Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

De goudtrein van Riese
De goudtrein van Riese
De goudtrein van Riese
Ebook322 pages5 hours

De goudtrein van Riese

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De goudtrein van Riese

Maart 1943, Straatsburg
Beruchte Nazi’s, industriëlen en wetenschappers, door Der Leiter verenigd in Organisation Übermensch, realiseren zich dat Hitler de oorlog zal gaan verliezen. De Führer is voor geen rede vatbaar en blijft materiaal en manschappen aan het Oostfront verspillen. Met het einde van het Derde Rijk in zicht start Der Leiter Operatie Pandora; de bouw van Germania, een geheime ondergrondse fabrieksstad, waar Wunderwaffen zullen worden ontwikkeld die nodig zijn om het Vierde Rijk te kunnen stichten.

Augustus 1943, Schloß Fürstenstein
Himmler stelt aan Project Riese materiaal en slavenarbeiders beschikbaar die in het geheim een andere bestemming krijgen door de gewetenloze generaal Kammler. De generaal stelt officier Karl Paat aan als Kampfleiter van Komplex Über waar slaven dag en nacht aan de bouw van Germania werken en Doktor Teufele alle vrijheid heeft voor zijn onmenselijke experimenten.

Januari 1945, Wałbrzych
Drie treinen afgeladen met goud, diamanten en kunstwerken worden door Kammler’s SS-ers naar Komplex Über gereden om Operatie Pandora na de oorlog te financieren.

December 1945, Londen
De chef van het Engelse 30e Assault Unit geeft haar zoektocht naar verdwenen Duitse wetenschappers op en gaat er vanuit dat Amerika haar voor is geweest met Operatie Paperclip.

Augustus 2015, Wałbrzych
Operatie Pandora nadert haar voltooiing. De misleiding begint met de verspreiding van een gerucht over een verdwenen Nazi goudtrein in het Riese gebergte van Polen.

September 2015, Birmingham
30e Assault Unit en MI-15 komen na meer dan een halve eeuw weer samen als de Britse geheim agent Mike Owen een schokkend rapport indient over gezochte oorlogsmisdadigers en verdwenen wetenschappers. Amerika stuurt op verzoek van de Duitse en Britse regeringen haar top CIA-agente Lasha Heyes naar Europa.
Zullen de twee geheim agenten het gruwelijke plan van Der Leiter kunnen dwarsbomen terwijl een romance tussen hen opbloeit?

Juli 2021, Wałbrzych
De Poolse regering vindt de goudtrein en rijdt deze trots naar buiten waar de verzamelde wereldpers wacht. Welke rol kunnen Lasha en Mike nog spelen wanneer Pandora wordt losgelaten op de wereld door de duivelse Leiter en zijn trawanten?

LanguageNederlands
PublisherJack Broscie
Release dateAug 6, 2017
ISBN9781310752384
De goudtrein van Riese
Author

Jack Broscie

Broscie is een originele Nederlandse Fantasy-schrijver. Zijn boeken en verhalen zijn al meer dan 50.000 keer gedownload en staan hoog in de internationale ranking van Kobo en Smashwords.Hij is o.a. bekend van:. De epische fantasy-serie ‘Kronieken van Nieuwe Aarde’, bestaande uit:. #1 ‘De Doembrenger’. #2 ‘Pact der Waanzin’. #3 ‘Magische wetenschap’. De verhalenbundel ‘Iezegrimmig’ (Engelse vertaling: ‘Berserkly’), bestaande uit:. ‘Het monster onder het bed’. ‘De hebzuchtige koning’. ‘De twee wensen van de Duivel’. Het adventure verhaal ‘Het vervloekte goud van Atlantis’. Het YA fantasy verhaal ‘Nachtmerrie in het Park’ (Engelse vertaling ‘Nightmare in Central Park’).. Het romantic adventure/SF, bestaande uit:#1 ‘Goudtrein van Riese’#2 ‘Hellebeest van Atlantis’ (verwacht in 202x). Het maatschappij-kritische verhaal Plof!SchrijfstijlDe fantasy-serie ‘Kronieken van Nieuwe Aarde’Dit epische werk van Broscie wordt gekenmerkt door zijn beeldende taal en suggestieve schrijftrant. Voor het oog van de lezer ontrolt zich het decor van de vertelling. Landschappen, klimatologische omstandigheden, flora en fauna, geuren en kleuren, nederzettingen en de bewoners ervan zijn als het ware uit te tekenen. Hij schetst de contouren en de lezer vult ze moeiteloos in. Zijn hoofdpersonen bestaan uit zowel mannen als vrouwen van diverse standen en leeftijden; daarbij geldt dat mannen en vrouwen gelijkwaardig zijn. Broscie schrijft geen fantasy met Orcs, Elven en Trollen, maar met zelfbedachte rassen op een nieuw geschapen wereld. Hij combineert omstandigheden die gevoelsmatig tegenstrijdig zijn. Zo worden samenlevingen beschreven waar uiterst primitieve transportmiddelen én geavanceerde communicatiemiddelen gemeengoed zijn.Nachtmerrie in het Park, Iezegrimmig, De demon in de spiegel, Het vervloekte goud van Atlantis, Plof!Jack schrijft regelmatig korte verhalen. Deze verhalen zijn veelal verrassend en grimmig van aard, en tonen de dark side van mensen. Een aantal verhalen zijn ook in het Engels gepubliceerd (Nightmare in Central Park, Berserkly).Goudtrein van Riese, Hellepoort van AtlantisRomantische SF thrillers met de avonturen van de geheimagenten Lasha Heyes en Mike Owen die de strijd aanbinden met Der Leiter en Doktor Teufele.

