Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Amok met Aliens: De avonturen van Arda Giz
Amok met Aliens: De avonturen van Arda Giz
Amok met Aliens: De avonturen van Arda Giz
Ebook395 pages5 hours

Amok met Aliens: De avonturen van Arda Giz

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

In Amok met Aliens worden de intergalactische avonturen van Arda Giz, Turkse tiener en geheim agent gebundeld tot één werk. Inclusief het nooit eerder in Nederlands verschenen 'Missie op Mars'.

 

1. Plastiek paniek 

Ontmoet Arda Giz. Vijftienjarige geheimagent. Zijn beste vriend is verhuisd naar Duitsland, zijn andere vriend is teruggegaan naar Japan. Bovendien heeft hij zijn speciale talent verloren. Hij voelt zich alleen en gewoon. Plots schreeuwt een jong meisje. Arda rent een verlaten steegje in Turkije in om haar te helpen. Onmiddellijk vindt hij zichzelf in een bizar avontuur. 

 

2. Brein Breker 

Er gebeuren interessante dingen in een geheim laboratorium. Maar er gebeuren ook interessante dingen op school. Deze hebben niets te maken met aliens. Op school draait alles om Arda's vriend Takashi. Hij houdt een geheim voor zich. Arda is een beetje beledigd hierdoor. Zou jij dat ook niet zijn als je beste vriend weigerde zijn geheim te delen met jou? Vooral als er misschien meer aan de hand is...

 

 3. Missie op Mars

Dr. Leonid, een botanist gekend als "De bomendokter" moet onmiddellijk ontsnappen van de Mars 9-basis. Er gebeuren namelijk heel erg vreemde dingen onder de koepel. Wezens sluipen er 's nachts door de gangen! Ondertussen zijn Arda en Takashi in Berlijn. Hoe zullen Dr. Leonid en Arda Giz deze keer uit de problemen raken? En wie redt de mensheid?

 

Alle mysteries worden opgelost in dit spannende avontuur, gevuld met gestoorde achtervolgingen uitmondend in een Big Bang-achtige climax!

LanguageNederlands
PublisherDe Boekenvos
Release dateMar 22, 2024
ISBN9798224776313
Amok met Aliens: De avonturen van Arda Giz

Related to Amok met Aliens

Related ebooks

Related articles

Reviews for Amok met Aliens

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Amok met Aliens - Unver Alibey

    Introductie

    Amok met Aliens is van origine een Turkse serie.

    De eerste twee delen spelen zich af in Istanbul en de manier waarop de jongeren met elkaar en hun ouders omgaan, de aanspreekvormen die ze gebruiken en de drankjes die ze drinken, zijn dan ook Turks. Dit kan soms wat vreemd overkomen op iemand uit België of Nederland en we vragen hier dan ook jullie begrip voor. Als uitgeverij hebben we er namelijk, uit respect voor de Turkse cultuur, voor gekozen om hieraan zo weinig mogelijk te veranderen en zo zich mogelijk bij de originele tekst te blijven.

    Namenlijst

    Turkse namen zijn soms moeilijk om te lezen en uit te spreken als je dat niet gewend bent. Daarom hebben we een lijstje gemaakt van alle namen doorheen de drie boeken die anders worden uitgesproken dan je op het eerste gezicht zou denken.

    Arda Giz: Arda is geen probleem, je kan het uitspreken zoals je het leest. Maar de G in het hoofdpersonage zijn achternaam kan voor problemen zorgen. Die wordt namelijk uitgesproken alsof je een verstopte neus hebt. In het Nederlands hebben we geen woorden met deze klank, maar denk aan het Engelse get (krijgen).

    Banu: Wordt uitgesproken als Baanu. 

    Cahit & Cavidan: De C wordt niet uitgespreken als C of K, maar als het Jea geluid uit jeansbroek. Dus ‘Jeahit’ en ‘Jeavidan’.

    Semih: Je bent misschien geneigd om de laatste ‘h’ te laten vallen, en de naam als Semi uit te spreken, maar ‘h’ hoort er echt wel bij. 

