Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

Preken Over Het Evangelie Van Matthéüs (IV) - De Geestelijke Zegeningen Die Jezus Ons Gegeven Heeft
Preken Over Het Evangelie Van Matthéüs (IV) - De Geestelijke Zegeningen Die Jezus Ons Gegeven Heeft
Preken Over Het Evangelie Van Matthéüs (IV) - De Geestelijke Zegeningen Die Jezus Ons Gegeven Heeft
Ebook406 pages6 hours

Preken Over Het Evangelie Van Matthéüs (IV) - De Geestelijke Zegeningen Die Jezus Ons Gegeven Heeft

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

De Apostel Matteüs verteld ons dat het Woord van Jezus gesproken werd aan iedereen in deze wereld, want hij zag Jezus als de Koning van alle koningen. Nu, Christenen over de hele wereld, die net zijn wedergeboren door te gaan geloven in het water en de Geest dat wij verspreiden, verlangen inderdaad om te worden gevoed met het brood van het leven. Maar het is moeilijk voor hen om broederschap te hebben met ons in het ware evangelie, want zij zijn allen ver weg van ons.
Daarom, om deze geestelijke nood van deze mensen van Jezus Christus, de Koning van alle koningen, de preken zijn klaargemaakt als het nieuwe levensbrood voor hen, om hun geestelijke groei te voeden. De schrijver verkondigd dat diegenen die de vergeving van hun zonden hebben ontvangen door te geloven in het Woord van Jezus Christus, de Koning van alle koningen, zich moeten voeden met Zijn reine Woord om hun geloof te verdedigen en hun geestelijke levens te behouden.
Dit boek zal iedereen van u voorzien van het ware geestelijke levensbrood die de Koninklijke mensen van de Koning van geloof zijn geworden. Door Zijn Kerk en dienaren, zal God u continue voorzien met dit levensbrood. Moge Gods zegeningen over u komen die wedergeboren zijn uit het water en de Geest, die wensen om ware geestelijke broederschap met ons in Jezus Christus te hebben.

LanguageNederlands
PublisherPaul C. Jong
Release dateNov 30, 2019
ISBN9788928223947
Preken Over Het Evangelie Van Matthéüs (IV) - De Geestelijke Zegeningen Die Jezus Ons Gegeven Heeft

Related to Preken Over Het Evangelie Van Matthéüs (IV) - De Geestelijke Zegeningen Die Jezus Ons Gegeven Heeft

Related ebooks

Reviews for Preken Over Het Evangelie Van Matthéüs (IV) - De Geestelijke Zegeningen Die Jezus Ons Gegeven Heeft

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    Preken Over Het Evangelie Van Matthéüs (IV) - De Geestelijke Zegeningen Die Jezus Ons Gegeven Heeft - Paul C. Jong

    Voorwoord

    Over heel de wereld, ontvangen veel mensen de vergeving van zonden. Als gevolg hiervan hebben we nood aan mensen om hen te leiden en hen leiding te geven in hun wandeling met de Heer. We moeten diegenen die de vergeving van hun zonden hebben ontvangen naar Gods Kerk leiden. Ik hoop van harte dat er veel leiders in elk land van de wereld zullen opstaan. Ik zou willen dat ik al mijn staf werkers de wereld in kon sturen als boodschappers van God, als missionarissen. Echter, als ze over de wereld verspreidt zouden worden, wie zou hier dan Gods werk het evangelie van rechtvaardigheid als de sierknopen van de kandelaar ondersteunen? Daarom hoop ik dat Gods werkers in elk land zullen opstaan voor dit plechtige ambt.

    Deze publicatie is een van mijn geestelijke groei series voor de toekomstige leiders van de verlosten. Sinds ik de Heer dien, geloof ik dat Gods mensen zullen opstaan. In afwachting van de toekomstige leiders, heb ik deze preken op tape voorbereidt, die ik nu aan u presenteer. De preken, zijn bewerkt en vertaald met het doel om de leiders van morgen te trainen, en ze zullen de zielvoedende boodschap naar uw harten brengen.

    Ik geloof dat deze preken inderdaad het geestelijke voedsel voor alle mensen zullen zijn. Omdat het voor ons allemaal onmogelijk is persoonlijk broederschap te hebben met de gelovigen en Gods werkers van andere landen, hoop ik door het delen van dit boek, met hen, die al geloven in het evangelie van het water en de Geest, broederschap te hebben. We zijn allemaal dankbaar dat God ons tot Zijn werkers heeft gemaakt, door ons met het Voedsel van Leven te voeden.

