Slagtechniek voor koordirigenten
By Tijs Krammer
()
About this ebook
Dirigeren is meer dan de maat slaan, maar als je niet weet hoe je de maat moet slaan, is het de vraag of je ooit aan dirigeren toekomt. Slagtechniek voor koordirigenten begint bij de basis en verwerkt de theorie in praktische oefeningen. Ook voor wie al langer voor een koor staat, is het een inspirerend en leerzaam boek. De zorgvuldig vormgegeven slagfiguren zijn glashelder en stimuleren om een persoonlijke slagtechniek te ontwikkelen. Als de drie- en vierslag, onregelmatige maatsoorten en maatwisselingen geen geheimen meer kennen, het lukt om heldere inzetten te geven, en de linkerhand weet wat de rechterhand doet, ontstaat er ruimte voor andere vragen: Wat is de truc om het koor niet harder te laten zingen als het tempo omhooggaat? Waar laat je je linkerhand als hij even niks te doen heeft? Hoe maak je contact met een grote groep zangers? En moet je eigenlijk wel altijd dirigeren?
Tijs Krammer
A singer, conductor and arranger, Tijs Krammer is best known for his singing association with the internationally famed vocal group Montezuma's Revenge. Having studied singing at the Utrecht Conservatory in The Netherlands, Tijs pursued his musical education with Jos van Veldhoven at the Royal Conservatory in The Hague, studying choral conducting, supplemented by a private course of arranging with Bob Zimmerman in The Netherlands and with Phil Mattson and Michele Weir in the us.TijsFounder and conductor of the Utrecht group Leeuwenhart, Tijs won the first prize at the Dutch Choral Festival, a major two-yearly a cappella festival in The Netherlands, with this group. In 2008 Tijs is interim conductor with the prize-winning jazz choir Dekoor. Until recently he was conductor of the vocal group Vocalicious. Currently he conducts the youth vocal group The Jump and the vocal world music ensemble Pangaea. With the latter he won in 2013 the Balk Top Festival, in recent years the most important Dutch festival on vocal pop and jazz music.Tijs is professor at the Conservatories of Rotterdam and Amsterdam teaching Conductor Vocal Pop & Jazz and he is one of the professors at the conductors course The Ward Swingle Cursus. Having written arrangements for internationally renowned groups including Femmage, Intermezzo, The Gents, Frommermann and Montezuma's Revenge, he has regularly been teaching courses in arranging, most of these organized by Balk.Tijs' arrangements are partly privately published and partly published by Music Shop Europe, Molenaar, ChorusOnline, Ferrimontana, ZoecMusic and Humm A Cappella. For any questions concerning any of these arrangements or for any arrangement orders, please send an email to tijs@krammer.nl.
Read more from Tijs Krammer
Arrangeren voor koor en vocal group Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsAkkoorden op de piano: nummers begeleiden zonder notenschrift Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsAkkoorden op de piano, deel 1, Vlaamse editie Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsAkkoorden op de piano: nummers begeleiden zonder notenschrift - deel II Rating: 0 out of 5 stars0 ratingsAkkoorden op de piano, deel 2, Vlaamse editie Rating: 0 out of 5 stars0 ratings
Related to Slagtechniek voor koordirigenten
Reviews for Slagtechniek voor koordirigenten
0 ratings0 reviews
Book preview
Slagtechniek voor koordirigenten - Tijs Krammer
Bij Harmonia (www.musicshopeurope.nl) zijn van Tijs Krammer eerder de volgende boeken verschenen:
Meerstemmig inzingen
Een en al oor
Van blad zingen
Harmonisch inzingen
Ritmische inzingers
Bij Humm Publishing (www.hummpublishing.nl) is van hem eerder verschenen:
