Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Slagtechniek voor koordirigenten
Slagtechniek voor koordirigenten
Slagtechniek voor koordirigenten
Ebook339 pages2 hours

Slagtechniek voor koordirigenten

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

Dirigeren is meer dan de maat slaan, maar als je niet weet hoe je de maat moet slaan, is het de vraag of je ooit aan dirigeren toekomt. Slagtechniek voor koordirigenten begint bij de basis en verwerkt de theorie in praktische oefeningen. Ook voor wie al langer voor een koor staat, is het een inspirerend en leerzaam boek. De zorgvuldig vormgegeven slagfiguren zijn glashelder en stimuleren om een persoonlijke slagtechniek te ontwikkelen. Als de drie- en vierslag, onregelmatige maatsoorten en maatwisselingen geen geheimen meer kennen, het lukt om heldere inzetten te geven, en de linkerhand weet wat de rechterhand doet, ontstaat er ruimte voor andere vragen: Wat is de truc om het koor niet harder te laten zingen als het tempo omhooggaat? Waar laat je je linkerhand als hij even niks te doen heeft? Hoe maak je contact met een grote groep zangers? En moet je eigenlijk wel altijd dirigeren?

LanguageNederlands
PublisherTijs Krammer
Release dateJun 2, 2023
ISBN9789083327778
Slagtechniek voor koordirigenten
Author

Tijs Krammer

A singer, conductor and arranger, Tijs Krammer is best known for his singing association with the internationally famed vocal group Montezuma's Revenge. Having studied singing at the Utrecht Conservatory in The Netherlands, Tijs pursued his musical education with Jos van Veldhoven at the Royal Conservatory in The Hague, studying choral conducting, supplemented by a private course of arranging with Bob Zimmerman in The Netherlands and with Phil Mattson and Michele Weir in the us.TijsFounder and conductor of the Utrecht group Leeuwenhart, Tijs won the first prize at the Dutch Choral Festival, a major two-yearly a cappella festival in The Netherlands, with this group. In 2008 Tijs is interim conductor with the prize-winning jazz choir Dekoor. Until recently he was conductor of the vocal group Vocalicious. Currently he conducts the youth vocal group The Jump and the vocal world music ensemble Pangaea. With the latter he won in 2013 the Balk Top Festival, in recent years the most important Dutch festival on vocal pop and jazz music.Tijs is professor at the Conservatories of Rotterdam and Amsterdam teaching Conductor Vocal Pop & Jazz and he is one of the professors at the conductors course The Ward Swingle Cursus. Having written arrangements for internationally renowned groups including Femmage, Intermezzo, The Gents, Frommermann and Montezuma's Revenge, he has regularly been teaching courses in arranging, most of these organized by Balk.Tijs' arrangements are partly privately published and partly published by Music Shop Europe, Molenaar, ChorusOnline, Ferrimontana, ZoecMusic and Humm A Cappella. For any questions concerning any of these arrangements or for any arrangement orders, please send an email to tijs@krammer.nl.

Read more from Tijs Krammer

Related to Slagtechniek voor koordirigenten

Reviews for Slagtechniek voor koordirigenten

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Slagtechniek voor koordirigenten - Tijs Krammer

    Bij Harmonia (www.musicshopeurope.nl) zijn van Tijs Krammer eerder de volgende boeken verschenen:

    Meerstemmig inzingen

    Een en al oor

    Van blad zingen

    Harmonisch inzingen

    Ritmische inzingers

    Bij Humm Publishing (www.hummpublishing.nl) is van hem eerder verschenen:

