Discover millions of ebooks, audiobooks, and so much more with a free trial

Only $11.99/month after trial. Cancel anytime.

学习荷兰语 - 快速 / 简单 / 高效: 2000个核心词汇
学习荷兰语 - 快速 / 简单 / 高效: 2000个核心词汇
学习荷兰语 - 快速 / 简单 / 高效: 2000个核心词汇
Ebook164 pages12 minutes

学习荷兰语 - 快速 / 简单 / 高效: 2000个核心词汇

Rating: 0 out of 5 stars

()

Read preview

About this ebook

本书包含一份词汇表,其中收录2000个最常见的词汇和短语,按日常对话中的使用频率排序。本词汇书遵循“80/20法则”,确保您优先学习核心词汇和句子结构,以助您快速进步并保持学习积极性。


哪些人适用本书?
本书适用于能够自觉学习,并愿意每天花15至20分钟学习词汇的初级和中级荷兰语学习者。本词汇书结构简单,我们已将所有不必要的内容剔除,帮助您把功夫用在刀刃上,在最短时间内取得最大进步。如果您处于初级或中级水平,并且愿意每天投入20分钟的学习时间,那么本书将是您的最佳选择。通过短短几周的日常练习,您定会惊讶地发现自己进步神速。


哪些人不适用本书?
如果您的荷兰语处于高级水平,那么本书不适合您。在这种情况下,请访问我们的网站或搜索我们的高级荷兰语学习者词汇书,该书包含更多词汇,并且按照主题进行分组,非常适合想要提高特定领域语言能力的高级学习者。
此外,如果您正在寻找一本内容全面的荷兰语学习书,用以指导您完成荷兰语学习的各个步骤,这本书很可能也不适合您。本书仅包含词汇,如您希望学习语法和发音等内容,请通过其他资料或语言课程进行学习。本书的优势在于,它专注于帮助学习者快速掌握核心词汇,为此,我们舍弃了传统语言学习书中人们常见的一些信息。购买时请注意这一点。


如何使用本书?
理想的使用方式是:每天花一定时间复习固定的页数。本书每节含50个词汇,能帮助您逐步提升荷兰语能力。举个例子,假设您目前在复习词汇101至200。一旦您掌握了词汇101至150 ,您就可以开始学习词汇201至250 ,第二天,您可以跳过词汇101至150 ,继续复习词汇151至250。通过这种方式,您将逐步完成本书的学习并掌握每页的内容,而您的语言技能也会随之跃升。

Language中文
Release dateMay 23, 2019
学习荷兰语 - 快速 / 简单 / 高效: 2000个核心词汇

Related to 学习荷兰语 - 快速 / 简单 / 高效

Related ebooks

Related categories

Reviews for 学习荷兰语 - 快速 / 简单 / 高效

Rating: 0 out of 5 stars
0 ratings

0 ratings0 reviews

What did you think?

Tap to rate

Review must be at least 10 words

    Book preview

    学习荷兰语 - 快速 / 简单 / 高效 - Pinhok Languages

    1 - 50

    ik

    je/jij

    hij

    zij

    het

    我们

    we/wij

    你们

    jullie

    他们

    zij

    什么

    wat

    wie

    哪里

    waar

    为什么

    waarom

    怎样

    hoe

    哪一个

    welke

    什么时候

    wanneer

    然后

    dan

    如果

    als

    真的

    echt

    但是

    maar

    因为

    omdat

    niet

    这个

    deze

    我需要这个

    Ik heb dit nodig

    这个多少钱?

    Hoeveel kost dit?

    那个

    dat

    全部

    alle

    或者

    of

    en

    知道

    weten (wist, geweten)

    我知道

    Ik weet het

    我不知道

    Ik weet het niet

    denken (dacht, gedacht)

    komen (kwam, gekomen)

    zetten (zette, gezet)

    nemen (nam, genomen)

    找到

    vinden (vond, gevonden)

    luisteren (luisterde, geluisterd)

    工作 (动词)

    werken (werkte, gewerkt)

    praten (praatte, gepraat)

    geven (gaf, gegeven)

    喜欢

    leuk vinden (vond, gevonden)

    帮助

    helpen (hielp, geholpen)

    爱(动词)

    houden van (hield, gehouden)

    打电话

    bellen (belde, gebeld)

    wachten (wachtte, gewacht)

    我喜欢你

    Ik vind je leuk

    我不喜欢这个

    Ik vind dit niet leuk

    你爱我吗?

    Hou je van mij?

    我爱你

    Ik hou van jou

    0

    (de) nul (nullen)

    51 - 100

    1

    (de) een (enen)

    2

    (de) twee (tweeën)

    3

    (de) drie (drieën)

    4

    (de) vier (vieren)

    5

    (de) vijf (vijven)

    6

    (de) zes (zessen)

    7

    (de) zeven (zevens)

    8

    (de) acht (achten)

    9

    (de) negen (negens)

    10

    (de) tien (tienen)

    11

    elf

    12

    twaalf

    13

    dertien

    14

    veertien

    15

    vijftien

    16

    zestien

    17

    zeventien

    18

    achttien

    19

    negentien

    20

    twintig

    nieuw

    oud

    weinig

    veel

    多少

    hoeveel?

    几个

    hoeveel?

    fout

    correct

    slecht

    goed

    高兴

    gelukkig

    kort

    lang

    klein

    groot

    那里

    daar

    这里

    hier

    rechts

    links

    漂亮

    mooi

    年轻

    jong

    oud

    你好

    hallo

    待会儿见

    tot later

    好的

    oké

    保重

    wees voorzichtig

    不用担心

    maak je geen zorgen

    当然

    natuurlijk

    您好

    goedendag

    Hoi

    101 - 150

    拜拜

    doei

    再见

    tot ziens

    不好意思

    excuseer mij

    对不起

    sorry

    谢谢

    dankjewel

    alsjeblieft

    我要这个

    ik wil dit

    现在

    nu

    下午

    (de) namiddag (namiddagen)

    上午

    (de) ochtend (ochtenden)

    夜晚

    (de) nacht (nachten)

    早晨

    (de) ochtend (ochtenden)

    晚上

    (de) avond (avonden)

    中午

    (de) middag (middagen)

    午夜

    (de) middernacht

    小时

    (het) uur (uren)

    分钟

    (de) minuut (minuten)

    (de) seconde (seconden)

    (de) dag (dagen)

    星期

    (de) week (weken)

    (de) maand (maanden)

    (het) jaar (jaren)

    时间

    (de)

    Enjoying the preview?
    Page 1 of 1