Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Wat we Kunnen Leren van het Verleden
Wat we Kunnen Leren van het Verleden
Wat we Kunnen Leren van het Verleden
Ebook565 pages7 hours

Wat we Kunnen Leren van het Verleden

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Als we niets leren van de geschiedenis, dan kunnen we de fouten uit heden en verleden herhalen. In vroeger tijden was dat al niet best, maar in de huidige tijd kan dat het leven op aarde in gevaar brengen. In dit boek komt de vraag aan de orde: "Had het anders kunnen lopen ?" Er zijn momenten dat een keuze bepalend is voor oorlog of vrede, geluk of ongeluk. Dat noemen we knooppunten. Ook worden in dit boek worden 120 lessen uit de geschiedenis behandeld en bepaalde onderwerpen worden dieper behandeld. Dit boek is een must voor iedereen die in politiek en samenleving is geïnteresseerd. De vraag wat we niet alleen kunnen doen met die lessen uit de wereldgeschiedenis komt uiteindelijk ook aan de orde, evenals de vraag wat we uiteindelijk zouden moeten doen om ellende te voorkomen.

LanguageNederlands
Release dateDec 31, 2023
ISBN9798223340492
Wat we Kunnen Leren van het Verleden
Author

Rafael Barracuda

The author was born in 1943, during the war, in a village in the eastern part of the Netherlands where his father was a pastor. As a child he fantasized about a cosmic system of colors and numbers. He attended art school for several years, but as a landscape painter, he had problems with the education where only still lifes were painted. In the 1960s, he made big hitchhike trips, practically without money, to Greece, Turkey, Morocco and in 1964 to Afghanistan, India, and Nepal. He had always been interested in different cultures, especially in terms of landscape, music, and lifestyles. He was also interested in politics, but there he made a wrong choice in the 1960s. Despite that, years later that choice was miraculously made good again. Partly because of that personal experience he considers making a good choice so important. Later in life he went to study psychology. His final paper was on ethnic culture and happiness. Then he worked for about 15 years as a researcher in happiness at the Erasmus University in Rotterdam. He has been an enthusiastic folk dancer until the corona era.

Related to Wat we Kunnen Leren van het Verleden

Related ebooks

Related articles

Reviews for Wat we Kunnen Leren van het Verleden

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Wat we Kunnen Leren van het Verleden - Rafael Barracuda

    Inhoud

    Hoofdstuk 1: Inleiding

    Hoofdstuk 2: Geschiedenis van wetenschap en techniek

    2.1. De revoluties in de technologie

    2.2. Heeft de ontwikkeling van de maatschappij mensen gelukkiger gemaakt ?

    2.3. De ontwikkeling van de wetenschap

    2.4. Samenzweringstheorieën.

    2.5. Echte samenzweringen

    2.5.2. Het coronavirus: een ongeluk of een biowapen ?

    2.6. Verzonnen samenzweringen en valse informatie

    Hoofdstuk 3: De vraag is waarom Afrika tegenwoordig zo arm is

    Hoofdstuk 4: Het als-dan denken schept geweldige kansen

    4.1. Alternatieve geschiedenis: Wat als: Als-dan van de geschiedenis

    Hoofdstuk 5. Moraal en mensenrechten

    5.1 Geschiedenis van mensenrechten

    Hoofdstuk 6. Vrijheid en gerechtigheid

    6.1. Persoonlijke vrijheden

    Hoofdstuk 7. Vertekening van de geschiedenis.

    7.1. De natuurlijke ontwikkelingsgang in de geschiedenis

    Hoofdstuk 8 : Veiligheid.

    8.2. Het belangrijkste mensenrecht is het recht op leven.

    Hoofdstuk 9: Over hulp en vluchtelingen

    9.1.  Hulp aan arme landen is nodig en hulp in geval van rampen

    9.2. Vluchtelingen

    Hoofdstuk 10. Bestrijding van de armoede

    10.8. Misbruik van hulp en foute hulp.

    Hoofdstuk 11. Het rampen scenario

    Hoofdstuk12. Enkele voorstellen om de huidige politieke problemen op te lossen

    Hoofdstuk 13  Afghanistan

    13.2. Waarom is Amerika’s buitenlandse politiek zo mislukt sinds de 2e wereldoorlog.

    Hoofdstuk 14. Trends in de demografie

    14.1. Overbevolking

    14.2. Trend in groei van de Islam

    14.3. Trend in de verdeling van rassen

    14.4. Seksualiteit en gestuurde bevolkingspolitiek

    Hoofdstuk15. Wat zijn de lessen uit de geschiedenis

    Hoofstuk 16. Wat doen we met de lessen uit de geschiedenis ?.

    Hoofdstuk 1: Inleiding

    Als we iets leren, leren we altijd iets wat er gebeurd is.

    Dat kan zijn van de geschiedenis van de mensheid, maar ook van de geschiedenis van de groep waartoe je behoort, of van je familie.

    Je leert je moedertaal van de groep, de etnische groep waartoe je behoort, evenals de cultuur van die groep: het voedsel, de muziek, de gebruiken.

    Als een kind leert dat hij zijn handen niet in het vuur moet steken, kan dat zijn omdat papa dat zegt, of dat het kind zijn hand brandt.

    Het laatste, de persoonlijke ervaring, is meestal overtuigender dan als een ander het zegt.

    Echter voor een leider van een groep of een land is het belangrijk om te weten wat we kunnen leren van de geschiedenis. Maar ook voor iedereen die steun verleent aan een bepaalde groep, die een bepaalde mening verkondigt of die stemt op een bepaalde partij.

    Omdat de menselijke geschiedenis voor een groot deel door mensen wordt gemaakt en omdat mensen voor een deel onvoorspelbaar zijn, zeggen sommigen dat we niets van de geschiedenis kunnen leren.

    Dat is jammer, want als we wel iets van de geschiedenis kunnen leren, dan kunnen we fouten die in het verleden zijn gemaakt, vermijden.

    Daartoe moeten we dus wel kennis nemen van de grote lijnen van de geschiedenis en voor speciale doeleinden van bepaalde gebeurtenissen.

    Aan het einde van dit boek staan 120 lessen die we uit de geschiedenis kunnen trekken. Het zijn wel punten om rekening mee te houden, al kan men twisten over de algemene geldigheid er van.

