    Wanneer er iets mis gaat in een onderzeeër, gaat dat snel en als het gebeurt is de natuurlijke tendens terug te vallen op het zorgvuldig getraind gedrag als gevolg van honderden oefeningen. Dat was het doel van de oefeningen, om te verzekeren dat iedereen precies wist wat noodzakelijk was, zonder de tijd hoeven te nemen om erover na te denken. Een verkeerde hendel overhalen in een noodsituatie kon gemakkelijk het tegenovergestelde effect sorteren van datgene wat gewenst was.

    Dat was één theorie geweest nadat de Squalus tenonderging tijdens een proefvaart, alhoewel de overlevende bemanningsleden het fel oneens waren met dat bepaalde idee. De gedachte was dat, in de haast om te duiken, de bediener een foutieve hendel had bewogen en in plaats van de toevloei klep van de negatieve tank te openen te voorbereiding van het leegblazen van de tank, per ongeluk de hoofd lucht klep had geopend. Er was totaal geen twijfel over dat de klep op één of andere manier was geopend, en het achterste deel van de boot onder water had gezet, en als gevolg daarvan iedereen achter de controle kamer had gedood.

    De kleppenoperator had het overleefd en had aangedrongen dat hij precies gedaan had wat hij verondersteld was te doen. En het instrumenten bord toonde trouwens dat de hoofd luchtklep de hele tijd gesloten was geweest - alhoewel de overstroming het overduidelijk maakte dat de wijzer het fout had.

    Ondanks de betwistingen van de operator, besloot de Zeemacht voorzorgsmaatregelen te nemen. De hendels van de lucht- en vulkleppen werden verplaatst en de handvatten kregen verschillende vormen. Het idee was dat het nu onmogelijk zou zijn om hen te verwarren, zelfs in het pikdonker. Als een hendel een T-vormig handvat had, was het een negative vulhendel en als hij een balvormig handvat had, was het de hoofdluchtklep. Een sluitpin met een veer werd ook aan de luchtklep hendel toegevoegd zodat nu twee handen vereist waren om hem te bewegen.

    Er werden ook verandering gemaakt aan de hoofdluchtklep zelf, want een andere theorie was dat er fout was in het ontwerp van de Portsmouth klep die kon aangeven dat de klep dicht was terwijl ze nog open was. Terzelfdertijd werden de luchtkleppen aan boord ook herontworpen, zodat ze met veel minder moeite konden worden gesloten, en de Zeemacht vaardigde strikte orders uit om dit ook te doen.

    De problemen van de Squalus waren verergerd geweest door het ontwerp van de kleppen aan  boord, wat het onmogelijk had gemaakt om de klep in de machinekamer te sluiten voor het compartiment volledig was overstrooomd.

    Morgan sloot zijn notitieboek met een klap en draaide rond in zijn stoel. Wat hoor je dezer dagen van Claudia?, vroeg hij.

    Jaren terug, in hun Academie dagen, waren Miller en Morgan rivalen geweest voor hetzelfde meisje. Morgan was een jaar eerder afgestudeerd, wat hem een voordeel had moeten geven – het was kandidaat officieren niet toegestaan te huwen voor ze afstudeerden – maar het had niet geholpen en Miller kreeg het meisje. Achteraf gezien vond Miller dat Morgan had gewonnen. Alhoewel Miller met Claudia in de kapel van de Academie was gehuwd zes weken na afgestudeerd te zijn, had hij reeds lang geleden beseft dat het niet het slimste was wat hij ooit had gedaan.

    Ik heb een paar dagen geleden een brief van haar gekregen, zei Miller. Ze heeft nog vier weken in Reno en dan is de echtscheiding erdoor. Ze zegt dat ze één of andere cowboy heeft ontmoet die Ernie heet en ze er serieus over denkt om met hem te trouwen van zogauw hij vrij is.

    En wat denk jij daar over , Larry?

    Ik denk dat een fantastisch idee is. Als zij met de cowboy trouwt, moet ik haar niet voor de rest van haar nutteloze leven onderhouden. Wie weet? Misschien vindt ze het zelfs leuk om op de kleine boerderij van die kerel te leven.

