Iets over de grammaticale beoefening der Friesche taal in haar geheelen omvang
()
Related to Iets over de grammaticale beoefening der Friesche taal in haar geheelen omvang
Related ebooks
Iets over de grammaticale beoefening der Friesche taal in haar geheelen omvang Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Nederlandsche Geslachtsnamen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Nederlandsche Geslachtsnamen in Oorsprong, Geschiedenis en Beteekenis Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsBeknopte Geschiedenis van Friesland in Hoofdtrekken Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsGeschiedenis der Nederlandsche letterkunde, Deel I Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe waarheid over Esperanto en Ido = La vérité sur l'Esperanto et l'Ido Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe politieke partijen in Nederland en de christelijke coalitie Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsUit Oost en West: verklaring van eenige uitheemsche woorden Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Leeuw van Vlaanderen Of de Slag der Gulden Sporen Rating: 3 out of 5 stars3/5Het land van Rembrand Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsNiederländische Volkslieder Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsVan den Noordpool naar den Aequator: Blikken in het groote rijk der schepping Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsVier Voordrachten over Theosofie Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe grondbeginselen der Nederlandsche spelling Regeling der spelling voor het woordenboek der Nederlandsche taal Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsIn t Wonderjaer Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDante's Hel In proza overgebracht en met een inleiding voorzien Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsSpaens Heydinnetie Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsVitaulium: Hofwyck en Spaansche Wijsheit Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsRosa Luxemburg Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsEngelsch woordenboek: Eerste deel: Engelsch-Nederlandsch Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsIt aade Friesche Terp of Kronyk der Geschiedenissen van de Vrye Friesen Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsNotities van een polyglot. Praktische tips voor het leren van een vreemde taal Rating: 5 out of 5 stars5/5Nederlandsche Volkskunde Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsKeur van Nederlandsche Synoniemen Ten gebruike bij de studie voor de hulp- en hoofdacte en op inrichtingen voor M.O. Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsHet toekomend jaar drie duizend Eene mijmering Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsDe Chineesche Filosofie, Toegelicht voor niet-Sinologen: Kh'oeng Foe Tsz' (Confucius) Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsReisontmoetingen van Joachim Polsbroekerwoud en zijne Vrienden Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsGeschiedenis der Noordsche Compagnie Rating: 0 out of 5 stars0 ratings
Reviews for Iets over de grammaticale beoefening der Friesche taal in haar geheelen omvang
0 ratings0 reviews
Book preview
Iets over de grammaticale beoefening der Friesche taal in haar geheelen omvang - Albertus Telting
The Project Gutenberg EBook of Iets over de gramaticale beoefening der
Friesche taal in haar geheelen omvang, by Albertus Telting
This eBook is for the use of anyone anywhere at no cost and with
almost no restrictions whatsoever. You may copy it, give it away or
re-use it under the terms of the Project Gutenberg License included
with this eBook or online at www.gutenberg.net
Title: Iets over de gramaticale beoefening der Friesche taal in haar geheelen omvang
Author: Albertus Telting
Release Date: October 8, 2008 [EBook #26846]
Language: Dutch
*** START OF THIS PROJECT GUTENBERG EBOOK IETS OVER DE GRAMATICALE BEOEFENING ***
Produced by Frank van Drogen and the Online Distributed
Proofreading Team at http://www.pgdp.net (This book was
produced from scanned images of public domain material
from the Google Print project.)
[1]
IETS
OVER DE
GRAMMATICALE BEOEFENING
DER
FRIESCHE TAAL
IN HAREN GEHEELEN OMVANG,
DOOR
Mr. A. TELTING.
(Voorgedragen in de Vergadering van het Provinciaal
Friesch Genootschap ter beoefening der Friesche
geschied-, oudheid- en taalkunde, gehouden
den 5den October 1840.)
TE WORKUM, TER
BOEKDRUKKERIJ VAN H. BRANDENBURGH.
1843.
[2]
[3]
IETS
OVER DE
GRAMMATICALE BEOEFENING DER FRIESCHE TAAL
IN HAREN GEHEELEN OMVANG.
Mijne Heeren! Zeer geachte Medeleden!
»De vierde afdeeling, voor taal- en dichtkunde bestemd, stelt zich voor: de grammaticale beoefening der Friesche taal, in hare volle uitgebreidheid."—Zoo begint, M. H.! de beschrijving van de werkzaamheden der taalkundige afdeeling in de Wetten onzes Genootschaps, zoo als die den 26 September 1827, nu dertien jaren geleden, waren vastgesteld;—en die zelfde bepaling vinden wij in de herziene Genootschapswetten van 1835 terug.
Wat heeft die vierde, of nu, sedert 1835, derde afdeeling, in dat tijdsverloop van dertien jaren, voor de grammaticale beoefening der Friesche taal [4]gedaan? Heeft zij zich die taak met ijver aangetrokken, is zij dat werk met moed begonnen, heeft zij dat met volharding voortgezet, rijpen de vruchten van haren arbeid ter volkomenheid?—Of ging het hier als met zoo menige goede bepaling in menig reglement in ons vaderland, dat ze wel geschreven stond, maar niemand er verder meer om dacht?
Liefst spaar ik U en mij zelven de beantwoording van deze vragen. Zij drongen zich aan mij op, toen ik rondzag naar eene stof, waarover ik in deze uwe vergadering, naar de mij door het lot aangewezene beurt, zou mogen spreken,—toen ik mij herinnerde, dat ik de eer heb tot de derde afdeeling van de Werkende Leden des Genootschaps te behooren, en bedacht, dat de behandeling van eenig taalkundig onderwerp misschien van mij verwacht mogt worden. Ik wil echter nu de vraag: wat de derde afdeeling, met betrekking tot de grammaticale beoefening der Friesche taal gedaan heeft? liever doen plaats maken voor eene andere: wat zij daarin zou behooren en vermogen te doen? Ik wil het verledene laten rusten, en spreken met het oog op de toekomst;—ik heb mij voorgesteld twee vragen aan uwe welwillende en bescheidene aandacht voor te dragen:
I.
Wat bedoelt de bepaling in ons Reglement met grammaticale beoefening der Friesche taal in hare volle uitgebreidheid?
II.
Wat kunnen en wat behooren wij, Leden van dit Genootschap, te doen, om ons in dezen te kwijten van onze taak?
Vergezelt mij daarbij met uwe toegevendheid, die ik zoo zeer behoeve. Al wie toch aan anderen[5] eenigen regel durft voor te stellen, behoort vooraf wel gewikt en gewogen te hebben, of hij zelf in staat en gezind zij, dien na te leven; en zoo iemand, ik ben van de geringheid mijner vermogens in dezen overtuigd. Verre zij dan van U het vermoeden, als of ik onbescheiden genoeg zoude zijn, om U