    Het is namelijk beter om fouten te vermijden dan om ze te herhalen, met name in deze tijd, waarin technieken zijn ontwikkeld die het leven op aarde in gevaar kunnen brengen.

    Bovendien is kennis van de geschiedenis een goede voorspeller voor de toekomst.

    De bedoeling van het boek is om zo waarheidsgetrouw mogelijk lessen uit de geschiedenis te vinden. Het is niet de bedoeling mensen van welk geloof of opvatting ook te beledigen, integendeel juist om door de waarheid tot een eenheid te komen.

    Dit boek bevat een aantal delen en paragrafen afkomstig van mijn boek: Hoe de wereld verbeterd kan worden. Het idee om deze apart uit te geven komt omdat ze min of meer een geheel vormen dat apart van de andere delen van het boek te lezen is.

    De schrijver houdt zich aanbevolen voor vragen, opmerkingen en kritiek.  Deze kunnen worden gestuurd naar vialucis360@gmail.com

    Hoofdstuk 2: Geschiedenis van wetenschap en techniek

    Het fijne van alles weten, blijft hoe dan ook de buitenkant (Hari Om Mooibroek)

    2.1. De revoluties in de technologie

    De technische ontwikkeling ging niet geleidelijk, maar ontwikkelde zich in golven. Met name de eerste perioden duurden het langst. Hoe meer ontwikkeling, hoe sneller de technologische revoluties elkaar hebben opgevolgd.

    De  14 grote revoluties in de technologie waren:

    1. Gebruik van stenen en klei 2. Ontstaan en gebruik van taal. 3. Vuur gebruiken. 4. Kleding  5. Het wiel. 6.Landbouw, 7. Metaalgebruik, 8.Geld, 9. Schrift, 10 boekdrukkunst/buskruit, 11.stoommachine, 12.elektriciteit/verbrandingsmotor, 13.computer/internet en 14.robotisering/ computerisering/eugenetica/ kunstmatige intelligentie (AI).

    1. Gebruik van stenen, takken en klei ± 2 miljoen jaar geleden

    Gebruik van stenen om bijvoorbeeld noten kapot te slaan is er altijd geweest en is zelfs bij mensapen bekend. Waarschijnlijk dus ook het gebruik van een steen om mee te slaan of te gooien als wapen. De langste tijd gebeurde er niets wat nieuwe uitvindingen betreft.

    Het eerste gebruik van stenen voor gereedschap (geslepen stenen) is ongeveer 1-2 miljoen jaar oud . Er was een jagers-verzamelaars samenleving. Archeologische vondsten suggereren dat het gebruik van een houten speer met een geslepen steen als punt ongeveer  500.000 jaar geleden ontstond. Volgens de evolutietheorie ontstond de mens in de tropen of subtropen, dus had hij niet persé een huis tegen de koude nodig. Wel kon hij simpel met wat stokken en gebruik van de grote bladeren van bepaalde planten, bijvoorbeeld de bananenboom, een schuilhut tegen de regen bouwen. Nadat de mensen uit Afrika naar de gematigde luchtstreek (Europa, Azië) waren getrokken hadden ze wel behoefte aan beschutting.  Ongeveer 380.000 jaar geleden ontdekten mensen het gebruik van riet, stokken en bladeren om hutjes tegen de regen of men bouwde plaggehutten. In delta gebieden of langs rivieren waar genoeg klei of leem aanwezig was ging men lemen huizen bouwen: -een frame van takken aangemeerd met leem- met een rieten dak: een geweldige vooruitgang, omdat leem veel beter isoleert tegen hitte en koude dan takken en bladeren. In de steppe werden soms tenten van stokken en dierenhuiden gebruikt. Het oudste bot waarvan men heeft ontdekt dat Neanderthalers het voor gereedschap gebruikten is ongeveer 50.000 jaar oud. In de ijstijd werden grotten veel gebruikt als woning: grotten zijn daarvoor zeer geschikt en bieden de beste bescherming tegen zowel koude als hitte en hebben een constante temperatuur van 11 graden.

    2. Ontstaan en gebruik van Taal. ± 100.000 jaar geleden

    Dieren kunnen ook communiceren met elkaar. Bijen voeren een dans uit voor andere bijen om hen de weg te wijzen naar bloemen met nectar. Een hond of een varken in nood kan gillen om duidelijk te maken dat het ernst is. Poezen die tevreden zijn op de schoot van hun bazinnetje, snorren.  Vogels zingen om hun territorium af te bakenen en mannetjes om vrouwtjes te lokken. Huisdieren kennen hun naam en komen als men hen roept.  Het is zelfs gelukt om apen meer dan 100 begrippen via symbolen aan te leren. En van nature hebben enkele honderden kreten van hen betekenis. Waarschijnlijk is bij de mensen in het stenen tijdperk door omstandigheden een nieuwe klank gevormd die een speciale betekenis had. En vanuit het idee dat je klanken kon verbinden aan een ding of een gebeurtenis, zijn er meer klanken gekomen die dingen of gebeurtenissen aanduidden. Op zich kan dat beschouwd worden als de grootste uitvinding. Onder taalkundigen en evolutiebiologen is er de discussie of het de hersenen zijn geweest die tot taal hebben geleid of dat het gebruik van klanken en woorden onder druk van de omstandigheden, bijvoorbeeld het gebruik van stenen voor de jacht,  tot meer taal-hersengebied heeft geleid. Algemeen wordt aangenomen dat een soort proto-taal 150.000 jaar geleden in Oost-Afrika is ontstaan. Omdat de mensen gingen uitzwermen over de wereld, zijn talen ontstaan uit die proto- taal. De oer- klanken werden gestandaardiseerd tot woorden. Er zijn er grote verschillen tussen verschillende taalfamilies. En uit die stammen die een taal ontwikkelden, ontstonden weer afsplitsingen, dus nieuwe talen binnen die grote taalfamilie, bijvoorbeeld uit de Indo-Germaanse taalfamilie ontstonden Germaanse, Romaanse en Slavische en andere talen. Daarna ontstonden binnen de Germaanse taalfamilie bijvoorbeeld Duits, Engels, Nederlands, Deens, IJslands, Zweeds en Noors. Naarmate een cultuur ontwikkelder is in technisch-wetenschappelijk opzicht, kent die meer woorden. Zo is met de intrede van de computer een hele nieuwe woordenschat ontstaan.

