Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Indrukken van den dag
Indrukken van den dag
Indrukken van den dag
Ebook74 pages1 hour

Indrukken van den dag

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Indrukken van den dag is een tweedelig werk van Multatuli, waarin met name essayistische brieven zijn opgenomen. Voor een deel gaat hierin het verhaal van Max Havelaar verder, Multatuli's beroemde boek over het wanbeleid van de Nederlandse kolonisten in het huidige Indonesië. Het boek is maar één keer als zelfstandig werk uitgegeven.-
LanguageNederlands
PublisherSAGA Egmont
Release dateDec 10, 2018
ISBN9788726122916
Indrukken van den dag

Read more from Multatuli

Related to Indrukken van den dag

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Indrukken van den dag

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Indrukken van den dag - Multatuli

    Indrukken van den dag.

    Brief aan den gouverneur-generaal in-ruste. ¹Tot vervelens toe heb ik gezegd geen schryver te zyn. Om duidelyk te maken waarom ik deze kwalifikatie ver van my werp, behoef ik slechts te wyzen op ’t verdriet dat my de opgang van den Havelaar heeft veroorzaakt. Het mooi-vinden van dat boek is door de Natie gebruikt als huichelachtig voorwendsel om zich te onttrekken aan de zaak die daarin behandeld wordt. Men zie hieromtrent de vertellingen over den Impresario, over Chresos, over Dimanche, in de Minnebrieven. Ik weet niet wat verachtelyker is. Don Juan’s laaghartig vleien, of de plompe wraakzucht van Schmoel.

    Om evenwel den mooivinders hun voorwendsel te ontnemen, volge hier de herdruk van een stuk, waarin een brief voorkomt aan den Gouverneur-Generaal in-ruste. Deze brief ging den Havelaar ruim twee jaren vooraf, en is eerst na ’t verschynen van dat boek gepubliceerd. Wanneer letterkundige roem of de begeerte om opgang te maken, m’n doel ware geweest, zou ik m’n grieven niet zoolang in stilte hebben behandeld.

    ’t Spreekt vanzelf dat de ellendeling aan wien ’t gemoedelyk schryven gericht was, daarop niet heeft geantwoord. Hy rustte! Ik hecht er aan dat dit stuk bewaard blyve, opdat men later in-staat zy met nuchterheid te oordeelen over m’n goed recht, en over de gegrondheid myner grieven tegen nederlandsche schelmery die in dat zwygen berust heeft.

    Men bedenke toch by ’t lezen, dat ik schreef aan den man wien de zaak rechtstreeks aanging, en die door de hem aangeboden bylagen werd in-staat gesteld, elke bewering te toetsen aan de bewyzen die ik overlegde. Men vergelyke overigens alles wat ik omtrent die treurige Lebaksche geschiedenis meedeel met de Vraagpunten aan den kontroleur die ik publiceerde in de Minnebrieven, en met den specifieken staat van gestolen buffels.

    Hoe toch moet ik ’t aanleggen, om m’n lezers optewekken tot het beoordeelen der zaken die ik behandel? Ik geloof niet dat de straks volgende brief aan Duymaer van Twist zoo byzonder mooi is, en hierom juist wil ik dat hy bewaard blyve. Als de mooiheid van den Havelaar zal versleten zyn, wordt er misschien eenmaal op dàt stuk recht gedaan aan m’n kinderen!

    Wie ’t vreemd vindt dat ik hier over my en de mynen spreek en niet over de zaak der Javanen: bedenke dat ik de vertegenwoordiger van de zaak ben. Ik heb deze eer veroverd door wat ik om hunnentwil opofferde. Wie meent meer recht te hebben op ’t reprezenteeren van rechtdoen in Indië, gelieve z’n geloofsbrieven overteleggen. Wanneer die in orde zyn, zal ik terstond m’n plaats afstaan, en waarlyk met groot genoegen!

    Tot zoolang echter blyf ik beweren dat de Nederlandsche Regeering geen herstel van grieven beoogt, dat ze geen rechtvaardigheid wil, indien ze voortgaat my te miskennen. Ik alleen tot-nog-toe heb door daden bewezen, rechtvaardigheid te willen. Wie my ter-zyde schuift, wil onrecht. De tegenwoordige Minister had de impudentie my te zeggen dat ik niet den minsten invloed had uitgeoefend op indische zaken. Hy zeker, toen-i in den Javaschen oosthoek fortuin maakte met de kruieniery! Ik ontken dien invloed niet. Juist de som van zùlke invloeden zal bewerken dat de Javaan ons eindelyk wegjaagt. Maar wel ontken ik dat de waardigheid der Natie gediend zou wezen met de resultaten van invloeden, die uitvloeien van zùlke bron! Dat de chefs der huizen in de rotterdamsche Zandstraat invloed oefenen op moraal en gezondheid, is zeker. Maar niet goed zou ’t wezen die heeren—na gemaakte zaakjes—te benoemen tot opzichters over zeden en hygiène. Ik kan verzekeren dat de Javaan zulke benoemingen schandelyk vindt. Hy begrypt zulke "accommodements avec la morale" nog altyd niet!

    Nog-eens, ik heb metterdaad bewezen rechtvaardigheid te willen. En, wie hoogmoed, eerzucht of eigenwaan meent te ontdekken in deze bewering … hy neme myn plaats in! Maar: met de lasten, en onder ’t overleggen van behoorlyke lettres de créance. Men mag geen aanspraak maken op rem et pretium te-gelyk. Dit is, meen ik, ’n regel in rechten, en wat meer zegt: ’n regel van Recht! ² Max havelaar aan multatuli.

    Waarde Multatuli! Tine is vry wel, maar Max is aan ’t vechten met ’n kies. Hoe komt het toch, dat de Natuur, die sedert duizende jaren zich bezighoudt met het leveren van iets meer dan één mensch in de sekonde, na zoo lange oefening nog niet geleerd heeft zoo’n mensch d’emblée kompleet te maken? Weet ge ook, of honden en katten last hebben van ’t tanden krygen? Ik zie niet in waartoe het dient? Ik had ’n meester die beweerde dat alles z’n doel had—als kind kon ik hem hierin nog niet tegenspreken—maar hy wilde dat doel aanwyzen, uitleggen, verklaren… en dan bemerkte ik dat hy dikwyls misschoot. Wenkbrauwen: zweet des aanschyns. Goed! Knevels? Op deze vraag werd hy vies. En de vrouwen dan, vroeg ik verder, als ze verkouwen zyn? Maar hy zei dat ik pedant en lastig was. Hierin had hy gelyk. Maar: meester, hoe komt het, dat ik zoo pedant en lastig ben? Toen werd ’k gerelegeerd by de absente knevels van de vrouwen. En thans weet ik waarachtig noch het een, noch het ander. Eén van beide: de Natuur is volmaakt en weet wat ze wil, of zy is niet volmaakt en weet niet wat ze wil. Of ik voldoe aan m’n bestemming door m’n lastigheid, òf ’t is ’n fout van de dames dat ze geen knevels dragen.

    Denk hierover eens goed

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1