    We hebben tot nu toe meer dan 20 boeken in het Engels gepubliceerd. En we hebben ontdekt dat vele van diegenen die de boeken hebben gelezen dankbaar zijn dat ze de vergeving van hun zonden hebben ontvangen door in het evangelie van het water en de Geest te geloven. Nu, door de preken van de geestelijke groei, zal ik opnieuw tegen hen getuigen dat het evangelie van het water en de Geest de enige Waarheid is dat leven geeft. Ik weet zeker, dat zij na het onderzoeken van dit boek zullen beseffen dat al de Geschriften vervuld zijn met de Waarheid van het evangelie van het water en de Geest. En uiteindelijk, zullen alle mensen in de wereld grondig begrijpen dat het evangelie van het water en de Geest de enige Waarheid is. Als zij zich de Waarheid eenmaal realiseren en hun emotioneel georiënteerd geloof weggooien, zullen hun harten vervuld worden met het evangelie van het water en de Geest, dat de enige weg is naar de eeuwige verlossing. En ze zullen allen als de leerlingen van Christus leven; Zijn werktuigen om de verloren zielen te redden worden; en Zijn werk over heel de wereld doen voor de verloren schapen, door hun geloof in de kracht van het evangelie van het water en de Geest te plaatsen.

    Zoals elke plant bloeit en vruchten draagt, geloof ik dat de kracht van het ware evangelie niet alleen diegenen zegent die geloven maar hen ook toestaat hun levens als Gods werkers te leiden. Ze zullen in beiden lichaam en geest gezegend worden. Nu zullen Gods werkers over heel de wereld het zaad van het evangelie van het water en de Geest zaaien, en talloze mensen van hun zonden redden. Als we het evangelie van het water en de Geest blijven prediken, zullen we blijven winnen. We zullen meer vruchten van God dragen met het geloof in dit ware evangelie. Wij leven in de tijd van de oogst en we zullen een grote opbrengst van de vruchten van zaligmaking hebben. Nu, wij die in Zijn Woord geloven, zijn Hem dankbaar en verheerlijken Hem.

    Als God het toestaat, dan zullen we deze dingen en nog meer blijven doen. En ik geloof dat Hij ieder van ons zal zegenen. Moge God overvloedige geestelijke en fysieke zegeningen geven –de zegeningen van het heilige geloof uit de Hemel en de vetheid van de aarde –aan iedereen die in het evangelie van het water en de Geest geloofd.

    PAUL C. JONG

    CHAPTER21.gif21.jpg

    De Werkers Die Gebruikt

    Worden door God

    < Matthéüs 21:1-11 >

    En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fagé, aan den Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot hen: Gaat heen in het vlek, dat tegen u over ligt, en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt ze, en brengt ze tot Mij. En indien u iemand iets zegt, zo zult gij zeggen, dat de Heere deze van node heeft, en hij zal ze terstond zenden. Dit alles nu is geschied, opdat vervuld worde, het geen gesproken is door den profeet, zeggende: Zegt der dochter Sions: Zie, uw Koning komt tot u, zachtmoedig en geweten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong ener jukdragende ezelin. En de discipelen heengegaan zijnde, en gedaan hebbende, gelijk Jezus hun bevolen had, Brachten de ezelin en het veulen, en legden hun klederen op dezelve, en zetten Hem daarop. En de meeste schare spreidden hun klederen op den weg, en anderen hieuwen takken van de bomen, en spreidden ze op den weg. En de scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: Hosanna den Zone Davids! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen! En als Hij te Jeruzalem inkwam, werd de gehele stad beroerd, zeggende: Wie is Deze? En de scharen zeiden: Deze is Jezus, de Profeet van Názareth in Galiléa.

    We hebben net Matthéüs hoofdstuk 21 gelezen. Het beschrijft hoe Jezus Jeruzalem binnenging op een veulen. In deze passage, legt de Heer uit welk soort van mensen gekozen zijn als Zijn werkers en hoe zij door Hem worden gebruikt? Wie zijn dan diegenen die door God gebruikt worden? Hij gebruikt diegenen die losgemaakt zijn van hun aardse banden. Diegenen die vastgebonden zijn aan de wereld kunnen geen werkers worden omdat zij zich nog steeds aan veel dingen van deze wereld vasthouden. Diegenen die bevrijdt zijn geworden van de wereld worden door God als Zijn kostbare werktuigen gebruikt. God maakt hen tot Zijn werkers en vervult Zijn wil door hen. Het is door mensen die bevrijdt zijn van de wereld dat God Zijn werk volbrengt. Hij gebruikt hen voor Zijn werk.

    Er staat geschreven, En als zij nu Jeruzalem genaakten, en gekomen waren te Beth-fagé, aan den Olijfberg, toen zond Jezus twee discipelen, zeggende tot henGaat heen in het vlek, dat tegen u over ligt, en gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt ze, en brengt ze tot Mij. En indien u iemand iets zegt, zo zult gij zeggen, dat de Heere deze van node heeft, en hij zal ze terstond zenden. Dit alles nu is geschied, opdat vervuld worde, het geen gesproken is door den profeet, zeggende: Zegt der dochter Sions: Zie, uw koning komt tot u, zachtmoedig en gezeten op een ezelin en een veulen, zijnde een jong ener jukdragende ezelin" (Matthéüs 21:1-5).