    Alle huidige menselijke etnische groepen en volken kennen taal.

    Taal is een symbolische manier om te communiceren. Begrippen worden vervangen door symbolen: klanken in dit geval. Taal is wellicht tevens de basis voor alle verdere technologische revoluties, in ieder geval vanaf de landbouwrevolutie.

    Waarschijnlijk heeft de mens tienduizenden jaren ook op andere manier gecommuniceerd en begrippen of gebeurtenissen door symbolen weergegeven, namelijk door tekeningen of schilderingen. Natuurlijk zijn de meeste daarvan verloren gegaan, maar de oudste grotschilderingen die bewaard zijn gebleven, zijn ongeveer 35000 jaar oud en gevonden in Zuid-Sulawesi in Indonesië. Met het weergeven door middel van tekeningen kon de mens soms meer informatie doorgeven dan door middel van taal. Men neemt aan dat die rotstekeningen bedoeld waren om door middel van toverkunst invloed uit te oefenen op het verloop van de jacht bijvoorbeeld . Sommigen beschouwen die oude beeldende kunst ook als een soort taal en het is zeker dat die tekeningen de basis hebben gevormd voor het latere schrift.

    3. Vuur ± 400.000 jaar geleden

    Vuur was er al sinds het heelal bestond en op de wereld sinds de wereld bestond: Bliksem, bosbrand, vulkaanuitbarstingen, enz.

    Maar het gebruiken van vuur om bijvoorbeeld vlees te koken of te braden is relatief nieuw.

    Bijna alle volken en etnische groepen hebben geleerd om vuur te gebruiken, behalve heel weinig kleine groepjes zoals de Andamanezen. Aanvankelijk zal dat geweest om via takken een brand die van nature is ontstaan bijvoorbeeld door blikseminslag, brandende te houden, zoals de Tasmanische aboriginals. Later leerde men vuur op te wekken. Onderzoekers Paola Villa en Wil Roebroeks stellen in hun artikel in de Proceedings of the National Academy of Sciences dat de oudste resten van gecontroleerd vuur hooguit 400.000 jaar oud zijn. De oudste archeologische vindplaats is in Israël. Zonder uitvinding van het gebruik van vuur was de uitvinding van de landbouw en van de stoommachine niet mogelijk geweest. Later, zo’n 20.000 jaar geleden werd vuur ook gebruikt om klei te bakken, om potten te maken. Daarmee kon men veel beter dan daarvoor voedsel en drank bewaren. Dat was een voorwaarde voor de landbouw, want waarom veel voedsel produceren als je het niet kunt bewaren ? Als je voedsel niet goed kunt bewaren, dan wordt het gemorst of opgegeten door muizen of bijv. mieren of het beschimmelt veel eerder. Water, melk of sap kun je dan überhaupt heel moeilijk bewaren.

    4. Kleding. ± 170.000 jaar geleden

    De eerste kleding bestond uit dierenvellen en -huid. Tenminste: dat vermoeden wetenschappers. De oudste kleding die bewaard is gebleven, is slechts een krappe tienduizend jaar oud. Het enige wat erop wijst dat mensen daarvoor al kleding vervaardigden, zijn gereedschappen die voor dat doeleinde gebruikt konden worden. Volgens onderzoekers was de overstap van naakt naar kleding een noodzakelijke. De Homo sapiens verloor op een gegeven moment de dikke haren op het lichaam en moest zich op een andere manier warm zien te houden. Dat betekende dat mensen zich niet bedekten, omdat ze dat mooi of leuk vonden: het moest. Zodra de haren op het lichaam afnemen, is er niets aan de hand zolang je maar in een warm gebied woont, vertelt onderzoeker Ian Gilligan. Maar als de omgeving plotseling verandert dan kan dat kenmerk (een kaal lijf) opeens een nadeel worden. Dat roept natuurlijk vragen op: want wanneer evolueerde de mens in die koude periode niet tot een wat harigere soort? Zelfs tijdens de ijstijden bleven de zomers op de lagere breedtes warm.

    In de warme gebieden is geen kleding nodig. Daarom leven nog steeds volken en stammen die niet met de beschaving in aanraking zijn gekomen, in de tropen, naakt, zoals in delen van het Amazonegebied en in delen van Afrika en Papua Nieuw Guinea. Kleding in dat klimaat is niet prettig en soms zelfs ongezond.

    Maar door zich te kleden kan de mens ook in koudere klimaten leven.

    5. Het wiel ± 4000 voor Christus

    Voorloper van het wiel waren boomstammen. Waarschijnlijk hebben de mensen uit de steentijd op die manier zware voorwerpen zoals grote stenen (voor hunebedden bijv.) verplaatst door ze over boomstammen te rollen, die als de steen er achter af was er weer voor te plaatsen. Waarschijnlijk waren de Soemeriërs de eerste die het wiel gebruikten ongeveer 4000 voor Christus. Aanvankelijk werd het wiel ook gebruikt als draaischijf voor pottenbakken. Na de uitvinding van spaken werd de strijdwagen uitgevonden ongeveer 2000 voor Christus. Het wiel als onderdeel van de wagen kent echter de beperking dat die het makkelijkst op vlak terrein met een relatief harde ondergrond te gebruiken is. Het wiel is onbruikbaar in een woest berggebied. Daarom werd tot voor kort in Nepal geen wagen gebruikt, maar werden spullen gedragen door mensen die drager van beroep waren. De wagen rijdt het beste op een weg. Dus met de wagen ontstonden er wegen. Daardoor kwamen er verbindingen tussen steden en dorpen: ontstond er verkeer en handel, wat de vooruitgang van de maatschappij stimuleerde. Door de uitvinding van het wiel werd het ook mogelijk zware stenen te vervoeren die gebruikt werden voor de bouw van grote bouwwerken.

    6. Landbouw en veeteelt.  ±10.000 voor Christus 

    Spierkracht mens of dier was de energiebron. Arbeid ging steeds meer verricht worden door slaven of lijfeigenen. Ontstaan verdeling arbeid, handel, steden, en staten.

