Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Visserslatijn en andere SF-verhalen
Visserslatijn en andere SF-verhalen
Visserslatijn en andere SF-verhalen
Ebook146 pages2 hours

Visserslatijn en andere SF-verhalen

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Django en Anaïd gebundeld! Zeven sciencefictionverhalen van de meervoudig prijswinnende auteurs Django Mathijsen en Anaïd Haen: Lieve liefde, De Astrodraak, Flanel, De grote museumroof, Tot later, Diep gezonken, en het door het tweetal speciaal voor deze bundel geschreven, nog niet eerder verschenen Visserslatijn.

LanguageNederlands
Publishere-Publikant
Release dateMay 21, 2012
ISBN9781476166162
Visserslatijn en andere SF-verhalen
Author

Django Mathijsen

Django Mathijsen is een prijswinnend schrijver, wetenschapsjournalist, jazzorganist, componist, ingenieur en Robot Wars adviseur. Hij heeft voor zijn verhalen onder meer gewonnen de Brugse Boekhandel Fantasy Award, tweemaal de NCSF-prijs, driemaal de Unleash Award, driemaal op rij een nominatie bij de Piet Paaltjens wedstrijd en vier eervolle vermeldingen bij de Amerikaanse Writers of the Future. Zijn fictie en non-fictie is verschenen in talloze tijdschriften, verhalenbundels en websites (zoals de Kijk, Panorama, ANWB AutoKampioen, Zo zit dat, Luister, Jazzism, Pure Fantasy, Wonderwaan, SF Terra, De Nachtvlinders, Parelz, Fantastisch Strijdtoneel, De Twintig Beste 2009, De Twintig Beste 2010, enzovoort). Hij is de zoon van beroepsmusici en zat al als tiener als jazzorganist op het podium. Maar hij was ook bezeten van techniek en wetenschap. Dus ging hij naar de TU Eindhoven waar hij afstudeerde als werktuigkundig ingenieur. Vervolgens werkte hij behalve als wetenschapsjournalist onder andere als robotdeskundige achter de schermen bij de prijswinnende teeveeprogramma’s Robot Wars (de robotvechtsport die het BBC2 kijkcijferrecord van 6,9 miljoen kijkers haalde) en TechnoGames (de Olympische Spelen voor robots). Hij startte en leidde de Nederlandse en Duitse Robot Wars, adviseerde honderden robotbouwers en keurde, bouwde en repareerde talloze machines. De laatste jaren legt hij zich vooral toe op het schrijven van romans, verhalen en muziek, vaak in samenwerking met Anaïd Haen. Hun nieuwste boek, Hersenhack (10+), is verkrijgbaar bij Uitgeverij EigenZinnig": 351 nagelbijtend spannende pagina's.

Read more from Django Mathijsen

Related to Visserslatijn en andere SF-verhalen

Related ebooks

Related articles

Reviews for Visserslatijn en andere SF-verhalen

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Visserslatijn en andere SF-verhalen - Django Mathijsen

    Lieve Liefde,

    Anaïd Haen

    "Het is maandag.

    Vanmorgen stond ik op en ontbeet ik met de restjes van gisteravond. Zoals je weet ben ik geen goede kok, dus ik vond mijn eigen eten smerig. Voor de tweede keer, want gister smaakte het ook al slecht. Ik at toch alles op. Ik moest wel. Eten is energie en energie heb ik nodig wil ik verder kunnen gaan.

    Ik ging na het ontbijt even bij je langs om te kijken of je er nog lekker bij lag en om te zien of ik iets voor je kon doen. Maar je sliep vredig, dus ik zuchtzwijmelde een beetje bij je omdat ik je zo mooi vond en ging toen aan mijn taken.

    Als eerste bepaalde ik onze positie en het deed me verdriet te constateren dat we nog steeds niet waren aangekomen in een mij bekend gebied. Ik ging naar je toe om dit te vertellen, maar je lag zo lief, ik liet je maar slapen.

    Daarna was het tijd om de voorraad te inventariseren. Die was bedroevend laag. Het enige waar we meer dan genoeg van hebben, is zuurstof. Maar op den duur kunnen we van lucht niet leven, ik moet een oplossing bedenken. De kweekjes misschien, daar zie ik wel potentie in.

    Na het inventariseren probeerde ik dus leven in mijn kweekjes te krijgen. Ik praatte tegen ze, maar nee hoor: ze gingen er niet noemenswaardig harder van groeien. Zelfs niet toen ik ze een klein kusje gaf. Dat kusje deed me aan jou denken, dus ik ging naar je toe om je er eentje te geven. Maar vlak voor ik je raakte bedacht ik me, want je ademde zo rustig en je was zo mooi, ik durfde niet, ook niet vederlicht, contact te maken.

    Ik ging een poosje naast je zitten en fluisterde over de kweekjes, die ieder voor zich wel in leven blijven, maar niet groeien. Ondertussen probeerde ik wat te breien. Een sjaal voor jou, voor het geval je het koud zou krijgen bij het wakker worden.