    Şua Şanlıer & Işın Şanlıer: De Ş wordt uitgesproken als sj denk aan de klank van sjalot, sjokken, shoppen en zo voort.

    Tuncer: Net als bij Cahit wordt de C uitgesporken als een Jea!

    Plastiek Paniek

    ...Zodra hij wegliep van het raam gebeurde er iets ongewoons op de muur van de vervallen woonkamer. Een vreemde beweging. En een schaduw, zeer gelijkend op die van een mens, ‘scheurde’ zich van de muur. Stilletjes liep hij tussen het vuilnis door om de andere kamer binnen te gaan...

    1.

    Vladimir veranderde in nevel en verdween. Voor zijn ogen. Poef! Plotseling werd alles zwart. Arda werd naar een diepe put getrokken. Hij was niet meer in de Oceaan des Tijds. Maar hoe was hij hier gekomen? Het deurtje met de paarse golven die erachter dansten, werd steeds kleiner. Arda viel en viel.

    Helemaal bezweet werd hij wakker. Langzaam stond hij op. Hij keek een tijdje naar de lege duisternis. Zijn hart klopte als een gek. Toen stapte hij uit bed, vond zijn kleren in het donker en kleedde zich aan. Langzaam liep hij op zijn tenen naar de voordeur. Hij deed zijn jas met nepbontkraag aan, trok de deur achter zich dicht en ging naar buiten.

    De straat was leeg. Er was een motregen van sneeuw. De koude lucht die zijn gezicht raakte, maakte dat hij zich beter voelde. Hij haalde diep adem, trok zijn kraag van imitatiebont omhoog, stak zijn handen in zijn zakken en liep bergopwaarts naar de Taksimlaan. Er was maar één plek waar hij om twee uur ’s nachts heen zou gaan.

    ‘Goedemorgen, ik ben meteen gekomen toen ik je bericht ontving,’ zei meneer Kerim. ‘Is het waar we op zaten te wachten?’

    Hij was een lange, donkere man. Ook al was het vroeg in de ochtend, hij was gekleed als oude Hollywood-sterren: in een strak pak met een zijden stropdas. Zijn ‘retro’ snor was de finishing touch die zijn elegante look compleet maakte.

    ‘Goedemorgen,’ zei Tatyana glimlachend. ‘Ja, het is precies waar we op hadden gerekend.’

    Ze was moe van het toezichthouden op alles wat er sinds de vroege ochtend in het laboratorium gebeurde. Zodra Arda had ingecheckt, waren de tests begonnen.

    ‘Ja. Puberteit... Hormonale balansen etc... En toch, te vroeg...’

    Het Hoofdkwartier van Baskabas was rustig. Het was zes uur. Ze liepen zij aan zij naar de lift.

    ‘Het is echt te vroeg,’ zei meneer Kerim. ‘Hij had een grote hulp voor ons kunnen zijn.’

    Hij was Arda’s leraar en mentor. Toen de jongen in de tijd begon te reizen en dit talent gebruikte om een criminele organisatie te ontmaskeren, was hij erg trots op hem.

    ‘Het wetenschapsteam denkt dat het het resultaat is van een grote schok of een diep verdriet. Maar wat de reden ook is, we hadden niet verwacht dat het zo snel zou zijn.’

    ‘Hoe heeft... de jongen het opgenomen?’ vroeg meneer Kerim.

    ‘Hij is er kapot van. Maar hij houdt zich stoer.’

    ‘Hij zal beter worden. Alles is nu vers. Iedereen zou zich hetzelfde voelen,’ mompelde meneer Kerim.

    Toen de liftdeur openging, stapte hij opzij om Tatyana eerst binnen te laten. Wat een heer.

    ‘Stel je voor, je bent een soort superheld en plotseling zijn al je krachten weg... poef!’

    ‘Ja... Arda is sterk,’ zei Tatyana terwijl ze met haar hoofd instemde.