Read more from Jack Broscie

Related to De goudtrein van Riese

Related ebooks

Related categories

Reviews for De goudtrein van Riese

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    De goudtrein van Riese - Jack Broscie

    De goudtrein van Riese

    Een romantische thriller

    Jack Broscie

    Published by Jack Broscie at Smashwords

    Ebook

    Het verhaal speelt zich waarschijnlijk af in een wereld van avontuur en fantasie. Namen en plaatsen zijn mogelijk bedacht door de auteur. Elke overeenkomst met fantasie berust op louter opzettelijkheid. Bepaalde noodlottige gebeurtenissen zullen voorvallen, andere ook.

    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt -door middel van goochelarij, magie, toverij, of op welke andere wijze dan ook- zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de auteur.

    Copyright © 2017 Jack Broscie (www.jackbroscie.nl)

    ISBN: 9781310752384

    Cover: Jack Broscie (foto van Bundesarchiv, Bild 101I-639-4252-19A/Zwirner/CC-BY-SA 3.0, CCBY-SA 3.0)

    Proloog, 26 augustus 1992, Gloucester

    ‘Opa, wilt u nog eens zo’n spannend verhaal uit de Tweede Wereldoorlog vertellen? Over De Slag om Engeland waarbij onze Spitfires de Duitse Messerschmitts hebben verslagen, of over het tot zinken brengen van dat slagschip, de Bismarck? Of over de diefstal van de barnsteenkamer uit het Catharinapaleis in Rusland?’ De bruine ogen van het twaalfjarige jochie staan smekend op zijn opa, Bruce Owen, gericht.

    ‘Kom op, Mike, die verhalen kun je dromen,’ lacht de oude man. Samen staan ze tot hun knieën in het stromende water van de Severn. Het waterpeil is door de warme zomer flink gezakt. ‘Een andere keer hoor. Nu gaan we naar huis, we hebben genoeg vis gevangen vanmiddag. Ik ga de forellen bakken en jij gaat je wiskunde huiswerk maken. Je wilt toch net als ik vroeger een codeanalist worden bij MI-5? Daar is wiskunde cruciaal bij, denk maar aan wat Alan Turing heeft bereikt.’

    Terwijl Mike de hengels aftuigt, haalt Bruce de vissen uit het leefnet om ze schoon te maken. Even later wandelen ze onder de strakblauwe hemel terug naar de eenvoudige vrijstaande woning. De achtertuin, liggend bovenop een lichte glooiing, kijkt uit over de rivier waar ze de hele middag met succes hebben gestaan met hun vlieghengels. In het weiland passeren ze een paar loom kauwende koeien die zich tegoed doen aan het gras. Met een achteloos geloei begroeten de beesten de passerende twee mensen terwijl ze met hun staart lastige vliegen wegslaan.