    Toen was het alweer tijd voor de lunch. Eerlijk gezegd wist ik dat niet zeker, ik deed net alsof het tijd was voor de lunch omdat mijn maag rammelde. Ik trok een blaadje van één van de kweekjes en wikkelde hem om de expandeertablet. Zo smaakte het ding ergens naar, al was het bitter, terwijl ik hem doorslikte. Ik hoop wel dat het kweekje snel een nieuw blad maakt, anders zie ik me de komende dagen die tabletten gortdroog doorslikken. Ik moest even lachen omdat ik me jouw gezicht herinnerde, de eerste keer dat je er eentje kreeg. Je kauwde erop hè, suffie? En de tablet expandeerde al voor een deel in je mond, wat je wangen komisch rond maakte. We lachten erom, allemaal. Het was grappig. Ik wilde de herinnering met je delen, dus maakte ik wat thee en dronk dat gezellig bij je op. Ondertussen vertelde ik je verhaaltjes. Zachtjes hoor, want ik wilde je echt niet wakker maken, je lag zo heerlijk.

    De thee was op en het was tijd voor het controleren van het baken. Dat werkte gewoon. Uiteraard. Ik heb het zo geprogrammeerd dat het blijft uitzenden, ook als ik het niet zou controleren. Maar het geeft me wat te doen iedere dag, dus ik trok er een uur voor uit om me in dat logge pak te hijsen, naar buiten te stappen en het baken schoon te poetsen. Er zat zowaar een klein deukje in het linkerpaneel, we waren ergens mee in aanraking gekomen. Een molecuul van het één of het ander, vermoedde ik. Ik kon er niet veel aan verhelpen want mijn technische kennis schoot te kort, dus stiefelde ik maar weer naar binnen en hees me met moeite uit mijn pak, mijn stijve botten vervloekend.

    Mijn maag rammelde dus ik ging wat te eten maken. Ik at het in de kombuis op, het zou zo’n troep geven bij jou, vond ik. Na het eten dronk ik thee bij jou en weer twijfelde ik of ik je zou wekken. Maar ik deed het niet, natuurlijk niet. Want wat zou het nut zijn? Ik ruimde de rommel van de dag op en ging naar bed. Sliepen we lekker samen."

    "Lieve Liefde, het is dinsdag.

    Vanmorgen stond ik op en ontbeet ik met de restjes van gisteravond. Zoals je weet ben ik geen goede kok, dus ik vond mijn eigen eten smerig. Voor de tweede keer, want gister smaakte het niet veel beter. Ik at toch alles op …"

    Wat lees je? Bries hing verveeld over zijn schouder, zoals alleen Bries dat kon. Mars keek verstoord op.

    Haar Log, mompelde hij.

    Zal wel veel zijn, ze is volgens mij honderd twintig, Bries leunde nog verder naar voren. Haar haren hingen hinderlijk voor zijn scherm.

    Honderd drieëndertig, antwoordde Mars op de vraag die geen vraag was.

    Bergen we de boel? Bries kwam alweer ter zake. Alweer met een vraag. Ze was aangenaam gezelschap als er iets te werken viel, maar als ze zich verveelde, zoals nu, kon Mars haar wel villen. Hij scrolde door het Log. Dag na dag na dag gleed voorbij. Steeds hetzelfde verhaaltje.

    Hij keek naar het verschrompelde mensje dat naast het cryptobed zat. Ze hield haar hand in het bed en streelde de hand van de jongenman erin.

    Gaan we hem wakker maken? vroeg de vrouw.

    Wilt u dat? aarzelde Mars.

    Ja, zei ze. Ik leef al die tijd voor hem. Ik durfde hem niet te wekken wegens gebrek aan voedsel en omdat ik niet wist wanneer we gevonden zouden worden.

    Mars knikte. Hij opende het paneel achter het bed en activeerde het wekprogramma. Het vrouwtje keek beverig toe.

    De jongenman opende zijn ogen. Ging rechtop zitten. Hij was wondermooi.

    Het vrouwtje lachte en spreidde haar armen.

    Liefde! zei ze blij.

    Vol afkeer deinsde de jongenman achteruit.

    Mars zag het verdriet over haar gezicht glijden en ving haar op voor ze op de grond viel.

    Zonde van al dat metaal, bromde Bries.

    Er is vast wel ergens nog meer te vinden, vond Mars. Hij navigeerde naar Sol en vergrootte de afstand tussen zijn schip en dat wat ze achterlieten. Aan boord een wakkere jongenman en een slapende, heel oude vrouw, stapels expandeertabletten, voldoende voor minimaal 100 jaar en nieuw zaad voor de kweekjes.

    Zo wilde hij het. De jongenman.

    Hij wilde ook wat schijfruimte. Voor zijn Log.

    *****

    De astrodraak

    Django Mathijsen

    Het gevoel van een satellietvisser

    Je ouweheer heeft alweer geen vluchtplan ingediend, klonk Lemdons stem achter me.

