Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Level 9
Level 9
Level 9
Ebook195 pages2 hours

Level 9

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Kaya lijkt op het eerste gezicht een doodgewoon meisje van twaalf. Maar is dat wel zo? Bij het opruimen van de logeerkamer komt ze als bij toeval terecht in een magische fantasiewereld. Ze wordt meegesleurd in een draaikolk van avonturen. Eerst zonder het zelf te beseffen, speelt Kaya de hoofdrol in haar eigen game. Ze moet haar angsten overwinnen om allerlei spannende opdrachten tot een goed einde te brengen. Tijdens die zoektocht naar zichzelf maakt ze kennis met vele vreemde wezens, die haar maar wat graag willen zien mislukken. Zal Kaya de kracht vinden om telkens een nieuw level te overleven of gaat ze roemloos ten onder?

Level 9 is het eerste boek van Sandra Peeters (°1975). Samen met haar 15-jarige dochter woont zij in Deurne. Sandra geeft Nederlands aan de eerste jaren van een middelbare school. Haar grote passie is: fantasy… lezen en schrijven! De ideeën, verhaallijnen en heel wat personages in dit boek ontstonden toen de schrijfster nog een jong meisje was. Een magische wereld bewoond door elfen, trollen en fantasiewezens was – en is nog steeds – haar belangrijkste inspiratiebron.

LanguageNederlands
Release dateOct 31, 2015
ISBN9781519990716
Level 9
Author

Sandra Peeters

Sandra Peeters (°1975) woont samen met haar 15-jarige dochter in Deurne. Sandra geeft Nederlands aan de eerste jaren van een middelbare school. Haar grote passie is: fantasy… lezen en schrijven! De ideeën, verhaallijnen en heel wat personages in dit boek ontstonden toen de schrijfster nog een jong meisje was. Een magische wereld bewoond door elfen, trollen en fantasiewezens was – en is nog steeds – haar belangrijkste inspiratiebron.

Related to Level 9

Related ebooks

Related articles

Reviews for Level 9

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Level 9 - Sandra Peeters

    LEVEL 0

    I

    Hallo! Ik ben Kaya, het hoofdpersonage van het boek dat je nu in je handen hebt.

    Je hoofd draait rond en je denkt bij jezelf... praat er nu iemand tegen mij?

    ‘Dat kan niet!’ denk je.

    Toch wel.

    Ik, Kaya, richt me rechtstreeks tot jou, lieve lezer/es. Ik zal me zelfs beschrijven zodat je je beter kunt inbeelden hoe ik eruit zie. Ik sta voor een spiegel en vertel gewoon wat ik voor me zie, oké?

    Mijn blonde haren zitten samen in een vlecht, die tot over mijn linkerschouder valt. Mijn blauwe ogen kijken mij (en jou) ondeugend aan. Pretlichtjes... Zie je ze ook?

    Ik draag een donkerblauw T-shirt, een grijze trui en een blauwe jeansbroek van mijn favoriete merk. Ik ben niet klein, maar groot ben ik nu ook weer niet. Slank, met brede schouders, want ik ben een zwemster.

    Ik word dertien dit jaar. Ben eigenlijk best verlegen. Wacht af tot iemand zich aan me voorstelt en maak niet makkelijk vrienden. Daarom heb ik jou uitgekozen. Jij zult me vanaf nu vergezellen op mijn avontuur. Straks neem ik je met me mee en dan... Je zult je niet vervelen, da’s beloofd!

    Ik slenterde de logeerkamer binnen, want ik had mama de dag voordien beloofd om op te ruimen. Afwezig staarde ik naar de stukken speelgoed waarmee de grond bezaaid was. Spulletjes van in de kleuterschool, op een hoopje.

    Ik nam een boekje vast en bekeek de letters op de omslag. De A, B en C waren op elkaar gestapeld en vormden een torentje. Wat was alles toch eenvoudig als je een jaar of vier was...

    Mijn oog viel op de knuffels die kriskras verspreid lagen in de kamer. Ik nam er eentje vast en voelde aan de zachte pluche. Vaag herinnerde ik me hoe ik bij elk uitstapje zo’n knuffel kreeg.

    ‘Mama, toe. Die heb ik nog niet!’ smeekte ik dan. Of: ‘Dat pantertje kijkt me zóóó lief aan!’ Dat werkte ook altijd.

