Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Bitcoin: Alles gedeeld door 21 miljoen
Bitcoin: Alles gedeeld door 21 miljoen
Bitcoin: Alles gedeeld door 21 miljoen
Ebook178 pages2 hours

Bitcoin: Alles gedeeld door 21 miljoen

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

"Stel je voor, alles wat er is en alles wat er ooit zal zijn, gedeeld door 21 miljoen." Dit boek begint met een stelling die ons aanzet tot nadenken en ons de uitdaging van bitcoin laat zien.

In zijn boek onderzoekt Knut Svanholm op een briljante en eenvoudige manier hoe we denken, wat onze relatie met tijd, geld en waarde is en hoe deze met elkaar verweven zijn in ieder van ons. Knut Svanholm gaat met ons op reis door de economie, speltheorie, wiskunde, alchemie, filosofie en geweld, en uiteindelijk komen we aan bij de grootste paradigmaverschuiving in de samenleving: bitcoin. Een nieuw begin, een nulpunt.

Svanholm gaat in zijn boek niet alleen in op de werking van bitcoin, maar ook op onze symbiotische relatie met bitcoin. Hij bespreekt de grootste problemen van onze tijd met krachtige metaforen en voorbeelden, zoals inflatie, klimaatverandering, eeuwige schulden en verspillende consumptie, en legt uit waarom de kortzichtige oplossingen van het fiatgeld onvermijdelijk zullen mislukken. Hij introduceert de lezers in de wereld van bitcoin, en toont ons hoe deze nieuwe munt een oplossing is in plaats van een bedreiging. De start van een nieuwe, verfijnde maatschappij.

Als je meer wilt weten over bitcoin, moet je dit boek lezen.
LanguageNederlands
Release dateJul 27, 2023
ISBN9789916723036
Bitcoin: Alles gedeeld door 21 miljoen

Related to Bitcoin

Related ebooks

Related articles

Reviews for Bitcoin

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Bitcoin - Knut Svanholm

    Voorwoord

    Alles begint met een idee dat concurreert om onze aandacht, acties en tijd. Een lukraak idee om iemand te ontmoeten die ik alleen via Twitter kende, Knut Svanholm, liep uit op een ongelooflijke avond in Zuid-Spanje waarin we samen aten, dronken en gitaar speelden met onze families. Onmiddellijk ontstond een hechte band. Dit soort ontmoetingen veranderen ons, vaak zonder dat we het beseffen. Waar we ook heengaan, ik vermoed dat dit maar het begin was van een lange vriendschap die begon met een idee.

    We zijn machines met ideeën. Goede ideeën, middelmatige ideeën, slechte ideeën — onze volledige wereld bestaat uit ideeën. Een netwerk van gedachten bepaalt hoe we met andere mensen, economie en bestuurssystemen omgaan. De stoel waar je in zit, nam het op tegen alle andere ideeën, stoelen en stoelenmakers, in een poging om jouw aandacht en aankoop te winnen. Hetzelfde geldt voor je auto of je smartphone. Vrijheid van meningsuiting is ook een idee. Net als communisme. We raken zo gehecht aan onze ideeën dat ze onze identiteit vaak bepalen. Daarom kunnen ideeën ons verenigen, verdelen of ons beheersen. De ideeën waar we ons in terugvinden, bepalen onze keuzes en ons leven weerspiegelt deze keuzes.

    Onze gedachten en acties bepalen onze eigen realiteit. De som van al onze gedachten vormen onze gedeelde realiteit. Vanuit onze beperkte kijk op wat we beschouwen als een nauwkeurige weergave van de wereld, zien we niet in dat anderen in een totaal andere werkelijkheid leven, die zij ook als accuraat ervaren. We kunnen heel gemakkelijk bij anderen zien waarom bepaalde ideeën hen tegenhouden, maar zien dat niet bij onszelf. We zijn soms zo overtuigd van onze ideeën dat we bereid zijn voor ze te vechten en we vervangen argumentatie en logica door emoties om ons gelijk te halen. Hierdoor worden we gemakkelijk voor de gek gehouden. We proberen onze ideeën op een vlak te verdedigen en verliezen fundamentele tegenstrijdigheden uit het oog. Een voorbeeld hiervan is geloven in een vrije markt maar tegelijkertijd pleiten dat centrale bankiers liquiditeit moeten verschaffen om prijsniveaus of aandelenmarkten te beschermen. We vinden het moeilijk om verbindingen te leggen en de cognitieve dissonantie te herkennen.