    Arrangeren voor koor en vocal group

    Tijs Krammer

    Slagtechniek voor koordirigenten

    isbn 9789083327778

    nur 660

    © Copyright 2019

    Uitgave: Humm Publishing

    Foto op kaft: Allard Willemse

    Vormgeving en afbeeldingen: Tijs Krammer

    Inhoudsopgave

    Over dit boek

    DEEL I   BEWEGINGEN, HOUDING EN SLAGFIGUREN

    1   Basisbewegingen

    De stuiterbeweging

    De verticale stuiterbeweging

    De stuiterbeweging tussen twee punten

    De slinger

    Het lemniscaat

    Oneven en even tellen

    De cirkel

    De dirigeerlijn en tikpunten

    Oefeningen

    2   Inzetten aangeven, afslaan en tempo aangeven

    Een inzet aangeven

    Een klank afslaan

    Starten en stoppen met slinger of lemniscaat

    Voorspelbare bewegingen

    Een tempo aangeven

    Een tempo aanduiden met het lemniscaat

    Een vertraging aangeven

    Achterlopen op de slag

    Oefeningen

    3   Houding

    Basishouding voor de hand

    Een luide klank vragen

    Een zachte klank vragen

    Beweeglijkheid van de hand

    De stand van je armen

    Openheid

    De stand van je mond

    Ontspanning en kracht

    Oefeningen

    4   Slagfiguren

    De vierslag

    Het slagfiguur

    Vloeiend

    Met hoeken

    Puntig

    De drieslag

    Het slagfiguur

    Legato

    Puntig

    De tweeslag

    Het slagfiguur

    Met hoeken

    Verwantschap met het lemniscaat

    De eenslag

    De zesslag

    Andere slagfiguren

    Oefeningen

    5   De ankerslag

    Slagfiguren volgens het anker

    Verwantschap met de conventionele slag

    Voor- en nadelen van de ankerslag

    Oefeningen

    6   De grootte van de slagbewegingen

    De hoogte van de dirigeerlijn

    De ruimte voor je slagbewegingen

    Volume en grootte van je bewegingen

    Tempo en grootte van je bewegingen

    Vereenvoudigde bewegingen bij hoge tempi

    Oefeningen

    7   Veelgemaakte fouten in slagfiguren

    Te verticaal bewegen

    De eerste tel te laag slaan

    De laatste tel te hoog dirigeren

    Te weinig ruimte aan de rechterkant geven

    Vreemde laatste tel

    Hoeken tussen de tellen

    Oefeningen

    8   Maatwisselingen

    Overgaan naar een ander slagfiguur

    Maatwisselingen waarbij het tempo verandert

    Voorbereiding van het nieuwe tempo

    Oefeningen

    9   Kiezen voor een alternatief slagfiguur

    Tellen samennemen in een slag

    Drie tellen samennemen

    Een kleinere puls dirigeren

    Maten combineren

    Oefeningen

    DEEL II   Dirigeren met twee handen

    10   De linkerhand

    De functies van de linkerhand

    Linkshandige dirigenten

    Onafhankelijkheid van de handen

    Aangeven van lijnen

    Muzikale bogen

    Verbinden van noten

    Articulaties

    Overige functies voor de linkerhand

    De basispositie voor de linkerhand

    Oefeningen

    11   Het volume aangeven

    Dynamiek aangeven

    Positieve gebaren

    Openheid bij een zachte klank

    Oefeningen

    12   Inzetten aangeven

    Een inzet met links aangeven

    Inzetten midden in een muzikale zin

    Inzetten op de eerste tel

    Opmaten van een tel

    Inzetten op andere tellen van de maat

    Het volume van inzetten

    Inzetten tussen de tellen

    Een inzet in de tel nader bekeken

    Meer inzetten in de tel

    Andere momenten binnen de tel

    Richtingen slaan met links

    Oefeningen

    13   Afslaan

    Het einde van een klank aangeven

    Bewegingen voor het afslaan

    Diminuendo bij een afsluiting

    Afsluitende medeklinkers

    Afslaan en direct een volgende inzet geven

    Afslaan in de tel

    Afslaan en inzetten in één beweging

    Oefeningen

    14   Oogcontact en focus

    Kijken

    Kijken bij instructies

    Kijken naar een grote groep

    Kijken naar stemgroepen

    Aandacht geven door je lichaam te draaien

    Inzetten aangeven met twee handen

    Inzetten aangeven met rechts

    Oefeningen

    Deel III   Gevorderde technieken