    De ontdekking dat men planten kon kweken en de wortels en zaden kon gebruiken voor de vermenigvuldiging gaf aanleiding tot tal van vernieuwingen

    Bron: https://slideplayer.nl/slide/2640380/

    Zo konden mensen langere tijd op 1 plaats blijven wonen, ontstonden steden en moest de binnengehaalde oogst beschermd worden: ontstonden legers. Uiteindelijk viel het harde werk op het land niet mee en ging men personen van stammen die in een stammenoorlog overwonnen waren als slaaf gebruiken om het land te bewerken. Daardoor ontstond er genoeg vrije tijd voor nieuwe specialismen, nieuwe beroepen zoals smid, timmerman, leerbewerker, kleermaker, enz. en daardoor handel. De stadsstaat ging zich verbinden met andere steden en zo ontstond een land-staat. Maar daarna bleef de technologie steeds hele lange perioden op hetzelfde niveau. De belangrijkste uitvindingen waren naast het vuur, het schrift , het wiel en de water molen en de windmolen: beide zeer milieuvriendelijke uitvindingen. Wel waren er genieën, zoals in China de Gele Keizer, Huangdi, (2697 voor Christus), volgens de legendes uitvinder van landbouw en veeteelt en andere zaken zoals de kalender, en in Italië Leonardo da Vinci (1452), die de technologie verder ontwikkelden, maar dat werd meestal niet in de maatschappij toegepast of verder ontwikkeld. Leonardo da Vinci beschreef het concept voor een vliegtuig, maar dat werd pas weer opgepakt in 1891 door een zweefvliegtuig van de Otto Lillienthal en het gemotoriseerde vliegtuig van de Amerikaanse gebroeders Wright (1900).  De maatschappij bleef een maatschappij van spierkracht.

    7. Metaalgebruik  ± 9000 voor Christus

    Goud en zilver behoren tot de eerste metalen die de mens ging gebruiken. Beide metalen komen als kleine klompjes in de aarde voor en zijn gemakkelijk te bewerken. Ook koper en tin waren eenvoudig te winnen en konden Later ontdekte men dat de mengvorm van koper en tin – brons – geschikt is om krachtige wapens en goed gereedschap te maken om met primitieve gereedschappen te bewerken. Koper is al meer dan 10.000 jaar bekend. Het werd circa 9000 v.Chr. in het Midden-Oosten voor het eerst ontdekt. In het begin werd het metaal gebruikt voor sieraden, gereedschap en eenvoudige wapens. In Egypte en op de Balkan zijn tinnen voorwerpen van misschien wel 6000 jaar oud gevonden. Het metaal kwam in Europa echter pas rond 2500 v.Chr. in zwang. Uit vondsten in Klein-Azië en op eilanden in de Egeïsche Zee blijkt dat daar al in de 4e eeuw v.Chr. zilver uit erts gewonnen werd. Net als goud werd zilver al snel een waardevol en gewild edelmetaal. Zilver werd vooral gebruikt voor sieraden en andere siervoorwerpen, en als betaalmiddel.

    Tussen 3000 en 2000 v.Chr. begon de winning van ijzer uit erts in Egypte en Mesopotamië. Het gebruik van ijzer breidde zich geleidelijk uit naar Europa en Afrika, maar het zou nog eeuwen duren voordat het ‘nieuwe’ metaal de rol van het brons volledig had overgenomen.

    Historici denken dat dit niet zozeer gebeurde doordat ijzer beter was, als wel door een gebrek aan tin. Als koper en tin schaars waren, moest het dure brons geïmporteerd worden. Maar men kon makkelijk ijzer uit ijzeroer worden gewonnen, zodat de import van brons overbodig werd.

    8. Geld. Munten vanaf ± 770 voor Christus.

    Er zijn historici die stellen dat geld niet is ontstaan als ruilmiddel, maar als schuldbewijs.

    Zij stellen dat in de kleine boerengemeenschappen en dorpjes niet geruild werd, maar dingen gegeven werden. En dat een symbool van een schuldbekentenis (bijvoorbeeld een kleitablet of kerf in een stam) dat gebruikt werd voor een lening, de oorsprong is van geld: dat geld had dan de vorm van bepaalde zeldzame voorwerpen.

    Kostbare natuurlijke voorwerpen als schelpen een primitief algemeen ruilmiddel. Maar metaal had de eigenschap dat je het (na verhitting) kon scheiden in kleinere delen, zodat je er beter mee kon rekenen, zodat het een algemeen ruilmiddel kon worden omdat alle producten er mee uitgerekend konden worden. Geld ontstond na de invoering van de landbouw en is samen met die landbouw en veeteelt de belangrijkste motor voor handel en economische opbloei geweest.

    De geldeconomie van het Romeinse Rijk was in hoge mate gebaseerd op het zilver dat op verschillende plaatsen in het groeiende imperium gewonnen werd.

    Aanvankelijk was de waarde van de munt ook de waarde van het geld.

    Daarna kwam het papieren geld.

    Tot 1971 werd papieren geld door goud gedekt.

    Daarna werd het geld steeds meer virtueel: op de banken werden betalingen en inkomsten gewoon verrekend, hoewel de banken nog wel een gouden dekking aanhielden. Papieren geld werd in de 21e eeuw vervangen door betaalpasjes van banken.

    De banken baseren zich steeds minder op de gouden waarde van het geld en steeds meer op de economie van het land: daarmee verandert geld steeds meer in een boekhoudkundige waarde, gebaseerd op het vertrouwen er in. Bijna al het geld wordt elektronisch geld. Velen denken dat de toekomst van het geld ligt in cryptogeld, hoewel dat een paar keer een ernstige val heeft door gemaakt door fraude.

    9. Schrift. ± 6600 voor Christus

    Ontstaan van het schrift vond waarschijnlijk ± 6600 voor Christus in China plaats en in 3500 voor Christus in Sumerië.  Daardoor kon men gebeurtenissen precies opslaan en doorgeven aan een volgende generatie, waardoor kennis kon accumuleren.