    Mijn ogen waren dichtgevallen. Even had ik de geluiden niet waargenomen: het brommen van de riemweg onder de vloer, het gonzen van de computerschermen achter me, het ruisen van de luchtslangen en het zenuwachtige zoemen van de servomotoren van de robotarmen boven ons. Staand op mijn benen was ik bijna in slaap gevallen. Zelfs de door de wanden galmende klappen van de luchtbeitels en het snerpen van de slijptollen hadden dat niet kunnen verhinderen. De adrenaline die drie dagen door mijn lichaam was gestroomd was weggeëbd.

    Ik opende mijn ogen. Ze brandden. De weerspiegeling van mijn ongeschoren kop in het raam zweefde in de pikzwarte hemel boven de horizon. De zon was achter het aardoppervlak verdwenen. De gekromde einder was een haarscherpe lijn gereflecteerd, wit licht. Die lijn was gescheiden van de zwarte leegte door een blauwe dampkring die niet hoger leek dan mijn vijf dagen oude stoppels lang waren. Links en rechts eindigde de witte lijn in geel- en roodtinten. Het leek op foto’s die ik van regenbogen had gezien. In het echt had ik nooit een regenboog gezien. Daarvoor was ik nooit lang genoeg beneden geweest.

    Ik drukte mijn neus tegen het raam. Vlak onder mij kwam de riemweg de Atlantistoren binnen. Het zes meter brede, zwarte lint stak af tegen de achtergrond door de lichtbakens op de wegranden. Door de snelheid waarmee de riemweg zich voortbewoog, vloeiden die lichtbakens tot twee ononderbroken strepen samen. Ofschoon hij de aarde rondging, leek de riemweg in de verte uit te lopen in een spitse punt alsof wij hierboven onze lange, zwarte tong uitstaken naar de aarde. Nog geen uur geleden was ik weer op die zwarte tong geland.

    Vaag kon ik flarden kustlijn zich zien aftekenen tegen het diepzwart van de Atlantische Oceaan beneden ons. Die kustlijn werd geaccentueerd door concentraties van lichtpuntjes bij de stadscentra: Belém en São Luís recht vooruit in het westen en Fortaleza in het zuidwesten. Natal, João Pessoa en Recife in het zuiden lagen onder wolken verborgen. Daar beneden begonnen nu strandfeesten met bruingebakken bikinimeisjes dansend rond kampvuren op wilde sambas en sensuele bossanovas.

    Binnen zestien uur heb ik je schip weer startklaar, zei Lemdon terwijl hij naast me kwam staan.

    Ik schoot in de lach. Ik ga zesendertig uur slapen. Daarna neem ik een week vakantie beneden: de stranden van Fortaleza en Natal afstruinen en vissen bij Aracati.

    Ik hoop dat ze net zo goed bijten als hierboven. Dit is een kanjer. Lemdon wees omhoog. Acht ton, een driehonderd meter schotelantenne, tientallen kilos zilver, goud, platina en palladium en een paar honderd kilo silicium en fullerena. De elektronica en glasvezeloptica kunnen we gebruiken in radios en versterkers. Ik schat dat deze satelliet je minstens vijfduizend argi oplevert zodra we hem gesloopt hebben. Bovendien was hij naar een baan afgezakt die gevaar opleverde voor het ruimteverkeer. Dat is tweeduizend argi opruimpremie.

    Ik keek omhoog door het panoramadak. Mijn sigaarvormige ruimteschip was in het buitendok vastgeklemd. Robotarmen van het sloop- en onderhoudsstation, de bovenste verdieping van de Atlantistoren, waren de afgedankte spionagesatelliet die ik had opgepikt naar een sloopeiland aan het overbrengen.

    Kan daar geen gevarenpremie bovenop? zei ik met een glimlach. Het was een zwaar kreng in een sterk excentrische baan. Die schotel en zonnepanelen gaven hem een hoog traagheidsmoment. En hij had een spin van vier omwentelingen per seconde. Het was moeilijk om mijn schip aan die rondtollende beweging aan te passen. Toen ik hem naderde, gaf hij me zo’n opdoffer dat alle twee mijn robotarmen aan stuurboord bijna weggeslagen werden. Kijk je die even na?

    Al gedaan, zei Lemdon terwijl hij me een cocaïnekauwgom aanbood.

    Ik schudde het hoofd.

    Minstens zes segmenten zijn gescheurd, zei Lemdon. Eén bakboordarm heeft ook een gescheurd segment. Maar mijn jongens kunnen die drie armen snel vervangen zodra we je schip in het binnendok hebben. Ik heb vijf gereviseerde armen in het magazijn. Lemdon wipte de cocaïnekauwgom in zijn mond. Vier omwentelingen per seconde? Wat een centrifuge!

    Ik kreeg de rotatieas van mijn schip niet precies in het verlengde van die van de satelliet. Ik stak mijn handen uit en demonstreerde hoe ik met mijn schip (rechterhand) de

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1