    Je had me haar ook toen kunnen laten hebben, weet je.

    Miller lachte. Natuurlijk, en dan kon ik medelijden hebben met jou wanneer zij jouw leven kapot maakte. Nee, Claudia moest gewoon niet trouwen met iemand die niet elke avond thuis zou zijn.  Hoe dan ook, het hele geval maakt me blij dat we hier zoveel om handen hebben op het moment. Het houdt me te veel bezig om over de hele rotzooi na te denken.

    

    Met de Bacalao nog steeds in aanbouw, verschafte Electric Boat haar bemanning kantoren in een houten gebouw vlakbij de helling. Zelfs een onafgewerkte boot had een bemanning toegewezen en er was altijd een hoop papierwerk om iedereen bezig te houden. De toegewezen kantoren waren klein, maar bood toch nog meer dan vijfmaal de ruimte die beschikbaar zou zijn eens ze aan boord gingen. Miller’s bureau was bijna even groot als het volledige kantoor op de boot zou zijn.

    Natuurlijk arriveerde de bemanning niet allemaal tegelijkertijd. De officieren waren er bijna vanaf het begin, maar de anderen kwamen druppelsgewijs aan terwijl de constructie vorderde. Het had niet veel zin om de kwartieren van de gewone bemanning te vullen met torpedoman’s maten als er nog geen torpedo buizen waren geïnstalleerd.

    Dus de hoofd onderofficieren, die de afdelingen werkelijk zouden leiden, kwamen vroeg aan, maar de rest van de bemanning bleef op hun oude posities, of op school, tot ze nuttig konden zijn.

    Tegen die tijd was het april 1941, en bleef er niet veel over om te doen voor de boot werd gelanceerd. Dat zou binnenkort gebeuren met al de vereiste ceremonie, de traditionele fles gebroken tegen de boeg door de dame – in het geval van de Bacalao een dochter van een admiraal – gekozen om de boot te sponseren, de gebruikelijke toespraken, ploffende flitslampen, en de boot die langs in de ingevette helling de Thames ingleed met al de wapperende vlaggen en de bemanning vervaarlijk zwaaiend aan dek terwijl ze trachtten passend militair te lijken en terzelfdertijd niet in de rivier te vallen.

    Maar dat lag nog in de toekomst. Op het moment zat Miller aan een bureau in zijn tijdelijke kantoor te werken aan een stapel bestelformulieren.

    Uit zijn raam kijkend, kon hij niet nalaten te denken dat het een mooie dag zou zijn voor een lange  wandeling in het platteland. Het zou alleszins beter zijn dan vast te zitten aan een bureel. De zon scheen, met enkel een paar donzige stapelwolken die langs de azuurblauwe hemel gleden.

    In het zonlicht leek de Bacalao nu op een echte onderzeeër, met de bovenbouw op zijn plaats en de waterkering van de commando toren afgewerkt. Hij kon zichzelf voorstellen op die hoge brug, met de boot pulserend onder zijn voeten terwijl hij door een tropische zee koerste.

    Terwijl Miller hierover dacht, kwam de Hoofd Electricien’s maat Peter Harrigan het kantoor binnen met een nieuw personeels dossier. Hij legde het op Miller’s bureel.

    Nieuwe man voor onze afdeling, luitenant, zei Harrigan.

    Miller bekeek het dossier. Het droeg het etiket: OHARA, KENNETH, EM1K.

    Goed, zei Miller. We kunnen nog een eerste klasser gebruiken. Hij bekeek het eerste vel in het dossier en glimlachte. Zeker één die al gekwalificeerd is in vlootboten.

    Wilt U hem zien, luitenant?

    Natuurlijk. Laat hem binnen.

    Ik denk dat U de kerel interessant zal vinden, luitenant, zei de chef met een ondeugende glimlach op zijn gezicht.

