Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Onze Gedachten Bepalen Ons Leven: Leven En Onderricht Van
Onze Gedachten Bepalen Ons Leven: Leven En Onderricht Van
Onze Gedachten Bepalen Ons Leven: Leven En Onderricht Van
Ebook244 pages3 hours

Onze Gedachten Bepalen Ons Leven: Leven En Onderricht Van

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

“Wij moeten alles geduldig verdragen en alles vergeven. Als we goede gedachten en verlangens hebben, zullen deze gedachten ons zelfs in dit leven vrede en vreugde geven, en nog meer in de eeuwigheid. We zullen dan zien dat er geen dood is, dat de Heer de dood heeft overwonnen, en dat Hij ons het eeuwige leven heeft geschonken!” Vader Thaddeus

Vader Thaddeus van Vitovnica was een van de bekendste geestelijk vaders van Serviл in de 20e eeuw.

Als novice was hij onder gehoorzaamheid van vader Ambrosius van het Miljkovo-klooster, die zelf weer een leerling was van de Optina-vaders. Van hem leerde vader Thaddeьs het gebed van het hart en de onbaatzuchtige liefde, die zo kenmerkend was voor zijn hele dienstwerk voor de lijdende Servische mensen. Geboren in 1914 maakte vader Thaddeьs al het lijden mee dat Serviл trof in de 20e eeuw. Tijdens de twee wereldoorlogen, gedurende de communistische overheersing en de bombardementen van de NAVO in 1999, leed hij samen met zijn volk.

Hij onderwees, gaf raad en bad voor een ieder die bij hem kwam met pijn en verdriet. Zijn woorden van liefde en hoop waren een geestelijk geneesmiddel voor mensen uit alle lagen van de samenleving. In 2002 overleed vader Thaddeus, een schat aan raadgevingen achterlatend, verzameld door zijn trouwe geestelijke kinderen. Zijn leven, leer en geestelijke gesprekken worden hier voor het eerst in het Nederlands gepresenteerd.

LanguageNederlands
Release dateJan 1, 2022
ISBN9789492224064
Onze Gedachten Bepalen Ons Leven: Leven En Onderricht Van

Related to Onze Gedachten Bepalen Ons Leven

Related ebooks

Related articles

Related categories

Reviews for Onze Gedachten Bepalen Ons Leven

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Onze Gedachten Bepalen Ons Leven - Vader Thaddeus Van Vitovnica

    ONZE GEDACHTEN BEPALEN ONS LEVEN

    ONZE GEDACHTEN BEPALEN ONS LEVEN

    LEVEN EN ONDERRICHT VAN

    Vader Thaddeüs van Vitovnica

    Uitgeverij Orthodox Logos

    Contents

    Vader Thaddeüs van Vitovnica

    Deel I

    Deel II

    Hoofdstuk 1

    Hoofdstuk 3

    Hoofdstuk 4

    Hoofdstuk 5

    Hoofdstuk 6

    Hoofdstuk 7

    Hoofdstuk 8

    Hoofdstuk 9

    Hoofdstuk 10

    Hoofdstuk 11

    Hoofdstuk 12

    Hoofdstuk 13

    Hoofdstuk 14

    Hoofdstuk 16

    Notes

    ONZE GEDACHTEN BEPALEN ONS LEVEN

    LEVEN EN ONDERRICHT VAN

    Vader Thaddeüs van Vitovnica


    Vertaling: Klooster Moeder Gods Portaïtissa,

    © 2014, Trazegnies, België


    Oorspronkelijke titel:

    Our Thoughts Determine Our Lives,

    St. Herman of Alaska Brotherhood,

    Platina, CA 96076, USA, 2009 ©


    Lay-out ontwerp, boekomslag: Max Mendor

    © 2016, Uitgeverij Orthodox Logos, Nederland

    ISBN: 978-94-92224-06-4


    Niets uit deze uitgave mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt door middel van druk, fotokopie, microfilm of op welke andere wijze ook zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