    10. Renaissance.  ±1400 in Europa

    De Introductie geweer, kompas, papier en boekdrukkunst valt samen met het begin van de renaissance, waar standaard afbeeldingen en verhalen uit de Bijbel en de Griekse mythologie worden vervangen door observatie. Dat was eerst duidelijk in de beeldende kunst, waar observatie, gecombineerd van kennis van anatomie en perspectief, de oude icoon-achtige kunst vervingen. Dit is duidelijk te zien bij kunstenaars als Leonardo da Vinci, Rafael, Titiaan en Michelangelo. Buskruit, papier en de boekdrukkunst waren al eeuwen bij de Chinezen bekend, maar de Europeanen gingen het buskruit voor een geweer gebruiken. Daardoor werden ze militair superieur. Door de uitvinding van het kompas, betere sterrenkunde en het kompas, konden ontdekkingsreizen worden gemaakt. Met behulp van geweren werden vanaf 1500 Latijns- Amerika en Siberië gekoloniseerd en werden slaven uit Afrika gehaald voor werk op de plantages in Amerika.

    11. Stoommachine (kolen, mijnen, fabrieken), 1780, Engeland

    Treinen, stoomgemaal, tijd van kolonialisme, handels kapitalisme,  Franse revolutie 1795, Opkomst arbeidersklasse, Karl Marx 1840, Verovering Afrika, Zuid-Azië, Noord-Amerika en Centraal-Azië door Europeanen. In 1863 werd de slavernij afgeschaft.

    De Eerste industriële revolutie , in Engeland was gebaseerd op nieuwe technologie en die technologie werd vanaf dat moment continu verder ontwikkeld. De uitvinding van de stoommachine mag beschouwd worden als een keerpunt wat de ontwikkeling van de techniek betreft. Hoewel Hero van Alexandrië al in de eerste eeuw na Christus de eerste stoommachine beschreef, werd het idee van een stoommachine pas weer opgepakt in 1698 en werd het na diverse verbeteringen na 1775 steeds meer toegepast in Engeland. Maar daar zorgde de verbranding van steenkool die nodig was voor de stoommachine en die dank zij de stoommachine steeds meer gedolven werd, vervoerd (door de stoomlocomief) en voor verwarming gebruikt, ook voor steeds ergere vervuiling van de lucht, vooral in Londen: de zogenaamde smog.  De arbeidsomstandigheden van de arbeiders verslechterden sterk in vergelijking met de Middeleeuwse ambachtslieden. De Middeleeuwse ambachtslieden konden in principe zelf over hun tijd en werk beslissen binnen het kader van het gilde. Wat ze maakten was mooi en daar hadden ze zelf meestal ook schik in. De nieuwe arbeiders waren overgeleverd aan de grillen van de kapitalist. Wat ze maakten en hun huizen en fabrieken waren vaak lelijk. Hoewel ze zelf meestal niet gek op het werk waren, moesten ze wel in de fabriek geld verdienen, omdat de oude methode van ambachtslieden in een atelier de producten te duur maakten voor de markt. Ongezond, vervelend werk was de enige manier om geld te verdienen. De verbetering van de afschuwelijke arbeidsomstandigheden was de bron voor inspiratie van Karl Marx, hoewel zijn theorieën in de praktijk zelden tot een verbetering van de arbeidsomstandigheden heeft geleid en in de socialistische landen zelfs contraproductief werkten. Wel waren er meestal geïnspireerd door het Christendom sommige sociale kapitalisten, die het werk en de omstandigheden van de arbeiders probeerden te verbeteren.  Dat was ook de tijd dat verschillende sociaal-religieuze bewegingen ontstonden zoals het Leger des Heils, die zich bekommerden om de armsten en de uitvallers van de maatschappij.

    12. Introductie elektriciteit in Engeland 1880  en verbrandingsmotor in Duitsland  in 1900.

    Olie als basis voor elektrische energieopwekking en vervoer , Ontstaan Fotografie vanaf 19e eeuw, Mechanisering waarbij spierkracht vervangen wordt door een machine, Telegrafie, Auto’s, Vliegtuigen, Radio, na 1945 begin automatisering. Televisie vanaf 1960

    Vanaf 1900 werd de leerplicht ingevoerd: heel belangrijk voor informatie van de massa. Op basis van het kapitalisme ontstonden de politieke bestuursvormen :Fascisme, Communisme (als zogenaamde tegenpool, maar in werkelijkheid staatskapitalisme een soort dictatoriaal feodalisme) en Democratie. Het is de tijd van de wereldoorlogen en de koude oorlog tussen het westen en Rusland/ China. Na 1945 kwamen er meer democratie en mensenrechten, behalve in China. Tussen 1945 – 1975 werden de laatste resten van het kolonialisme opgeruimd.  Vanaf 1945 werd het belang van het doen van uitvindingen steeds belangrijker.

    De basis voor de Tweede Industriële Revolutie werd gelegd door de Engelsman Michael Faraday, was gebaseerd op de theoretische en praktische basis om elektriciteit te (kunnen) gebruiken, met name de uitvinding van de elektromotor en later de gloeilamp en telegraaf. Elektrificatie begon vanaf ongeveer 1860 en werd ook gebruikt voor verlichting en andere doeleinden en vond vooral in de 20e eeuw plaats vooral in Engeland en Amerika, maar daarnaast ook in Duitsland, Frankrijk, Oostenrijk, Rusland, Italië en Japan. In andere delen van de wereld vaak pas na de Tweede Wereldoorlog. De tweede industriële revolutie werd ook gekenmerkt door toeneming van de mechanisering, dat wil zeggen dat het werk door spierkracht van de mens werd overgenomen door de machine. In de 19e en 20e eeuw is er een reeks van uitvindingen geweest die allerlei vernieuwingen brachten.

    Naast de ontdekking dat elektriciteit gebruikt kon worden was de belangrijkste uitvinding de verbrandingsmotor. Die werkte op olie. En dat werd aanvankelijk vooral uit het Midden-Oosten gehaald, waar nog steeds feodale en slaven- maatschappijen waren. De enorme vraag naar olie uit Amerika en Europa zorgde mede door de slimme handelsmentaliteit van de Arabieren voor enorme hoeveelheden financiële middelen in de Arabische wereld, waardoor de emiraten en Saoedi-Arabië snel rijk werden. Die enorme rijkdom werd door de Arabieren vervolgens gebruikt voor de Islamisering van de rest van de wereld, in Afrika en Europa. Dat is de hoofdoorzaak van het probleem van de Islamisering. Ook werd en wordt het Islamitisch terrorisme financieel gesteund vanuit de Arabische wereld.

