Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De Kracht van Keuze (Dutch version): De vragen die ik mijzelf stel om te blijven kiezen wat voor mij gelukkig maakt.
De Kracht van Keuze (Dutch version): De vragen die ik mijzelf stel om te blijven kiezen wat voor mij gelukkig maakt.
De Kracht van Keuze (Dutch version): De vragen die ik mijzelf stel om te blijven kiezen wat voor mij gelukkig maakt.
Ebook140 pages2 hours

De Kracht van Keuze (Dutch version): De vragen die ik mijzelf stel om te blijven kiezen wat voor mij gelukkig maakt.

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

In De kracht van keuze, haar meest persoonlijke boek tot nu toe, neemt Kelly je mee in haar leven en deelt haar kijk op thema's als vriendschap, ambitie, opvoeding, liefde, verlies en zelfvertrouwen. Het boek voelt als een goed gesprek met een vriendin: zonder voor jou te bepalen wat je moet doen, geeft Kelly je inzichten om ook in jouw leven de

LanguageNederlands
Release dateSep 28, 2022
ISBN9789083260006
De Kracht van Keuze (Dutch version): De vragen die ik mijzelf stel om te blijven kiezen wat voor mij gelukkig maakt.

Related to De Kracht van Keuze (Dutch version)

Related ebooks

Related articles

Reviews for De Kracht van Keuze (Dutch version)

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De Kracht van Keuze (Dutch version) - Kelly Weekers

    OPVOEDING

    Als ik kijk naar mijn inborst ben ik écht een combinatie van papa en mama. Papa is van ‘niet lullen, maar poetsen’. Zonder hem tekort te doen, kan ik best zeggen dat hij de neiging heeft workaholic te zijn. Dat soms extreem perfectionistische – dat zich oneindig vastbijten in iets – heb ik overgenomen van hem, maar ik heb ook een stemmetje van mijn moeder in me dat zegt: ‘Oké, de ballen, nu gaan we effe lekker genieten!’ Dat kameleonachtige in mijn karakter is prettig. Ik kan heel dominant zijn in wat ik wil, maar laat het net zo gemakkelijk weer los. Het peper en zout van mijn ouders zorgt voor een fijne balans. Papa is wat stiller en rustiger, in zijn diepste wezen is hij geen sociaal dier. Ik herken dat wel, dat terugtrekken in je eigen wereld vind ik heerlijk. Ik kan bij vlagen introvert zijn, ingetogen, om de balans tussen de drukte van alledag en ‘even in mezelf zijn’ te bewaken. Maar – à la mijn moeder – kan ik ook vanuit standje contactgestoord ineens heel levendig worden, dan komt de fles wijn op tafel en zijn we zo zes uur kakelend en filosoferend verder. Ik heb eens geprobeerd mijn karakter te vangen, omdat ik dacht dat ik vrij simpel in elkaar zat. Tot ik tot het volgende kwam…

    Ik ben de nuchterheid zelve, maar droom steevast groot. Ik ben introvert, maar als je me bij de juiste mensen zet of me over mijn vak laat lullen, hou ik nooit meer op met praten. Ik maak weloverwogen keuzes, maar baseer ze vaak op een snel en intuïtief gevoel. Ik vind iets van alles en iedereen, maar noem mensen die hun mening continu verkondigen vermoeiend. Ik kan niet zonder mijn dochters, en geniet ervan als ik even niet met ze ben. Ik heb een hekel aan oppervlakkigheid, maar ga kwispelen van trash tv. Ik geniet enorm van luxe, maar het meest van de simpelste dingen. Ik hou niet van koken, wél van eten. Laat makkelijk los, maar doe dingen het liefst zelf. Ik kan erg op mezelf zijn, maar voor ‘mijn mensen’ ben ik er altijd. Ik vind het duf als mensen hun kwaliteiten niet serieus nemen, maar kan ze niet serieus nemen als ze niet ook heel hard om zichzelf kunnen lachen. Ik ben een echte aanpakker, maar kan een simpele taak als mijn haren wassen eindeloos voor me uit schuiven. Ik ben dol op slapen, maar vind het zonde van mijn tijd. Werk is voor mij ontspanning en niks doen voelt bijna als werk. Ik kan heel overdreven doen over futiliteiten om vervolgens iets wat wél een big deal is steevast te bagatelliseren.