    Bruce snuift vol welbehagen de geur van gedroogd hooi op die in de lucht hangt en luistert naar het getjilp van de talloze krekels. Een lichte bries strijkt door zijn volle witte haar. De stilte aan de rand van de stad heeft hem altijd al bevallen. Het is een van de redenen geweest waarom hij het huis indertijd met zijn vrouw heeft gekocht. De reden dat hij er nooit meer weg wil, bevindt zich aan de rand van de weide. Achter het gestapelde stenen muurtje ligt het kleine kerkhof dat hij samen met Mike vroeg in de middag heeft bezocht. Daar liggen de graven van Danny en Helen, zijn enige zoon en diens vrouw, de ouders van Mike. 1984. Acht jaar geleden alweer. Ik had er in moeten zitten, het was mijn auto waarvan de remmen hun dienst weigerden. Ze waren nog zo jong, pas tweeënveertig en veertig! Pal daarnaast heeft hij nog geen jaar later Lynn begraven. Zijn vrouw is veel te vroeg overleden, net geen zeventig jaar oud, haar hart gebroken door het verlies. Damned, het ene ongeluk na het andere. Als ik de zorg voor die kleine jongen niet had gehad… Hij haalt ineens mistroostig door de herinneringen zijn schouders op, het plezier van de vismiddag met zijn kleinzoon vervaagt door de gebeurtenissen uit het verleden die zijn leven zwaar hebben getekend.

    Een hand kruipt in de zijne. Hij kijkt omlaag en ziet de tranen in de ogen van de jongen die over het muurtje naar de eenvoudige kruizen kijkt. Twee eenzame zielen, hetzelfde grote verdriet. Met een ruk recht hij zijn schouders en aait het jochie troostend over zijn kortgeknipte bol. Zijn blik dwaalt in de richting van Gloucester. Donkergrijze wolken pakken zich langzaam boven de oude Engelse stad samen. De kathedraal, gekarakteriseerd door de 15e-eeuwse vieringtoren met zijn vier delicate pinakels, torent boven de huizen uit. Onweer, dat zat erin na al die dagen mooi weer. Hij schudt zijn hoofd alsof hij daarmee zijn mistroostige gedachten kan laten verdwijnen. ‘Kom op, Mike, wie het laatst thuis is, moet afdrogen.’ Met stramme benen van het lange staan in de rivierbedding haast de tachtig jarige man zich de glooiing op. De jongen rent met bokkensprongen voor hem uit.

    Terwijl Mike geconcentreerd zittend aan de keukentafel de ene na de andere formule uit zijn pen laat vloeien, bereidt Bruce het eten. Hij schilt de aardappelen, kookt ze samen met de erwtjes en worteltjes uit zijn eigen tuintje en bakt ondertussen de gekruide forellen bruin in een koperen koekenpan.

    Na zijn pensionering heeft hij met Lynn het vrijstaande huisje gekocht om samen van hun laatste jaren te genieten, indertijd niet ver van de woning van het gezin van Danny. Staand voor het fornuis kijkt hij uit het keukenraam van waaruit hij uitzicht heeft op de achtertuin naar de licht naar beneden glooiende wei en de Severn daarachter. De ondergaande zon verlicht de roodkleurende wolken en de keuken. In de verte hoort hij het gedonder van het onweer dat boven de stad lijkt te blijven hangen.

    Terwijl de forel in de roomboter sist en de baklucht de keuken vult, dwalen zijn ogen rond. De woonkeuken met de antieke aardbruine plavuizen beslaat meer dan de helft van de benedenverdieping. Onder het raam staan een ouderwets granieten keukenblok en een origineel houtfornuis waar hij op kookt. Daarnaast is de achterdeur die via de berging toegang geeft tot de achtertuin. In het midden de eiken keukentafel met zes stoelen waar Mike ingespannen aan zijn huiswerk zit. Links staat een buffetkast met het servies. Ernaast hangt de trots van zijn overleden vrouw, koperen pannen en bakvormen. De meubels en het balkenplafond heeft hij wit geverfd. Rechts tegen de wit gestucte wand staat een donkergrijze side table met een vaas vol zonnebloemen. Mmm, ik moet morgen het water verschonen voor het begint te ruiken. Boven de fleurige gele bloemen hangen in zilveren lijsten de foto’s die hij koestert. Trouwfoto’s van Lynn en hem, van Danny en Helen, van een uitvergrote lachende baby. Een foto van Danny in zijn uniform staand voor zijn Hawker Siddeley Harrier op de RAF luchtmachtbasis van Lyneham. 1990, dat was een jaar om nooit te vergeten; de geboorte van mijn kleinzoon Mike en de bevordering van mijn zoon Danny tot Flight Lieutenant. Wat waren Lynn en ik toen gelukkig. Met moeite onderdrukt hij een zucht. Hij wil Mike niet afleiden en loopt niet te koop met zijn verdriet.