    In een hoek van de kamer stonden mijn lievelingsknuffels gerangschikt van klein naar groot en van licht naar donker. Ze kenden mijn geheimpjes, want ik had hen vaak verhaaltjes verteld. Dan luisterden ze ademloos naar me, met hun grote, bolle ogen.

    Barbies. Winx poppen. Door de plastic speelgoeddozen heen kon ik ze zien. Ze leken opgesloten te zitten in hun doorzichtige omhulsel. Met zielige oogjes keken ze naar me, terwijl ze me bijna smeekten om opgetild te worden.

    Sommige poppen waren erg duur geweest, want mama had ze via een website in Amerika besteld. Ik speelde er amper mee; de pop hebben was vaak al genoeg. Eerst was ik er altijd dolblij mee, maar nadien gooide ik ze vaak ergens tussen mijn andere spullen en keek er nooit meer naar.

    Ik liep de trap af om een rol vuilniszakken te zoeken. In de berging trok ik hier en daar een paar schuiven open en vond uiteindelijk wat ik zocht. Ik nam de dikke grijze rol uit de onderste schuif en duwde die met mijn voet terug dicht.

    Toen ik terug naar boven wilde lopen, viel mijn oog op de spuitbus Dettol die op het aanrecht stond. Over de keukenkraan hing een vodje. Snel griste ik het mee, samen met de spuitbus.

    Bah! Als er één ding is waar ik een grondige hekel aan heb, dan is het wel opruimen. Lieve lezer/es, hou me gezelschap, want dit is écht een rotklus en zonder jou lukt het me niet!

    Ik sleurde mezelf voor de tweede keer de trap op en hoopte dat er ondertussen een of ander mirakel was gebeurd. Misschien had de logeerkamer zichzelf opgeruimd met de hulp van een stuk of wat kaboutertjes. Toen ik de deur openzwaaide om te checken of ze alles netjes opgeborgen hadden en de kamer weer toonbaar was, zonk de moed me in de schoenen. Alles lag nog op dezelfde plek als daarvoor.

    Nonchalant smeet ik de rol vuilniszakken op de grond en toen viel mijn oog op iets waarvan ik niet eens meer wist dat het er lag... mijn gameboy!

    Ping! Ping! Dzoing!  Ping! Ping! Dzoing!

    Al snel flitsten mijn vingers over de kleine toetsjes en vulde de kamer zich met schelle geluidjes. Op de gameboy verschenen er razendsnel cijfertjes. Ze vermeerderden altijd maar en al snel zat ik helemaal in de juiste vibe. Liggend op mijn rug, met dansende benen, armen in de lucht... Ping! Ping! Dzoing!

    Het simpele spelletje sleurde me mee. Mijn gedachten waren nu heel ver verwijderd van opruimen en dat soort saaie dingen.

    Wat zou het fijn zijn mocht ik net als op mijn gameboy in een game belanden. Liefst eentje waarin ikzelf de hoofdrol kon spelen en waarin ik de highscore zou kunnen verbreken! 

    Zuchtend drukte ik op off en liet de gameboy uit mijn handen glijden. Hij belandde tussen een stapel verkleedspulletjes.

    Zachtjes streek mijn hand over de veertjes van de lichtblauwe boa. Oeps, enkele veertjes lieten los, dwarrelden naar beneden en verdwenen in de roze plastic box.

    Uit de doos kwam een roze beentje piepen, het voetje was wit. Ik graaide in de doos, tilde wat spulletjes op en duwde mijn hand tot op de bodem van de speelgoedbox. Mijn huid schuurde tegen de rand van de doos en toen ik mijn hand met een ruk terugtrok, had ik mijn allereerste knuffeltje vast.

    De lange oren waren zacht en vielen tot op de schouders van het diertje. Het vulsel van de buik was een beetje kneedbaar. De staart zag eruit als een pomponnetje dat op zijn achterwerk was vastgekleefd.

    Als baby, en later ook als kleuter, sleurde ik de knuffel steeds met me mee. We waren onafscheidelijk.

    Ik duwde het zachte roze diertje tegen mijn neus, snoof de herinneringen op die eraan vasthingen. Zette het op mijn hand, drukte een zoentje op zijn wollige snuitje.

    Nee, dit schatje kon ik niet weggooien... Mama zou het nooit goed vinden!