    Ze hield haar gedachten over tijdreizen door dromen voor zichzelf. We reizen allemaal naar het verleden in onze dromen. Maar we doen dit onbewust, het gebeurt zonder onze wilskracht. Er is echter een gelukkige minderheid die zich bewust is van tijdreizen, zelfs als ze slaapt. En het zijn deze gelukkigen die door de deur gaan en in de tijd reizen wanneer zij maar willen.

    Arda was een van hen. Tatyana geloofde niet dat de puberteit hem zou tegenhouden. Hormonen konden de deuren niet sluiten die in de dromen naar de tijddimensie leidden. Op een dag zou hij zijn talent terugkrijgen. Maar hij moest eerst genezen. Hij moest wensen te genezen... Hij moest wensen om zijn gebroken hart te genezen.

    Ze waren nu op de administratieve verdieping. Bij de deur van haar kantoor wenste ze meneer Kerim een goede dag en verdween. Meneer Kerim liep naar zijn eigen kantoor. Men zou kunnen zien hoe druk hij het had, maar er was niemand aanwezig om het op te merken.

    Arda kwam uit de geheime gang die naar het Taksimplein leidde. Hij zat in diepe, donkere gedachten. Wat zou hij doen zonder Vladimir?

    Vladimir was dood.

    Terwijl zijn astrale lichaam met Arda in de Oceaan des Tijds reisde, had zijn echte lichaam, dat de afgelopen vijfendertig jaar in coma had gelegen, het eindelijk begeven. Zijn sterfelijke hart, dat ouder was dan tachtig en in leven was gehouden met serums en vloeibare voedingsstoffen, was er eindelijk mee gestopt.

    Vladimir was er niet meer...

    Arda zou nooit meer met hem op reis gaan om het verleden te ontdekken. Hij zou nooit meer een gepassioneerde discussie over historische gebeurtenissen met hem hebben.

    ‘Kijk naar links, Arda. Voorbij de menigte. Zie je hem? Dat is Charles Darwin. Ik bedoel, hij zal... in de toekomst... Hij is een jonge koorknaap op dit moment...’

    Hij had veel geleerd van Vladimir. Toen dacht hij aan Semih. En aan Takashi. Ineens voelde hij zich ongelooflijk eenzaam. De vader van Semih was een van de mensen die door de recente politieke crisis zijn baan was kwijtgeraakt. Omdat hij zelfs in de particuliere sector niets kon vinden om zijn gezin te voeden, moest hij het aanbod van een in Frankfurt gevestigde firma aanvaarden, zodat de hele familie met hem was meeverhuisd. Daar was natuurlijk niets mis mee. Er was tenslotte Skype of WhatsApp om in contact te blijven. Arda was boos omdat Semih de hele zomer verborgen had gehouden dat ze naar een ander land zouden verhuizen. Hij had tot de laatste dag gewacht om het bekend te maken. Dit kwam als een schok voor Arda. Zijn oudste en beste vriend. Hij zou hem verliezen. Hij had niet eens tijd om aan het idee te wennen, want Semih was al weg.

    Toen was Takashi ook vertrokken. Niet voorgoed, maar hij zou er een tijdje niet zijn. Dus voelde Arda zich eenzaam en verraden. Daarom had hij afgelopen maand niet gereageerd op Semihs telefoontjes of berichten.

    Er zat een brok in zijn keel. Zijn ogen waren nat door de koude wind, maar nu werden ze nog natter. Hij bedekte zijn ogen met zijn arm. Nee. Hij ging niet huilen.

    De sneeuw was opgehouden. Het had een koud briesje in de lucht gelaten en wat modderig ijs op de straathoeken, en was verdwenen. Het was bijna tien uur in de ochtend.

    Hij kon niet beslissen. Moest hij naar school gaan of terug naar zijn bed?

    School... Hij had de eerste twee lessen al gemist. Maar toch, hij kon gaan. Als hij zich op andere dingen zou concentreren, zou hij zijn verdriet vergeten. Hij zou kletsen met Cahit, rondhangen in de kantine. Hij zou zich beter voelen.