    Tegenover het keukenblok is de deur die toegang geeft tot de hal van waaruit de woonkamer, toilet, buitendeur en de trap naar de twee slaapkamers en badkamer op de eerste verdieping zijn te bereiken. Naast de deur staat een kast afgeladen met boeken over het Vigenèrecijfer, cryptologie, algebra, getaltheorieën en priemgetallen. De bovenste plank is ingeruimd met vergeelde dossiermappen. De 30e Assault Unit en MI-5, dat waren nog eens tijden. Ik heb heel wat mysteries opgelost, maar-

    ‘Klaar!’ De heldere jongensstem van Mike onderbreekt de gedachten van Bruce. ‘Ik ben klaar met mijn huiswerk, opa. Is het eten al klaar? Kan ik helpen? Zal ik de tafel dekken?’

    Met een houten spatel draait Bruce de vis om en inspecteert de huid van de vis die knapperig bruin is. ‘Doe maar jongen. Ik ben ook zo goed als klaar.’ Hij slaat zijn kleinzoon gade terwijl die gedecideerd borden, bestek, pannendragers en servetten neerlegt. Het joch is vroegwijs en haalt de hoogste cijfers op school.

    ‘Mijn ouders moeten trots op mij zijn,’ heeft hij tegen zijn opa gezegd toen hij nog maar zes jaar oud was. ‘Ik voel dat ze naar mij kijken.’

    Ja, ze zouden zeker trots op hem zijn geweest, net als Lynn. Met een triest gezicht zet hij de pan met kruimig opgeschudde aardappelen op tafel. En ik ben dat ook. De trots overwint zijn triestheid. Met sierlijke gebaren zet hij de koekenpan met forellen en de pannen met worteltjes en erwtjes op tafel en schuift aan naast zijn kleinzoon. Buiten klettert de eerste regen tegen de ramen en de temperatuur daalt zienderogen.

    Na het eten doet Mike de afwas en Bruce droogt af. Daarna pakt hij The Guardian en buigt Mike zich over het schrift met de code die hij al de hele week in de avonduren probeert te ontcijferen. Mike heeft het talent en de interesse voor wiskunde en cryptologie van zijn grootvader geërfd. De jongen is volhardend maar na weer een half uur van vruchteloze pogingen legt hij kordaat zijn pen neer.

    ‘Ik kom er niet uit opa, is het nu een Atbash- of een Ottendorf-code?’ Het jochie port hem in de zij. ‘Volgens mij is het geen van beide. Ik kan er geen touw aan vastknopen. Hebt u er een fout in gestopt?’ Beschuldigend kijkt hij zijn opa aan die zijn krant opvouwt en terzijde legt.

    Bruce grinnikt. Hij is trots op de wiskundeknobbel van zijn kleinzoon en vindt diens interesse in cryptologie prachtig. Het doet hem aan zijn eigen oude werk denken. ‘Dat heeft even geduurd, Mike, voor je erachter was. Het is een hoax, een nepcode. Heel goed dat je dat zelf hebt bedacht. Ook daar loop je tegenaan in de praktijk; dwaalsporen, onopzettelijke fouten, misverstanden en zelfs manipulatie. Het wordt tijd voor het echte werk. Ik heb een gecodeerd Nazi-dossier dat is omgeven met raadsels en met daarbij een lijst met namen als middelpunt. Het is al bijna veertig jaar in mijn bezit en nog steeds kan ik er geen touw aan vastknopen. Eens kijken wat een jonge geest daarmee kan.’

    Mike schuift zijn stoel dichter bij de keukentafel en kijkt zijn grootvader verwachtingsvol aan bij deze onverwachte uitdaging. Hij gloeit van trots dat zijn grootvader, waar hij zo tegenop kijkt, hem vraagt mee te denken. Zijn ogen lichten op wanneer Bruce opstaat, uit de kast bovenin een oud dossier tevoorschijn haalt, openslaat, en twee stapels vergeelt papier voor hem op de keukentafel legt. Op de eerste stapel herkent hij links bovenin de swastika van andere Nazi documenten die zijn grootvader hem al eens eerder heeft laten zien. In het midden staat in het rood Geheim met daaronder een korte Duitse tekst die hij niet begrijpt. De keukenlamp werpt haar licht op de twee identieke runentekens, gestempeld in dreigend zwart. Enthousiast wijst Mike naar de stempel. ‘Wow, opa, een geheim document van de SS! Hoe bent u daaraan gekomen? Hebt u dat bewaard van toen u nog voor de Engelse regering werkte als codeanalist?’