Arrangeren voor koor en vocal group
Tijs Krammer
Slagtechniek voor koordirigenten
isbn 9789083327778
nur 660
© Copyright 2019
Uitgave: Humm Publishing
Foto op kaft: Allard Willemse
Vormgeving en afbeeldingen: Tijs Krammer
Inhoudsopgave
Over dit boek
DEEL I BEWEGINGEN, HOUDING EN SLAGFIGUREN
1 Basisbewegingen
De stuiterbeweging
De verticale stuiterbeweging
De stuiterbeweging tussen twee punten
De slinger
Het lemniscaat
Oneven en even tellen
De cirkel
De dirigeerlijn en tikpunten
Oefeningen
2 Inzetten aangeven, afslaan en tempo aangeven
Een inzet aangeven
Een klank afslaan
Starten en stoppen met slinger of lemniscaat
Voorspelbare bewegingen
Een tempo aangeven
Een tempo aanduiden met het lemniscaat
Een vertraging aangeven
Achterlopen op de slag
Oefeningen
3 Houding
Basishouding voor de hand
Een luide klank vragen
Een zachte klank vragen
Beweeglijkheid van de hand
De stand van je armen
Openheid
De stand van je mond
Ontspanning en kracht
Oefeningen
4 Slagfiguren
De vierslag
Het slagfiguur
Vloeiend
Met hoeken
Puntig
De drieslag
Het slagfiguur
Legato
Puntig
De tweeslag
Het slagfiguur
Met hoeken
Verwantschap met het lemniscaat
De eenslag
De zesslag
Andere slagfiguren
Oefeningen
5 De ankerslag
Slagfiguren volgens het anker
Verwantschap met de conventionele slag
Voor- en nadelen van de ankerslag
Oefeningen
6 De grootte van de slagbewegingen
De hoogte van de dirigeerlijn
De ruimte voor je slagbewegingen
Volume en grootte van je bewegingen
Tempo en grootte van je bewegingen
Vereenvoudigde bewegingen bij hoge tempi
Oefeningen
7 Veelgemaakte fouten in slagfiguren
Te verticaal bewegen
De eerste tel te laag slaan
De laatste tel te hoog dirigeren
Te weinig ruimte aan de rechterkant geven
Vreemde laatste tel
Hoeken tussen de tellen
Oefeningen
8 Maatwisselingen
Overgaan naar een ander slagfiguur
Maatwisselingen waarbij het tempo verandert
Voorbereiding van het nieuwe tempo
Oefeningen
9 Kiezen voor een alternatief slagfiguur
Tellen samennemen in een slag
Drie tellen samennemen
Een kleinere puls dirigeren
Maten combineren
Oefeningen
DEEL II Dirigeren met twee handen
10 De linkerhand
De functies van de linkerhand
Linkshandige dirigenten
Onafhankelijkheid van de handen
Aangeven van lijnen
Muzikale bogen
Verbinden van noten
Articulaties
Overige functies voor de linkerhand
De basispositie voor de linkerhand
Oefeningen
11 Het volume aangeven
Dynamiek aangeven
Positieve gebaren
Openheid bij een zachte klank
Oefeningen
12 Inzetten aangeven
Een inzet met links aangeven
Inzetten midden in een muzikale zin
Inzetten op de eerste tel
Opmaten van een tel
Inzetten op andere tellen van de maat
Het volume van inzetten
Inzetten tussen de tellen
Een inzet in de tel nader bekeken
Meer inzetten in de tel
Andere momenten binnen de tel
Richtingen slaan met links
Oefeningen
13 Afslaan
Het einde van een klank aangeven
Bewegingen voor het afslaan
Diminuendo bij een afsluiting
Afsluitende medeklinkers
Afslaan en direct een volgende inzet geven
Afslaan in de tel
Afslaan en inzetten in één beweging
Oefeningen
14 Oogcontact en focus
Kijken
Kijken bij instructies
Kijken naar een grote groep
Kijken naar stemgroepen
Aandacht geven door je lichaam te draaien
Inzetten aangeven met twee handen
Inzetten aangeven met rechts
Oefeningen
Deel III Gevorderde technieken
15 Onregelmatige maatsoorten
Vijf tellen in de maat
Drie plus twee
Twee plus drie
Zeven tellen in de maat
Tellen samennemen in onregelmatige maatsoorten
Zevenachtstemaat
Vijfachtstemaat
Oefeningen
16 Passief dirigeren
Een tempo aangeven met passief dirigeren
Inzetten op de eerste tel
In een vierkwartsmaat
In een driekwartsmaat
Inzetten op een opmaat
In een vierkwartsmaat
In een driekwartsmaat
Inzetten op andere tellen