    Maar hij had ook zijn slaap nodig. Ja, ze hadden hem in het laboratorium laten slapen, maar dat was niet hetzelfde. Ze deden het om uit te zoeken wat er mis was. Hoe kon een man vredig slapen met al die kabels aan zijn hoofd, die de tijdsdeur probeerden te vinden?

    School of rustig slapen in zijn bed. Wat een moeilijke beslissing...

    Hij liep een tijdje doelloos door de Siraselvilerlaan. Toen sloeg hij linksaf naar de straat naast Migros. Een kortere weg naar Cihangir. Hij zou beslissen wat te doen als hij thuiskwam. Maar hij moest ook beslissen welke leugen hij tegen zijn moeder zou vertellen. Plotseling hoorde hij een schreeuw. Hij stopte en probeerde beter te luisteren.

    ‘Ga weg, eikels! Laat me met rust!’

    2.

    De geluiden kwamen uit de volgende straat. Toen hij de hoek omging, zag hij ze met zijn eigen ogen. Ze waren met z’n vijven. Sjofel uitziende jonge kerels. Het meisje zat in het midden. Ze was een brunette met een bleke huid. Ze droeg een roze, wollen vest. Een mooi meisje... De jonge jongens, aangemoedigd door de verlaten straat, betastten haar hier en daar, en lachten. Een van hen hield een lok van haar lange haar vast en zei iets. Arda begreep niet wat hij zei. Het meisje sloot haar ogen en haalde uit.

    ‘Raak me niet aan. Jij walgelijk schepsel!’

    Ze had de man gemist. Ze stond op het punt om te gaan huilen. Ze voelde zich hulpeloos. Het was niet zo gemakkelijk om zichzelf te fatsoeneren en tegelijkertijd de jongens weg te houden. Ze waren ouder en groter dan zij.

    ‘Heren, waarom laten jullie het meisje niet met rust?’ schreeuwde Arda.

    Handen in de zakken, benen uit elkaar, voeten stevig op de grond gezet, daagde hij de jongens uit die lachten als hyena’s. Ze deden wat hij van hen vroeg, maar ze draaiden zich naar hem om.

    Arda dacht dat ze niet Turks waren. Toen zei de magere, die duidelijk de bendeleider was, iets tegen de anderen in een vreemde muzikale taal. Hij had het goed geraden: het waren buitenlanders. Nu liepen ze alle vijf, met een intimiderende grijns op hun gezicht, op hem af. Arda wist wat ze van plan waren.

    Hij riep naar het meisje: ‘Ren weg!’ en met de verbaasde blikken van de jongens op hem gericht, sprong hij in de lucht en schopte hard tegen de maag van de bendeleider. Toen de jongen door de schop naar voren leunde, sloeg hij hem in het gezicht.

    Die viel kronkelend op de gronden en vloekte. Arda verstond er geen woord van, maar wat hij zei klonk niet zo aardig. Nu was het zijn beurt om te grijnzen. Hij hief beide vuisten op en keek naar de anderen. Stapte naar voren. Twee stappen... Als reactie stapten de jongens achteruit. Nog twee stappen... Arda kon de angst op hun gezichten lezen.

    ‘Verdwijn nu,’ zei Arda met een harde stem. ‘Ik wil jullie hier niet meer zien. Of ik verander jullie in deze straatkruiper.’

    Maar ze verdwenen niet. Nu waren hun ogen op de grond gericht, bij Arda’s voeten. Hij voelde dat er iets stond te gebeuren en sprong opzij. Het mes dat de bendeleider in zijn richting stak, miste ternauwernood zijn been. Hij had het gemunt op Arda’s kuit.

    ‘Jij, gluiperd!’

    De jongen, mes in zijn vuile hand, haat in zijn bloeddoorlopen ogen, probeerde op te staan. De anderen, nu moediger na de zet van hun leider, naderden langzaam.

    Vi khill yuh!’