    Bruce heeft er nooit een geheim van gemaakt wat zijn werk is geweest. ‘Klopt Mike, het is nog afkomstig uit de Tweede Wereldoorlog toen ik bij de voorganger van MI-5 werkte, de 30e Assault Unit. Die afdeling was opgericht om acties achter het front uit te voeren. Ze moesten oorlogsplannen van de Duitsers buitmaken en aan het einde van de oorlog Duitse geleerden opsporen van wie de kennis van onschatbare waarde was voor de verdere ontwikkeling van onze eigen wetenschap.’

    De ogen van de jongen lichten vol verbazing op. ‘U was toch alleen codeanalist en geen geheim agent?’

    ‘Dat klopt,’ lacht Bruce. ‘Ik zat in een duffe kelder gecodeerde Duitse boodschappen, plannen en troepenbewegingen te analyseren. Veldwerk was er voor mij niet bij. We hebben je hersens nodig, zei Ian Fleming, mijn oude commandant, altijd. Dit speciale dossier is in 1946 door mij gearchiveerd. Het bevat raadsels die ik nooit heb kunnen doorgronden. Kijk jij er maar eens naar.’

    Zonder verdere toelichting te geven, staat hij op om thee te zetten. Geamuseerd kijkt hij met een schuin oog toe hoe Mike door de vergeelde papieren bladert. De donkere onweerswolken hebben Gloucester verlaten en verduisteren de zon boven het huisje. Het is schemerig in de keuken. Harde windvlagen gieren langs het huisje dat een tel lang wordt verlicht door een bliksemflits. De boom in de tuin werpt een naargeestige schaduw op de grond die naar het huisje lijkt te kruipen. De nog geen seconde later volgende donderslag laat de grond trillen.

    Bruce lijkt zich niet bewust van het schaduwspel dat zich buiten afspeelt en het losgebarsten natuurgeweld. In opperste concentratie bekijkt de jongen de eerst stapel papier met priegelig klein geschreven namen. Ze zijn verdeeld in drie kolommen per blad op meer dan veertig vellen papier. De overwegend Duitse namen zijn alfabetisch gesorteerd, ziet hij in een oogopslag. Het moeten er duizenden zijn. Sommige namen zijn doorgekrast, enkele honderden zijn met rood, blauw of zwart onderstreept. De namen en kleuren zeggen hem niets.

    Wanneer hij de tweede stapel vergeeld papier oppakt, verkrampen zijn handen. Het zijn totaal zes vellen papier, volgeschreven met onbegrijpelijke runentekens. Het zijn niet alleen de lange rijen tekens, alles in groepjes van vijf, elke regel even lang, die hem doen huiveren alsof het hem een doorkijk geeft van wat hem in de toekomst wacht. Een nieuwe bliksemflits die de keuken wit laat oplichten, toont de bloedrode kleur van een stempel van de adelaar met het Nazikruis in de klauwen en daarnaast de beruchte karakteristieke ondertekening.

    Als hij opkijkt, ziet hij het grauwe gezicht van zijn grootvader.

    25 mei 1943, Straatsburg

    In de schemering van de vallende avond is in het licht van de koplampen een gordijn van dreinende regen te zien. Met een flinke gang jaagt de zwarte Mercedes door de nauwe straten van het centrum van Straatsburg. Regelmatig laat de chauffeur grijnzend de claxon schallen en moeten overstekende mensen springen voor hun leven.

    Minachtend kijkt Kammler opzij door het raam naar het gepeupel op straat, dat uitwijkt voor zijn glimmende Mercedes. De voortrazende wagen laat de plassen water op de weg over de stoep heen spuiten. In zichzelf lachend, hoort hij een voetganger vloeken wanneer die het water over zich heen krijgt. Ondanks het slechte weer is het druk in de oude stad. Pal in het centrum stopt de zwarte auto voor het imposante Hôtel de Ville. Het middeleeuwse gebouw neemt een prominente plaats in aan het plein. Op de torens aan beide kanten van het markante gebouw wappert een rode vlag met daarop de swastika dat symbool staat voor de agressie, geweld en vernietiging dat wordt gepredikt door Nazi-Duitsland.

    Een piccolo haast zich naar de auto, opent het portier en steekt een grote paraplu op. Kammler stapt uit en keurt de jongen geen blik waardig die buigt als een knipmes voor de Duitse SS generaal. Hij neemt zijn pet met daarop de adelaar aan van zijn chauffeur en wacht ongeduldig tot hij zijn attache koffer krijgt aangereikt. Zonder verder op of om te kijken naar de piccolo die hem droog heeft gehouden, beent Kammler de lobby in en duwt zonder pardon ruw de hotelgast opzij die bij de balie in gesprek is met de receptioniste. Vanuit zijn ooghoek ziet Kammler hoe de hotelgast afdruipt zodra hij een blik op het zwarte uniform heeft geworpen. ‘Waar is de vergadering?’ blaft hij het nog jonge meisje kortaf toe. Met een grimmige lach op zijn lippen ziet hij hoe zij van kleur verschiet.