    Vader Thaddeüs van Vitovnica

    Vader Thaddeüs van Vitovnica

    Deel I

    HET LEVEN VAN VADER THADDEÜS

    Kinderjaren en jeugd

    Vader Thaddeüs (Štrbulović) werd geboren op 6/19 oktober 1914, op het feest van de heilige apostel Thomas. Ter ere van deze apostel kreeg hij de doopnaam Tomislav. Hij werd - twee maanden te vroeg - geboren op een dorpskermis, als kind van een boerenfamilie uit het dorp Vitovnica bij de stad Petrovac aan de rivier de Mlava. Onmiddellijk na de geboorte werd hij gedoopt, want zijn ouders vreesden dat het te vroeg geboren kind niet zou blijven leven, omdat het weinig tekenen van leven toonde. Pas na de doop opende hij zijn ogen. Als kind was hij zwak en ziekelijk. Toen hij later monnik werd, spotte hij soms nederig met zichzelf, en zei: Er kon toch niets goeds uit mij voortkomen, omdat ik op een dorpskermis werd geboren!

    Tomislav kende weinig vreugde in zijn kinderjaren, opgroeiend in een arm gezin tijdens de Eerste Wereldoorlog en de jaren daarna. Zijn moeder stierf toen hij nog jong was. In plaats van de rustige en tedere woorden van zijn moeder, was in het huis de scherpe stem eerst van de ene, en later van een andere stiefmoeder te horen. Om te ontsnappen aan de hardheid van het alledaagse leven - waar de zwakke jongen met zijn teergevoelige ziel veel droefheid zag - ging Tomislav in een eigen wereld van gedachten en overpeinzingen leven. Zoals hij later vertelde, vluchtte hij meer dan eens weg van huis met slechts een korst brood op zak. Hij leek niet op de andere kinderen noch qua bouw, gezondheid of karakter. Dit was zijn kruis: hij was anders, zelfs wat eten betrof. Zover hij zich kon herinneren, kon hij niets eten dat klaargemaakt was met spek, ook at hij geen eieren en dronk hij geen melk. Hij kon zich er zelfs niet toe brengen vlees te proeven. Hij werd hiervoor dikwijls vermaand en gedwongen te eten, maar zijn lichaam verdroeg niets van dierlijke oorsprong. Tot zijn zestiende jaar at hij vooral brood, ui en komkommer. Hij werd in deze wereld geboren als in een vreemd land, om vanaf zijn vroegste jeugd te vasten en in zuiverheid te leven. Hij groeide op als een kind-asceet en verliet dit leven voor het Koninkrijk der hemelen als een vader-asceet.

    Tomislav werd dikwijls gestraft en bespot, en beschouwd als niet in staat te werken en in het leven van geen nut. Hij kon in deze wereld nergens troost vinden. Jij bent nergens goed voor. Kijk naar Mladen (een buurjongen van dezelfde leeftijd). Dat is pas een knul, hij helpt zijn vader en doet alles! Jij zit daar maar en eet je brood zonder ervoor te werken! Deze woorden kwetsten de kleine Tomislav zozeer dat hij naar de velden vluchtte om onder een boom te zitten. Daar, in het bedauwde gras, helemaal alleen in de wereld, bad hij om troost, en smeekte de Heer hem ook nuttig te laten zijn. Hij was voortdurend bang dat de ouderen niet tevreden over hem zouden zijn. Deze vrees zou hem ook kwellen tijdens de eerste jaren van zijn kloosterleven.