    Ik ben een mengelmoesje van de genen van mijn ouders en hun karakters. Ik herken de trekjes van mijn opa’s en oma’s, waar ik een groot deel van mijn jeugd doorbracht. En ik zie hoe de voorbeelden en lessen uit mijn jeugd, maar ook erna, me hebben gevormd tot wie ik vandaag de dag ben. Ik ben nog steeds bij lange na niet perfect, maar wel mezelf. Dat ging gepaard met vasthouden én loslaten. Deze reis ga ik met je delen, en die begint bij mijn opvoeding.

    *

    Ik ben geboren in Limburg, in Weert. Geluk zat in de kleine dingen. Opa en oma van vaderskant hadden in hun vroege huwelijksjaren een zaak in fournituren opgezet. Mijn ouders begonnen vervolgens een eigen bedrijf in de mode. Bloed, zweet en tranen kostte het, er moest zoveel voor geregeld en gedaan worden. Ik aanschouwde het en kreeg dus al van jongs af aan mee: als je iets wilt moet je ervoor werken. Opa en oma hadden hun winkel inmiddels verkocht en hadden juist volop de tijd. Als kleuter tuurde ik de weg af vanaf het schoolplein. Zag ik de groene Mercedes al? XY-21-LY. Ik heb nog wekelijks ruzie met de parkeerautomaat, omdat ik mijn kenteken weer eens vergeten ben, maar dat van opa staat in mijn geheugen gegrift. XY-21-LY. Opa haalde me elke dag op en bracht me naar school, want mijn ouders waren druk op de zaak. Het interesseerde me geen bal, want mijn opa en oma verwenden me met aandacht en liefde. ‘Wat wil je eten, Kel, waar heb jij zin in?’ En dan werd de appelpannenkoek alweer gebakken. Als het op was: ‘Zullen we lekker gaan puzzelen?’ Of we trokken er samen op uit. Wandelen in het bos en leren over de natuur, naar een stad met een boekje over de geschiedenis ervan op zak. Opa, oma en ik waren zo vaak onderweg. We hebben heel Nederland gezien met de caravan, van zuid naar noord en van oost tot west, maar we gingen ook naar Rome, het Vaticaan, altijd op zoek naar kunst, cultuur, natuur; de wereld werd voor mij geopend. Mijn opa en oma leerden me iets heel belangrijks: in het leven moest je zin hebben. Je moest gewoon doen. Hard werken en vervolgens hard genieten. Dat zou ik onthouden.

    Opa en oma van moederskant hadden een varkensboerderij. Ook daar was ik graag en veel, als meisje had ik er het gedroomde leven. Zon, regen, hagel, storm, warm of koud, het boeide ons niets, wij waren altijd buiten. Mijn fantasie kon grenzeloos zijn gang gaan: verkleedpartijen, kussens op de grond in de schuur, rollen door de modder, lekker vies worden, hutten bouwen, spelen tussen de maïs, slootjespringen. Als we dan binnen aan de chocomel zaten met alle neefjes en nichtjes, luisterden we ademloos naar de verhalen over de oorlog. ‘Oma, vertel nog eens over die brug die gebombardeerd is en dat je over een heel dun latje het water over moest.’ Wat me opviel was dat oma nooit klaagde over die oorlog, of überhaupt over het leven. Ze kon heel spannend vertellen, alsof het een roman was. Ze zoomde nooit in op alle ellende, maar altijd op de weinige mogelijkheden die ze wél had en die ze wél pakte. Oma kende armoede en oorlog, verloor haar man jong, werkte keihard, ze had genoeg reden om te zeuren. Ik besefte het toen misschien nog niet, maar later dacht ik: dat is een keuze. Je kunt je lot labelen als zwaar en ellendig, je kunt ook er het beste in zien, hoe donker het soms ook was of nog steeds is. Oma was altijd vrolijk en positief, een rasoptimist.