    Het is onmogelijk om te voorspellen wanneer een nieuw idee of waarheid onze eerdere overtuigingen zal vernietigen en vervangen door iets beters. We kunnen jaren voor iets vechten om in een oogwenk volledig van gedachten te veranderen. Wanneer we eenmaal iets gezien hebben, dan kunnen we niet meer terug. Sterker nog, vanuit onze nieuwe inzichten kunnen we anderen belachelijk maken omdat zij die nieuwe waarheid niet zien. Dit proces kost tijd. Het kan generaties duren voordat een nieuw idee de wereld verovert. Ik vraag me dikwijls af hoe de samenleving voor Galileo voelde. Hij keek naar de sterrenhemel en besefte dat de Aarde om de Zon draait. Maar zijn nieuwe visie was een absurd en ketters idee voor de leer van de Katholieke Kerk.

    Ongeacht de periode, dit soort ideeën zijn de individuele en gezamenlijke kracht en bewustzijn van de mensheid. Door met elkaar te wedijveren om betere oplossingen, verbeteren ideeën de menselijke levenskwaliteit. Je kan deze ideeën zien als leren. Onze intelligentie als soort was — en is nog steeds — een collectieve groei van informatie, gedreven door concurrentie van ideeën.

    Chaotisch, slordig en ongeordend. Nieuwe ideeën moeten wedijveren met onze vorige, vaak vastgeroeste overtuigingen. We laten onze overtuigingen maar langzaam één voor één los. Omdat we voorspellingen maken vanuit onze huidige realiteit, is het moeilijk om ons voor te stellen hoe een kleine verandering een kettingreactie kan veroorzaken. Wanneer een eerdere overtuiging op de proef gesteld wordt, is de kans groot dat we dit niet op waarde schatten en het idee negeren of aanvallen.

    In economie heet dit Creatieve Destructie, een tegenstrijdige term die in 1942 bedacht werd door Joseph Schumpeter om de werking van het kapitalisme in een vrije markt te beschrijven. Ondernemers creëren waarde voor de samenleving door te innoveren. Hierdoor vernietigen ze vaak ook de monopoliepositie van het voorgaande idee. Doorgaans wordt het nieuwe idee door het voorgaande monopolie ofwel genegeerd, ofwel aangevallen. Dit proces en het belang ervan staan centraal in hoe moderne economieën zijn geëvolueerd en hebben geleid tot de meeste van de voordelen voor de samenleving die we vandaag de dag als vanzelfsprekend beschouwen. Nieuwe winnaars zijn zo waardevol dat ze bestaande marktkrachten of structuren ontwrichten. Gedreven door een bijna constante stroom van innovatieve ondernemers met gewaagde ideeën en ondersteunend kapitaal, die de status-quo uitdagen en alleen succesvol zijn, als ze waarde creëren voor de samenleving (ons).

    Falen is van cruciaal belang om het proces te laten werken! Zowel voor ondernemers met investeringskapitaal in ondernemingen die niet werken, als voor gevestigde bedrijven die door andere worden ontwricht, wanneer blijkt dat hun vernieuwingen meer waarde toevoegen aan onze samenleving. Falen is vaak moeilijk, maar het is veel erger om het te voorkomen omdat zo het delicate evenwicht van de vrije markt wordt verstoord. Wat begint als een banale tussenkomst van de overheid vervalt uiteindelijk in een verwrongen vorm van kapitalisme die escaleert tot steeds verdere interventie en controle om een ineenstorting van de volledige markt te vermijden. Geveinsde stabiliteit wordt vervangen door steeds groter wordende instabiliteit wanneer echte marktsignalen vervagen en sociale constructies vervallen. Op deze manier is het niet enkel de vrije markt die verloren gaat.

    Vergeet niet dat de vrije markt bestaat uit deze ideeën. Net zoals wij zelf. De som van onze gedachten en acties proberen boven andere ideeën uit te komen, met de bedoeling om waardevol te zijn voor anderen. Zij vormen de economie omdat we deze nieuwe ideeën kiezen, of niet kiezen, afhankelijk van de waarde die ze ons bieden. In een poging de controle te behouden, kunnen we proberen om ideeën te beperken, te onderdrukken of te vernietigen. Maar als we dat doen, beperken we onze eigen mogelijkheden.