    Toen Jezus en Zijn leerlingen in de buurt van Jeruzalem kwamen, zei Hij tegen twee van Zijn leerlingen, Ga naar het dorp aan de overkant en je ziet een ezel en een veulen. Maak ze los en breng ze naar Mij. Als iemand iets zegt, verteld hen dat de Heer ze zal gebruiken. Dit is iets dat alleen de Heer kan zeggen. Als wij zo gehandeld hadden, zouden mensen zeggen dat we gek zijn. Als wij aan het wandelen waren en ik tegen u zou zeggen, Breng me die auto. Als de eigenaar iets zegt, zegt hem dat de Heer hem nodig heeft, zou u niet denken dat ik gek geworden ben? Deze passage is inderdaad iets dat alleen de Heer kan zeggen.

    De Heer, die ons gered heeft, is meer dan in staat dit te doen. Sinds Hij de Schepper van de hemelen en de aarde is, het hele universum en alle dingen erin zijn van Hem, inclusief de ezelin. Omdat de Heer Zijn leerlingen beval de vastgebonden ezelin en veulen los te maken en hen naar Hem te brengen, gehoorzaamden de leerlingen en deden wat hen werd opgedragen. Jezus ging toen Jeruzalem binnen op deze ezelin.

    Mensen verwelkomden Hem met alle enthousiasme. Ze legden hun kleren op de weg. Ze haalden palmtakken naar beneden en legde ze uit op de weg. Ze verwelkomden Hem enthousiast, en riepen, God zij geprezen! De Geschriften passage zegt, En anderen hieuwen takken van de bomen, en spreidden ze op den weg. En de scharen, die voorgingen en die volgden, riepen, zeggende: hosanna den Zone Davids! Gezegend is Hij, Die komt in den Naam des Heeren! Hosanna in de hoogste hemelen! Ook zij wisten en geloofden dat de Koning hun stad binnenging.

    Dit is hoe Jezus Christus Jeruzalem binnenging. Maar de Koning der koningen reed op een ezelin die losgemaakt werd van de slavernij van deze wereld. Hij reed de ezelin deemoedig de stad in. De Heer is de Koning van de Hemel, maar Hij ging Jeruzalem binnen rijdend op een eenvoudige ezelin. In de Bijbel, verwijzen ezels naar de afstammelingen van Adam die niet waren wedergeboren. De eerste man en vrouw, Adam en Eva, geloofden niet in het Woord van God en waren ongehoorzaam uit koppigheid. God beschreef hen als ezels. Iemand die een stijve nek heeft en koppig is, wordt een ezel genoemd.

    Wie worden tot arbeiders voor God gemaakt? Ondanks dat wij zo koppig zijn als een ezel, maakte God ons, tot de wedergeborenen, Zijn werkers. Hoewel het een ezel is waar Jezus op rijdt, is het een speciale ezel die bevrijdt is van de wereld. Er staat geschreven, Doch al wat de baarmoeder der ezelin opent, zult gij lossen met een lam; wanneer gij het nu niet lost, zo zult gij het den nek breken; maar alle eerstgeborenen des mensen onder uw zonen zult gij lossen (Exodus 13:13). Wij allemaal, zonder uitzondering, moeten ter dood gebracht worden vanwege onze zonden. Maar, door te geloven in de verzoening van het Lam van God, zijn wij wedergeboren en verlost van al onze zonden. Deze ezels, die de vergeving van zonden hebben ontvangen, zijn Gods mensen. Ondanks dat wij de afstammelingen zijn van Adam, en ondanks dat we voorbestemd waren om te sterven vanwege onze zonden, worden diegenen van ons die de verlossing hebben ontvangen door Jezus Christus en de vergeving van zonden hebben verkregen gebruikt door God. Het is door deze mensen te gebruiken dat God Zijn wil vervuld.

    Als de neus van een ezel geregen is met een touw en vastgemaakt is aan een paal in de grond, hoe kan deze ezel dan gebruikt worden? Ongeacht hoeveel iemand deze ezel ook wil gebruiken, als hij vastgebonden is aan de grond, kan hij niet gebruikt worden. Op dezelfde manier, diegenen die gered zijn en gebruikt worden door de Heer zijn diegenen die losgemaakt zijn van de wereld. Alleen diegenen die vrijgelaten zijn van de wereld worden door God als Zijn kostbare werktuigen gebruikt. God kan diegenen die zich zorgen maken over wat ze moeten eten, of drinken of welke kleren ze moeten dragen en al de materiële zaken niet gebruiken. Jezus zei, En gij zult terstond een ezelin gebonden vinden, en een veulen met haar; ontbindt ze, en brengt ze tot Mij. En indien u iemand iets zegt, zo zult gij zeggen, dat de Heere deze van node heeft.