    Maar Arda liet hen niet begaan. Hij liet noch degene die op de grond lag opstaan, noch de anderen dichterbij komen om hem te ‘khillen’. Hij voltooide zijn missie met extra schoppen. Deze keer trapte hij tegen de hand die het mes vasthield. Het mes vloog in de lucht, reisde een eindje en raakte toen één van de anderen recht op zijn voorhoofd. Terwijl die zijn hoofd vasthield en van de pijn en in elkaar zakte, wachtten de andere drie niet langer en... verdwenen. Nu zakte de ongelukkige jongen, met zijn handen tegen zijn voorhoofd gedrukt, naast de bendeleider op de grond. De bendeleider drukte zijn gewonde hand tegen zijn maag. Ze kronkelden allebei. Arda liep naar het hulpje toe en controleerde hem. Er was geen bloed. Het was blijkbaar de achterkant van het mes dat hem geraakt had.

    ‘Versla ons niet, Grote Broer!’ smeekte hij.

    Arda had medelijden met hen. Deze straf was genoeg.

    ‘En nu oprotten! Laat jullie gezichten niet meer zien in deze buurt!’ zei hij en liep weg.

    Op dat moment zag hij op een straathoek een mobiele telefoon liggen. Het meisje moest het toestel hebben laten vallen toen ze wegrende. Direct toen Arda haar had opgedragen om te verdwijnen, had ze dat gedaan. Hij pakte de telefoon. Het was een iPhone 6 met een Hello Kitty-mobielhoesje. Toen hij de straat achter zich liet, keek hij om zich heen. Misschien was ze teruggekomen voor haar telefoon. Maar nee. Er was niemand in de buurt, behalve de portier van de parkeerplaats. En die was druk bezig om zijn handen te verwarmen aan een vuurtje dat hij in een blikken olievat had gestookt.

    Arda zou het aan hem kunnen vragen. Hij overwoog dit idee een tijdje in zijn hoofd en besloot toen dat hij het niet zou vragen.

    Wat deed het meisje trouwens onder schooltijd in een zijstraat? Cihangir was niet meer zoals het vroeger was geweest. Niemand voelde zich er meer veilig. Zoals de meeste buurten in de stad was ook Cihangir halfleeg. ‘Te koop’- of ‘te huur’-borden op de meeste ramen. Slechts een of twee auto’s geparkeerd in elke straat. Het ene na het andere café sloot zijn deuren. En bovendien waren er nu straatbendes. Eigenlijk had Arda medelijden met die kinderen op straat. Maar dat betekende niet dat hij ze jonge meisjes zou laten lastigvallen als ze de kans kregen.

    Misschien had ze geleerd dat dit een gevaarlijke straat was, dacht hij. Ze zou hier niet meer alleen rondlopen. Maar... wat zou hij doen met die Hello Kitty-telefoon?

    Er was niets wat hij kon doen. Het mobieltje was vergrendeld. Hij kon niet in haar adresboek kijken en een bericht achterlaten bij een contactpersoon van haar. Zonder de oplader zou de telefoon het snel begeven. Net als de mogelijkheid dat iemand dit nummer zou bellen.

    Hij wenste dat hij het meisje weer zou ontmoeten. Op de een of andere manier... Ergens... Hij stopte de smartphone in de borstzak van zijn jas. In het midden van de Cihangirlaan nam hij aan de linkerkant de trap om naar beneden te gaan, naar de Akyollaan. De adrenaline van het gevecht was aan het wegzakken. Hij voelde zich inmiddels vooral erg slaperig.

    Spijbelen was beter. Hij had geen energie meer voor de Natuurkundeleraar. Of de Literatuurlerares. Zij was de ergste...

    3.