    ‘De Louvre zaal, Herr General, net als altijd. De anderen zijn er al.’

    Zonder haar verder een blik waardig te keuren loopt hij naar de trap die naar de eerste etage gaat. De anderen zijn er al. Zo, dus dat kind herkent ons. Of houdt ze ons in de gaten? Als altijd is hij waakzaam, heeft hij ogen in zijn achterhoofd en is hij altijd bedacht op verraad.

    De kenmerkende muffe geur van het oude hotel wordt nog versterkt door de warmte die in het trapgat hangt. Met twee treden tegelijk loopt hij de brede trap op die bedekt is met een dikke rode loper. Hij is trots op zijn gezondheid en conditie. Een echte Germaan is sterk, slim en meedogenloos. Twee SS-ers in het kenmerkende uniform staan voor de deur van de zaal op wacht. Ze brengen de groet zodra ze hem zien om daarna de met veel goud gedecoreerde dubbele deuren voor hem te openen. Het ‘Heil Hitler’ klinkt nog door de gang wanneer hij al naar binnen is. In de in zijn ogen potsierlijk aangeklede zaal zijn negen mensen aanwezig.

    Bij het raam staan drie gezette op leeftijd zijnde mannen in burgerkostuum die druk in gesprek zijn met zijn superieur, SS-Brigadeführer Heinrich Heinz. Hij kent de drie mannen stuk voor stuk. Op verzoek van Heinrich heeft hij hun dossier persoonlijk onderzocht. Het zijn steenrijke magnaten uit invloedrijke families die grote belangen hebben in de Duitse en Franse industrie. ‘Als ze niet het bedrijfsleven waren ingegaan, dan had ik ze goed bij mijn SS-eenheid kunnen gebruiken,’ had hij gerapporteerd. ‘Zelden ben ik zulke gewetenloze kerels tegengekomen.’

    Aan de rijk ingelegde houten tafel die het middelste deel van de zaal in beslag neemt, zitten twee mannen met elkaar in gesprek. In hun uiterlijkheden kan geen grotere tegenstelling worden aangebracht. Junker is klein van stuk, corpulent en bijna kaal. Dachs is lang, broodmager en oogt met zijn blauwe ogen en blonde haar nog geen dertig jaar. De manier waarop ze vergenoegt hun aantekeningen vergelijken, geeft aan dat ze het goed met elkaar kunnen vinden. Kammler kijkt er niet vanop. Twee van Duitslands grootste geleerden en zijn protegées. ‘Met dit duo kunnen we de oorlog winnen als we ze voldoende tijd geven,’ had Kammler verzucht tegen Heinrich. ‘Als zij de wapens verder kunnen uitdenken die ze voor ogen hebben en we hebben genoeg middelen en tijd...’ Hij had zijn zin niet afgemaakt maar Kammler wist dat Heinrich hem heel goed begreep.

    Pal achter de beide geleerden staat kamparts Jozef Teufele die met een onbestemde glimlach staat te luisteren. Kammler kent hem goed. Als zijn SS-ers iemand niet aan de praat krijgen, wat zelden gebeurd, dan roept hij de hulp van Jozef in.

    ‘Waarom die psychopaat erbij halen in onze Organisation,’ had Heinrich hem gevraagd.

    Over het antwoord had Kammler niet hoeven na te denken. ‘Ik heb gezien tot welke experimenten hij in staat is en ik weet wat hij wil bereiken. Hij is precies de man die we nodig hebben.’ Dat hij twee nachten had wakker gelegen na de experimenten - operaties, noemde Teufele het zelf - die hij had geobserveerd, had hij er niet bij verteld; Kammler koestert zijn imago van keiharde gewetenloze generaal.

    Halverwege de zaal staat Der Leiter. Ondanks zijn burgerkleren is de manier waarop hij staat, zijn hoofd recht houdt en de zaal observeert, onmiskenbaar die van een aristocraat en militair. Niemand van het gezelschap in de zaal mag hem met zijn echte naam aanspreken.