    God maakt de banden los die ons aan de wereld binden en gebruikt ons dan. Daarom diegenen die door God worden gebruikt zijn diegenen die bevrijdt zijn van de grond. Onder de geredden, kunnen sommige mensen Gods werkers worden, terwijl anderen dat niet kunnen. Er zijn enkele jonge gelovigen die God niet naar hartenlust kan gebruiken, en dan zij er diegenen die God kan gebruiken om Zijn werk te doen. Iemand die geen werker voor God kan worden is iemand die nog steeds vastgebonden is aan de wereld. God kan dergelijke mensen niet gebruiken. Hij kan geen mensen gebruiken die nog steeds vastzitten aan het materiële plezier van deze wereld. Toen Jezus Lazarus van de dood verrees, zei Hij, Ontbindt hem, en laat hem heengaan (Johannes 11:44). Lazarus was in linnen grafkleren gewikkeld toen hij in zijn graf werd gelegd. Toen de Heer hem riep en zei, Lazarus, kom uit het graf, kwam hij naar buiten gewikkeld in linnen. Toen onze Heer dit zag zei Hij, Maak hem los en laat hem weggaan. Dat Lazarus verrezen werd van de dood impliceert zijn redding –wat betekend dat ondanks dat hij gebonden was door zijn zonden en voorbestemd voorde hel, hij gered werd van de hel, de vernietiging en zonden om weer opnieuw te leven. Maar toch had hij nog veel dingen die hem vastbonden aan de aardse dingen.

    Ontbindt hem, en laat hem heengaan. God maakt de banden los door Zijn dienaren. Dus Zijn dienaren zijn diegenen die mensen losmaken van de banden van de wereld. Onze Heer maakt hen niet Zelf los, maar Hij maakt hen los door Zijn dienaren. De ezel hier was ook vastgebonden aan de wereld. Een paal was in de grondgeslagen en de ezel was door een touw eraan vastgemaakt. Zo werd het gewoonlijk gedaan. De ezel werkt voor zijn meester. Hij doet alles wat zijn meester hem laat doen. Lang geleden, toen er nog geen auto’s waren, waren de ezels het vervoermiddel. Net zoals een ezel een werker is voor zijn meester, zijn ook wij Gods werkers als we eenmaal zijn wedergeboren.

    Wij ontvangen de vergeving van zonden en worden wedergeboren door in het evangelie van het water en de Geest te geloven. Als we eenmaal zijn wedergeboren, zijn we allemaal gekwalificeerd om Gods werkers te zijn. Echter, als we nog steeds vastzitten aan de wereld, kan God ons niet als Zijn werkers gebruiken. De banden die ons aan deze wereld verbinden moeten echt los gemaakt worden. Alleen als we losgemaakt zijn van de wereld kan de Heer ons rijden en Jeruzalem met ons binnengaan. Als we nog steeds vastzitten aan de wereld na de ontvangst van onze zaligmaking, hoe kan God ons dan voor Zijn werk gebruiken?

    Hoeveel banden hebt u die u vastbinden? U bent misschien vastgebonden aan u kennissen, aan u emotionele gehechtheid, aan macht, aan u basis behoeftes of zelfs aan uzelf. Maar al deze banden moeten losgemaakt worden voordat u door God gebruikt kunt worden. God gebruikt diegenen die losgemaakt zijn van de wereld en hun zelf nadat ze gered zijn geworden. God gebruikt diegenen die leven met geloof en zeggen, Ik geloof dat God in al mijn behoeftes zal voorzien. Nu dat ik losgemaakt ben van deze wereld, zal God voor mij zorgen. Dat is omdat wij niet leven door menselijke inspanningen. Diegenen die gebruikt worden door God zijn diegenen die niet vastzitten aan de wereld, die geleidt worden door Hem en in plaats daarvan vastzitten aan God. God wordt door deze mensen verheerlijkt.

    De ezel die genoemd wordt in de Geschriften passage van vandaag verwijst naar ons. Zoals ik al eerder zei, er staat geschreven in Exodus, Doch al wat de baarmoeder de ezelin opent, zult gij lossen met een lam; wanneer gij het nu niet lost, zo zult gij het den nek breken (Exodus 13:13). Elke eerstgeboren ezel moet gedood worden. Om deze ezel te redden, moest het verlost worden met een lam. Dit betekent dat als een lam gedood werd en aan God geofferd werd in de plaats van de ezel, dan hoefde de ezel niet gedood te worden. Als een ezel werd geboren, was een offerdier nodig om te voorkomen dat het gedood werd. Waarom houdt God niet van ezels? Hij vindt hen niet leuk omdat ze koppig zijn. Pasgeboren ezels werden gedood, en zij werden op een specifieke manier gedood; door hun nek te breken.