    De nieuwe Geschiedenisleraar was een supercoole kerel. Nadat de vorige deze wereld voorgoed had verlaten (kinderen geloofden dat hij minstens honderdvijftig was), was de nieuwe leraar die de schoolleiding had aangenomen vrij jong. En vergeleken met de overledene (R.I.P.) waren ze als dag en nacht. Ten eerste droeg hij dure merken, was hij gezien op een motor ergens in de stad en zaten er gaatjes in zijn oren die wezen op andere coole dingen die hij in zijn privéleven deed. Dit waren zijn eigenschappen waardoor de meisjes van de vierde klas hem meteen leuk vonden. Daarnaast geloofde hij niet in examens en benadrukte hij het belang van het doen van onderzoek wanneer hij de kans kreeg. En het belangrijkste: hij hield hun aanwezigheid niet bij. Dit waren de eigenschappen waardoor de jongens van de vierde klas hem meteen aardig vonden.

    Op dit moment zat de Coole Historicus op zijn stoel met zijn voeten op het bureau. Zijn aandacht werd in beslag genomen door een WhatsApp-chat.

    Op het witte bord stond een zin:

    ‘Leg uit hoe de Babylonische koning Hammurabi een imperialistisch beleid voerde.

    De examenvraag...

    De leerlingen konden in twee- of drietallen werken, hun aantekeningen nakijken en het geschiedenisboek of de cursusboeken inzien die aan het begin van de les in de klas waren neergelegd. Ze gingen een artikel schrijven. Alleen Google en Wikipedia waren verboden terrein. Daarom werden de smartphones, die bij het binnenkomen van de klas waren verzameld, in een doos bij de voeten van de coole leraar op het bureau gelegd. Aangezien het examen twee uur duurde, zouden ze geen pauze nemen. Maar niemand klaagde. Behalve Cahit. Zijn maag was al begonnen met signalen uit te zenden.

    Iedereen werkte gepassioneerd, nam de boeken door, discussieerde op fluistertoon met andere teamleden en probeerde de artikelen af te maken.

    Behalve Arda...

    ‘Ooit was er een taartenwinkel met de naam Hammur-a-pie. Denk je dat die gesloten is?’ vroeg hij aan zijn partner Cahit.

    ‘Geen idee. Nooit gezien op een voedselbezorgsite. Gesloten, hoogstwaarschijnlijk.’

    ‘Hammur... a... pie... Klinkt als Hammurabi. De koning zijn taarten. Slim. Ze maakten heerlijk bladerdeeg.’

    ‘Hmmm.’

    ‘Ik proefde daar trouwens mijn eerste bladerdeeg. Mijn vader drong erop aan. Voor die tijd had ik gedacht dat het gebak in mijn gezicht zou zijn ontploft. Poefff!

    Ik was een onnozel jongetje. Ha ha.’

    ‘Kerel, kun je even je mond houden? Je maakt mijn honger alleen maar erger. Geen pauze, weet je wel.’

    Hij was een grote, mollige jongen die van zijn eten hield. Arda sloot zijn mond. De twee jongens hadden altijd een goede verstandhouding gehad, maar ze waren eigenlijk geen dikke vrienden geweest. Cahit was een beetje introvert. Nu Semih en Takashi wegwaren, waren ze hetzelfde bureau gaan delen. En hoe meer ze elkaar leerden kennen, hoe hechter ze werden.

    Arda wierp een blik op Dilek en Banu. Beide meisjes hadden de taak al volbracht. Banu was een boek aan het lezen. Ze leek te worden meegesleept in het verhaal. Arda leunde een beetje voorover om een blik op de kaft te werpen. Er stond een stel op dat elkaar hartstochtelijk aankeek. Hij kon de titel niet zien.

    Dilek was met iets anders bezig. Ze stopte wat papieren in haar geschiedenisboek en stond op. Ze liep naar het volgende bureau om iets te fluisteren tegen de twee jongens daar. Als de Coole Historicus zijn hoofd had opgeheven, zou hij hebben gedacht dat ze het over Hammurabi hadden. Maar dat deed hij niet.

    ‘Wat is ze nu weer van plan?’

    Cahit hief zijn hoofd op, maar antwoordde niet. Hij was vastbesloten om zijn artikel zo snel mogelijk af te ronden. Het was toch niet zo moeilijk. Trouwens, het cijfer dat ze kregen, zou worden beschouwd als het eerste examen. Hij was er zeker van dat ze vijfendertig van de veertig punten zouden krijgen. Toen dacht hij aan de kaasbroodjes in zijn rugzak.