    De ziel van de kleine jongen was ongetwijfeld ook bedroefd omdat zijn vader, een rustige en vriendelijke man, hem niet kon beschermen en behandelen zoals hij, een kind dat hongerde naar zijn vaders liefde, had gehoopt. Ik was teleurgesteld omdat mijn vader na de dood van mijn moeder hertrouwde en twee kinderen had met zijn nieuwe vrouw. Ik was nog meer teleurgesteld toen hij voor de derde keer trouwde, aangezien ook zijn tweede vrouw stierf. Arme ziel, de enige reden waarom hij hertrouwde was om een vrouw in huis te hebben die voor zijn kinderen kon zorgen. Vanwege deze strijd die ik in gedachten tegen mijn vader voerde, was ik heel lang niet in staat geestelijk te groeien.

    God begon heel vroeg aan Tomislav het mysterie van de gedachten en het geestelijk leven te openbaren: de concentratie van de gedachten en de strijd tegen het afdwalen van de geest. Zelfs als kind dacht ik al veel over alles na. Als jongen lette ik speciaal op mijn gedachten. Nu ik oud ben, kan ik zien dat ik die graad van begrip van de gedachten nog moet bereiken die ik als kind had, want de Heer verlicht kinderen. Ik was heel jong en ging nog niet naar school, toen ik merkte dat mijn gedachten afdwaalden als ik met andere kinderen speelde. ‘Dit is niet goed’, zei ik tegen mezelf, ‘ik moet met mijn gedachten hier zijn, mij alleen concentreren op wat ik nu doe.’ Maar het had geen nut, mijn gedachten bleven afdwalen.

    Tijdens die jaren kwam er in het hart van de jongen een hemels gevoel op van niet tot deze wereld te behoren, evenals een mystiek verlangen om zich te bevrijden van een wereld van droefheid, om zich volledig aan God toe te wijden en slechts troost te zoeken bij de Heer van rust, de enige Trooster van allen die lijden. De levende God sprak zachtjes tot de ziel die nergens een plaats had om zijn hoofd neer te leggen (vgl. Mt. 8:20). Toen ik begreep dat noch ouders, noch familie, noch vrienden, noch wie dan ook in de wereld mij iets anders te bieden hadden dan pijn, beledigingen en wonden, besloot ik op te houden te leven voor de wereld en de weinige dagen die mij in dit leven restten toe te wijden aan de Heer. Ik begreep dat ik niemand anders ter wereld had dan God. Tegelijkertijd gaf God aan de geest van de jongen de kennis dat ons aardse leven uit niets anders bestaat dan anderen te dienen en dat er in feite geen ander leven is dan dat van dienen en geduldig droefheid en pijn te verdragen. Ik realiseerde mij al heel jong dat het leven over dienen gaat. Ouders dienen hun kinderen en kinderen dienen hun ouders. Toen kwam er een gedachte bij mij op: aangezien iedereen hier is om iemand anders te dienen, wil ik God dienen, omdat Hij boven iedereen is. Dat is de manier waarop God iemand vanaf zijn vroegste jeugd roept.

    Ook al waren zijn kinderjaren en zijn vroegste jeugd, door de goddelijke voorzienigheid, geschilderd in de kleuren van de late herfst in plaats van in lentekleuren, toch sprak vader Thaddeüs altijd met grenzeloze liefde over zijn moeder van wie hij, zoals hij vertelde, een gevoelige ziel had geërfd, en over zijn vader die een rustige en zachtmoedige man was, ongelooflijk vriendelijk. Tot aan zijn laatste dagen zei vader Thaddeüs dat hij veel leed, omdat hij zijn vader in gedachten had beledigd, en dat hij hierover nooit genoeg berouw zou kunnen hebben. Hij onderrichtte zijn geestelijke kinderen altijd hoe belangrijk het is gehoorzaam te zijn, fysiek en in gedachten, aan je biologische ouders, want zij zijn het die, na de Heer, ons grootste goed hier op aarde zijn. Hij leerde hen altijd dat terug te keren in de armen van onze hemelse Vader het doel van het christelijk leven was, de terugkeer van de Verloren Zoon uit het verre land naar het land van de levenden. Mijn leven lang werd ik gekweld door gedachten over het doel van ons leven; ik vroeg mij dikwijls af waar wij naartoe gingen. Was het leven alleen maar een strijd om materiële rijkdom, eten en drinken; was dat de betekenis van het leven? Goddank vertelt de heilige Serafim van Sarov ons in het verhaal over zijn leven, dat het doel van het leven is terug te keren in de schoot van de hemelse Vader, opdat wij, mensen van deze aarde, kunnen worden als engelen, die geleid worden door de Heilige Geest.

