Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Tegeltjeswijsheden Hollandse rijmspreuken
Tegeltjeswijsheden Hollandse rijmspreuken
Tegeltjeswijsheden Hollandse rijmspreuken
Ebook246 pages1 hour

Tegeltjeswijsheden Hollandse rijmspreuken

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Wie kent ze niet? De bekende tegeltjeswijsheden zoals: 'Eigen haard is goud waard', 'Vrijheid, blijheid' of 'Morgenrood, water in de sloot'.

In het boek een verzameling van honderden tegeltjeswijsheden. Bekende maar ook minder bekende rijmspreuken zoals: 'Men kent de ezel aan zijn oren, de dwaas laat zich aan het spreken horen' en 'Die al te zacht is en te goed, wordt eens vertrappeld met de voet'.

De tegeltjeswijsheden zijn thematisch ingedeeld op onderwerpen zoals: Man en vrouw, vriendschap, eten, dieren, familie, het leven, spreken en zwijgen, geld en goederen enz.

LanguageNederlands
Release dateFeb 6, 2022
ISBN9789492828286
Tegeltjeswijsheden Hollandse rijmspreuken

Related to Tegeltjeswijsheden Hollandse rijmspreuken

Related ebooks

Related categories

Reviews for Tegeltjeswijsheden Hollandse rijmspreuken

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Tegeltjeswijsheden Hollandse rijmspreuken - Jacobien Beeker

    Tegeltjeswijsheden

    Hollandse rijmspreuken

    © J. Beeker, 2021

    ISBN:9789492828286

    Table of Contents

    Title Page

    Mannen & Vrouwen

    Familie

    Jong en oud

    Thuis

    Vriendschap

    Wijzen & Zotten

    Bazen & Vorsten

    De wereld & Het leven

    Droefheid & Lijden

    Het slechte

    Boosheid & Ruzie

    Het goede

    Raad

    Waarheid & Leugen

    Spreken & Zwijgen

    Geld & Goederen

    Doen

    Gaan

    Werk & Bedrijf

    Hogerop willen komen

    Leren & Schrijven

    Het spel

    Eten & Drinken

    Uiterlijk

    Tijd

    Dieren

    Natuur

    Ziekte & Dood

    Diversen

    Weerspreuken

    Januari

    Februari

    Maart

    April

    Mei

    Juni

    Juli

    Augustus

    September

    Oktober

    November

    December

    Diverse weerspreuken

    Kerstmis

    Oudjaar en Nieuwjaar

    Bronnen

    Mannen & Vrouwen

    Al heeft de meid een schone schijn,

    Het wijf dat wil de vrouwe zijn.

    Al wat in het bedde wordt besproken,

    Dient met de lakens toegeloken.

    Al zwoer de man ook bij zijn billen,

    Hij mag niets dan wat vrouwen willen.

    Als de bruid is in de schuit,

    Dan zijn de beloften uit.

    Als de hennen beginnen te kraaien,

    Moet je ze de nek omdraaien.

    Als het wijf spreekt slecht van de man,

    Dan spreekt men er niet ten besten van.

    Als man en vrouw tezamen kijven,

    Moet men op een afstand blijven.

    Begeerlijkheid,

    Die het hart misleidt,

    Moet door het verstand,

    Geleid aan de band.

    Begeerlijkheid wordt nooit verzaad,

    Wanneer men ze eenmaal wortelen laat.

    Bleke zonnen en lachende vrouwen

    Zijn niet te vertrouwen.

    Bruid! Ik heb u heftig lief,

    Om uw goed en fijn gerief.

    Dat is de beste slag van vrouwen die men vindt,

    Die alle man vervolgt, en niemand overwint.

    Dat is recht een bruiloftsgast te zeggen,

    Die met de bruid te bed gaat leggen.

    De appel in droog weer, en 't meisje in de kroeg,

    Die rijpen elk om het zeerst, en elk al wat te vroeg.

    De beste oorlog die men voert,

    Is als men zijn lusten snoert.

    De boze lust

    Vindt nergens rust.

    De dochter aan de man gebracht:

    Een vreemdeling in haar geslacht.

    De eerste liefde is de beste,

    De eerste vrouw gaat vóór de leste.

    De eerste vrouw dient voor een slet,

    En de tweede stelt de wet.

    De lust is vuur en enkel stro,

    Dat eerst wel grote vlammen geeft,

    En met zijn vonken hoog zweeft:

    Maar wat voor eerst zo vurig was

    Dat is terstond maar enkel as.