    15   Onregelmatige maatsoorten

    Vijf tellen in de maat

    Drie plus twee

    Twee plus drie

    Zeven tellen in de maat

    Tellen samennemen in onregelmatige maatsoorten

    Zevenachtstemaat

    Vijfachtstemaat

    Oefeningen

    16   Passief dirigeren

    Een tempo aangeven met passief dirigeren

    Inzetten op de eerste tel

    In een vierkwartsmaat

    In een driekwartsmaat

    Inzetten op een opmaat

    In een vierkwartsmaat

    In een driekwartsmaat

    Inzetten op andere tellen

    Passief dirigeren bij een snel tempo

    Passief dirigeren en stroom

    Oefeningen

    17   De slag onderverdelen

    Een moment tussen de tellen aanduiden

    Momenten tussen de tellen in het slagfiguur

    Onderverdelen bij een vertraging

    Onderverdelen om haasten tegen te gaan

    Een onderverdeelde drie- en tweeslag

    Onderverdelen in snelle onregelmatige maatsoorten

    Onderverdeling van een driedeling

    Onderverdelingen aangeven op de dirigeerlijn

    Oefeningen

    18   Fermates

    Een fermate

    Verschillende soorten fermates

    Een eenvoudige fermate

    Fermate met een korte adempauze

    Fermate zonder adempauze

    In de tel

    Richtingen bij fermates

    Oefeningen

    19   Gevarieerd en effectief dirigeren

    Luisteren naar het koor

    Varieer je gebaren

    Bewegingen verkleinen voor een luide klank

    Niet altijd de maat slaan

    Wel of niet inzetten aangeven

    Bijlagen

    Volksliedjes

    Amazing grace

    Aura Lee

    Barbara Allen

    Black is the color

    Black velvet band

    Danny boy

    Early one morning

    The foggy dew

    Golden slumbers

    Greensleeves

    Lavender’s blue

    Molly Malone

    Red is the rose

    The Salley gardens

    Scarborough fair

    She’s like the swallow

    Waltzing Matilda

    Woordenlijst

    Anatomie van de vierslag

    Dankwoord

    Over dit boek

    Voor een koordirigent is een goede slagtechniek onontbeerlijk. Je maakt daarmee het tempo duidelijk aan zangers en je geeft er allerlei andere muzikale aanwijzingen mee. Je laat bijvoorbeeld zien wanneer het koor moet inzetten, welk volume je wilt horen en wat de sfeer is van de muziek.

    Met dit boek kun je je ontwikkelen in de slagtechniek. Voorkennis van het dirigeren is niet nodig. De eerste hoofdstukken beginnen bij de basis van de slagtechniek, zoals de elementaire bewegingen. Wel is het van belang dat je vlot muziek kunt lezen, een goede kennis hebt van maatsoorten en ritme, en dat je begrippen als opmaat, ritenuto, crescendo, diminuendo, legato, staccato, muzikale bogen en fermate doorgrondt.

    VOOR ALLE SOORTEN DIRIGENTEN

    Het boek is in eerste instantie bedoeld voor conservatoriumstudenten en voor muzikaal handige amateurs die een begin willen maken met dirigeren. Maar voor musici die al ruime ervaring hebben in het werken met koren kan het boek eveneens interessant zijn, omdat er ook gevorderde technieken in worden besproken.

    We richten ons in dit boek op het dirigeren van koren. De muziekvoorbeelden zijn allemaal geschreven voor zang. We bespreken regelmatig welke invloed je bewegingen op zangers hebben. Dat wil echter niet zeggen dat dit boek alleen geschikt is voor koordirigenten. Een musicus die leidinggeeft aan instrumentale ensembles kan er ook veel waardevolle informatie in vinden. Voor het dirigeren van instrumentalisten gelden grotendeels dezelfde principes als voor het dirigeren van zangers.

    LINKSHANDIGE DIRIGENTEN

    Dirigenten die links zijn, staan voor de keuze of ze net zo slaan als rechtshandigen of dat ze de functies van de handen omdraaien. In hoofdstuk 10 gaan we daar nader op in. Dit boek is zo gemaakt dat het gemakkelijk te gebruiken is voor dirigenten die met rechts het tempo slaan en met links andere aanwijzingen geven. Als we die keuze niet zouden maken, zou het boek onleesbaar worden. Dirigenten die het tempo met links slaan, moeten de slagfiguren dus gespiegeld lezen.