    De meeste plantetende dieren zijn in staat op te staan en rond te redden zo gauw als zij geboren zijn. God had de Israëlieten bevolen de pasgeboren ezels te doden op het moment dat zij geboren werden door hun nekken te breken. Waarom? Pasgeboren ezels zijn hetzelfde als Satan, en staan tegen God. Ezels zullen zelfs niet luisteren als hen wordt verteld wat goed voor hen is. Dat is waarom God zei dat ze gedood moeten worden. Wat God het meeste haat is als mensen Zijn Woord ongehoorzaam zijn en erin niet in geloven. Dus zei God dat de eerstgeboren ezels gedood moesten worden. Omdat de Bijbel regelmatig Gods wil op een manier van representatief principe toont, betekent het woord eerstgeboren ezel elke ezel. Daarom betekent de eerstgeboren ezel ieder van ons menselijke wezens.

    Iedereen geboren als afstammeling van Adam is een ezel. Mensen zijn koppig en luisteren niet naar het Woord van God. Als hun verteld wordt, U bent een zondaar. U bent een massa van zonden, zeggen zij, Waarom ben ik een massa van zonden? Als hun verteld wordt, U zult sterven als u één van Mijn Wetten breekt, zeggen zij, Nee, dat denk ik niet. Zij maken bezwaar tegen alles dat God hen zegt, Als God zegt, Doe dit, zeggen zij, Ik zal dat in plaats daarvan doen. Als hun verteld wordt, Het moet op die manier gebeuren, zeggen zij, Ik denk dat het beter is als we het zo doen. Ze zijn volledig tegengesteld aan de wil van God. Als hun gezegd wordt, Ga die weg, zeggen zij, Nee, ik zal die weg gaan. Ze zijn net als ezels die precies het tegenovergestelde doen van datgene dat hen gezegd wordt. Een ezel zal u nooit volgen als u voor hem staat en aan hem trekt. Om een ezel in beweging te krijgen, moet u achter hem gaan staan en hem op zijn kont slaan. Alleen als u een roede hebt zal de ezel u gehoorzamen.

    Mijn medegelovigen, wij zijn allemaal ezels. Wij worden als ezels geboren. Zodat wij gered kunnen worden, hebben we een verzoeningsoffer nodig. De dieren die God voorbereidde als verzoeningsoffers zijn lammen en geiten. Om ons te redden, hebben we een lam nodig. We kunnen alleen leven als een lam onze zonden schoudert en in onze plaats sterft. Het Boek van Leviticus spreekt over hoeveel zonden we in onze levens levend in deze wereld plegen, en hoeveel fouten we in onze levens maken. Laten we hier kijken naar Leviticus.

    Leviticus 14:33-47 zegt, Verder sprak de Heere tot Mozes en tot Aaron zeggende: Als gij zult gekomen zijn in het land van Kanaän, hetwelk Ik u tot bezitting geven zal, en Ik de plaag der melaatsheid aan een huis van dat uwer bezitting zal gegeven hebben; Zo zal hij, van wien dat huis is, komen, en den priester te kennen geven, zeggende: Het schijnt mij, alsof er een plaag in het huis ware. En de priester zal gebieden, dat zij dat huis ruimen, aleer de priester komt, om die plaag te bezien, opdat niet al wat in dat huis is, onrein worde; en daarna zal de priester komen, om dat huis te bezien. Als hij die plaag bezien zal, dat, ziet, die plaag aan de wanden van dat huis zijn groenachtige of roodachtige kuiltjes, en hun aanzien lager is dan die wand; De priester zal uit dat huis uitgaan, aan de deur van het huis, en hij zal dat huis zeven dagen doen toesluiten. Daarna zal de priester op den zevenden dag wederkeren; indien hij merken zal, dat, ziet, die plaag aan de wanden van dat huis uitgespreid is; Zo zal de priester gebieden, dat zij de stenen, in welke die plaag is, uitbreken, en dezelve tot buiten de stad aan een onreine plaats uitstorten. Daarna zullen zij andere stenen nemen, en in de plaats van gene stenen brengen; en men zal ander leem nemen, en dat huis bestrijken. Maar indien de plaag wederkeert, en in dat huis uitbot, nadat men de stenen uitgebroken heeft, en na het afschrabben van het huis, en nadat het zal bestreken zijn; Zo zal de priester komen; als hij nu zal merken, dat, ziet, die plaag aan dat huis uitgespreid is, het is een knagende melaatsheid in dat huis, het is onrein. Daarom zal men dat huis, zijn stenen, en zijn hout even afbreken, mitsgaders al het leem van het huis, en men zal het tot buiten de stad uitvoeren, aan een onreine plaats. En die in dat huis gaat te enige dage, als men hetzelve zal toegesloten hebben, zal onrein zijn tot aan den avond. Die ook in dat huis te slapen ligt, zal zijn klederen wassen; insgelijks die in dat huis eet, zal zijn klederen wassen.

