Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Langs de Zuiderzee
Langs de Zuiderzee
Langs de Zuiderzee
Ebook122 pages1 hour

Langs de Zuiderzee

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

DigiCat Uitgeverij presenteert u deze speciale editie van "Langs de Zuiderzee" van Jac. P. Thijsse. DigiCat Uitgeverij is ervan overtuigd dat elk geschreven woord een erfenis van de mensheid is. Elk DigiCat boek is zorgvuldig gereproduceerd voor heruitgave in een nieuw, modern formaat. De boeken zijn zowel in gedrukte als e-boek formaten verkrijgbaar. DigiCat hoopt dat u dit werk zult behandelen met de erkenning en de passie die het verdient als klassieker van de wereldliteratuur.
LanguageNederlands
PublisherDigiCat
Release dateFeb 5, 2023
ISBN8596547477532
Langs de Zuiderzee

Related to Langs de Zuiderzee

Related ebooks

Reviews for Langs de Zuiderzee

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Langs de Zuiderzee - Jac. P. Thijsse

    Jac. P. Thijsse

    Langs de Zuiderzee

    EAN 8596547477532

    DigiCat, 2023

    Contact: DigiCat@okpublishing.info

    Inhoudsopgave

    VOORBERICHT.

    VAN DE KLIFFEN NAAR DE VOORST.

    VAN DE VOORST TOT ’T GOOI.

    DE ZUIDKUST.

    VAN HET Y NAAR ’T HOORNSCHE HOP.

    HOORN—ENKHUIZEN—MEDEMBLIK.

    ZEEVAART.

    DE ZUIDERZEE DROOGLEGGING.

    REGISTER.

    DE PENTEEKENINGEN STELLEN VOOR

    Kaart van de Zuider Zee.

    Kaart van de Zuider Zee.

    VOORBERICHT.

    Inhoudsopgave

    In dit boek vertelt een wandelaar vluchtig van wat hij alzoo heeft ondervonden en wat hem door het hoofd is gegaan bij uitstapjes langs en over de Zuiderzee. Als je alles goed zoudt vertellen van al die aardige steden, al de mooie landschappen en van alles wat er in den zomer en in den winter langs die stranden leeft, dan waren daar wel tien albums voor noodig, dat zou om zoo te zeggen „une mer à boire" zijn. We hebben ons echter beperkt en als ge nu zelf de zee gaat bevaren en haar oevers betoeren, dan kunt ge ’t genoegen hebben, nog weer veel nieuws erbij te ontdekken.

    Wenckebach en Voerman hebben alweer twee derden van de plaatjes geteekend, de overige zijn gemaakt door een schilder, die zijn woonplaats niet ver van ’t Zuiderzeestrand heeft, den heer Edzard Koning uit Nunspeet.

    Ga nu de Zuiderzee zien, eer het te laat is. Want lang zal ’t niet duren, of groene polders vervangen de kabbelende golfjes. Hoe dat in zijn werk zal gaan en wat het te beduiden heeft, vertelt een man van zaken in een afzonderlijk hoofdstukje.

    En als dit nieuwe wandel-album naar uw zin is, dan maken wij er nog meer, want er valt in ons kleine Nederland genoeg te beleven.

    JAC.P. THIJSSE.

    De Drommedaristoren te Enkhuizen.

    VAN DE KLIFFEN NAAR DE VOORST.

    Inhoudsopgave

    Binnenkomende botter.

    Als je met de veerboot oversteekt van Enkhuizen naar Stavoren, dan komt zelfs bij niet volkomen helder weer de Friesche kust al spoedig in ’t gezicht, voor de boeg aan stuurboord. Die woorden stuurboord en bakboord heb ik al in mijn prille jeugd geleerd, toen ik nog meer dan honderd kilometer ver van de zee af woonde en ik herinner me nog heel goed, dat ik het „maatloos rijke vrouwtje van Stavoren een aardig, grappig mensch vond, omdat ze dien kapitein zoo leuk ’t bevel gaf, om het graan, dat hij aan bakboord had ingeladen, aan stuurboord weer overboord te gooien, omdat de lading naar haar zin niet rijk genoeg was. Ik voelde wel wat voor dat weeuwtje, ofschoon zij door haar trotschheid en buitengewone „verweendheid de stad harer inwoning letterlijk naar de haaien had geholpen. Want de blauwe en roode daakjes, die daar voor ons boven den zeedijk komen uitkijken—als je scherp toeziet, dan is er ook nog een torentje—hebben met de stad van ’t vrouwtje niets te maken. Geen een van die huizen is ouder dan driehonderd jaar. Haar Stavoren ligt hier onder de golven en onder het zand, de roode baak, die we juist passeeren, wijst een ondiepte aan, die wel het „Kerkhof van Stavoren" wordt genoemd en samenhangt met het groote Vrouwenzand, dat volgens de sage ontstaan is op de plek, waar die schipper zijn graan overboord moest zetten.