    Hoewel  de elektriciteit en de verbrandingsmotor en andere uitvindingen grote rijkdom brachten, veroorzaakten ze ook een enorme verwoesting van het milieu, met name door de chemische industrie, de enorme hoeveelheden plastics, de fossiele energieproductie en vervoer, en de grootschalige landbouw en veeteelt. Dit leidt tot een massaal uitsterven van soorten planten en dieren, en het lelijk maken van steden en producten en aantasting van de gezondheid. Aanvankelijk werd dit pas in de jaren ’50 van de 20e eeuw alleen opgemerkt door natuurliefhebbers en biologen en wetenschappers. Pas na 1970 begon het tot het grote publiek door te dringen, dat radioactiviteit en chemisch afval (wat in de jaren ’50 werd toegejuicht als kenmerken van de vooruitgang) misschien schadelijk kon zijn. In landen als Rusland, China en Afrika moet dat begrip voor het grote publiek en de overheid nog tot stand komen. Tot na het jaar 2000 werden propagandafilmpjes van Rusland en China vertoond waarin rokende fabrieksschoorstenen als het toppunt van vooruitgang werden voorgesteld. Dit is de periode van de macht van vakbonden tegenover de kapitalisten.  Na 1960 meer democratisering .

    13. Introductie computer 1980 – heden en mobiel en internet vanaf 1995 in Amerika.

    Automatisering, Informatietijdperk. Mobiele telefoon vanaf 2000, Globalisering, Opkomst Azië en voormalige koloniën. Val van communisme(1990), Islamisering, verdwijnen van de arbeidersklasse, en traditionele boerenklasse (werkers en boeren worden hoogopgeleid en een soort ict’ers).

    De uitvinding van de computer mag beschouwd worden als het begin van de Derde Industriële Revolutie of beter gezegd het Informatietijdperk. Dat wordt gekenmerkt door toenemende mechanisering en ontwikkeling van allerlei programma’s op basis van computer wetenschappen en informatica en software, waar door mogelijkheden ontstaan die vroeger ondenkbaar waren. Hoewel de eerste wetenschappelijke computer opleiding al in 1953 in Cambridge plaats vond, werd voor het grote publiek de computer ingevoerd in de jaren 1980’s van de 20e eeuw. Deze nieuwe technieken maken het mogelijk om tot verfijndere productiewijzen te komen, meer afgestemd op individuele voorkeur (zoals dat door de ambachtslieden in de Middeleeuwen trouwens ook al werd gedaan) en om milieuvriendelijker methoden toe te passen. De arbeiders en mijnwerkers verdwijnen en als ze niet omgeschoold worden, worden ze ontslagen en vallen ze buiten de boot. Daardoor ontstaat een ontevreden ongeschoold proletariaat dat uiteindelijk door de hoogopgeleiden economisch moet worden verzorgd. Het onderwijs stelsel moet daarom aangepast worden aan de eisen van de toekomst en niet meer opleiden tot arbeiders voor een fabriek uit de jaren ’50 van de 20e eeuw: iets wat nog steeds in de meeste landen gebeurt.

    14. Toekomstige ontwikkelingen

    Introductie de kwantum- of lichtcomputer(laser computer), computer gebaseerd op andere talstelsels, teleporteren, robotisering, paranormale vermogens gebaseerd op techniek, kunstmatige intelligentie (A.I.), nanonisering, zelflerende algoritmen, zelfrijdende of varende voertuigen, biotechnologie, gentechnologie, computerisering maatschappij, laser technologie, 4D printen, beheersing van het weer, kernfusie of andere schone energie

    Het oude werk van de mijnwerker en fabrieksarbeider: Zwaar, saai, gevaarlijk en vies werk zal door robotten gedaan worden. Enorme hoeveelheden gegevens ( "big data") worden met grote snelheid verwerkt, zodat er bruikbare informatie uit gewonnen kan worden. Wat vroeger alleen het voorrecht van de elite was, zal nu de hele maatschappij omvatten: de hele maatschappij wordt elite.

    De volgende (4e) industriële revolutie, waarvan we nu het begin meemaken, maar die voor het grootste deel in de toekomst ligt, is waarschijnlijk de volledige computerisering, automatisering en robotisering  van de samenleving, samen met sterke verbetering van de kunstmatige intelligentie (a.i.), biotechnologie , lasertechnologie en nanonisering.

    Tot nu toe hebben pogingen om het weer te beheersen echter niet veel opgeleverd, zodat het westen in principe die pogingen heeft opgegeven. In Rusland en China is men echter wel druk in de weer om onderzoek te doen naar beheersing van het weer. Sommigen beweren dat de opwarming van de aarde een Russisch project is om Siberië beter geschikt te maken voor bewoning en bebouwing. In de toekomst is in ieder geval te verwachten dat weerbeheersing algemeen wordt en dat men werkelijk in staat is om orkanen te voorkomen en om het te laten regenen of droog te worden. Iets wat tot nu toe alleen maar op kleine schaal door uitstrooien van chemische stoffen of fijne poeders boven de wolken mogelijk is. Vermoedelijk zal men eerst moeten onderzoeken hoe het paranormale werkt omdat het mogelijk is om paranormaal het weer te beïnvloeden.

    In theorie kan de kwantumcomputer minstens 1000 keer sneller werken dan de beste hedendaagse supercomputer, hoewel die snelheid tot nu toe alleen gebruikt kan worden voor hele specifieke rekenproblemen. Er zitten echter nog principiële problemen aan de kwantum computer zoals het vastleggen van de resultaten.  En dan is er op basis van verstrengelde deeltjes (die dus tegelijkertijd werken) ook de ontwikkeling naar een kwantum-internet. Door recente ontwikkelingen kan men verstrengelingen waarvan de kracht afneemt, versterken en die informatie opslaan in kernspins. Voorlopig kan men echter niet veel anders er mee dan dat de informatie op die manier onmogelijk gehackt kan worden, dus absoluut geheim is, omdat er geen medium is waarover de informatie zich verplaatst. Hoewel: het woord onmogelijk in en buiten de wetenschap keer op keer achterhaald wordt. Ook moeten we denken aan de woorden van Jezus: ‘Wat in het GEHEIM gefluisterd wordt, zal van de daken geschreeuwd worden". Het schijnt dat IBM in 2018 en Google in 2019 de eerste kwantumcomputer gebouwd hebben: voorlopig alleen voor hele specifieke taken. Een gewone computer verricht de taken achter elkaar: serieel; de kwantum computer doet het tegelijk: parallel. Daarom is de kwantum computer meer dan 1000 maal sneller. Een nadeel is dat de kwantum computer niet een groot geheugen kan hebben, want dan kunnen de qubits uit zichzelf vervallen. Dat is een beperking voor zowel de algoritmen als het geheugen. Misschien zal een kwantum computer instabiel blijven, waardoor de berekeningen vele malen herhaald moeten worden om te zien of ze dezelfde uitkomst hebben.