    De vrouw bouwt het huis,

    Of breekt het in gruis.

    De vrouw draagt meer uit met een lepel

    Dan de man inbrengt met een schepel.

    De vrouwenliefde is als de wijn,

    Die ligt veranderd in azijn.

    De zoetste vrijertijd die iemand kiezen kan,

    Is als een weduwe komt van de uitvaart van haar man.

    Die een man heeft als een muisje,

    Is geen baas meer in zijn huisje.

    Die een vrouw keuren wil, of een meloen,

    Kan het beter niet bij het staartstuk doen.

    Die een wijf trouwt om het schoon lijf,

    Verliest het lijf en houdt het wijf.

    Die in vrede wil leven,

    Moet zijn vrouw de overhand geven.

    Die met geld speelt of met vrouwen,

    Het zal hem vroeg of laat berouwen.

    Die op zijn eer let,

    Blijft van een anders bed.

    Die slapen onder één deken,

    Hebben ook dezelfde streken.

    Die uit liefde trouwt, moet wachten

    Kwade dagen en goede nachten.

    Die ver van huis om trouwen is getogen,

    Of hij bedriegt of hij wordt zelf bedrogen.

    Die verliefd is op een wezen,

    Het lelijke dunkt hem schoon te wezen.

    Dit vond ik laatst eens geschreven,

    Hoe schoner vrouw, hoe korter leven.

    Een dak dat lekt en kwade wijven

    Die kunnen goede mannen verdrijven.

    Een dode en een bruid,

    Moeten vlug de deur uit.

    Een jonge ooi en een oude ram,

    Dat geeft ieder jaar een lam.

    Een kus in eren

    Kan niemand deren.

    Een kusje is maar stof,

    Wie het niet hebben wil,

    Die veegt het of.

    Een magere haan en een vette hin

    Is het bewijs van zoete min.

    Een man met een baard,

    Daar is een vrouw bij bewaard.

    Een meisje trekt een man

    Meer dan een touwtje kan.

    Een oud man en een jong wijf,

    Is eeuwig een gekijf.

    Een oude man en een jonge vrouw

    Blijft zelden dan met groot berouw.

    Een schoon man bij de vrouwen,

    Is niet voor arm te houwen.

    Een vrouw en een poes

    Horen in hoes.

    Een vrouwtje, opgeschikt als 't hoort,

    Houdt haar man van een anders poort.

    Een wijf draagt liefde of grote haat,

    Want zelden houdt ze middelmaat.

    Eerst was het lokkebrood,

    Nu is het stokkebrood.

    Eet op, en haast u wat met verse vis,

    En met uw dochter zo ze huwbaar is.

    En straft of streelt uw vrouw niet,

    Waar het iemand het hoort of ziet.

    En ziet niet, mannen! wees blind, gij vrouwen!

    Dat zal het huis in ruste houden.

    Er is geen handvol,

    Maar een landvol.

    Er is geen paar,

    Of het lijkt mekaar.

    Fluitende meisjes

    En loeiende koeien

    Zijn zelden goeien.

    Geen parel dient bij nacht gekocht,

    Geen vrijster bij de kaars gezocht.

    Geen schip zo oud, zei het schippersmeisje,

    Of het doet nog somtijds wel een reisje.

    Gelegenheid

    Maakt genegenheid.

    Haastig getrouwd,

    Lang berouwd.

    Hebt gij een boze Griet,

    Schiet nooit u door de kop,

    Maar stop bedaard uw pijp

    En lees het boek van Job.

    Hebt ge in het bordeel de ene voet,

    Weet dat de tweede in het gasthuis moet.

    Het bedgordijn

    Dient dicht te zijn.

    Het beste stuk van een huisbedrijf,

    Dat is een goed, een handzaam wijf.

    Het hinken van de hond, en 't schreien van de vrouwen,

    Is niet veel te vertrouwen.

    Het is de schuld van 't knechtje niet,

    Dat het meisje naar hem ziet.

    Het is goed te zeggen: Trouw en min,

    Maar laat het woord gegeven zijn,

    En laat de zaak beschreven zijn,

    Het end valt erger als 't begin.

    Het is in huis een groot verdriet,

    Als het hennetje kraait en het haantje niet.

    Het is in hun huis geheel verdraaid,

    Daar het haantje zwijgt,

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1