Passief dirigeren bij een snel tempo
Passief dirigeren en stroom
Oefeningen
17 De slag onderverdelen
Een moment tussen de tellen aanduiden
Momenten tussen de tellen in het slagfiguur
Onderverdelen bij een vertraging
Onderverdelen om haasten tegen te gaan
Een onderverdeelde drie- en tweeslag
Onderverdelen in snelle onregelmatige maatsoorten
Onderverdeling van een driedeling
Onderverdelingen aangeven op de dirigeerlijn
Oefeningen
18 Fermates
Een fermate
Verschillende soorten fermates
Een eenvoudige fermate
Fermate met een korte adempauze
Fermate zonder adempauze
In de tel
Richtingen bij fermates
Oefeningen
19 Gevarieerd en effectief dirigeren
Luisteren naar het koor
Varieer je gebaren
Bewegingen verkleinen voor een luide klank
Niet altijd de maat slaan
Wel of niet inzetten aangeven
Bijlagen
Volksliedjes
Amazing grace
Aura Lee
Barbara Allen
Black is the color
Black velvet band
Danny boy
Early one morning
The foggy dew
Golden slumbers
Greensleeves
Lavender’s blue
Molly Malone
Red is the rose
The Salley gardens
Scarborough fair
She’s like the swallow
Waltzing Matilda
Woordenlijst
Anatomie van de vierslag
Dankwoord
Over dit boek
Voor een koordirigent is een goede slagtechniek onontbeerlijk. Je maakt daarmee het tempo duidelijk aan zangers en je geeft er allerlei andere muzikale aanwijzingen mee. Je laat bijvoorbeeld zien wanneer het koor moet inzetten, welk volume je wilt horen en wat de sfeer is van de muziek.
Met dit boek kun je je ontwikkelen in de slagtechniek. Voorkennis van het dirigeren is niet nodig. De eerste hoofdstukken beginnen bij de basis van de slagtechniek, zoals de elementaire bewegingen. Wel is het van belang dat je vlot muziek kunt lezen, een goede kennis hebt van maatsoorten en ritme, en dat je begrippen als opmaat, ritenuto, crescendo, diminuendo, legato, staccato, muzikale bogen en fermate doorgrondt.
VOOR ALLE SOORTEN DIRIGENTEN
Het boek is in eerste instantie bedoeld voor conservatoriumstudenten en voor muzikaal handige amateurs die een begin willen maken met dirigeren. Maar voor musici die al ruime ervaring hebben in het werken met koren kan het boek eveneens interessant zijn, omdat er ook gevorderde technieken in worden besproken.
We richten ons in dit boek op het dirigeren van koren. De muziekvoorbeelden zijn allemaal geschreven voor zang. We bespreken regelmatig welke invloed je bewegingen op zangers hebben. Dat wil echter niet zeggen dat dit boek alleen geschikt is voor koordirigenten. Een musicus die leidinggeeft aan instrumentale ensembles kan er ook veel waardevolle informatie in vinden. Voor het dirigeren van instrumentalisten gelden grotendeels dezelfde principes als voor het dirigeren van zangers.
LINKSHANDIGE DIRIGENTEN
Dirigenten die links zijn, staan voor de keuze of ze net zo slaan als rechtshandigen of dat ze de functies van de handen omdraaien. In hoofdstuk 10 gaan we daar nader op in. Dit boek is zo gemaakt dat het gemakkelijk te gebruiken is voor dirigenten die met rechts het tempo slaan en met links andere aanwijzingen geven. Als we die keuze niet zouden maken, zou het boek onleesbaar worden. Dirigenten die het tempo met links slaan, moeten de slagfiguren dus gespiegeld lezen.
NOTENVOORBEELDEN
Dit boek staat vol met muziekvoorbeelden die gebaseerd zijn op bekende Engelstalige volksliedjes. Omdat deze melodieën voor veel muzikanten al enigszins bekend zijn, zal het leren ervan niet veel moeite kosten. Achter in dit boek, in de bijlagen, staan de volksliedjes in hun geheel. Er is geprobeerd de meest gangbare versies van de melodieën te noteren. Maar omdat het veelal gaat over overgeleverde muziek, kan het zijn dat de noten er iets anders staan dan je gewend bent.