    Een andere benadering is de computer gebaseerd op een ander talstelsel dan het digitale.

    Het digitale stelsel is gebaseerd op de aan- en uit- functie van elektriciteit. Uit=0, Aan=1.

    Maar men kan door gebruik van een andere input (Bijv. licht) een ander talstelsel gebruiken, want feitelijk is het digitale stelsel, dat dient als code voor invoer en uitvoer, het meest onhandige stelsel.

    Ook door gebruik van andere schakelingen met andere materialen, is het mogelijk andere talstelsels te gebruiken. Dan valt te denken aan het 12 tallig stelsel, of het 60 tallig stelsel of een 360 tallig talstelsel.

    Eén van de grootste technische revoluties is die van de Kunstmatige intelligentie of Artificial Intelligence (A.I.) : Het ontwerpen van software met algoritmes, die zelf leren en dan betere algoritmes ontwerpen: Dat kan heel lang doorgaan en wordt een soort kunstmatige evolutie, maar dan vele malen sneller dan de biologische revolutie. Er wordt gewerkt aan talloze apps die a.i. gebruiken. De meest bekende is chatcpt van Microsoft in Bing, maar Google is bezig met Bard, en er zijn talloze andere toepassingen. Het is mogelijk plaatjes te laten maken door een opdracht in taal te geven, tekst, oplossingen voor problemen, codes voor computerprogramma’s, muziek en andere dingen te laten voortbrengen door a.I. apps. Binnen korte tijd lijkt wat vroeger onmogelijk was, mogelijk te worden.

    Daardoor wordt het bouwen van robotten of robot-programma’s die zichzelf dingen kunnen leren en zichzelf verbeteren, mogelijk. Putin beweerde dat wie in de toekomst de kunstmatige intelligentie beheerst, de wereld beheerst. Als we afgaan op landen of regio’s blijkt Europa achter te lopen op China en Amerika. China heeft ongeveer de helft van de patenten op het gebied van A.I., Amerika ongeveer een derde en Europa slechts ongeveer 10%.

    Scientias schrijft: "Organoïde intelligentie

    Onderzoekers hebben een baanbrekende manier bedacht om de computer vooruit te helpen. En wel door middel van een nieuw concept dat ze ‘organoïde intelligentie noemen’, zo leggen ze in het vakblad Frontiers in Science uit. Een organoïde is een kunstmatig gekweekt miniatuurorgaan. Ze worden buiten het lichaam gemaakt uit stamcellen, die zodanig geprogrammeerd worden dat ze uitgroeien tot een verkleinde en versimpelde, maar functionele versie van het echte, biologisch orgaan. En in dit geval gaat het dus om hersenorganoïden. Hoewel dit geen echte ‘minihersenen’ zijn, delen ze wel belangrijke aspecten van de hersenfunctie- en structuur. Denk bijvoorbeeld aan neuronen en andere hersencellen die essentieel zijn voor cognitieve functies, zoals leren en geheugen."

    Dank zij het kwantummechanische principes van superpositie en verstrengeling is echter het oude idee van teleporteren zoals dat in science- fiction films is voorgesteld, niet meer een onmogelijke zaak. Teleporteren van informatie is al gebeurd door Chinese onderzoekers met een verstrengeld deeltje in China op de grond en een verstrengeld deeltje in een satelliet 500 km boven de aarde.

    2.2. Heeft de ontwikkeling van de maatschappij mensen gelukkiger gemaakt ?

    Een stokpaardje van de Marxisten is het dogma dat de technische ontwikkeling geblokkeerd zou worden door de sociale ontwikkeling of om het in Marxistische termen te zeggen: "De ontwikkeling van productiekrachten wordt tegengehouden door de productieverhoudingen" en dat zou aanleiding zijn voor de communistische revolutie.

    In de praktijk blijkt echter het omgekeerde: De technische ontwikkeling gaat veel sneller dan de maatschappelijke, sociale, ethische en spirituele ontwikkeling.

    Je zou zelfs kunnen stellen dat de sociale en spirituele ontwikkeling vaak belemmerd wordt door bepaalde soorten technische ontwikkeling.

    Die technische ontwikkeling is zelfs zo ver gegaan dat ze het bestaan van de mens op het spel kan zetten. Dat bleek al vroeg bij het gebruik van het buskruit voor wapens. Maar het werd pas echt duidelijk bij de uitvinding van de atoombom. De maatschappelijke ontwikkeling loopt duidelijk achter bij de techniek: dat zien we bij internet: de techniek is die van één wereld die één geheel is, maar in werkelijkheid scharen personen en groepen die er gebruik van maken zich achter scheidsmuren die hun stam, hun geloof, hun nationaliteit, hun ras of wat hen dan ook van anderen scheidt. De ene groep probeert de andere te domineren of te veroveren, zoals Rusland deed door nep-berichten te versturen om de Amerikaanse verkiezingen te beïnvloeden. Natuurlijk zijn er ook groepen die in harmonie met andere groepen uit de hele wereld willen communiceren, maar die lijken in de minderheid. Zelfs wetenschappers, die als basis internationale uitwisseling van kennis hebben, worden door bedrijven en overheden gecontroleerd om toch niet alles te delen.