    De passage beschrijft de staturen betreffende melaatsheid. Het schetst wat er moet gebeuren als melaatsheid uitbreekt in een Israëlisch huis. Als iemand melaatsheid kreeg, dan kon deze ziekte zich gemakkelijk over het hele huis verspreiden. Het hele huis kan besmet raken met melaatsheid. Als een plaag van melaatsheid in een huis uitbrak, moest de eigenaar naar de priester gaan en hen dit vertellen. De priester moest dan naar het huis gaan en het onderzoeken. Als hij eenmaal besliste dat het inderdaad melaatsheid was, moesten de bewoners de stenen weghalen en hen op een onreine plaats buiten de stad neerleggen. Daarna schraapten ze de muren van het hele huis volledig. De modder geschraapt van de muren werd op een plaats buiten de stad waar de onreine dingen werden neergelegd gedumpt. Het huis verwijst hier naar ons, menselijke wezens.

    De Bijbel gebruikt alles om over de vergeving van zonden te praten. Het is het enige boek dat over de zaligmaking spreekt. Er is absoluut geen andere manier om de vergeving van zonden met een ander boek te ontvangen; noch om het geheim van de zaligmaking te leren kennen. Alleen de Bijbel vertelt ons dat. Alleen door het Woord van God kunnen we de zaligmaking kennen. Als de melaatsheid uitbrak in een Israëlisch huis, moesten al de muren geschraapt worden, en de smerige modder die verzameld werd moest op een onreine plaats gedumpt worden. Elke onreine steen moest verwijderd worden en weggegooid worden. Het huis verwijst hier naar mensen. Met andere woorden, iedereen die zonden in zijn hart heeft moet gereinigd worden.

    Net zoals dit huis, hoeveel schimmel hebben mensen? Hoeveel fouten maken mensen en hoeveel zonden plegen zij tijdens hun leven? Het is niet dat het hele huis onrein is. Een bepaalde plek is misschien aan het wegrotten van de schimmel, maar ergens anders is er niets aan de hand. In die tijd, waar huizen met modder en vuil gebouwd werden gebeurde dit gewoon. Zelfs huizen die gebouwd worden met cement hebben dit wel eens. Schimmel groeit als er teveel vocht in het huis zit. Voor mensen is het alsof ze besmet zijn met lepra. Het is zeer onrein. Als u een kelder binnengaat die vol zit met vocht, dan ziet u vaak de schimmel op de muren groeien.

    We plegen allemaal zonden tijdens ons leven, ongeacht hoe hard we ook proberen een rechtvaardig leven te leiden. Sommigen bouwen een huis om een goed leven in te leven. Hoewel het huis in eerste instantie schoon is, als de tijd voorbij gaat, wordt het huis besmet met melaatsheid. Mensen geboren in deze wereld proberen om geen zonden te plegen en leven een deugdzaam leven. Maar hoe kan iemand geen zonden plegen? Iedereen pleegt zonden. God had de Israëlieten bevolen dat als de plaag van melaatsheid uitbrak in een huis, al de stof en de muren neergehaald moesten worden. Op dezelfde manier, lijden ook wij aan de smerige melaatsheid van onze zonden die we tijdens ons leven plegen. God heeft ons bevolen hen te schrapen en weg te gooien. Zonde is onrein.

    Iedereen pleegt zonden. God kijkt in het hart van een persoon, zit de zonde, en veroordeelt hem als zijnde onrein. Hij vertelt hen dan zich te schrapen en het weg te gooien. Als een huis de plaag van melaatsheid kreeg, dan volgens de Wet van God was iedereen die het huis tijdens deze plaag bezocht ook onrein. Dus beval Hij dat al de muren van het huis geschraapt moesten worden. Een priester moest naar de geïnfecteerde gaan, al de geïnfecteerde plaatsen schrapen en het schrapsel buiten de stad gooien. Als de priester de melaatsheid hierna opnieuw zag terugkomen, moest het hele huis afgebroken worden. Al het gips en stenen van het huis moest buiten de stad gedragen worden en op een onreine plaats gedumpt worden.

    Dit spreekt over u en mijn leven. Het spreekt over al onze broeders en zusters, en iedereen in deze wereld. God heeft deze statuten gevestigd als een symbool voor menselijke wezens. Het is voor ons onmogelijk geen zonden te plegen tijdens ons leven. Wij plegen allemaal zonden, en we moeten hen schrapen en hen weggooien. Wat als we dezelfde zonden plegen nadat we ze hadden weggegooid? Wat moeten we doen als onze zonden opnieuw worden blootgelegd nadat de Heer hen wegnam? God zegt dat als dezelfde zonde opnieuw blootgelegd wordt, en we deze zonden herhaaldelijk blijven plegen, dat het huis dan afgebroken moet worden, stilgelegd, en al de onderdelen verzameld en op een onreine plaats gedumpt moet worden.