    ‘Dilek... Ze gaat elk bureau in die rij langs,’ zei Arda observerend.

    ‘Gast, waarom laat je me dit niet afmaken? Oké, ik snap het, je hebt niet goed geslapen, je voelt je down. Daar zeg ik niets over. Maar ik zou willen dat je ophield met praten. Je maakt me in de war.’

    ‘Je hebt gelijk, kerel, sorry,’ zei Arda. Hij deed zijn mond weer dicht, maar begon de twee meisjes achter hem af te luisteren. Dilara en Sema waren aan het roddelen over Dilek. Ze giechelden.

    ‘En nu denkt ze dat ze een milieuactivist is. Ze laat iedereen een petitie tekenen.’

    ‘Maar wat wil ze?’

    ‘Een milieu-opvoedingsles op onze school.’

    ‘Waarom bleef ze dan niet waar ze was? Zoiets hadden ze op haar vorige school. Maar daar was ze ook niet gelukkig. Ik hoorde haar bestie Banu klagen. Ze lieten ze daar de hele tijd vuilnis ophalen.’

    ‘Ahhh, dat geloof ik niet. Hoe heb ik dat kunnen missen? Ik zou willen dat ik ze had gezien, dan zou ik massa’s foto’s hebben genomen om op Instagram te zetten.’

    ‘Ha ha, je bent zo gemeen, Dilara!’

    ‘Trouwens, als ze een milieuactiviste wil zijn, waarom sluit ze zich dan niet aan bij diegenen in de straten? Het is de nieuwe trend, weet je. Mijn neef in Levent weigert ook om naar school te gaan.’

    ‘Wat? Hoe?’

    ‘Hij gaat gewoon niet.’

    ‘Maar wat doet hij als hij niet naar school gaat? Hij is pas zestien, toch? Die ene, die leuke. De Justin Bieber look-a-like.’

    ‘Ja, die. Justin Tuncer. Het enige wat ze doen, is zich ver-zamelen voor het stadhuis en slogans roepen. Ze zeggen: je hebt onze toekomst gestolen, of: wat gaan we op school doen?, of bla bla bla.’

    ‘Maar dat klinkt net zo moeilijk als naar school gaan. Zooo politiek zijn.’

    ‘Mee eens. Ik denk dat Dilek daarom de makkelijke weg koos. Maar ze zal ons ook in de problemen brengen. Met haar milieuopvoeding en zo.’

    ‘Je hebt gelijk. Maar Dilara, probeer haar te begrijpen. Semih is vertrokken. Het is niet makkelijk voor haar om een ander te vinden. Kijk naar haar. Ze doet me denken aan die gekke dame in onze straat. Ze heeft geen idee wat een kapper of make-up is.’

    ‘Zo waar. Maar Semih was ook een rare kerel. Wat was die vreemde taal die hij sprak? Klingon-achtig? Klingonees? Een of ander raar gemompel.’

    ‘Zoals mijn oma zei: ze waren twee handen op één buik.’

    Ze begonnen allebei te lachen.

    Arda kon er niet meer tegen. Hij draaide zich om. ‘Hé, Dilara.’

    Plotseling had Dilara een glinstering in haar ogen. Ze mocht Arda altijd al wel. Die dag had ze een nieuw kapsel. Haar nepblonde haar zat in een paardenstaart, maar niet achter in haar nek. Het zat boven op haar hoofd. De lange lokken vloeiden over haar voorhoofd, wangen en nek. Ze woelde door haar haar. Ze was zeker van zichzelf.

    ‘Jaaaaa, Arda?’ Ze tuitte haar lippen, helemaal glimmend van de lipgloss. En ze wachtte.

    ‘Hoelang kennen we elkaar al? Ik bedoel, jij en ik.’

    Dilara was verbaasd. ‘Nou... Ik weet het niet.’