De volksliedjes zijn zo gekozen dat aan de hand daarvan de diverse onderwerpen van de slagtechniek aan bod komen. De melodieën staan in verschillende maatsoorten, ze hebben uiteenlopende tempi en er komen verschillende type inzetten in voor.
In een aantal hoofdstukken in deel ii en iii bespreken we specifieke muzikale elementen die niet in de volksliedjes voorkomen, zoals onregelmatige maatsoorten en fermates. Voor die hoofdstukken is de vrijheid genomen om de melodieën te herschrijven. In hoofdstuk 15 bijvoorbeeld staat een versie van Amazing grace in een vijfkwartsmaat. En voor hoofdstuk 8 is een versie van Come over the hills met een maatwisseling gecreëerd. De resulterende noten zijn niet altijd even logisch of fraai, maar het gaat op die momenten om de educatieve waarde ervan.
AFBEELDINGEN VAN SLAGFIGUREN
De slagfiguren en de bewegingen zijn afgebeeld met een vloeiende lijn. Hier is als voorbeeld het slagfiguur dat je gebruikt voor een driekwartsmaat:
Onder het slagfiguur staan cijfers die de tellen aanduiden. De lijn is onderaan de bewegingen dik en bovenaan dun. Daarmee wordt aangegeven dat de snelheid onderaan hoog en bovenaan laag is.
Er is veel zorg besteed aan de afbeeldingen in dit boek, waarbij geprobeerd is om de slagfiguren zo mooi mogelijk te maken, met natuurlijke verbindingen tussen de tikpunten. Het streven is geweest om objectieve afbeeldingen van de slagfiguren te maken. Iedere dirigent interpreteert die vanzelfsprekend op een eigen manier. Hopelijk zijn de schema’s een goed uitgangspunt om te komen tot een fraaie, persoonlijke slagtechniek.
Alle afbeeldingen van slagfiguren in dit boek zijn – zoals gebruikelijk – bedoeld vanuit het perspectief van de dirigent. De zangers in het koor zullen de slag gespiegeld zien.
AANDUIDINGEN IN DE MUZIEKVOORBEELDEN
In dit boek gebruiken we een notatiewijze waarbij bewegingen zijn aangegeven in de notenvoorbeelden. Hieronder staat als voorbeeld een fragment van Golden slumbers:
In de notenvoorbeelden staan boogjes. Elk boogje komt overeen met een deelbeweging van de drieslag, het schema dat je gebruikt voor een driekwartsmaat. Deze manier van noteren helpt je om te begrijpen wat er gebeurt bij het dirigeren. Aan het slagfiguur zie je wat voor beweging je maakt. In het notenvoorbeeld zie je op welk moment die beweging begint en eindigt.
OEFENEN
Aan het einde van elk hoofdstuk staan oefeningen. Daarnaast staan er in de hoofdstukken suggesties voor opdrachten die je jezelf kunt geven. Als je verder wilt komen in het dirigeren, neem het oefenen dan serieus. Slagtechniek kun je niet leren door het lezen van een boek. Het gaat om vaardigheden die je uitgebreid zult moeten trainen.
Zorg ervoor dat je geregeld werkt met een koor. Naast de kennis die je opdoet uit dit boek, is het belangrijk om in de praktijk ervaring op te doen met het dirigeren. Dan pas ervaar je welk effect je bewegingen hebben op zangers.
Bovendien is het aan te raden om les te nemen van een goede docent. Die kan je wijzen op tekortkomingen in je slag waarvan je je niet bewust bent. Een docent kan je met name helpen bij het aanleren van een natuurlijke, ademende slag.
Voordat je een muziekstuk gaat dirigeren, moet je ervoor zorgen dat je er een goede voorstelling van hebt. Zolang je de muziek niet goed in je hoofd hebt, zullen je slagbewegingen niet helder zijn en aan overtuigingskracht missen. Dat geldt ook voor de oefeningen in dit boek. Zorg dat je de noten goed in je opneemt voordat je gaat dirigeren. In veel oefeningen staat daarom expliciet aangegeven dat je begint met het zingen van de melodie.