    We hebben allemaal de neiging om keer op keer dezelfde zonde te plegen. Het is de menselijke natuur om herhaaldelijk zonden te plegen. Wij zijn niet anders dan dit onreine huis. Mensen begaan dezelfde zonden keer op keer herhaaldelijk. Omdat dit het geval is, moeten we naar de onreine plaats worden gebracht en verbrand worden met vuur. Dat is waarom de Bijbel zegt, Het loon van de zonde is de dood. De Israëlieten schrapten de onreine muren en gooiden de stof weg, maar als de plaag van melaatsheid opnieuw in het huis uitbrak, dan werd het huis afgesloten en al het gips en stenen werden op een onreine plaats gedumpt. Als menselijke wezen voortdurend zonden blijven plegen, dan worden ze in een onreine plaats gegooid en verbrand.

    Iedereen is een geboren zondaar. Iedereen wordt geboren als een koppige ezel. U en ik werden koppig geboren, en ondanks dat het lijkt alsof we God gehoorzamen, gehoorzamen wij Hem in werkelijkheid niet. Alle mensen die God ongehoorzaam zijn moeten afgesloten worden. Zij moeten in de hel worden gegooid.

    Om de hel te vermijden, is het niet genoeg dat de Heer alleen de zonden wegneemt die we tot nu toe hebben gepleegd. Ondanks dat we weten dat we geen zonden mogen plegen, blijven we dezelfde zonde keer op keer begaan. Volgens de Wet van de Heer, moeten we allemaal vernietigd worden. De Heer kwam naar deze aarde om onze zonden voor eeuwig uit te wissen.

    Wat God in ons ziet dwingt Hem om ons, zonder enige uitzondering, in de Hel te gooien. We verdienen het allemaal om in de hel te worden gegooid. We zijn niets meer dan ezels. Onze nekken moeten gebroken worden en we moeten gedood worden. In Gods ogen, verdienen we het allemaal om onze nekken gebroken te krijgen vanwege onze koppigheid.

    Echter, vanuit Zijn liefde voor ons, opende Jezus een nieuwe en levende weg voor ons (Hebreeën 10:20). We moeten ons realiseren dat Jezus het verzoenoffer is geworden. Hier zegt God, Schrap de onreine stof af en weg het op een plaats waar onreine dingen worden gedumpt. Jezus Christus is onze verzoenoffer voor al onze zonden geworden. Jezus is onze verzoening.

    Dit betekent dat Jezus, zoals een vuilnisbak, al onze zonden op Zich nam, en een opslagplaats voor onreine werd. Met andere woorden, ondanks dat Jezus volledig rein was, nam Hij al onze zonden, droeg volledig onze onreinheid en werd in onze plaats veroordeeld. Jezus, schouderde al onze zonden en droeg onze onreinheid door Zijn doopsel en Zijn doop aan het Kruis.

    Dit is hoe Jezus onze verzoening werd. Hij kwam naar deze aarde om u en mij van de zonde te redden. We zijn als koppige ezels die niet luisteren naar het Woord van God noch erin geloven, en koppig ongehoorzaam zijn. Jezus, het Lam van God, die volledig zondeloos was, stierf plaatsvervangende voor ons. Dit is hoe wij, ezelachtige koppige wezen, de dood konden vermijden, en hoe wij nu door God als Zijn kostbare werktuigen worden gebruikt.

    Wij allemaal moeten begrijpen wat er hier bedoeld worden met het huis dat melaatsheid kreeg, genoemd in Leviticus. Het huis geplaagd met melaatsheid verwijst naar mensen. Het verwijst naar onze eigen levens. Als u huis betroffen wordt met de plaag van melaatsheid, dan zou u het huis reinigen, elke vreemde groei en alle schimmels eruit schrapen, en deze weggooien. Het zou fijn zijn als de schimmel niet terugkeert, maar als u huis te vochtig is, dan zal het onvermijdelijk terugkeren. Als dit blijft duren, dan moet het hele huis afgebroken worden.

    Wij zijn geboren zondaars. We zijn afstammelingen van Adam. Adam en Eva zijn de voorvaders van heel de mensheid. Maar zij werden misleidt door Satan en de zonde kwam in hun harten. Toen zij eenmaal het Woord van God ongehoorzaam werden, begonnen zij te luisteren naar de woorden van de Duivel. Keer op keer begonnen zij Gods Woord af te wijzen. Als de schimmel niet terugkomt nadat het eruit geschraapt werd, kunnen mensen in het huis leven. Maar als de schimmel terugkeert, zelfs nadat het werd weggeschraapt, moeten het huis afgebroken worden. Het zou goed zijn als God alleen de zonden wegnam die we tot nu toe gepleegd hebben, als we geen zonden meer zouden plegen vanaf dat moment. Maar kunnen wij dit? Plegen we maar een zonde en daarna geen meer? Kan iemand van ons dit doen? Is iemand van ons in staat herhaaldelijk geen zonden te plegen tijdens zijn leven? Niemand van ons kan dit. Het is de menselijke natuur om keer op keer zonden te plegen tot onze dood. Wij zijn niets meer dan ezels. Wij gehoorzamen en luisteren ons hele leven niet naar God.