    Toen ik wat ouder was, pakten we na school regelmatig de fiets en gingen acht kilometer over al die kleine weggetjes, dwars door het boerenland ernaartoe. Een onbezorgde tijd. We hadden nog geen telefoon, we hoefden niet om de haverklap te bellen waar we waren, we kwamen altijd veilig aan. Als ik foto’s uit die tijd bekijk, sta ik steevast ergens buiten smerig te zijn, op de camping of op regenlaarzen in de bagger op de boerderij. Opa stierf toen ik drie was. Hij kreeg kanker en was binnen zes weken dood. Ik herinner me hoe we altijd even naar het graf gingen en hoewel ik nog zo klein was, staat zijn dood me bij als de eerste grote gebeurtenis in mijn leven. Ineens was-ie er niet meer. De boerderij werd oma. De geur vanuit haar keuken. Soep van Oma Lies. Alle restjes die niet opgingen, gingen hop, terug in de pan. De volgende dag: diezelfde pan soep. Het legde vermoedelijk de basis voor mijn smetvrees, maar ook mijn geluk: er was in die tijd weinig, maar toch zoveel en altijd genoeg. Ik was een blij kind.

    *

    Zes jaar lang was ik alleen, toen werd mijn zusje Romy geboren. Liefde op het eerste gezicht. Je leest weleens dat het moeilijk is als je jarenlang de lieveling bent en er ineens een zusje is. Dat er dan jaloezie in het spel komt, het unieke ervan af is. Ik heb het nooit gevoeld, nooit zo ervaren. Ik had ineens alles waar ik ooit van had gedroomd. Ik had een zusje! En de liefde van mijn ouders voor mij en mijn zusje? Onvoorwaardelijk. Niet dat ze daar veel over zeiden, het uiten van gevoelens was niet echt hun ding, maar in alle daden, blikken en gebaren zag ik liefde. Wat betreft emoties ging alles bij ons thuis een beetje op zijn wat ik noem Limburgs: als het maar niet te emotioneel wordt, doe maar gewoon. Te emotioneel, dat vonden ze ingewikkeld. En ingewikkeld, daar doen we niet aan. Geen zin in, en geen tijd voor ook. Meest gehoorde zin uit mijn jeugd: alles komt goed! Daarmee was het af, werd ieder probleem in de kiem gesmoord. Ik raakte gewend aan lief en betrokken met elkaar te leven, maar nooit klef. Daar hielden we gewoon niet van. Van moeilijke gesprekken ook niet. Hoge pieken of diepe dalen, ik zag ze vrijwel niet voorbijkomen om me heen. Het ging gewoon zoals het ging, en er waren altijd mensen die het zwaarder hadden, dus kop op. Ik denk dat opa een van de weinige personen in mijn omgeving was die emotioneel kon zijn zonder zich er ongemakkelijk over te voelen. Ik weet nog goed dat ik als kind met hem naar All You Need Is Love zat te kijken en uit mijn ooghoek zag dat de tranen over zijn wangen rolden. ’Waarom moet je huilen opa?’ ‘Omdat ik het zo fijn voor ze vind, schattebout.’ Tranen van blijdschap, die had ik nog nooit eerder gezien!

    Tussen de geboortes van mijn zusje en mij zat met zes jaar leeftijdsverschil eigenlijk best een lange tijd. Zes jaar lang had ik het rijk alleen, draaide alles om mij. Ik wist dat mijn ouders een mooie basis neer probeerden te zetten voor ons als gezin en merkte aan het feit dat we ons steeds meer luxe konden veroorloven dat het zijn vruchten afwierp. Ik deed mijn best om ook mijn steentje bij te dragen door ongekend vlijtig te zijn. Het kostte me weinig moeite, ik was gewoon zo. Een heel lief, vlijtig liesje. Heel erg bezig met ‘de andere mensen’; ik deed vooral wat hoorde. Opgevoed met dat Limburgse bloed, opgevoed met die eeuwige gedachte: wat zullen de mensen wel niet

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1