Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Bloedzusters
Bloedzusters
Bloedzusters
Ebook118 pages1 hour

Bloedzusters

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Het vampiermeisje knijpt keurend in Merals arm. ‘Lekker mollig. Jij zit vast barstensvol bloed. Ik denk dat ik jou als nieuwste zusje neem.’
Meral rukt zich kwaad los. ‘Ga toch zonnebaden!’
Het is Merals eerste dag in de griezelklas en ze zit al tot over haar oren in de problemen.
De vampierzusjes Vlad willen haar absoluut als derde familielid. Alleen, vampiers krijgen geen zusjes. Die maken ze, met een stevige beet in de nek. En daar voelt Meral weinig voor.

Kan Meral ontsnappen aan de vampierzusjes, waarmee ze elke dag in de klas zit?

LanguageNederlands
PublisherTais Teng
Release dateOct 10, 2013
ISBN9781301816316
Bloedzusters

Read more from Tais Teng

Related to Bloedzusters

Titles in the series (9)

View More

Related ebooks

Related categories

Reviews for Bloedzusters

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Bloedzusters - Tais Teng

    1.

    Meral wordt op het hoogtepunt van de maansverduistering geboren. Het eerste wat Carla Wesseling ziet als ze haar blik van haar babydochter afwendt, is die doffe rode maanschijf. Een bol van bloed boven het doodstille water van de Pelterplas.

    Ze glimlacht. Kinderen die onder de rode maan worden geboren zijn speciaal. Zoveel heeft ze wel van haar oma Sabina opgestoken.

    Carla draait de baby voorzichtig iets opzij. De baby gorgelt verongelijkt en bijt zich wat steviger in Carla's tepel vast. Ja, op de linkerborst van haar baby ontdekt ze een kleine moedervlek. Het magische teken. Carla kan de vorm net onderscheiden: een spin, met acht minuscule poten.

    Carla zakt terug in de kussens. ‘Oma Sabina, zie je je kleindochter?’ fluistert ze. ‘Ik weet zeker dat ze je niet zal teleurstellen.’ Even komt de oude pijn terug. ‘Zoals ik.’

    Tien kilometer verderop slaat de bliksem in een dode eik, die zijn verkoolde takken naar de duistere hemel opheft. Het is duidelijk dat de bliksem de boom eerder geraakt heeft. Vele, vele malen.

    Secondelang zwiept een slang van elektrisch vuur tussen de boom en de hemel. De eenzame grafsteen aan de voet van de eik werpt een sidderende, gitzwarte schaduw.

    Er is iets vreemds aan die schaduw. Hij klopt absoluut niet met de vorm van de lompe zerk. Een vrouw had die schaduw kunnen werpen. Een vrouw die haar ogen afschermt tegen het weerlicht en aandachtig naar het westen tuurt, waar het Dijkzicht ziekenhuis ligt.

    2.

    Tussen de elfjarige Meral Wesseling en de Pater Brandawinschool was het haat op het eerste gezicht.

    Alleen dat schoolgebouw al! Een somber gevaarte van zwartbruine baksteen. De hoge ramen leken weinig meer dan duistere spleten.

    Het schoolplein zag er nog treuriger uit. In de zandbak groeiden brandnetels, een kooi van roestige buizen moest als klimrek dienen.

    Een gevangenis, had Meral gedacht. Geen enkele school wil me meer hebben en nu sturen ze me hierheen...

    In de maand dat ze nu op de Pater Brandawinschool zit, is die indruk alleen maar sterker geworden. Op de gangen blijft het altijd kil, zelfs als buiten de mussen uit de dakgoot tuimelen van de hitte. Haar voetstappen echoën eindeloos door. Precies als in een film over een ondergrondse kerker. Alleen het rinkelen van de sleutels ontbreekt.

    Bovendien blijkt de school vreselijk ouderwets te zijn. Meral moet in een rok tot over haar enkels rondlopen en oorbellen zijn verboden. Over lippenstift hebben ze het niet eens.

    Het is een strenge school, eentje met orde en tucht. Het soort school waar kinderen belanden die het helemaal voor zichzelf verpest hebben.

    ‘Nu zien jullie het nut van lange staartdelingen misschien nog niet meteen in,’ zegt meester Gijsbrecht. ‘Later zullen jullie mij echter dankbaar zijn. Zonder rekenen kom je nergens in de wereld.’

    Meral gaapt achter haar hand en werpt een blik op haar horloge. Half tien. De schooldag is nog maar amper begonnen. Ze kijkt weer naar het schoolbord.

    Meester Gijsbrecht klinkt als een vermoeide breedbekkikker, denkt Meral. Zo'n uitgezakt groen beest dat op een waterlelieblad maar wat voor zich uit zit te kwaken. Kwek, kwaak, kwokker de kwak. Eigenlijk luister ik nog liever naar een echte kikker. Een kikker verwacht tenminste niet dat ik alles opschrijf wat hij voorkwaakt.

    Ze schetst een kikker in haar rekenschrift.