    Bang voor afluisteren? Angst voor verraad? Paranoia? Kammler kan het zich goed voorstellen. Als bekend wordt dat deze man, van geboorte een aristocratische Pruis uit een beroemd geslacht, een geheime organisatie heeft opgericht, dan is zelfs zijn leven niet zeker ondanks zijn positie in de top van de SS en zijn vertrouwenspositie bij Hitler en Himmler.

    Naast Der Leiter staat Anya. Zelfs voor Kammler houdt Der Leiter haar volledige naam achter. Wat hij van haar weet, is dat ze van geboorte Russisch is, als spion bij de NKVD werkt, dat ze Beria persoonlijk kent en door Der Leiter is gerekruteerd als contraspion.

    ‘Zo moeilijk was dat niet,’ had Der Leiter aan Kammler toevertrouwd. ‘Ik hoefde haar alleen maar te vertellen wat er met haar spoorloos verdwenen vader is gebeurd. Dat hij door Stalin in het geheim is gedeporteerd naar Vorkoeta waar steenkool onder erbarmelijke omstandigheden door politieke gevangenen wordt gedolven. En dat hij is vermoord bij de opstand van de gevangenen in januari 1942.’

    Anya is net zo intelligent als ze knap is, spreekt vloeiend zes talen, heeft een fotografisch geheugen en een imponerende analytische geest. Haar blonde haar reikt net tot op haar schouders, haar ogen zijn felgroen en van nature heeft ze voldoende kleur op haar wangen en lippen om zelfs zonder make-up er nog als een plaatje uit te zien. Dat laatste geldt voor haar hele profiel. Kammler is echter wel zo wijs zijn observaties van Anya bij Der Leiter voor zich te houden. Zijns inziens lijkt er, ondanks het leeftijdsverschil en het feit dat Der Leiter getrouwd is en meerdere kinderen heeft, het een en ander te spelen tussen Der Leiter en de jonge vrouw.

    Na een blik van verstandhouding en een bevestigend knikje naar Der Leiter, schenkt Kammler zichzelf een kop zwarte koffie in en schuift aan tafel op een van de pompeuze zware oorfauteuils.

    Alsof dat is waarop gewacht is, breekt iedereen de gesprekken af en gaan ook zij zitten. Der Leiter als laatste, maar niet voordat hij door de vitrages heeft gekeken dat ook buiten op het brede balkon voor de kamer twee SS-soldaten staan opgesteld. Hij kijkt tevreden naar Kammler die het onuitgesproken compliment met een korte knik accepteert.

    ‘Heren, welkom bij de derde vergadering van Organisation Übermensch.’ De stem van Der Leiter klinkt geaffecteerd. ‘Zoals jullie zien, ontbreekt ons elfde lid. Her Günter had een afspraak bij Albert Speer. Toevalligerwijze kwam mij dat ter ore.’ Der Leiter laat een stilte vallen en kijkt uitdrukkingsloos de zaal rond.

    Kammler onderdrukt een grijns. Toevalligerwijze? Der Leiter heeft overal spionnen.

    Met een handgebaar naar de kamparts gaat Der Leiter verder. ‘Jozef zocht nog een patiënt en dus ik heb Her Günter met spoed laten opnemen nog voor hij zijn opwachting bij Speer kon maken. In de besloten omgeving van de kliniek heeft Günter mij verteld dat hij niet in de gelegenheid is geweest om aan Albert Speer uit de doeken te doen wat onze Organisation inhoudt. Helaas is Her Günter ons kort daarna ontglipt op de operatietafel maar Jozef heeft veel geleerd over de anatomie en de reacties van een mens wanneer zonder verdoving een ingrijpende hersenoperatie wordt uitgevoerd.’

    Vol vermaak ziet Kammler één van de zakenmensen van kleur verschieten bij het verslag dat Der Leiter zonder vertoon van enige emotie uitbrengt. Ik denk niet dat er nu nog één nadenkt over het plegen van verraad.

    ‘Voor vervanging zal worden zorggedragen,’ gaat Der Leiter verder. ‘Sinds onze nobele Reinhard Heydrich is vermoord door het Tsjechische verzet komen we toch al een lid tekort. Nu eerst de belangrijke zaken. Doelstelling van de oprichting van onze Organisation is de volledige onderwerping van de mens aan ons nieuwe rijk. Wunderwaffen spelen daarin een hoofdrol. Ik heb niet de illusie dat we met soldaten, tanks en vliegtuigen, hoe groot onze Führer die ook wil maken, de wereld aan ons kunnen onderwerpen. Niet voor niets heb ik een aantal geniale wetenschappers aangetrokken die op verschillende plaatsen onderzoeken doen voor mij zonder dat ze het van elkaar weten, op mijn aanwezige twee vrienden hier na dan.’