    ‘Laat me je het antwoord geven. Sinds de kleuterschool. Maar zijn we ooit vrienden geweest? Hebben we ooit samen iets gedaan na schooltijd?’

    Dilara’s hart bonsde nu. Ze keek vanuit haar ooghoeken naar Sema. Sema leek op haar alsof ze haar kloon was. Hetzelfde kapsel, dezelfde kleren. Het enige verschil was dat ze klein en mollig was. Daarom lachte iedereen haar achter haar rug om uit. Maar niemand durfde opmerkingen te maken in Dilara’s gezicht.

    ‘Ik denk van niet. Waarom vraag je dat? Heb je iets in gedachten?’ Nu was ze zeker benieuwd naar zijn antwoord. Opnieuw gooide ze met haar haren. Deze keer vergat ze niet om haar rug te buigen.

    ‘Ik dacht dat je het wel wilde weten,’ zei hij. ‘Toentertijd was je slechts een oppervlakkig meisje. Maar je was tenminste niet aan het roddelen. Nu ben je meer dan oppervlakkig. Je hebt jezelf overtroffen. Anderen willen misschien hun gezicht niet opmaken zoals een clown, of een koolachtige haarstijl hebben. Dit zijn jouw prioriteiten. Maar dit maakt hen niet inferieur aan jou. Aan de andere kant: als ze vechten voor een zaak maakt dat ze superieur aan jou. Nou... dat is de reden.’

    Dilara legde haar hand tegen haar haar. Er heerste een ijskoude stilte. Sema keek naar beneden. Cahit had zijn hand van het artikel gehaald en keek naar hen. Arda stond op. Hij zou de Coole Historicus toestemming vragen om de ziekenboeg te bezoeken.

    4.

    Een half uur later liep hij van Tünel naar de İstiklallaan. Hij was blij dat hij het ziekteverlof gemakkelijker had gekregen dan hij had verwacht. De dokter was er niet. En de verpleegster, Rengin Abla, had een zwak voor Arda. Hij had alleen gezegd dat hij niet genoeg had geslapen en dat was voldoende geweest. Geen leugens over voedselvergiftiging tijdens een etentje bij zijn grootmoeder of dat soort dingen.

    De manier waarop Dilara over zijn vrienden Semih en Dilek sprak, stond hem niet aan. Oké, misschien stonden ze niet meer op goede voet met elkaar, maar Semih was zijn beste vriend sinds ze peuters waren.

    Toch was hij misschien te streng geweest voor Dilara. Door haar geroddel kwam Arda tenslotte meer te weten over de spijbelende leerlingen. Arda had geen idee gehad van zo’n milieubeweging. Hij moest wat onderzoek doen om meer te weten te komen. Er was een mogelijkheid dat het meisje dat hij de vorige dag van de straatbende had gered, bij deze beweging betrokken was. Als hij wist waar ze samenkwamen, kon hij haar haar telefoon teruggeven. Hij controleerde zijn binnenzak.

    De laan was niet zo druk, het was nog geen lunchpauze. Iedereen was aan het werk of naar school. Toen merkte hij de jongeren van zijn leeftijd op. Het waren er veel. En ze droegen geen schooluniformen. De meesten zaten op stukken karton die ze op de natte grond vlak voor de boekwinkel Yapi Kredi hadden neergelegd en ze kletsten wat.

    Waren het ‘die’ kinderen? Degenen die spijbelen voor het milieu?

    In het voorbijgaan probeerde hij ze af te luisteren. Maar ze fluisterden bijna, dus hij ving niets op. Het meisje dat hij zocht, zat er sowieso niet bij.

    Hij vroeg zich af hoelang ze al spijbelden. Wanneer deze nieuwe trend was begonnen. Dilara’s neef, hoe heette hij ook alweer, Justin Tuncer... Als hij niet had besloten om deze trend te volgen, waardoor deze het waard was geworden om erover te roddelen, zou Arda nooit over iets dergelijks hebben gehoord. En aangezien het nooit was genoemd in de andere lessen, de lessen die

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1