    Moeten we dan niet door God vernietigd worden, net zoals het huis met melaatsheid? We moeten afgebroken worden tot onze fundering. Schraapten de Israëlieten niet al de smerige en onreine dingen van de muren en gooiden dit op een onreine plaats buiten de stad?Als het huis wordt afgebroken, waar gaat dan het puin naartoe? Wordt het niet op een vuilnisbelt gegooid? Het wordt begraven op een vuilnisbelt. Wij verdienen het allemaal om in de hel te worden gegooid en verlaten te worden door God. We kunnen niet anders dan zonden te plegen, en we plegen keer op keer zonden.

    Ondanks dit, werd Jezus ons verzoenoffer zodat God ons zou redden. Het was niet gewoon een offerlam dat stierf; het was de eniggeboren Zoon van God, de levende Schepper Zelf, die als de Verlosser van de mensheid kwam. Jezus offerde Zichzelf om ons ezelachtige wezen te redden zodat het huis niet afgebroken moest worden, maar bespaard werd, Jezus nam al de melaatsheid van de mensheid, al de smerige zonde op Zichzelf en vergoot Zijn bloed aan het Kruis om de veroordeling van zonden te dragen. Hierdoor zijn u en ik gered geworden door geloof. De Bijbel zegt dat deze huizen naar menselijke wezens verwijzen (1 Korintiërs 3:9).

    Mede gelovigen, de vergeving van zonden is onbetaalbaar. Als een huis voortdurend geïnfecteerd is, dan kan niemand daar leven ongeacht hoe mooi het ook is. Waarom? Omdat vroeg of laat, iemand die daar leeft geïnfecteerd wordt met de ziekte. Een melaatse is misschien gezond behalve een klein deel van zijn lichaam. Maar dit is genoeg om hem een melaatse te noemen. Ongeacht hoe slim of hoe rijk die persoon ook is, mensen noemen hem niet slim of rijk. Ze noemen hem een melaatse.

    Lang geleden, kreeg een van mijn vrienden melaatsheid. Ik besefte me dit niet op dat moment. Hij was al zeer onaantrekkelijk voor zijn melaatsheid, maar hij bleef zweren krijgen. Omdat ik ook vaker met huidziektes zoals steenpuisten en ringworm te kampen had, dacht ik dat hij een gewone ziekte had zoals ik. Hij was een zeer intelligent en aardige jonge man. Zijn familie was ook zeer rijk. Hij gaf me allerlei soorten van traktaties als ik hem bezocht om thuis met hem te spelen. Maar om een of andere reden kwam er niemand anders naar het huis.

    Met het verstrijken van de tijd, en ik ouder werd, realiseerde ik mij dat dit kind leed aan melaatsheid. Ik bezocht het huis vaak, omdat ik toen nog te jong was om dit alles te begrijpen. Maar op een dag verhuisde zijn familie. Dit was lang voordat ik mij besefte dat hij aan melaatsheid leed. Hij had altijd zweren, maar deze zweren gingen niet weg. Als ik puisten had dan verdwenen die als ik een zelfgemaakt middel gebruikte. Maar hij had het hele jaar door zweren op zijn gezicht en lichaam, die nooit weggingen. Hij leed aan melaatsheid. Het maakte niet uit dat zijn familie rijk was, hij was nog steeds een melaatse die door iedereen gemeden werd.

    De Bijbel spreekt ook over Generaal Naäman, een lepralijder. Generaal Naäman was de bevelhebber van het Syrische leger. Hij was de belangrijkste held die zijn land had gered. Maar de Bijbel zegt, Hij was een melaatse. Hij werd vaker Naäman de lepralijder genoemd dan Naäman de bevelhebber. Melaatsheid verwijst naar de zonden van de mensheid. Ongeacht hoe hard iemand ook probeert een rein leven te leiden, hij kan niet anders dan zonden te plegen. Ongeacht hoe goed opgeleidt, hoe rijk, hoe moreel oprecht en hoe fatsoenlijk iemand ook is, als hij zonden heeft, dan is hij een zondaar in Gods ogen.

    Deze persoon zal naar de hel worden gestuurd tenzij hij de vergeving van zonden ontvangt. Het maakt niet uit hoeveel luxe en extravagantie hij in deze wereld ook heeft. Noch maakt het uit hoe briljant hij is en dat hij cum laude is afgestudeerd. Als hij zonden in zijn hart heeft, dan is hij alleen maar een lepralijder. Zijn intelligentie en rijkdom zijn nutteloos. Ze kunnen nergens gebruikt worden. Als ze gebruikt worden, dan worden ze op een plaats gegooid waar onreine dingen gedumpt worden. Deze plaats waar onreine dingen worden gegooid is de hel. Net zoals mensen hun afval in een vuilnisemmer gooien, moeten onze zonden in een plaats worden

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1