    NOTENVOORBEELDEN

    Dit boek staat vol met muziekvoorbeelden die gebaseerd zijn op bekende Engelstalige volksliedjes. Omdat deze melodieën voor veel muzikanten al enigszins bekend zijn, zal het leren ervan niet veel moeite kosten. Achter in dit boek, in de bijlagen, staan de volksliedjes in hun geheel. Er is geprobeerd de meest gangbare versies van de melodieën te noteren. Maar omdat het veelal gaat over overgeleverde muziek, kan het zijn dat de noten er iets anders staan dan je gewend bent.

    De volksliedjes zijn zo gekozen dat aan de hand daarvan de diverse onderwerpen van de slagtechniek aan bod komen. De melodieën staan in verschillende maatsoorten, ze hebben uiteenlopende tempi en er komen verschillende type inzetten in voor.

    In een aantal hoofdstukken in deel ii en iii bespreken we specifieke muzikale elementen die niet in de volksliedjes voorkomen, zoals onregelmatige maatsoorten en fermates. Voor die hoofdstukken is de vrijheid genomen om de melodieën te herschrijven. In hoofdstuk 15 bijvoorbeeld staat een versie van Amazing grace in een vijfkwartsmaat. En voor hoofdstuk 8 is een versie van Come over the hills met een maatwisseling gecreëerd. De resulterende noten zijn niet altijd even logisch of fraai, maar het gaat op die momenten om de educatieve waarde ervan.

    AFBEELDINGEN VAN SLAGFIGUREN

    De slagfiguren en de bewegingen zijn afgebeeld met een vloeiende lijn. Hier is als voorbeeld het slagfiguur dat je gebruikt voor een driekwartsmaat:

    Onder het slagfiguur staan cijfers die de tellen aanduiden. De lijn is onderaan de bewegingen dik en bovenaan dun. Daarmee wordt aangegeven dat de snelheid onderaan hoog en bovenaan laag is.

    Er is veel zorg besteed aan de afbeeldingen in dit boek, waarbij geprobeerd is om de slagfiguren zo mooi mogelijk te maken, met natuurlijke verbindingen tussen de tikpunten. Het streven is geweest om objectieve afbeeldingen van de slagfiguren te maken. Iedere dirigent interpreteert die vanzelfsprekend op een eigen manier. Hopelijk zijn de schema’s een goed uitgangspunt om te komen tot een fraaie, persoonlijke slagtechniek.

    Alle afbeeldingen van slagfiguren in dit boek zijn – zoals gebruikelijk – bedoeld vanuit het perspectief van de dirigent. De zangers in het koor zullen de slag gespiegeld zien.

    AANDUIDINGEN IN DE MUZIEKVOORBEELDEN

    In dit boek gebruiken we een notatiewijze waarbij bewegingen zijn aangegeven in de notenvoorbeelden. Hieronder staat als voorbeeld een fragment van Golden slumbers:

    In de notenvoorbeelden staan boogjes. Elk boogje komt overeen met een deelbeweging van de drieslag, het schema dat je gebruikt voor een driekwartsmaat. Deze manier van noteren helpt je om te begrijpen wat er gebeurt bij het dirigeren. Aan het slagfiguur zie je wat voor beweging je maakt. In het notenvoorbeeld zie je op welk moment die beweging begint en eindigt.

    OEFENEN

    Aan het einde van elk hoofdstuk staan oefeningen. Daarnaast staan er in de hoofdstukken suggesties voor opdrachten die je jezelf kunt geven. Als je verder wilt komen in het dirigeren, neem het oefenen dan serieus. Slagtechniek kun je niet leren door het lezen van een boek. Het gaat om vaardigheden die je uitgebreid zult moeten trainen.

    Zorg ervoor dat je geregeld werkt met een koor. Naast de kennis die je opdoet uit dit boek, is het belangrijk om in de praktijk ervaring op te doen met het dirigeren. Dan pas ervaar je welk effect je bewegingen hebben op zangers.

    Bovendien is het aan te raden om les te nemen van een goede docent. Die kan je wijzen op tekortkomingen in je slag waarvan je je niet bewust bent. Een docent kan je met name helpen bij het aanleren van een natuurlijke, ademende slag.

    Voordat je een muziekstuk gaat dirigeren, moet je ervoor zorgen dat je er een goede voorstelling van hebt. Zolang je de muziek niet goed in je hoofd hebt, zullen je slagbewegingen niet helder zijn en aan overtuigingskracht missen. Dat geldt ook voor de oefeningen in dit boek. Zorg dat je de noten goed in je opneemt voordat je gaat dirigeren. In veel oefeningen staat daarom expliciet aangegeven dat je begint met het zingen van de melodie.