    Ik nam de roze handjes in de mijne en danste met de knuffel door de kamer, tot ik... Auw!... mijn teen stootte tegen de witte kist die in de hoek stond.

    Een kloppende pijn trok door mijn voet. Mijn grote teen bonsde.

    Ik trok een wenkbrauw op, zag de speelgoedkist nu door het waas van mijn tranen. Zachtjes ebde de pijn weg... Ik keek naar de kist, grabbelde naar de spuitbus en het vodje, spoot wat op de witte buitenkant, streelde het hout met het doekje.

    Het kleine sleutelgat leek op een gapende wonde, want de sleutel zat er niet in. Maar geen nood, want met een piepend geluid ging de kist al open. Het deksel viel met een plofje tegen de muur.

    Leeg.

    Ik zuchtte, wilde me omdraaien, maar trapte toen op een klein, donkerblauw lettermagneetje dat op de grond lag. Ontelbare keren had ik het vroeger op een magneetbord gekleefd.

    ‘Kaya, kom je naar beneden! We eten tomatensoep met balletjes!’ hoorde ik mama roepen van beneden.

    Ik propte het lettermagneetje in mijn broekzak en wilde net de deur van de logeerkamer openen, toen ik gestommel hoorde op de trap. Mama kwam naar boven!

    Zonder er verder over na te denken, sprong ik in de witte speelgoedkist, een grote glimlach om de lippen. Dit spelletje had ik zo vaak gespeeld.

    Mijn hand zocht het deksel en liet het dichtvallen... 

    Sssst, lieve lezer/es!  Verraad me niet!

    II

    Ik tastte in het rond, want in de ruimte waar ik me bevond, was het vrij donker. Ik moest een paar keer met mijn ogen knipperen om ze te laten wennen aan de schemering. Plots schrok ik op, want op een muur vlak naast me speelden schaduwen een spelletje van kat en muis.

    Ik begon op mijn ademhaling te letten, om te kalmeren. Nog steeds verschenen er flikkeringen op de muur. Ongelijkmatig en niet volgens een vast patroon. Grillig.

    Ik draaide om mijn as, zodat ik de ruimte waarin ik terechtgekomen was beter kon bekijken. En ik zag dat ik op de bovenste trede van een trap stond. Geschrokken wankelde ik en drukte mijn rug tegen de bakstenen muur om niet naar beneden te vallen. Meteen trok ik mijn hand terug... want langs de muur hingen kaarsen en mijn hand was net naast een ervan terechtgekomen. De warme gloed schroeide de haartjes op mijn rechterhand – ‘Auw!’ 

    Snel zoog ik op de verbrande plek. De pijn verminderde.

    Hoe kon ik nu zo schrikken van een stuk of wat schaduwen op de muur!? Maar mijn hart bleef even snel kloppen, soms sloeg het zelfs een slag over, en ik had een raar gevoel in mijn buik. Mijn handen waren helemaal klam geworden.

    Lieve lezer/es, ik kan je eigenlijk wel vertellen dat ik er niet zo erg van hou als de dingen bruusk veranderen of als er vreemde onverwachte wendingen optreden. Het maakt me zenuwachtig, ik voel me dan nooit echt op mijn gemak. Wil je alsjeblieft bij me blijven?

    Ik voelde voorzichtig met mijn rechtervoet... tot ik de volgende trap raakte. En dan zo naar de volgende trede. En nog een trede, die ik eerst met de punt van mijn tenen aanraakte...

    ‘Een...twee...drie...’

    Mama had ooit gezegd dat hardop tellen me kon helpen te kalmeren, als ik bang was of zenuwachtig. Mijn handen raakten de muur, die een soort warmte uitstraalde en me zo enigszins op mijn gemak stelde.

    Naarmate ik verder naar beneden ging, voelde de muur warmer en warmer aan. En het leek ook alsof verschillende paren oogjes me in de gaten hielden. Een klein, groen, naakt wezentje met een bol buikje keek me guitig aan, even meende ik zelfs dat het mannetje naar me knipoogde. Gelukkig zat er een kader om hem heen, en hing het schilderijtje waarop hij afgebeeld was aan een haakje in de muur.

    Ik liet mijn ogen over de muur dwalen en merkte nog meer schilderijtjes op. Op eentje stond een zwarte geit. Toen ik er langs liep, voelde ik plots mijn wang nat worden. Ik kon nog net de lange tong in het bekje van de geit zien verdwijnen.