    Nadat hij de lagere school met uitstekende cijfers had doorlopen, stuurden zijn ouders hem naar Petrovac, om daar het vak van kleermaker te leren, daar hij wegens zijn slechte gezondheid en lichamelijke zwakheid ongeschikt was om op het land te werken. Hij eindigde zijn vak- en handelstudies in Petrovac, maar hij had geen succes in dit nieuwe werk, en had veel te lijden van wrede en ongevoelige mensen.

    De monastieke roeping

    In 1932 werd de achttienjarige Tomislav helemaal in beslag genomen door gedachten over de zin van het leven. In het diepste van zijn hart groeide het verlangen monnik te worden. Hij schreef een brief naar het Gornjak-klooster en smeekte om als novice te worden aangenomen. Het was Gods voorzienigheid dat hij zes maanden op een antwoord moest wachten. Wat in de tussentijd gebeurde, had grote invloed op zijn toekomst. Terwijl hij wachtte op een antwoord van het klooster kreeg Tomislav een ernstige longziekte en moest voor de behandeling naar Belgrado. Hij verbleef zevenenveertig dagen in het ziekenhuis. Vanwege zijn zwakke gestel trad er geen verbetering op in zijn toestand.

    "De artsen vergaderden om te besluiten welke behandeling ze moesten geven. Na enige tijd gediscussieerd te hebben, schreven zij een heel complexe en pijnlijke therapie voor: pneumothorax, een ingewikkelde en martelende procedure die eruit bestond zuurstof samen met medicijnen in de longen te spuiten. Ik had van andere patiënten gehoord dat deze therapie heel pijnlijk en uitputtend was en dat zelfs fysiek sterkere patiënten zich er doorheen moesten vechten en ik zei dus tegen mijn arts: ‘Als u een andere behandeling voor mij hebt, goed. Zo niet, dan wil ik deze behandeling niet.’ De dokters werden heel boos: ‘Wie ben je om dokters te leren hoe ze mensen moeten genezen!’ zeiden ze, ‘morgen kom je op de tuberculose-afdeling om met de therapie te beginnen!’

    Wel, dacht ik, het is hoogst onwaarschijnlijk dat jullie mij daar morgen zullen zien. Ik vroeg ze hoe lang ik zou leven zonder deze therapie. Een vrouwelijke arts zei: ‘Als je ermee instemt deze therapie te volgen, zou je van je ziekte kunnen genezen, maar anders zul je zeker niet meer dan vijf jaar leven.’ En ik dacht, zij zijn dus zelfs niet zeker van het resultaat van de therapie! Ik aanvaardde mijn toestand en besloot de laatste vijf jaar van mijn leven God te dienen. Maar er ontstond een nieuw probleem: mijn ouders waren het niet eens met mijn besluit.