    Op een hoger abstractieniveau boven de vrije markt, vormen deze fenomenen ook het systeem waarmee we regeren. We laten toe dat nieuwe ideeën zich mogen verspreiden. Als we proberen om de vrije markt te controleren, verstoren we haar werking. Op de korte termijn zullen deze beslissingen — in het licht van concurrentie voor banen, groei of bescherming van markten — vaak geprezen worden door het publiek en stemmen winnen. Zulke maatregelen zijn populair, maar ze zorgen ervoor dat sommige mensen, industrieën of landen onterecht winnen ten koste van anderen. Dit kan zijn door het ene bedrijf de voorkeur te geven boven het andere in eigen land, of in landen die hun vitale industrieën beschermen tegen concurrentie. Het maakt niet uit. Marktbescherming breidt zich uit, scherpt aan en berooft de vrije markt van zowel arbeid als kapitaal. Slechte investeringen nemen toe. Structureel leiden deze keuzes ons weg van onze eigen keuzes naar een steeds verdergaande concentratie van macht. Hoewel dit veel weg heeft van opzettelijke verwaarlozing of slechte bedoelingen, is de belangrijkste drijfveer een systeem met negatieve terugkoppelingen dat probeert om de status-quo te beschermen en het systeem — wat anders zou falen — te redden. Grotere centralisatie van controle om het onvermijdelijke falen te voorkomen, dringt steeds verder door in de vrije markt. Naarmate marktdeelnemers het spel beter begrijpen, proberen steeds meer spelers een stuk van de taart te bemachtigen. En naarmate de verstoringen escaleren, stemmen mensen letterlijk hun individuele rechten en vrijheden weg in ruil voor bescherming door de staat en meer centralisatie. Ze zijn er heilig van overtuigd dat de vrije markt schuldig is aan de altijd toenemende ongelijkheid, verdeeldheid en chaos in de samenleving, ook al zijn dit de voorspelbare gevolgen van het opgeven ervan.

    Dit is waarom bitcoin zo’n belangrijk idee is. De geschiedenis bewijst dat als geld kan worden gecontroleerd om voordeel te behalen over anderen, dit ook gebeurt. Door het weghalen van deze mogelijkheid, biedt bitcoin een netwerkovergang van een systeem dat zichzelf niet kan herstellen, naar een systeem dat dat wel kan. Een brug van een systeem op weg naar een dystopische toekomst naar een toekomst van hoop.

    Terwijl het netwerk groeit, gaan meer en meer mensen het gebruiken en uitbouwen en vergroot het zo continue de waarde voor iedereen, waardoor de adoptie ervan wordt versneld. Uiteraard hebben degenen die vroeg in bitcoin zaten meer vermogen opgebouwd, zoals het zou moeten in een vrije markt, omdat ze een betere inschatting maakten. Maar belangrijker is dat ze niet meer macht hebben. Na verloop van tijd is de enige manier om meer bitcoin te vergaren, om aan anderen waarde te bieden en die waarde wordt bepaald in de vrije markt. In plaats van dwang wordt samenwerking bevorderd omdat mensen zich realiseren dat controle over anderen via een monetair netwerk als bitcoin betekent dat ze betaald moeten worden in bitcoin en daarom de controle kwijtraken.

    Door waarde te bieden aan anderen, zijn prijsdalingen het natuurlijke gevolg. Dit proces versnelt naarmate technologie steeds meer van ons werk overneemt. Stimulansen worden op elkaar afgestemd terwijl we met verbazing terugkijken dat we ooit in een systeem hebben geleefd waarin prijzen werden gemanipuleerd om te stijgen.. We realiseren ons dat de waarheid voor ons verborgen was. Een overvloed aan geld = schaarste in al het andere, en omgekeerd, schaarste in geld = overvloed aan al het andere. Of zoals Knut het zo welbespraakt beschrijft...

    Alles gedeeld door 21 miljoen

    Geleidelijk, zoals alle nieuwe ideeën die concurreren met oude. Chaotisch, slordig en ongeordend. Maar ik vermoed dat het onafwendbaar is dat meer mensen de waarde van dit idee gaan inzien. De waarde neemt toe en het wordt steeds moeilijker om te negeren. Want de waarheid is, wij zijn het systeem. Elke actie die we kiezen verandert op zijn beurt onze wereld. Zoals ideeën die we ooit niet konden zien realiteit worden. Één voor één.