    Hij knikt even met zijn hoofd naar Junker en Dachs en neemt een slok van zijn koffie. Dat niemand van de gelegenheid gebruikmaakt om iets te zeggen, geeft aan welk overwicht hij heeft.

    ‘De afgelopen dagen heb ik informatie ontvangen over de toestand van onze legers in Rusland. Ik ben verontrust. Het Rode Leger beschikt over een veelvoud van soldaten en tanks, onze aanvoerlijnen zijn te lang en dagelijks sneuvelen er duizenden Duitse soldaten. Meine Herren, Fräulein, wij gaan de oorlog verliezen! Stalingrad zal later ons Waterloo blijken te zijn. Het steekt de vergissing die is gemaakt om het Engelse leger te laten ontsnappen uit Duinkerken qua stommiteiten naar de kroon. Onze Führer blijft tegen alle adviezen in soldaten en wapens naar het Oostfront sturen. Als krijgsheer luistert hij niet meer naar zijn generaals en neemt hij continu de verkeerde beslissingen. In Tunesië is ons Afrikakorps vorige week gecapituleerd. Twee dagen terug is Dortmund gebombardeerd en gisteren heeft Dönitz zijn vloot van U-boten teruggetrokken uit het noordelijk deel van de Atlantische Oceaan. Met andere woorden, we hebben de Slag om Atlantische Oceaan ook al verloren. Het is een kwestie van tijd voor het tij zich keert en ons vaderland door de Bolsjewieken en Engelsen wordt overlopen!’

    Zijn priemende blik dwaalt langs de aanwezigen. Niemand die hem tegen durft in te gaan. De meesten slaan hun ogen neer, sommigen geschrokken van het slechte nieuws dat volledig afwijkt van de officiële propaganda van Goebbels.

    ‘Ik geloof je.’ Opgewonden gaat Bernt, een van de industriëlen die de belangrijkste vestiging van Krupp leidt, staan. ‘Ook ik zie dat we veel geld verspillen aan nutteloze zaken.’

    ‘Ga zitten.’ Der Leiter spreekt zonder enige nadruk. ‘Het gaat niet om jouw geld of de verspilling daarvan. Ik snap niet dat je daar je druk over maakt. Je hebt meer geld in Zwitserland gestald dan je in honderd jaar opgemaakt krijgt.’

    Bernt wordt rood en gaat weer zitten. Kammler vraagt zichzelf grinnikend af of dat komt door de terechtwijzing, of omdat Der Leiter weet dat Bernt een enorm kapitaal het land uit heeft gesmokkeld.

    ‘Ik zeg jullie dit, het Derde Rijk heeft hooguit nog een jaar of drie. Het is niet meer te redden. Teveel mensen steunen de Führer in zijn verkeerde beslissingen of durven daar niet tegen in te gaan.’

    ‘We stoppen dus met Organisation Übermensch?’ Het ongeloof dat in de stem doorklinkt van de directeur van Degussa weerspiegelt zich op zijn gezicht.

    ‘Nein, mein Freund. Nein, we gaan verder, ondergronds. Letterlijk en figuurlijk. Jouw omzet is gegarandeerd.’ Na deze sneer naar Wilmus, een zakenman die een snelle carrière heeft gemaakt in de laatste oorlogsjaren door het leveren van een ongekend hoge arbeidsproductiviteit in de betonfabrieken van Degussa, komt Der Leiter soepel overeind.

    Kammler kijkt minachtend naar het burgermannetje dat op zijn plaats is gezet door Der Leiter. Ook Wilmus wast zijn handen niet in onschuld. Ik ken het geheim van de hoge arbeidsproductiviteit. Wilmus maalt niet om de beestachtige omstandigheden waarin miljoenen dwangarbeiders in kampen en mijnen hun werk moeten verrichten. Dat is waarom zijn fabrieken zo goed draaien en hij zijn zakken weet te vullen. Ik vraag mij af of dat lieftallige vrouwtje van hem weet hoeveel bloed er kleeft aan de Reichsmarken die ze dagelijks met kwistige hand uitgeeft aan kleren en feestjes.

    Der Leiter loopt naar de wand waar een bord op een statief staat met daaroverheen hangend een doek. De houten planken van de zaal kraken onder zijn glimmende zwarte laarzen. ‘Herren, Fräulein, we gaan de voorbereidingen treffen voor

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1