    Er is nu een nieuw fenomeen: de ruimtevaart. Pas geleden hebben Japanse wetenschappers ontdekt dat er een reusachtige grot is op de maan. Dat is ideaal voor een basis op de maan, want het oppervlak van de maan wordt geteisterd door inslaande meteoren, waardoor een simpel plastic huis bouwen een groot gevaar voor haar inwoner-astronauten zou opleveren. Echter in zo’n grot heb je daar geen last van. Maar de aarde is nog niet zover dat er in vertrouwen kan worden samengewerkt aan een internationale basis op de maan. De landen die nu in staat zijn tot ruimtevaart: Amerika, Rusland, China, India, Japan, Europa die vertrouwen elkaar voor geen cent. Zij willen het liefste als land een basis op de maan: Een Amerikaanse basis of een Russische of Chinese basis. Dan kunnen ze pochen: Zie je wel: wij zijn beter dan de anderen.

    De beste oplossing zou zijn als er coördinatie en samenwerking komt van die landen onder leiding van de Verenigde Naties, en waar aan alle andere landen aan kunnen deel nemen en waarvan de resultaten in het belang zijn voor de gehele wereld, niet alleen maar voor de ruimtevaart-landen. Gebeurt dat niet, dan kan er een race naar de maan ontstaan om daar grondstoffen te halen en dat kan dan weer tot oorlog op aarde leiden. Behalve Japan en Europa hebben Amerika, Rusland en China imperialistische leiders, die vaak weinig verantwoordelijkheid hebben en die soms een bedreiging vormen voor andere etnische groepen, volken en landen. Niet bepaald een positief uitzicht: In dat geval is het beter een maanbasis uit te stellen totdat alle ruimtevaartlanden mensenrechten erkennen, het milieu respecteren en met elkaar willen samenwerken ten behoeve van de hele wereld. Gezien de politieke ontwikkelingen kan het nog wel enkele decennia duren voordat het zover is.

    Overigens zijn er redenen om aan te nemen dat de mens niet gelukkiger is geworden sinds de landbouwrevolutie:

    Inplaats van een interessant leven van vrij zwerven en plukken van wat de natuur biedt, moest de nieuwe landbouwer in een saai leven zwoegen in het zweet zijns aanschijns en werd hij onderworpen aan een heel stelsel verplichtingen, die ook voor nieuwe zorgen zorgden. De vrijheid van mensen in de natuursamenleving maakte plaats voor de horigheid van de grote massa aan een heersende kliek of in het beste geval aan een elite.

    Weliswaar is de laatste 60 jaar door de ontwikkeling van de techniek veel zwaar werk overgenomen door machines, maar daardoor en door de moderne wereld is de menselijke maat voor een groot deel verloren gegaan.

    De grootste achteruitgang in vrijheid en geluk kwam door de landbouwrevolutie, ongeveer 10.000 jaar geleden. Ook de natuur is daardoor achteruitgegaan: bossen werden gekapt, waardoor erosie vrij spel kreeg en woestijnen zich enorm uitbreidden. Het hele Middellandse Zeegebied verdroogde. Het natuurlijk evenwicht werd verstoord, maar nog niet zoveel als de laatste 100 jaar: dat is nog veel erger.

    Maar in bepaalde opzichten is geluk en gezondheid ook achteruitgegaan in vergelijking met de tijd voor de jaren ’50, hoewel in andere opzichten er wel degelijk dingen zijn verbeterd.

    Vroeger hield een boer een kostgrondje, waar hij genoeg mee verbouwde voor zijn gezin en hield hij een stuk of 8 kippen en 5 geiten die hij persoonlijk kende. Nu worden kippen gehouden op een miniem oppervlak waarin ze zich nauwelijks kunnen bewegen in reusachtige aantallen als een soort vleesfabriek. Maar kippen, varkens, geiten en koeien zijn gewervelde dieren met ook een geest en met gevoel: de dieren wordt dus grootschalig onrecht aangedaan.

    Ook werd vroeger het individu opgevangen door de familie en de dorpsbewoners en maakte hij deel uit van die sociale groep. Eenzaamheid bestond niet en bijna iedereen trouwde, meestal voor het 20e jaar.

    In die tijd had je meer de menselijke maat.

    Desondanks was het ook niet altijd fijn. Vaak woonde men in bij de schoonouders. Bepaalde gezinsleden (de vader en vaak de oudste zoon) achtten zich hoger dan andere, die werden onderdrukt, gediscrimineerd en niet gehoord.

    Na de tweede wereldoorlog is daar terecht tegen gerebelleerd en tegen al het niet terechte autoritarisme en in de jaren ’60 van de twintigste eeuw leek er een nieuw tijdperk in het verschiet: één van gelijkwaardigheid, vrijheid, democratie, seksuele vrijheid, harmonie in de wereld.  Dat hing samen met de introductie van voorbehoedsmiddelen, de dekolonisatie en meer aandacht voor arbeidsomstandigheden en voor het eerst voor vrije tijd. Andere culturen leverden inspiratie op voor nieuwe vormen van kunst .

    Helaas is dat ontaard in de jaren ’80 en daarna: de vrijheid om wiet te gaan roken veranderde mensen, die psychotisch werden of ook hard drugs gingen gebruiken, met alle criminaliteit die er bij hoorde en dat bracht ook onveiligheid te weeg. Er is inderdaad veel verbeterd sinds de jaren ’50, maar er zijn ook dingen verslechterd. Overduidelijk is dat het geval met de natuur.

    Maar ook voor mensen is de droom van de jaren ’60 niet uitgekomen, althans niet voor een groot deel.

    De dekolonisatie heeft koloniën bevrijd, maar niet altijd is de toestand geworden wat men er in de jaren ’60 en ’70 van verwacht had.

    De vriendjespolitiek van de kolonisatoren is in veel gevallen niet vervangen door open eerlijk bestuur, maar door de vriendjespolitiek en corruptie van een stel gekozen personen, die hebben ingespeeld op de onwetendheid van het volk of die door fraude aan de macht zijn gekomen en soms door gewone criminelen. Met name de socialisten in de derde wereld, die het volk de mooiste beloften deden over de macht van het volk, eerlijkheid en welvaart, hebben vaak de plank mis geslagen: In Venuzuela bracht Chavez geen welvaart, maar armoede en hongersnood, waardoor mensen massaal het land uit vluchten, op Cuba geen democratie, maar dictatuur, in Zimbabwe heeft de zogenaamde eerlijke verdeling de economie verwoest, mensen aan de bedelstaf gebracht en dictatuur inplaats van democratie gebracht. In Congo was er een langdurige burgeroorlog eind 20e eeuw en het is nog niet veilig.

    Dat

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1