GEEN VIDEO’s
Tijdens het schrijfproces hebben geïnteresseerden regelmatig gevraagd of er ook video’s bij het boek zouden komen. Daar is heel bewust niet voor gekozen. Het nadeel van het leren aan de hand van video’s is dat de nadruk gaat liggen op de buitenkant. Je gaat dan de beweging van het filmpje nadoen, zonder dat je een helder idee hebt waarom je die bewegingen maakt, en zonder dat die bewegingen van binnenuit gevoed worden door een idee van hoe je de muziek wilt laten klinken. Als we video’s zouden maken bij dit boek zou de verleiding groot zijn om die te bekijken en de theorie niet te bestuderen.
Deel I
Bewegingen, houding
en slagfiguren
Hoofdstuk 1
Basisbewegingen
In dit hoofdstuk kijken we naar de elementaire bewegingen van de slagtechniek. We beginnen met een eenvoudige verticale beweging, genaamd de stuiterbeweging. Daarna bespreken we iets ingewikkeldere vormen, zoals de slinger, het zogenaamde lemniscaat en de cirkel. De stuiterbeweging gebruik je met name voor het geven van inzetten. De slinger en het lemniscaat vormen de basis van de slagfiguren. De cirkelbeweging is in het bijzonder geschikt voor het aangeven van het einde van een klank.
De basisbewegingen in dit hoofdstuk zijn niet ingewikkeld. Toch is het verstandig om ze uitgebreid te oefenen. Als je deze vormen soepel kunt maken, zal het aanleren van complexere slagfiguren later gemakkelijker gaan.
De stuiterbeweging
Laten we beginnen met de meest basale beweging van de slagtechniek, een eenvoudige verticale beweging, die we de stuiterbeweging noemen. Deze beweging kan je gebruiken om momenten aan te duiden en wordt met name veel gebruikt voor het aangeven van inzetten.
In de stuiter beweegt je hand als een bal die omhoog wordt gegooid en vervolgens weer terug naar beneden valt. De bal gaat eerst snel omhoog, remt af, draait om en valt vervolgens steeds sneller omlaag. In de stuiterbeweging maak je zo’n zelfde vertraging en versnelling.
DE VERTICALE STUITERBEWEGING
Hieronder is de stuiterbeweging weergegeven. De neergaande beweging is iets rechts van de opgaande beweging getekend, zodat de afbeelding begrijpelijk blijft. Maar in werkelijkheid maak je beide bewegingen op dezelfde plek:
De lijn in de afbeelding is onderaan dik en bovenaan dun. Daarmee geven we aan dat de snelheid van de hand onderaan hoog is en bovenaan laag. Op het hoogste punt, halverwege de beweging, staat de hand heel even stil. Onderaan, aan het begin en het einde van de beweging, heeft de hand de hoogste snelheid.
Je gebruikt de stuiterbeweging – in het algemeen gezegd – voor het aanduiden van een moment waarop iets moet gebeuren. Je kunt er bijvoorbeeld het begin van een muziekstuk of het begin van een muzikale lijn mee aangeven, maar evenzogoed het einde van een klank.
Het begin- en eindpunt van de stuiterbeweging liggen op dezelfde hoogte. Op die manier kunnen zangers goed voorspellen op welk moment de hand neerkomt.
Een stuiterbeweging maak je in de meeste gevallen 20 tot 40 centimeter hoog. De onderkant ligt ongeveer ter hoogte van je buik. Probeer de beweging met je hele arm te maken, dat wil zeggen, gebruik zowel je onder- als je bovenarm. Zorg ervoor dat je hand open blijft. Houd je polsgewricht steeds min of meer in dezelfde stand, op zo’n manier dat je hand in het verlengde van je onderarm ligt. (In hoofdstuk 3 gaan we uitgebreid in op de stand van je hand en je armen bij het dirigeren.)
Het is belangrijk dat de stuiterbeweging energiek begint, zodat het startpunt ervan duidelijk gemarkeerd is. We noemen dit de opvering.