    Miller was het dossier aan het bestuderen toen de nieuwe man binnenkwam. Het leek allemaal goed. Ohara was van die zeldzame klasse die niet alleen naar de universiteit was geweest maar er ook van afgestudeerd was, en een graad in Spaanse Literatuur had behaald aan de Universiteit van Georgia. Hij was geboren in Atlanta. Zijn ouders werden vermeld als Irving en Louise Ohara.

    Electricien’s Maat Eerste Klas Kenneth Ohara meldt zich, luitenant, zei de man, in een stem die absoluut droop van de gracieuze atmosfeer van het Oude Zuiden. Klaarblijkelijk niet de gebruikelijke Ier uit New York of Boston. Miller kon het niet nalaten te denken aan Gone with The Wind daar de nieuwe man een O’Hara uit Atlanta was.

    Daar hij het dossier aan het bekijken was, was het enige dat hij aanvankelijk van de man dat kon zien het blauwe uniform, met de geborduurde witte dolfijnen op de mouw van de trui genaaid, ter  bevestiging van de verklaring in het dossier dat hij een gekwalificeerde onderzeeman was.

    Dus toen Miller tenslotte opkeek, kon hij nauwelijks voorkomen dat zijn mond openviel.

    Hij had verdomd gelijk gehad dat deze kerel niet de typische Ier was. En, ondanks de diepe, weergalmende stem en  het rijke zuidelijke accent, zou hij ook niet erg gepast hebben bij Gable en consoorten op Tara.

    De man die voor zijn bureel stond in zijn mooi gesteven, blauwe uniform was 32 jaar oud, ongeveer een centimeter of twee over een meter tachtig lang, en woog iets in de aard van 95 tot 100 kilogram. Zijn gitzwarte haar was een beetje korter geknipt dan de regels vereisten. Zijn stem was diep en goed gemoduleerd en heel overduidelijk Zuidelijk. 

    Hij was ook, even overduidelijk, Japanner.

    O’Hara?

    De man glimlachte. "Wel, luitenant, dat is hoe ik het uitspreek. Ik veronderstel dat mijn overgrootvader het anders zei, maar niemand in mijn familie herinnert zich hoe, en niemand van ons begrijpt een woord Japans, dus volgen we gewoon de buren."

    Niet recentelijk aangekomen, neem ik aan? De enige andere Japanner die Miller kende in de Zeemacht was de zoon van immigranten, een luitenant ingedeeld bij de Inlichtingendienst omwille van zijn taalvaardigheid.

    Nee, luitenant. Mijn overgrootvader kwam aan in California in 1864. Mijn familie heeft in Atlanta gewoond sinds de vroege negentiger jaren. Hij fronste lichtjes. Wij kwamen hier aan lang voor het ‘herenakkoord’, ziet U.

    Dat was een ongeschreven, maar wederzijds afgedwongen akkoord tussen de regeringen van Amerika en Japan. Het beperkte Japanse immigratie to the grondgebieden – vooral Hawaii - en stond directe  toegang tot het vasteland niet toe. Één gevolg was dat veel Japanners van het vasteland, vooral diegenen die in het midwesten en oosten leefden, zoals Ohara waren, met weinig of geen kennis van de Japanse taal of cultuur na verscheidene generaties van enkel Engels spreken.

    Je hebt een graad in Spaanse Literatuur?

    Ja, luitenant.

    Hoe ben je dan als een EM geëindigd?

    "Ik koos een bijkomende opleiding in electrische wetenschappen, luitenant. Het leek een logisch beslissing – mijn vader en zijn partner maken electronische onderdelen – en hij wou dat ik met hen in de zaak zou stappen.

    Waarom deed je dat niet?

    Ohara haalde zijn schouders op. Ik wou eerst wat avontuur beleven, luitenant, zei hij. De Zeemacht leek een goede manier om dat te doen. Bleek dat het me beviel, dus besloot ik er een loopbaan van te maken. Hij glimlachte. Het zou nog steeds kunnen lukken, naturlijk, luitenant. Tegen de tijd dat ik klaar ben om op pensioen te gaan na 30 jaar zal mijn vader zeker klaar zijn om hetzelfde te doen, dus stap ik misschien toch nog in de zaak. Maar misschien ga ik op pensioen na 20 jaar, en ga ik terug naar school voor een graduaat en probeer ik lesgeven.