    Jeff Booth, Maart 2022

    Inleiding

    Stel je een willekeurige soort voor, die zich ontwikkelt van holbewoner tot sterrenreiziger. Hoe zouden ze dit aanpakken? Ooit was er zo’n soort. Een primaat die het leuk vond om dingen te categoriseren, te labelen en in kleine, nette doosjes te stoppen. Ze noemden zichzelf mensen. De andere primaten noemden ze apen. Later ontdekten ze dat ze het grootste deel van hun genen met deze apen deelden. Deze mensen beweerden levend en bewust te zijn, ook al konden ze deze woorden niet goed definiëren. Ze ervoeren tijd en dachten na over de relatie met de andere dimensies die ze kenden, namelijk de drie ruimtelijke dimensies. Toch hadden ze niet door wat tijd was noch hoe ze deze op waarde konden schatten. Sommigen veronderstelden dat hun tijd op deze Aarde beperkt was en gedroegen zich hiernaar. Anderen kon het niet schelen om ook maar een enkele keer over tijd na te denken en gedroegen zich alsof het een overvloedige bron was. Nog anderen geloofden in één of meer bovennatuurlijke wezens. En sommigen dachten dan weer dat bepaalde mensen een goddelijk recht hadden om over anderen te heersen. Geen van hen wist wat er echt aan de hand was. Om tijd onderling te organiseren, bedachten ze in eerste instantie een nieuwe manier om over tijd na te denken. Ze begonnen met ruilen van tijd tegen verbruiksgoederen. Ze noemden deze nieuwe manier van met elkaar omgaan werken. Kort daarna realiseerden ze zich dat ze elkaar dingen konden geven in ruil voor andere dingen. Ze konden met elkaar handelen. Bijvoorbeeld, drie geiten voor een koe. Ze konden zich ook in verschillende vaardigheden specialiseren en elkaar helpen door gunsten uit te wisselen. Hierdoor konden ze erop rekenen dat hun buurman ook zijn steentje bijdroeg en kon een samenleving zich vormen en ontwikkelen. Een knipbeurt kon geruild worden voor een avondje kinderopvang, om maar een voorbeeld te noemen. Al heel snel werd duidelijk dat er geen eenvoudige manier was om een koe in drieën te delen. Tenminste, niet als je de koe in leven wilde houden. Daarnaast wilde niemand (behalve misschien de monniken) maar een halve knipbeurt.

    Dit gebrek aan deelbaarheid van de meeste goederen en diensten zorgde voor een probleem, in het bijzonder voor degenen die maar een geit of koe over hadden. Daarom moesten ze een manier vinden om bij te houden wie wat bezat. Of het nu ging om koeien, geiten, knipbeurten, potten of speren, het grootboek verschijnt op het toneel om hier een antwoord op te bieden. Een grootboek is een boek of verzameling rekeningen waarin mensen transacties vastleggen. Historische vondsten wijzen op grootboeken als de allereerste geschriften met cijfers die mensen ooit produceerden. Met deze grootboeken konden vroege samenlevingen bijhouden wie wat bezat en wie wat aan wie verschuldigd was. De vroegst bekende grootboeken zijn pictografische tabletten die de Mesopotamiërs gebruikten, meer dan 5000 jaar geleden.

    Iets anders dat de mensen uitvonden om bezittingen bij te houden was de token. Ze begonnen met het ruilen van tokens, zoals zeeschelpen of edelstenen, die een bepaalde waarde vertegenwoordigden. Deze tokens waren eerst zeer plaatselijke fenomenen. Gaandeweg werden deze vroege vormen van geld vervangen door munten van edelmetaal. In het begin waren dit gewoon stukjes van een bepaald type metaal met een bepaald gewicht. Maar al gauw, claimde de zelfbenoemde heerser van een geografisch gebied vaak het exclusieve recht om ze uit te geven. Doorgaans was dit dezelfde sociopaat die al het land van je voorouders had gestolen. De koning.

    Munten hadden veel voordelen ten opzichte van andere middelen om waarde uit te drukken. Ze vormden een ruilmiddel voor het volk, en ze behielden hun waarde goed in de loop van de tijd. Blijkbaar hielden mensen van edelmetalen. Het was gemakkelijk om ze bij te houden en te zien wie wat bezat in het dorp. Bovendien was het een uitstekende rekeneenheid voor de uitgever. Dit systeem werkte een hele tijd behoorlijk goed, totdat iemand op het idee kwam om kleine stukjes van de rand van de munten af te knippen om het edelmetaal te winnen. Dit kwam de knipper goed uit omdat de munt in de ogen van anderen zijn waarde behield, en de knipper kon het gewonnen metaal ook verkopen. Voor hem werd iedere munt dus iets meer waard. Zo werd valsemunterij geboren. Ook vandaag nog is dit gebruik kenmerkend voor elke overheidsmunt.

    De coin-clippers waren niet de enigen die zich met geld

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1