    Terwijl we nog over die dingen praten, vaart de boot de haven binnen tusschen de zware bazalthoofden. We pakken onze fietsen en dringen langzaam aan wal. Er zijn heel wat passagiers, ik voor mij geloof, dat er tegenwoordig per dag in ’t nieuwe Stavoren (1) meer reizigers aankomen dan in de dagen van het Weeuwtje of van de Roos van Dekama.

    Maar haast niemand blijft er. Alles stapt meteen in de gereedstaande treinen, alleen een oude boerin, de Mater en ik stappen over het leege stationsplein, aangestaard door een stuk of wat mannen, die bezig zijn met tegen verschillende deelen van een brug te leunen. Ik houd wel van die landelijke stilte. De Mater vindt ’t stadje nog dooder dan ze zich had voorgesteld, maar we willen er toch een half uurtje rondkijken en vinden een paar jongens, die schuitjes laten varen in de zee, een, die een vlieger oplaat, een paar smalle grachtjes, waarin tamelijk logge, maar zeer stevig uitziende sloepen liggen. Daarin trekken de Stavoreezen ter haringvangst, want behalve Poort van Friesland is Stavoren ook nog een visschersdorp. We koopen ook prentbriefkaarten, maar ’t souvenir, dat je eigenlijk hier behoort aan te schaffen, is uitverkocht, n.l. een bouquetje van de looze korenaren, die elk jaar, ingevolge de vloek van ’t Weeuwtje aan deze stranden opschieten. De nuchtere plantkundige ziet dadelijk, dat die dingen niets met graan te maken hebben. ’t Zijn bloempluimen van helmgras of ook wel van zandhaver, planten, die zonder vloeken of verwenschingen overal langs de Noordzee en ook op veel plaatsen langs de Zuiderzee in overvloed groeien. Toch spijt ’t ons, dat we hier ter plaatse ’t niet meer kunnen krijgen.

    Nu stappen we op, want we willen ergens in Gaasterland overnachten, liefst op Rijs of Kippenburg, waar ’t op ’t oogenblik fiks regent; de lucht ziet er pikzwart.

    Aan ’t eind van de stad moeten we even afstappen; daar is een soort van barrière met een klaphek, zeker om de schapen uit de stad te houden, tenminste een zoo’n viervoeter staat met zijn geelgroene oogen verlangend te kijken naar ’t huis van den burgemeester. Ik klap nog juist bij tijds het hek voor zijn neus dicht, als hij de veege stad wil binnendringen en welgemoed trappen we Oostwaarts. Een eindje verder, weer zoo’n hek en ik peddel al als een razende vooruit, om het voor mijn lieve vrouw open te maken, want die houdt niet van afstappen. Doch een paar vriendelijke kinderen hebben het al opengezwaaid. Ik groet dankend en een oogenblik later hoor ik de Mater ook met haar vriendelijkste stem zeggen: „dank je wel, lieve kinderen, maar ’t komt mij voor, dat de wedergroet van de bereidwillige kleinen niet zoo hartelijk is, als we dat op Texel gewoon zijn. Een poosje later weer zoo’n hek, weer kinderen, die het prachtig op tijd voor ons openen, maar nu hoor ik duidelijk, dat ze ons een verwensching naroepen. Terwijl ik nog beteuterd zit over die tegenstrijdigheid in het gedrag der jeugdige Friezen, roept de Mater: „ik weet ’t al, je hadt ze wat moeten geven—een cent bijvoorbeeld voegt ze er als een zuinige huisvrouw bij. En als we nu weer zoo’n hek naderen, dan staat daar een heel schooltje kinderen, zoodat ik maar een handjevol brons op den weg gooi. Ditmaal weerklinken weer verwenschingen, maar die gelden niet ons, doch de grabbelende vlaskoppen onderling. Ik wil van die hekken weinig meer zeggen. Er zijn er veel langs de Zuidkust van Friesland en ik heb nog een paar keer moeten afstappen, om dubbeltjes te wisselen. Die kinderen staan er niet dag en nacht, doch zijn er altijd, wanneer iets op wielen zich op den weg vertoont. Als je goed oplet, dan zie je ze uit ver verwijderde huizen naar hun post snellen, soms aangepord door begeerige moeders. Het zijn geen arme kinderen, wij troffen er enkele tienjarige boerendochters aan, die ongetwijfeld later goede partijen zouden worden, ook zonder hun hekkecenten. Maar die hekken moeten er zijn, anders zwerft het vee over de dijken en ik blijf die kinderen heel dankbaar. Als ik weer langs

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1