    Maar mijn eerdere besluit stond mij niet toe te berusten in de weigering van mijn ouders, en ik ging dus naar het Gornjak-klooster tegen de wil van mijn ouders. Ik kwam daar aan in de late avond, net toen de hegoemen (vader Serafim) na de Vespers de kerk verliet. Hij ontving mij vriendelijk. Ik vertelde hem over mijn besluit mijn leven te wijden aan de dienst van God en legde hem uit wat ik verstond onder het monastieke leven. Een Russische monnik zat erbij. Ik herinner me niet precies wat ik tegen de hegoemen zei. De volgende dag, voor de Liturgie, zag ik de Russische monnik een blad met prosforen, wijn en water naar de kerk brengen. Hij ging de kerk binnen en ik volgde hem. Hij bracht de prosforen, wijn en water in het altaar en ik vereerde de ikonen. Toen hij uit het altaar kwam, zei hij tegen mij: ‘Ik hoorde wat je gisteren tegen de hegoemen zei. Ik hoorde je gedachten over het kloosterleven. Je zult nergens in Servië het soort kloosterleven vinden wat je zoekt, behalve bij de Russische monniken in het Miljkovo-klooster. De broederschap van dat klooster bestaat uit monniken die verbannen zijn uit het Valaam-klooster in Finland. Daar moet je naar toe gaan,’ zei hij tegen mij. ‘Alleen daar zul je vinden wat je ziel verlangt.’ Ik was onzeker of ze mij zouden aanvaarden en zei dat ook. ‘Ze zullen je aanvaarden’, zei hij." Dit speelde zich af op 24 juli/6 augustus 1932.

    Het Miljkovo-klooster: In het paradijs van de eerste genade

    Het Miljkovo-klooster werd in die tijd bewoond door Russische monniken, waarvan velen naar Servië waren gekomen vanuit het beroemde klooster van Valaam, omdat zij vervolgd werden door hun eigen mensen. In 1918 werden de Valaam-eilanden, de ‘Athos van het Noorden’ in Rusland, geannexeerd door Finland. Het Valaam-klooster kwam zo onder de jurisdictie van de Fins-orthodoxe Kerk, die in 1921 overging tot de nieuwe, Gregoriaanse kalender. Na een grote strijd dwongen de Finse kerkelijke autoriteiten het Valaam-klooster de nieuwe kalender te aanvaarden. Het merendeel van de monniken dat trouw was gebleven aan de Juliaanse kalender van de Russisch-orthodoxe Kerk werd tussen 1925 en 1927 uit het klooster verbannen. Door de goddelijke voorzienigheid kwamen velen van hen naar Servië, waar ze aanvaard werden door de Kerk en een plaats kregen in Servische kloosters. Een aantal van deze monniken ging naar het Miljkovo-klooster.

    Hun geestelijk vader was schema-archimandriet Ambrosius (Koerganov, † 1933), een geestelijk kind van de startsen van Optina. Deze monniken brachten het hesychasme van het cenobitische kloosterleven mee dat Valaam deelde met Optina. Het Miljkovo-klooster volgde het strenge typikon ¹ van Valaam en de diensten waren dus typisch ‘Russisch’ en duurden vele uren. De monniken volgden een strenge vastenregel en de celgebeden waren lang en vermoeiend. De heilige Liturgie werd iedere dag gevierd. Gedurende zijn hele leven als hiëromonnik ²²trachtte vader Thaddeüs de gebedsregel van Valaam te volgen en de Liturgie iedere dag te vieren, zelfs toen hij ernstig ziek was. Hij herhaalde dikwijls de woorden van de heilige Johannes van Kronstadt: Als ik de heilige Liturgie niet vier, voel ik mij alsof ik aan het sterven ben.

    Vele jaren later zou vader Thaddeüs zijn aankomst in het klooster verhalen: "Bij de poort van het Miljkovo-klooster zag ik een jonge novice en ik vroeg hem of de hegoemen er was. Hij was er. De jonge novice was bereid mij naar hem toe te brengen. De hegoemen had zijn gewaad opgetrokken en was bezig met zijn blote voeten modder te vermengen met fijngehakt stro. Hij keek mij aan en zei: ‘U wilt dus monnik worden?’ Ik zei dat ik dat wilde. ‘Goed’, zei hij, ‘ik ben een sauna voor de broeders aan het bouwen.’