    ‘Hihi!  Haha!  Kaya... Kaya... Kaya!’ hoorde ik.

    Maar toen ik mijn hoofd naar de eigenaardig vervormde stem draaide, die uit de muur met de schilderijen leek te komen, werd het stil. Het leek wel een spelletje 1... 2... 3... piano. Wat gek!

    Weer bleef ik even doodstil staan, en opnieuw hoorde ik een gegiechel... Maar nu zag ik vanuit mijn ooghoek ook een groepje meisjes naar me wijzen en fluisteren. Hun oren waren puntig en langer dan die van mij, en hun kleren waren van goud en zilver, en op hun rug hadden ze doorschijnende vleugels die de hele tijd trilden. Met hun kleine handen maakten ze wuivende bewegingen, en ze gooiden me kushandjes toe. En ze lachten.

    ‘Kaya!’ 

    Ik zwaaide terug, stak mijn hand naar hen uit... Maar toen ik ze zou aanraken, werd het schilderij troebel. En toen het nadien weer helder werd, stonden de elfjes stil en staarde ik naar een doodgewoon schilderij.

    Op een ander werkje was een gouden draak afgebeeld. Zijn ogen keken me boosaardig aan en hij spuwde vuur naar mij.

    Ik liep gauw door, naar nog een ander schilderij met wonderlijke figuurtjes. Plotseling herinnerde ik me de twee prachtig geïllustreerde encyclopedieën over ‘het kleine volkje’ en de elfenwereld in de boekenkast van mama. Ze was dol op werelden waarin petieterige elfjes rondzweefden en stoute draken vuur spuwden. Als mama zat te schrijven, gluurde ik wel eens stiekem mee in haar kladschrift. Telkens viel het me op hoeveel fantasie ze had en hoe mooi ze de magische onderwereld kon beschrijven. Ze gebruikte zo veel details dat het leek alsof ze er al vaak écht geweest was.

    Ik loerde nogmaals naar de schilderijen, in de hoop dat er opnieuw wat zou gebeuren. Maar het bleef stil en er gebeurde niets. Toch had ik me dat van daarstraks niet ingebeeld. En waarom hingen die schilderijen hier eigenlijk?

    Ik wilde verder naar beneden stappen, maar zette mijn voet verkeerd neer, wankelde en struikelde bijna. Door enkele treden nogal snel na elkaar te nemen, wist ik me nog net recht te houden.

    Op de onderste trede ging ik zitten, en keek de kamer rond waarin ik terechtgekomen was. Op de grond zag ik dertien kaarsen die een bepaalde figuur vormden. Twee kaarsen met een meter tussen, daarachter nog twee met een meter tussen, en dan nog eens twee en daarachter stonden er vier naast elkaar. Ongeveer anderhalve meter verder, mooi in het midden van de vorige vier kaarsen, nog eentje. Tussen de twee buitenste en de laatste kaars, zag ik er ten slotte nog twee. Al die kaarsen vormden duidelijk een patroon, maar ik zag niet meteen om welke geometrische figuur het ging.

    Ik ging op de vijfde trede staan, keek naar beneden... en nu zag ik wat ik daarnet niet gezien had! De kaarsen vormden een pijl! De dertien kaarsen waren neergezet in de vorm van een pijl!

    Ik nam een grote sprong, landde perfect op mijn beide voeten. ‘Jihààà!’ juichte ik.

    Mijn ogen volgden de pijl en zagen nu iets dat een beetje verscholen zat. Ik kwam dichterbij. Het was klimop die tegen de muur omhoog groeide.

    Klimop? Hier binnen?

    Met mijn hand verschoof ik enkele blaadjes. Daar was iets ruws... Ik wreef erover, voelde een warme gloed – dezelfde die ik ook had gevoeld toen ik de bakstenen muur aanraakte.

    Een van de klimopblaadjes raakte verstrikt in mijn trui en toen ik me omdraaide, sleepte ik de hele klimopplant mee. Ik trok de klimop los van mijn trui, deed een stapje naar voor en... mijn mond viel open van verbazing.

    Een houten poort tekende zich af op de muur van de kelderruimte.

    Mijn vingers streelden de mooie grote bronzen klopper die op de poort hing.

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1