    Miller bekeek het dossier. Ohara had de Zeemacht vervoegd nadat hij de universitaire studies had beëindigd in 1931, dus was nu 10 jaar in de Zeemacht. Hij had de eerste klas graad behaald in vier jaar, en daar was hij gebleven de laatste zes jaar.

    Gewoon uit nieuwsgierigheid, zei Miller, waarom heb je je niet opgegeven voor een officierschap in de Reserve? Je ziet niet veel manschappen met een universitaire graad.

    Ohara schudde zijn hoofd. De Zeemacht leek niet geïnteresseerd te zijn, luitenant. Als ik een EW graad had gehad misschien, of als ik werkelijk Japans kon spreken. Er was interesse in Japanse linguïsten, want daarvan zijn er niet echt veel, maar waarschijnlijk het halve officierenkorps nam Spaans op de middelbare school. Hoe dan ook, ik ben vrij blij met wat ik doe.

    Wel, we kunnen jou zeker gebruiken hier, Ohara. Meer dan de helft  van onze bemanning zijn niet gekwalificeerden, en we hebben al de ervaren mannen nodig die we kunnen vinden. En ik zie dat je zelfs vlootboot ervaring hebt.

    "Ja luitenant. Ik was in de Tambor ongeveer een maand geleden."

    Goed. Wel, ik ben Luitenant Lawrence Miller, en elektrische officier, onder andere, wat betekent dat je in mijn afdeling zult zitten. Je hoofdopdracht zal hoofdcontrole bediener zijn, wat betekent dat je een kooi zal hebben in de achterste torpedoruimte eens we aan boord zijn. Ik zal je dicht bij de controle kamer houden. Voor het moment zal Meester Harrigan je tonen waar je zal verblijven terwijl we aan wal wonen.

    Ohara glimlachte daarmee. De kooien in de torpedo ruimte waren steeds de meest gewilde. Daar ze aan de einden van de boot lagen, was er nooit enig doorgangsgeloop, wat een constante last was in de hoofd slaapplaats in het compartiment achter de batterijen. De achterste torpedo ruimte lag meteen achter de controle kamer, wat betekende dat Ohara slechts enkele passen verwijderd van zijn post zou slapen.

    Zoals de dingen nu stonden, dacht Miller, zou Ohara de hoogste EM zijn in de afdeling, wat hem in derde positie zou zetten in de rangorde van de afdeling, na Miller en Harrigan. Harrigan en Ohara zouden in werkelijkheid het meeste van het werk doen, alhoewel Miller dacht dat hij waarschijnlijk het meeste van de eer zou krijgen.

    

    Ohara besloot meteen dat Miller hem beviel. Hij kon zien dat de jonge officier verrast was geweest toen hij een eerste blik op hem wierp, maar daar was hij aan gewend. De mensen zagen zijn naam en veronderstelden dat hij gewoon een Ier was die niet kon spellen, tot zij zijn overduidelijk Japanse tronie zagen.

    Miller was tevens niet de eerste die zich afvroeg waarom hij zich nooit had opgegeven voor een officierschap. Zijn vader had hem daarover aan zijn vel gezeten, zodra hij zich erbij had neergelegd dat zijn zoon van plan was van de Zeemacht een loopbaan te maken. Er waren niet veel Japanse officieren in de Zeemacht, maar het was niet alsof hij een neger was en werkelijk verboden om officier te worden.

    De waarheid was dat hij er gewoonweg niet in geïnteresseerd was. Officieren waren een beetje beter betaald, en hadden zeker meer prestige, maar het had Ohara altijd toegeschenen dat ze in werkelijkheid niet echt veel deden. Als hij het merendeel van zijn tijd wou doorbrengen zittend aan een bureel en papierwerk tekenend, had hij gewoonweg het voorstel van zijn vader kunnen aannemen en waarschijnlijk onderdirecteur geweest zijn binnen in een jaar.

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1