    GEEN VIDEO’s

    Tijdens het schrijfproces hebben geïnteresseerden regelmatig gevraagd of er ook video’s bij het boek zouden komen. Daar is heel bewust niet voor gekozen. Het nadeel van het leren aan de hand van video’s is dat de nadruk gaat liggen op de buitenkant. Je gaat dan de beweging van het filmpje nadoen, zonder dat je een helder idee hebt waarom je die bewegingen maakt, en zonder dat die bewegingen van binnenuit gevoed worden door een idee van hoe je de muziek wilt laten klinken. Als we video’s zouden maken bij dit boek zou de verleiding groot zijn om die te bekijken en de theorie niet te bestuderen.

    Deel I

    Bewegingen, houding

    en slagfiguren

    Hoofdstuk 1

    Basisbewegingen

    In dit hoofdstuk kijken we naar de elementaire bewegingen van de slagtechniek. We beginnen met een eenvoudige verticale beweging, genaamd de stuiterbeweging. Daarna bespreken we iets ingewikkeldere vormen, zoals de slinger, het zogenaamde lemniscaat en de cirkel. De stuiterbeweging gebruik je met name voor het geven van inzetten. De slinger en het lemniscaat vormen de basis van de slagfiguren. De cirkelbeweging is in het bijzonder geschikt voor het aangeven van het einde van een klank.

    De basisbewegingen in dit hoofdstuk zijn niet ingewikkeld. Toch is het verstandig om ze uitgebreid te oefenen. Als je deze vormen soepel kunt maken, zal het aanleren van complexere slagfiguren later gemakkelijker gaan.

    De stuiterbeweging

    Laten we beginnen met de meest basale beweging van de slagtechniek, een eenvoudige verticale beweging, die we de stuiterbeweging noemen. Deze beweging kan je gebruiken om momenten aan te duiden en wordt met name veel gebruikt voor het aangeven van inzetten.

    In de stuiter beweegt je hand als een bal die omhoog wordt gegooid en vervolgens weer terug naar beneden valt. De bal gaat eerst snel omhoog, remt af, draait om en valt vervolgens steeds sneller omlaag. In de stuiterbeweging maak je zo’n zelfde vertraging en versnelling.

    DE VERTICALE STUITERBEWEGING

    Hieronder is de stuiterbeweging weergegeven. De neergaande beweging is iets rechts van de opgaande beweging getekend, zodat de afbeelding begrijpelijk blijft. Maar in werkelijkheid maak je beide bewegingen op dezelfde plek:

    De lijn in de afbeelding is onderaan dik en bovenaan dun. Daarmee geven we aan dat de snelheid van de hand onderaan hoog is en bovenaan laag. Op het hoogste punt, halverwege de beweging, staat de hand heel even stil. Onderaan, aan het begin en het einde van de beweging, heeft de hand de hoogste snelheid.

    Je gebruikt de stuiterbeweging – in het algemeen gezegd – voor het aanduiden van een moment waarop iets moet gebeuren. Je kunt er bijvoorbeeld het begin van een muziekstuk of het begin van een muzikale lijn mee aangeven, maar evenzogoed het einde van een klank.

    Het begin- en eindpunt van de stuiterbeweging liggen op dezelfde hoogte. Op die manier kunnen zangers goed voorspellen op welk moment de hand neerkomt.

    Een stuiterbeweging maak je in de meeste gevallen 20 tot 40 centimeter hoog. De onderkant ligt ongeveer ter hoogte van je buik. Probeer de beweging met je hele arm te maken, dat wil zeggen, gebruik zowel je onder- als je bovenarm. Zorg ervoor dat je hand open blijft. Houd je polsgewricht steeds min of meer in dezelfde stand, op zo’n manier dat je hand in het verlengde van je onderarm ligt. (In hoofdstuk 3 gaan we uitgebreid in op de stand van je hand en je armen bij het dirigeren.)

    Het is belangrijk dat de stuiterbeweging energiek begint, zodat het startpunt ervan duidelijk gemarkeerd is. We noemen dit de opvering.

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1