    Minder dan een negen heeft ze nooit voor tekenen gehaald. Op alle vier de vorige scholen.

    De kikker heeft onmiskenbaar het gezicht van meester Gijsbrecht. Gedachteloos tekent ze er een vijfhoek omheen en zet wat verveelde krabbels.

    Misschien een op de duizend mensen zou die krabbels als Soemerisch spijkerschrift herkennen. Woorden in een magische taal die al tientallen eeuwen niet meer gesproken wordt.

    Meral hoort zelf beslist niet tot die een op de duizend.

    Ze haakt haar duimen in elkaar en fluit zachtjes voor zich uit.

    Haar etui zwelt op en verschuift een paar centimeter. Meral merkt het niet.

    ‘Als we het onderste getal nu met 316 vermenigvuldigen,’ neuzelt de meester, ‘dan krijgen we...’ Hij stopt middenin zijn zin. ‘Meral!’

    Meral veert op. ‘Ja, mees?’

    ‘Dat papier voor je neus ziet er verdacht wit uit. Heb je wel iets opgeschreven?’

    ‘Sorry, mees. Ik, ik dacht even aan iets anders.’

    ‘Daarvoor zitten wij hier niet op school.’

    Waar is haar ballpoint? Merals ogen flitsen over het tafelblad Ze tilt haar schrift op. Niets. Jesses, is dat ding soms op de vloer gerold?

    Ze tuurt onder de tafel. Stoffige planken, haar rugzakje, een dode pissebed. Geen ballpoint.

    Naast zich hoort ze Michiel grinniken. Hij steekt zijn hand onder de tafel en laat haar een blauwe ballpoint zien.

    Die klojo heeft mijn ballpoint gejat! Het heeft geen enkele zin om bij de meester te klagen. Michiel zou het glashard ontkennen.

    Als ze overeind komt, bonkt ze met haar hoofd tegen de onderkant van het tafelblad. Ze komt met een rood hoofd onder de tafel vandaan.

    Meester Gijsbrecht vouwt zijn armen over elkaar. ‘Ik wacht, Meral.’

    Dit is geen vermoeid gekwaak meer. Eerder boze-beren-gegrom. Ze is nog maar een paar seconden van vijfhonderd regels strafwerk af. Zoveel is Meral wel duidelijk.

    ‘Ik, ik ben mijn ballpoint kwijt, geloof ik.’

    Meester Gijsbrecht slaakt een diepe zucht. ‘Dan pak je toch gewoon een nieuwe uit je etui?’

    ‘Ja goed, mees. Oké. Ja, ik pak een nieuwe.’ Haar ogen branden. Ze weet amper meer wat ze zegt.

    Zodra ze haar etui oppakt, weet Meral dat er mee geknoeid is. Hij weegt beslist te zwaar. Bovendien bolt hij op.

    Michiel weer! denkt ze. Hij heeft iets in mijn etui gepropt.

    ‘Ja, dat is een etui,’ zegt de leraar lijzig. ‘Als je aan die rits trekt, gaat hij open.’

    De leerlingen gniffelen.

    Meral zou ze graag in een ketel kokende olie ondergedompeld hebben, of in een bad vol giftige spinnen.

    Het etui beweegt in haar hand. Wat nu weer?

    Ze heeft geen keus. Niet onder de stekende blik van meester Gijsbrecht. Met een ruk trekt ze de rits open.

    Een knalgroene kikker springt op haar tafel, kwaakt ‘Kriwik!’ en landt pardoes op Michiels hoofd. Michiel tuimelt met stoel en al om.

    Vijf andere kikkers volgen.

    Meester Gijsbrecht richt zich in zijn volle lengte op. ‘Dit,’ verklaart hij op ijzige toon, ‘is geen grapje meer.’ Met vijf reuzenstappen staat hij naast Meral en trekt haar aan haar arm uit haar stoel.

    ‘Blijf van me af!’ gilt ze. ‘Ik bel de kindertelefoon!’

    In een andere school had dat mogelijk gewerkt. Niet op de Pater Brandawinschool. De leraar besteedt geen enkele aandacht aan haar gespartel en sleurt haar naar de deur.

    Zou hard in zijn vingers bijten helpen? Het lijkt Meral toch een minder verstandig idee.

    In de deuropening draait de meester zich naar de klas. ‘Meral en ik gaan even bij de directeur langs. Als ik terugkom, verwacht ik een doodstille klas aan te treffen .'

    Niemand durft zelfs maar 'Ja, mees' te antwoorden.

    3.

    ‘Wat ben jij vroeg thuis vandaag!’ roept Merals moeder uit de keuken. Carla's stem klinkt vrolijk. ‘Was je meester soms ziek?'

    Meral overhandigt haar zwijgend een dichtgeplakte envelop.

    ‘Problemen op school?’ vraagt haar moeder. Ze scheurt de envelop niet open. Meral slikt en knijpt haar ogen stijf dicht. Achter haar oogleden branden tranen. Ze haalt diep adem. ‘Het is

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1