    Hij liet de novice mij naar de refter brengen en mij iets te eten geven. ‘Geef hem ook een cel zodat hij kan rusten. Er is een Vigilie vanavond. Deze jonge man is niet gewend aan onze lange Vigilies.’ De Vigilie was inderdaad heel lang. De dienst begon om zes uur en eindigde om elf uur. Ze vierden iedere dag de heilige Liturgie en de volledige cyclus van gebeden. Nadat er een week voorbij was gegaan, liet de hegoemen mij roepen en vroeg: ‘Bevalt het je hier? Zou je willen blijven?’ Ik antwoordde dat ik heel graag zou willen blijven. ‘Goed’, zei de hegoemen, ‘ik heb al met vader Paul gesproken.’ Vader Paul kwam uit Bosnië, hij was een oude monnik, van ongeveer zeventig jaar. Hij had vele jaren in Amerika gewoond, en toen hij terugkeerde naar Servië werd hij monnik in het Gornjak-klooster. ‘Vader Paul zorgt voor de wijngaarden. Dicht bij de wijngaard is een huisje. Daar slaapt hij. Jij zult nu voor de wijngaard zorgen en vader Paul zal naar het klooster komen om de broeders te helpen. Hij is een ervaren monnik.’ En zo bleef ik in het Miljkovo-klooster."

    Er waren ongeveer dertig monniken in het klooster. Schema-archimandriet Ambrosius was de levende zon van het Miljkovo-klooster en een asceet die een heilig leven leidde. Als novice had hij onder geestelijke leiding gestaan van vader Theodosius, de overste van de Optina-skite ³. Vader Ambrosius had de gave van het onophoudelijk gebed en hij leefde met de voortdurende gedachte aan de dood. De vreugde en de vrede van het Koninkrijk van God straalde van hem af. Vader Thaddeüs, die tot het einde van zijn leven een brandende liefde had voor zijn geestelijke leraar, zei over hem: Vader Ambrosius straalde een ongelooflijke en zuivere liefde uit. Hij had de beste gave van de Optina-vaders gekregen: liefde. Hij werd nooit boos op een van de monniken of novicen en zei nooit een hard woord. Hij verdroeg alles met geduld en vergaf iedereen. Hij legde al zijn zorgen en lasten aan de voeten van de Heer en vertrouwde Hem al zijn droefheid toe. Hij trachtte dit alles door te geven aan de broeders van zijn klooster, en velen van hen leerden deze allesomvattende en hartstochtloze liefde in het dagelijkse leven te koesteren en toe te passen.

    Het is met deze geest van goddelijke liefde dat vader Ambrosius, zelf een voorbeeld van een rechtschapen leven, een vonk ontstak in de zuivere ziel van broeder Tomislav, voor wie deze goddelijke liefde steeds de enige maat van het ware leven zou zijn. Vader Ambrosius was altijd als eerste in de kerk voor de diensten en hij stond naast de stoel van de hegoemen. Je kon zien dat hij zwaar gebukt ging onder de zorgen voor het klooster, maar hij klaagde tegen niemand en vertrouwde zich alleen aan God toe. Hij strafte nooit iemand en dacht nooit slecht over iemand, laat staan dat hij iemand kwaad aankeek. Hij beminde allen zoals ze waren en bad God hen te verlichten. Hij onderrichtte anderen vooral door zijn eigen voorbeeld, waarmee hij er naar streefde iedereen op de weg van de redding te leiden.

    De eerste dagen in het klooster waren dagen van grote vreugde voor broeder Tomislav. Hij ging op in de mystieke relatie tussen het geestelijk vader- en zoonschap en leerde van vader Ambrosius over de heilige en reddingbrengende gehoorzaamheid, waakzaam te zijn over zijn gedachten en het Jezusgebed. ⁴ "Vader Ambrosius zei tegen mij: ‘Wat je ook doet, herhaal steeds zachtjes deze woorden: Heer Jezus Christus, Zoon van God, ontferm U over mij, zondaar.’ Ik was jong

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1